Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: arrestatie A. Wiegand, ontmoeting tussen H.M. Evers en M. van Pelt etc


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 148 (de Ondergrondse en Binnenlandse Strijdkrachten)
Inventarisnummer: 86 Mededelingen van de Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers, alsmede een rapport van de arrestatie A. Wiegand, een verslag van een ontmoeting tussen H.M. Evers en M. van Pelt, krantenartikelen en een verklaring door Van het Hoff, Roozendaal en Van Vugt


herdenkingsmonument Sumatraplein (kruis) (Vrije Volk 14 mei 1970)


"Herdenkingsmonument door nazi's gegeven"
Werkende jeugd achter protest oud-verzetsmensen


Van onze verslaggever Joost van den Hooff
DORDRECHT - "Waarom herdenken we in Dordrecht de slachtoffers van de nazi-terreur bij een monument, dat in 1967 aanvaard is van de scheepswerf De Biesbosch? Voor en in de oorlog was de toenmalige leiding van dit bedrijf tevens de kringleiding van de NSB".

Dit staat te lezen in een pamflet, dat een groep van het vormingscentrum voor de werkende jeugd De Mijlpaal in Dordrecht tijdens een optocht op koninginnedag onder de duizend toeschouwers heeft verspreid.
De werkende jongeren hebben hiermee een zaak opgerakeld, die enkel jaren geleden intern de gemoederen nogal heeft beroerd. De buitenwereld heeft er destijds echter weinig van gemerkt. De werkende jongeren besloten de kwestie door middel van het pamflet alsnog in de openbaarheid te brengen.

Wat is er aan de hand? In oktober 1955 schrijft de oud-verzetsman K. van Loon een brief aan de toenmalige burgemeester J. v.d. Dussen, dat het houten kruis op het Sumatraplein, dat daar in 1946 als voorlopig monument ter nagedachtenis aan de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog is geplaatst, in slechte staat verkeert. Hij vraagt de burgemeester het houten kruis te vervangen dor een stenen of marmeren. Nadat er een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Van Loon en de brugemeester blijft het geruime tijd stil rond het kruis tot in september 1966 de directie van scheepswerf De Biesbosch het college van B. en W. meedeelt, dat zij ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het bedrijf de gemeente en nieuw metalen kruis van f 13.000 wil aanbieden.
Wanneer dit bekend wordt stuurt de oud-verzetsman G.J. de Vries een ingezonden brief naar de plaatselijke kranten, waarin hij schrijft: "Omdat het college en de raad van de deze gemeente in het openbaar meegedeeld hebben ingenomen te zijn met de schenking van een nieuw monument aan het Sumatraplein door De Biesbosch, acht ol mij zedelijk verplicht op deze wijze mede te delen, dat bij het aanvaarden van deze schenking de waardigheid van het herdenken van hem die viel geschaad wordt, omdat het politiek denken en handelen van de toe(n)malige leiding van deze onderneming anders was dan van hen die in die tijd het hoogste offer brachten."
Oud-verzetsman J. de Graaf, vriend van De Vries, zei er een dezer dagen tegen ons over: "het is waanzinnig om en kruis neer te laten zetten door een bedrijf, zoiets moet vanuit de burgerij komen. Daarbij komt, dat dat bedrijf fout was in de oorlog en dat destijds de leiding van de NSB in Dordrecht zat."
De ingezonden brief van De Vries aan de plaatselijke bladen is om niet meer te achterhalen redenen slechts door één krant geplaatst. De anderen weigerden het stuk op te nemen. De Graaf: "Van een joutnalist, die mij opbelde, heb ik gehoord dat het ognezonden stuk op de driewekelijkse persconferentie bij de burgemeester ter sprake is gekomen met het resultaat, dat men besloot de brief niet te plaatsen". Commentaar burgemeester Van der Lee: "Als bedoeld wordt, dat de brief op mijn verzoek niet geplaatst zou zijn dan is dat ronduit belachelijk".

AKKOORD
op 12 oktober 1966 komen B. en W. dan met het voortal om de schenking van De Biesbosch "in dank te aanvaarden".
In het voorstel schrijft het college, dat vertegenwoordigers van de oud-illegaliteit zich "volkomen akkoord" hebben verklaard met de schenking. Wanneer de kranten hier melding van maken klimmen zowel De Vries als De Graaf inmiddellijk verontwaardigd in de pen. In brieven aan B. en W. en de gemeenteraad schrijven zij, "dat er in Dordrecht geen personen aan te wijzen zijn, die gerechtigd zijn namen de illegaliteit een akkoordverklaring af te leggen over het aanvaarden van deze schenking."
De Graaf verwijst in zijn brief naar het "eigenmachtig optreden van personen namens de oud-illegaliteit", die op 4 maart 1966 een gelukstelegram stuurden naar Beatrix en Claus, iets war lang niet alle oud-verzetsmensen in Dordrecht gelukkig mee waren.
"Reeds toen hebben wij laten weten, dat er geen organisatorische bundeling van oud-verzetsmensen bestaat. B. en W. hadden dus kunnen weten, dat een akkoordverklaring van wat zich de oud-illegaliteit noemt niets zegt", zo zei De Graaf ons.
in zijn brief aan het college en de gemeenteraad merkt De Graaf over schenker De Biesbosch op, "dat het een bedrijf betreft, waarvan onder de Dordtse burgerij vrij algemeen bekend is, dat de leiding ervan zowel voor als tijdens de bezetting openlijk nationaal-socialistisch gezind was".
De brieven van De Vries en De Graaf hebben nauwelijk of geen invloed. Op 18 oktober 1966 gaat de gemeenteraad zonder discussie akkoord met de aanvaarding van het kruis van De Biesbosch. Alleen CPN en PSP worden geacht te hebben tegengestemd.
De Vries laat het er niet bij zitten en schrijft een brief naar Gedeputeerde Staten: "Het aanvaarden van een schenking van een besmet bedrijf, waarvan het in Dordrecht bekend is, dat de toenmalige directie tot de kringleiding van de NSB behoorde en men NSB'eer moest zijn om tot de staf van dit bedrijf te mogen behoren is een grove belediging voor de nebstaanden en vrienden van de gevallenen."
GS antwoordden toe met: "dat aan de buitenlandse eigenaresse (Een Frans bedrijf - red. HVV) van de werf De Biesbosch niet kan worden verweten wat in bedoelde periode buiten haar voorkennis en zonder haar goedkeuring onder Duits bestuur en oppertoezicht in het bedrijf werd verricht."
.... etc.
... heer Veldhuyzen van 1933 tot 1938 lid van de NSB is geweest, maar .... etc.

Laatst gewijzigd: november 2023.