Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: havendienst kopieboek 1864-1867


Bron: stadsarchief Dordrecht/DiEP
Toegang: 68a havendienst
Inventarisnummer : 5 kopieboek 1864-1867


FOLIO 001 Dordrecht, 27 September 1864
Edel Achtbare Heer Burgemeeste(r)
Ter voldoening aen de Apostille No. 1035 dato 24 Sept l.l. waar bij ten fine van berigt van den mijnen hande is gesteld een request van de Heere J. van Dooremaal, schipper wonende te Breda en D. Krijne wonende te 's Gravenhage, ondernemers van eene Schroefstoombootdienst, tusschen 's Gravenhage en Breda en tusschen liggende plaatsen tot vervoer van Passagiers, goederen, vee.
Houdende verzoek om eene aanlegplaats aan het Groothoofd of Merwekade, als mede vrijheid te moge hebben als het nodig was de haven te moge binnen varen om goederen te laden of te lossen.
Heb ik de Eeer UEd Achtbare te berigten de gevraagde aanlegplaats aan de Merwekade als ook om de havens binnen te varen, kan worden toegestaan, onder de volgende voorwaarde:
1) Niet langer te vertoeven aan het hoofd dan hoog noodzakelijk is tot lossen en laden van passagiers, goederen en vee;
2) Door de haven varende met verminderde kragt van 't stoom om schade voor te komen in de brug en aan schepen;
3) de aanleggelden op zijn tijd te voldoen ten kantore van den Havenmeester volgens tarief;
De Havenmeester (was get:) J. Keijser

Dordrecht den 30 Sept. 1864
Edel Achtbare Heer Burgemeester
Ter voldoening aan de Apostile No. 1047 in dato 27 Sept l.l. waar
bij ten fine van berigt en raadt in mijne handen is gesteld een Request
van de Heere D.A. & M. Verschure, wonende te Oosterhout, ondernemers
van eene schroefstoombootdienst, van Oosterhout op Rotterdam
en tusschen liggende plaatsen, wel drie reizen per week
tot vervoer van passagiers en Goederen.
Houdende verzoek om eene aanlegplaats aan de Merwekade met vrijheid in d(i)en nodig de haven in te mogen binne(n) varen en aan alle hoofden te moge aanleggen om te lossen en te laden.
Heb ik de Eer UEd Achtbare te Berigten de gevrraagde aanlegplaats aan de Merwekade als ook om de havens binnen te varen kan worden toegestaan MAAR NIET om aan alle stoomboothoofden, ten ..(?) voor tho..(?), onder de volgende voorwaarde:
(1e) Eerstens niet langer te vertoeven aan het hoofd dan hoog noodzakelijk is tot lossen en laden van passagiers, goederen;
FOLIO 002 (2e) door de haven varende met verminderde kragt van stoom om schade voor te komen in de brug en aan schepen;
(3e) de aanleg Gelde op zijn tijd te voldoen ten kantoren van den Havenmeester volgens Tarief;
De Havenmeester (was get:) J. Keijser

Den WelEd Achtbare Heer Burgemeester der Gemeente Dordrecht
Dordrecht den 5 October 1864
Op Heden den 5den October 1800 vier en zestig wort mij Johannes Keijser, havenmeester der Stadt Dordrecht, gerapporteerd door de Agenten van Politie Goosen van Leeuwen, Johannis Blaauw en Leendert de Lange, dat des middagds ten 12 uur van genoemden dag De Stoomboot Telegraaf No. 3 heeft aangelegd, aan het houte hoofd, Groothoofd, en aldaar zijne passagiers heeft gelost en geladen en daartoe heeft gebesigd eene plank volgens opgave van bvoengemelde Agenten, niet breder dan ruim 2 1/2 Nedl. palmen waar op door de Agenten aanmerking wert gemaakt, en Was het antwoord van Kapitein Willem van Beek zeggende Ik heb geen andere gang op dit ogenblik voorhanden.
Daar alle kapiteins van stoomboten vroeger de aanzegging hebben gehad zoowel van den Havenmeester als van de Politie, is het hem niet onbekend de Algemeene maat is aangenomen de Breete van 85 Nedl. Duimen voorgang om passagiers te Lossen en te laden der dan ook daarna altijd zijn gebesigd.
Daar art. 28 van het Politie Reglement van de haven Dordrecht wel degelijk spreekt van goede breede planken, is er in deze eene overtreding of verzuim.
Zoo heb ik van vorenstaande dit proces verbaal opgemaakt op heden ten jaren maand en dag als in deze omschreven het welk op den Eed bij  bes..(?) voorste mijner bediening verklaar overeenkomstig den waarheid te zijn.
De Havenmeester (was get:) J. Keijser

Dordrecht den 25 Oct 1864
WelEd. Heer
Daar ik gezien het in de Nieuwe Rotterdamsche Courant de dienst van Zuidland op Dordrecht met de Stoomboot Spuistroom is gestaakt, zoo wil(?) mijn vriendelijk

FOLIO 003 verzoek of UE de Heer Brandt Agent van genoemde boot wilde magtige de haven of aanleggelden van de Spuistroom aan mij te voldoen ten bedragen van f 6,79 voor 5/12 van het jaar 1864 metende Uw schip 163 tonnen à 10 cent per ton voor het jaar. Aangezien de Staking van Dienst genen .instering(?) geeft, zoude UE mij zeer verpligten aan mijn verzoek te voldoen waar  na ik de Eer heb te zijn Ued D.W.dienaar
(get:) J. Keijser Havenmeester

Dordrecht den 11 November 1864
Den Heer Boet aangeschreve om zijn ..(?) op te ruim in de daarbij horende palen te hebben ende daar in tijd van nood nut de w..(?) vaartuig kenen bergen die voor het ..(?)

Dordrecht den 30 Nov. 1864
Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ingevolge Uw verlangen heb ik de Eer EU overteleggen eene note van  van de stoom booten die avond of bij nacht de veren passeren zijn de volgende:
* De Venlosche boten van de WelE Heer P.J. Berger te Venlo
* stoomboot Prins van Oranje op grave Agent A[..]
* Heer J.C. Marseveen (Nieuwe Haven)
* Zwijndrechtsche veer ..(?)spoor boten en Cornelis de [..]
*De Heere de Bruin alhier
Ook zal het nodig zijn de Directeur kennis te geven van de Heusdensche boodt Stad Heusden en Admiraal de Ruiter van Thiel.
Bij het passeren van de veeerponten het machine langs [..] werken ten einde ongelukken voor te komen
Klein vlaggetje aan boord van de pont om hafl mast heizen tot waarschuwen bij dag was zeer nuttig.
de Havenmeester (get:) J. Keijser

Dordrecht den 21 Dec. 1864
WelEdele Heer !
Den 25 October ll. schreef ik UE ge..(?) te hebben de
FOLIO 004 Stoomboot Spuistroom de diesnt op Dordrecht had gestaakt. Zooals dan ook welkelijk is gebleken in dit jaar.
Ik had gehoopt aan mijn verzoek zoude worden voldaan, aangezien het jaar nu ten einde is eerste boeken met den laatsten van deze maand worden gesloten en alles moet zijn verantwoord, ben ik zou ..(?) Ued vriendelijk te bedanken de aanleggelden ten bedragen van f 6m79 voor 5/12 van het jaar 1864 tegen 10 cents per ton over het jaar mij franco te doen geworden.
Waarna ik de Eer heb te zijn U Eds DWdienaar.
(get:) J. Keijser, Havenmeester

Edel Achtbare Heer Burgemeester !
Ter voldoening aan UEd verlangen heb ik de Eer UEd mede te delen in het volgend verslag in te zende.
In den nacht van den 15 op den 16 December ll. werd ik gewekt des 's morgens ten half twee ure. Daar den Agent van Politie Hoekman met Enige schippers bij zich mij verzoekende of ik zoo goed wilde zijn hun te helpen om met hunne schepen in de haven te halen.
Onmiddelijk was ik tot den dienst bereid en ten Een uur en 4 minuten was ik reeds aan het Groothoofd, daar zijnde vond een massa schepen in de mond der haven, er voor en aan het houte hoofd op dat ogenblik was de Rievier over dekt van IJs den Agent Stuckman was onmiddellijk den Adjunct haven meester haan roepen. Wijl ik de brugwachter van de Damiate brug wekte om d.. te geven/
Alvoor eene schip te kunnen door laten moest er binnen in de haven eerst ruimte wordne gemaakt, het hetwelk met veel moeite gepaard ging daar alles in rust was, doch werd hier in geassisteerd, daar de wacht hebbende Agenten van Politie, toen het zoover geregels was en de schepen binnen de mondinge der haven rijsen waren was mijne Eerste werk den brugwachter van de Roobrug door Een Agent van politie te doen wekken omstreks hald vijf a vijf uuren, om Eenig schepen door de Roobrug in de Neiuwe Haven te laten, daar er gaande weg meerdere schepen in den mond van de haven  arriveerde, moest er mede meerder ruimte worden
FOLIO 005 gemaakt, als wanneer de brug van tijd tot tijd geopend werd om
streeks tien uren werd de brug weder geopend en verscheide
schepen door te laten zooals dank ook gebeurde. Nee had ik
al meer malen aan schipper W. van Ooijen voerende het Aak
schip Vrouw Wilhelmina
welke was liggende met zijn
leeg schip digt bij de brug aan het Vlak, die ik daarmalen
had aangezegd, hij door de brug moest halen maar altoos(?)
treu..(?)de en die zelve tijd was schipper Wilhelm Berents
met zijn schip digt aan de sluis genaderd, mij vragende
moet ik er ook door, onmiddellijk was mijne vraag hoe
diep ligt het schip, was het antwoord van den Schipper
vijfen Een kwart, Ja vijf en Een half voet. Den brugwachter vragende
hoe veel water is er nog. Was het antwoord over vloed. Ik was
voor mij ten volle verzekert er minstens 8 à 8 1/2 voet water
stond. Onmiddelijk liet den schipper zijn Aak Schip
met den stroom door de Sluis drijven, daar het vaartuig slechts
bemand was met den schipper (Een oudman) en den onhandi-
ge knecht, was het schip als het ware in den stroom aan zijn
lot overgelaten daar de meeste stroom langs den kaai van
de Aardappelmarkt loopt, werd het te digt naar de
trap gedreven en blijft circa 3 a 4 voet van den
trak(trap?) aan de Grond zitten. Ogenblikkelijk werd door den
schipper getast waar het schip vast zat bij den kop van
tot zwaard, aan stuurboord slechts 2 a 2 1/2 voet lang
en rond op dier plaats ruim water, hoorde ik hem zegge
aan de andere zijde wel 9 voet. Mogelijk zat er veel
hens ijs onder het schip aan stuurboord. Ware het
vaartuig in de midden of slechts twee voet verder van
den kant geweest, ware het nimmer aan den grond
gevaren. Want dat er water genoeg is geweest, blijkt
toen het laag water was, het schip lag toen door dat het
scheef lag, aan bakboord zijde ruim zoo diep dat toen
het aan de Grond voer. Er was in mijne tegenwoordigheid
getast men rond nog 7 voet water (... wie
zegt nu er geen hens ijsonder zat?)
Dat den Heer Masion in deze veel dienst bewesen
heeft is ontegenzeggelijk waar, maar die was
dan ook beter in de gelegenheid. Een pakhuis in de
FOLIO 006 nabijheid - volle ter dispositie.
Edel Achtbare Heer Burgemeester een trouw en opregt verslag van de werkzaamheden tot die tijd, hoewel de drukte tot den avonds donker... hees hij zeit men Edel Achtbare .. noodzakelijk het is, zij die met den uitdieping van de havens zijn belast, worden nagezien door die persone aan welke het is opgedragen en heeft zakelijk bij de trappen in de havens.
Want het minste, of geringste er gebeurd, met een schip, het alles van den havenmeester of is het ook geheel buiten zijn schuld wordt gevorderd.
Was mede hoop ik  Edel Achtbare aan Uw verlangen  te hebben voldaan.
   De Havenemeester (get:) J. Keijser
Dordrecht 2 Jan 1865
Aan den Edel Achtbare Heer Burgmeester der Gemeente Dordrecht

(copij) Dordrecht den 7 Januarij 1865
Edel Achtbare Heeren
Ingevolge voorschrift Art. 8 Instructie  voor de Havenmeester der stad Dordrecht.
Het is de Eer aan den Edel Achtbare raad der Gemeente Dordrecht in te zenden Copij register van het haven paal en aanleg geld ontvangen door mij ondergetekende over het jaar 1800 vier en zestig.
Dat aangaat de dig..(?) der havens zijn door een als het B..(?) met ne zou d..(?) van de mond Blaauwpoort haven die met gewone tij, maar moeijelijk is binnen te komen .. zee schip van 9 voeten diepgang.
Wijl er eene zandplaat regt voor de haven is die de mond binnen werkt.
Zou .. is de mind van de Boombrugshaven zeer droog door de neer die het zand in de haven mond binnen

FOLIO 007 dringt, en alle jaren daar eene droogte plaatst.
De Wollewevershaven is crica twee scheepslengte binnen de Damiatebrug voor een gedeelte ook ondiep als voor bij het turfpakhuis van de Gebroeders Schepens.
Ook is het nodig de havens bij de trappen goed worden naar gezien wijl men daar de zwerf bij het lossen van binnenschepen moeilijk heden kaft.
Kalkhaven In den mond twee Schrijfpalen op den hoek bij den draai (korte kade) de hoekpalen goed na zien wijl die slegt zijn, als ook de landafmeerpalen bij den Heer Derks Korte kade die bij de grond zeer gesleten zijn door het past maken van trossen en kettingen.
Buiten Kalkhaven Het zal nodig zijn het gruis op de buiten kade op te ruimen hetwelk van de Londesche Boten daar s weekelijks wort neder geworpen. Wijl meerpalen er onder worden begraven.
Binnen Kalkhaven Goede zware meerpalen die niet vertrouwd zijn voor groote schepen den drie sprant achterhakkers versterken.
Blaauwpoorthaven In den mond langs de kade het veer, en achter het huis Blaauwpoort enige schroefpalen.
Knolhaven Den middelste drie sprant na zien wijl die zeer vrak is aan de Nieuwe Haven twee schoorpalen aanbrengen wijl enekle palen zeer spoedig breeken.
Aardappelmarkt Een paal wijl de oude weg is en zeer noodzakelijk bij het door halen van de Roobrug.
Wollewevershaven De schroefpalen goed na zien en vooral bij de Roobrug hoek van het Vlak.
Voorstraatshaven of Oude have. Twee stompe uithalen en nieuwe plaatsen, of lossen bij te Spuistraatstijger, ook ens tusschen het Stadshuis - Vissebrug.
Vriessche poort haven. Achter de ijskelder op de Vest, voor den Heere Eijgenraam en van Wageningen behoord daar de grond te worden weggehaald hoog noodzakelijk bij den Trap.
FOLIO 008 Edel Achtbare Heeren het is noodzakelijk de palen
in het begin vna het Jaar worden nagezien en geslagen
om dienst te kan..(?) zalve te hebben gedurende de
zomer, maar niet in de maand October als de
vaart het drukste is zoo als in 1864.
Aangezien de werkzaamheden volgens het nieuwe
tareif voor den Havenmeester werkelijk zijn vermeer-
derd zoude het, in het belang van de Gemeente zijn
een derde peroson te benoemen.
Ook zal het hoog noodzakelijk zijn de Heeren
Vriesendorp en Zonen, Houtkopers alhier er in
voorzien, hun hout in eige wateren te brengen
ten einde, de Stadshaven daat mede niet worden
opgevalt, het welk grote belemmeringen veroo-
zaken, bij het verhalen en plaatsen van schepen
in de havens aangezien den havenmeester daar
voor geen beschikbare ruimte heeft.
Den geklaarde Schepem opgenomen door den havenmeester
met de Dordrechtsche Courant en die van Rotterdam
zijn gekomen om alhier te laden te samen 487
Schepen waar van te rekenen van primo Januarij 1864
tot ultimo September 1864 - 148 Schepen uitgaande
beladen nog naar het oude Tarief de haven
Gelden zijn berekend.

(kopij) Dordrecht den 27 Febr. 1865.
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan den Apostille No. 212 in dato 23 Febr. ll
Waarbij ten fine van berigt en raad, in mijne handen gesteld een Request
van de Heere P. Schalij, A. Quakernaat van Spijk en
H.R. Vogelsag
, Directeure wonende te Leerdam onder
nemers van een Schroefstoomboot van Leerdam Gorinchem
visa versa, en naar Rotterdam
, Dingsdag van ieder week.
houdende verzoek om een aanlegplaats in deze Gemeente.
Heb de Eer Uw Edel Avhtbare te berigten, de Merwekade
mij het geschikste voorkomt en als aanlegplaats kan worden
FOLIO 009 aangewezen onder den volgende voorwaarden:
(1e) niet langer te vertoeven aan de kade dan hoog noodzakelijk tot het lossen laden van Passagiers en Goederen
(2e) De aanleggelden van de in dienst te stellen Schroefstoomboot bij de Eerste reis ter kantore van de Havenmeester te voldoen, en tevens opgave van Naam, en hoe groot, ten Tonnen volgens 's Rijks meetbrief van de in dienst te stelle Schroefstoomboot 
(was get.) de Havenmeester J. Keijser

(kopij) Proces Verbaal.
Ik ondergetekende Johannes Keijser, Havenmeester van 
Dordrecht en aldaar woonachtig,
Verklaard bij deze op den Eed bij aanvang mijner bediening
afgelegd.
Op den 7den Maart 1800 vijf en zestig bevond ik mij des voor
middags omstreeks Elf en een half uur op de Knolhaven in de nabij
heid van het huis Wijk A No. 348 op het ogenblik, kwam de weduwe
van Zanten
, Dienstbaar in voorgenoemd huis, uit het zelve huis
een bak kolen asch, een storte die ledig in de haven.
Daar het bij Art. 39 van het Politie Reglement ten strengste
is verboden, bestaat er in deze eene overtreding.
de Havenmeester (get.) J. Keijser

Bij deze wordtter kennisse  ... van Heere Directeur
der Stoomboot Maatschappij van Leerdam, dat bij bekent van
de Gemeente Raad te Dordrecht de aanlegplaats voor genoemde
Stoomboot is toestaan en brdoelde slechts ..(?)
zijn mijn kantoren zijn gedeponeerd eb verkrijgen gesteld
tee betaling ten f 0,89 centen.
(get.) de Havenmeester J. Keijser

(copij) Edel Achtbare Heer Burgemeester de vrage te beantwoorden ij zijne
handen gesteld in dato 21 Febr. ll. betrekkelijk de havens dder Stad
Dordrecht komen mij over zeer moeijelijk te zijn door ze ..
naar mijn besten moeten beantwoorden.
Kalkhaven. De enigste toevlugt voor groote schepen ..(?)
FOLIO 010 water, is dat wijl zeer moeijelijk daar van gwoonlijk word overvallen door
het ijs, en men dan somtijds te spaerzaam is om de Schepen Grondig te Ligten.
Met gewone tij komen de Schepen 36, 37 of 38 palmen diepte binnen
Wanneer de windt westelijk of Noordelijk is, doch niet Oostelijk, of
Zuidelijk winden die eenig dagen staat, dikwijls niet 31 a 33 palmen
diepgang niet te naderen is.
Op welke wijze haven te voorzien? Komt het mij voor de monding
(1e) Een El twee palm em de haven een El uit te diepen meer als het
thans aangegeve pijl, wanneer de kaai meten en den Draaij en be-
schoeiing en den mond zulks kunnen door staan (at is niet verzakking)
en dan den mond der haven door goed ezorgen op zijn pijl houden 
(2e) Indien mogelijk, de punt Kalkhaven Enige ellen te verlengen
zoodanig, dat men in de lopen de stom komt
(3e) Wat de Dux d'Alve betreft zal ten allen tijde eene en vijliege(?)
legplaats zjn, voor schepen in den winter, met het ijs zederd
het leggen der kribben aan de overzijde der Rievier.
(4e) Wat de Blaauwpoorte haven aangaet is ook moeijelijk diep
te houden in de mondinge, daar die haven in verbinding
staat met de Wollewevershaven en alzo een zijtak van de Rievier
is valt de vloed zeer sterk in den kond der haven en het water niet
zoo vlug de Engelburgerbrug kan passeren ontstaat er eene neer
of maalstroom in de monding, waer door zich een rug van zand vormd
bij na Dwars over de monding der haven.
De Nieuwe Haven kan ook zeer goed, ruim een half El dieper
zijn.
(5e) Wollewevershaven, en monding, wanneer de Keersluis aande
Roobrug van Ebben digt blijft, is die haven aan minder verzanding
onderworpen, die zonder men ook 3/4 El kunnen uitdiepen.
Wanneer de Rievier buiten de monding zulks van Diepte toelaat
met in schtneming van behoorlijk docering aan de Kaai muren
der monding en in de haven, als ook tusschen de Brugge hoofden
van de Damiate Brug.
(6e) De Voorstraats of Oude haven is zeer moeijelijk diep te houden
alleen door gestadig uitdieping in de mond, en verder
wijl er van Ebbe een sterke stroom de mond der haven in komt.
FOLIO 011 aangezien deze haven ook met de Rievier in verband staat, en alzoo
ook eene neer of maalstroom vorm tusschen den hoofden, waer
door veel zand de haven word in gevoerd.
(7e) Rietdijksche haven daar die aangezien eene dode have is, en er aan de
Lijnbaan zijde geene kaaimuren of bijna geen beschoeiinge zijn zoude
ook eene Nederlandsche El kunnen worden uitgediet, als de Rievier
zulks toeslaat dit was ook zeer nuttig voor de schepen aan de
Werve en die daat somtijds komen lossen.
Volgens het bestek van het uitdiepen der havens moet de Kalk
haven zijn 3 El A.P. dat is niet laaf water wanneer men na de haven
Een El dieper maakt zoude zijn 4 El A.P. Neemen het water
Gemiddelde 3 1/2 voet open niet gaat zoude men op hoog water
met 16 ijnlandsch voeten diepgang kunnen binne komen.
Edel Achtbare Heer Burgemeester hier mede hoop ik al
Uwe Vragen te hebbe beantwoord.
Dordrecht 18 Maart 1865 de havenmeester (get:) J. Keijser

Dordrecht den 31 Maart 1865.
Edel Achtbare Heer Burgemeester
Ter voldoening aan de Apostille No. 310 R. dato 23 Maart ll
Waar in ten fine van berigt en raad in mijn handen gestelt
Een Request van de Heeren Korver & van Dam, Directeuren wonende
te Den Bommel (Eiland Overflakkeé) onder nemers van eene
Stoomboot dienst van Dan Bommel, langs Dordrecht geregeld alle
dagen naar Rotterdam, heen en terug, en aanleggende alhier
telken reize, houdende verzoek om eene aanlegplaats in deze
Gemeente.
Heb ik de Eer Uw Edel Achtbaar te berigten, het Groothoofd
mij het geschikste voorkomt, en als aanlegplaats kan worden
aangewezen (altijd het houte hoofd) onder volgende voorwaarden:
(1e) Niet langer te verteoven aan het houte hoofd dan hoog noodzake-
lijk is tot het lossen en lasen van goederen en passagiers
(2e) De aanleggelde van de in dienst te stellen stoomboot den
Eerste reis ten kantore van den Havenmeester te voldoen en tevens
opgave van Naam, en hoe grootheid van Tonnen volgens 's Rijks
FOLIO 012 meetbrief van boven bedoelde Stoomboot.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht den 2 April 1865
Edel Achtbare Heer Burgemeester
Met deze heb ik de Eer Uw mede te delen mij is gerapporteerd
door den Stads Baas A. van Aardenne, er op Dertien
voet diepte onder water, op de plaats waar den benedenste
of westelijksten Dux d'Alv heeft gestaan zich de stomp
van eene paal een en een half à twee voet boven den grond
bevind, welke zeer gervaarlijk is voor geladen schepen
die aan de gewezen steenplaats lossen, om  gevaar voor
te komen moet dezelve worden weggenomen.
Ook is een tweede paal of stomp ontdekt in de
Rietdijkshaven, op zes voet diepte, die noodzakelijk ook
moet worden weggeruimd
De Havenmeester (get.) J. Keijser

(Kopij) Proces Verbaal
Op heden den 24 April 1800 vijf en zestig des namiddags
ten drie en Een half uur heb ik Johannes Keijser havenmeester
der Gemeente Dordrecht, mij begeven op stroom met de
Agenten van Politie Cornelis Hoekman en Dirk Renout ten
... de Schepen welke t5e digt aan de Merwekade waren
geankerd, van daar op eene behoorlijke afstand te doen
verwijderen, Op zijde komende van het Aakschip de Hoop
van Millingen
groot 4107 centenaars Kapitein Theodoor
Beijer
, hem aanzeggende, hij te digt aan de Merwekade
lag, en wel zoo dat het aanleggen van Stoomboten daar
door bemoeijelijkt werdt. Was zijn antwoord Gij
hebt hier niets te zeggen het is de vrije Rhijn en Zeg
Uw komt niet aan boord.
Genoemde T. Beijer had ik
Havenmeester meermale aangezegd, op vrijdag en Zaterdag
en heden Maandag der namiddags den 24 April ten Een uur
toegeroepen te verhalen, Was zijn Antwoord Het is de
vrije Rhijn, gij hebt niets te zeggen.
Ook integenwoordig-
heid van genoemd Agenten vragende waarom al die
FOLIO 013 al de moeijelijkheden. Was het antwoord het eene plaatsis
het andere waart, gij heb nog .. ook zou een mooije
plaats gegeven, en aangezien Art. 10 en 15 van het Politie Re-
glement van de haven van Dordrecht hier van overtreding
met alleen maar beledigende uitdrukkingen zijn gebezigd der
int... van het bvoenstaand dit Proces Verbaal opgemaakt
op heden ten Jare, maand en dag als hier voren omschreven
Int welk op den Eed bij de aanvaarding mijne bediening
afgelegd verklaar ook een Kampsteeg de waarheid te zeggen
De Havenmeester (get.) J. Keijser

(Kopij) Dordrecht den 5 Mei 1865.
Edel Achtbare Heer Burgemeester
Ter voldoening aan de Apostille No. 480 R dato 5 Mei ll in mijn
hand gesteld ter fine van berigt en raad, Een request van
Matthijs van Loon Agent der in de vaart te brengen Schroefstoom
boot genaamd Oud Controleur Tengbergen
, kapitein J. Vermeulen
ondernemer van genoemde boot .. van Doesburg en
tusschen liggende plaatsen op Schiedam, een aanleggende
alhier telke reize houdende verzoek om aan legplaats aan
de Merweka ...  Een ..Achttien ..
de gevraagde aanlegplaats kan worden toegestaan onder den
volgende voorwaarde:
(1e) Niet langer te vertoeven aan de Kade dan hoog noodzakelijk is voor het lossen en laden van goederen en vee
(2e) Met de eerste reis den Rijksmeetbrief ten kantore van den Havenmeester te vertonen en opgeven te doen hoeveel keren de Boot aanlegd verw..(?) om daar na de aanleggelden te berekenen.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht den 15 Meij 1865
Mijn Heer
Aangezien er eene partijhout, bestaande int vier koppels of 46
stuks ijken hout met zijn denne behorende aan den Heer
J.N. de Haan te Wedel
volgens Uwe gegeve, en seder den
12 November 1864 ter verkoop is leggende in de Voorstraats-
haven.
Aangezien Art. 21 van het Politie Reglement
FOLIO 014 verordening op de haven van Dordrecht.
Gelast ik Uw Genoemd Koppels hout met zijne dennen
uit de haven worde weg gevoerd, en wel naar die wateren
waar over Uw naer wel gevallen kan beschikken.
De Havenmeester (get.) J. Keijser
Aan den Heer J. van der Heijde Thermon
..datum te Dordrecht

(copij) Dordrecht den 8 Julij
Edel Achtbare Heer Burgemeester
Ter voldoening aan de Apostille No. 706 R dato 6 Julij ll in mijne
handen gesteld, ten fine van berigt en raad, Een Request van de Heeren H.W.
Mast + J.L. Hogerzeil
, ondernemers van een Sleep stoombootdienst,
onder de Naam van Dordrechtsche Sleepbootdienst, en verzoeken eene
legplaats, wanneer de Stoomboot geene  dienst doet, in de mond
van den Oost Bom, achter het kantoor van den Heer J. de Jonge
aan het einde van de Hooijkade.
Na rijp overleg is het mij van gekomen de plaats niet zou weden
teogestaan, om de volgende rede, Des Vrijdag ligt de passa-
giers boot, de Spuistroom
aldaar aan, van des morgens acht
tot twee van des namiddags, en andere dagen wordt van
die plaats veel gebruikt gemaakt, maar de geschikste
plaats, om de Boot te plaatschen is volgens mijn oordeel
aan de Buiten Walenvest regt tegen over het 's Rijks
Magazijn en Kogel erf.
Onder de volgende bepalingen mogt er gelost of
laden worden, aan die kade, dan zoover van de wal af
te halen Dat zulks niet belemmert wordt.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

(kopij) Proces Verbaal
Op heden den dertiende Julij 1800 vijf en zestig ontrent twaalf ure
werd mij Johannes Keijser, Havenmeester gerapporteerd door
den stadsbaas A. van Aardenne, er schade was toegebragt aan de
ijzere draaibrug Merwekade kort daarna werd ik ontbode
door den Heer G.N. Itz, Fabrijk, welke mij zeide, in last
te hebben van den Wed.E. Heer Mr. H.A. Nebbens Sterling, Wethouder
FOLIO 015 der stad Dordrecht den Havenmeester van het gee.eesde, en proces Verbaal
moest opmake, des middagd heb ik mij naar de plaats begeven en bevonde
er een Stut van de leuning was gebogen een tweede afgebroken en
enig ijzer van het Roesten was beschadigd, daarna sprekende met
den Brugwachter J.M. Breedveld welke verklaarde den Brugwachter
Johannes Riel
kennis te hebben gegeven er een Schip uitgaande
door de Brugge moest, waar op hij antwoorde het is goed onmiddellijk
werd de Bascuul Brug geopend, en het schip Buiten Verwachting
Schipper L. Borsij van Papendrecht kwam aan varen
omstreeks zeven ure des s morgens, het schip nogal snel door
varende de Draaibrug nog niet open zijnde gelaste J.M. Breed-
velt
den Schipper te stoppen die onmiddellijk gehoorzaamde
Een torm aan de palen Taankade zijnde niet maakte en het
Schip nog zoo veel stopte, dat het zelve met verminderde kracht
met de Boegspriet tegen de Leuning van de brug aan liep die
dan ook nog niet geopend was waardoor de schade is
veroorzaakt.
Later sprekende met den Brugwachter Johannes Riel hem
vragende waarom de brug niet tijdig genoeg geopend
was zjn antwoord Ik was verhinderd door een Jongen
die op de Brug sprong waar door hij een wijnig te laat was
zoo heb ik boven staande Proces Verbaal opgemaakt volgens
verklaring van genoemde Brugwachters.
En heb ik dit Proces Verbaal opgemaakt  op heden ten Jare
Maand en dag als ik deze omschreven. Het welke op de
Eed hij den aanvanging mijn bediening afgelegd verklaar
overeenkomstig de waarheid te zijn.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht den 24 Julij 1865.
Ter voldoening aan de Apostille No. 756 R. dato 19 Julij
In mijn handen gesteld ten fine van berigt en raad.
Een Request van den Heer van Wijnen + C. Verschure, een aan-
legplaats aan de Merwekade voor de Stoomboten Elpis
en La Belle Aliance
varende tusschen Rotterdam en Maastricht
en aanlegende alhier. Heb ik de Eer U Ed.
FOLIO 016 Achtbare te berigten, de gevraagde aanlegplaats kan
worden toegestaan aan genoemde kade, doch geene aangewezen
of vaste ligplaats onder de volgende voorwaarde;
(1e) Niet langer te vertoeven aan de Kade dan hoognoodzake
lijk is, voor de lossing en lading van Goederen en Vee
(2e) Jaarlijks de aanleggelden ten Kantore van de Haven
meester te voldoen.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Proces Verbaal.
Ik ondergteekende Johannes Keijser Havenmeester van
Dordrecht aldaar woonachtig verklaar bij desen
op den Eed bij de aanvaarding zijner bediening afgelegd
Dat ik op den 25 Julij 1865 gaande over de Engelburger-
brug omtrent 11 uren des 's m(orgens) en ontdekte er Pek
werd gekookt over onder Rook bleek zulk te zijn aan
boord van de Schroefboot Dordrecht No. 1 kapitein
A. Hopman en leggende aan de Stadskraan, aan boord
komende bevond ik de ketel heten Pek op de kombuis
staan vragende aan de knecht Pieter de Haan is den
Pek in de Kombuis gekookt? Wa zijns antwoord, 
Ja op dat ogenblik waren vier Timmerlieden bezigt
het voor en achten Dek te Kalbreiten.
Daar Art. 38 van de verordening op de Haven van Dordrecht
zulks ten strengste verbied bestaat er in deze eene
overtreding.
En heb ik bovengemeld Proces Verbaal opgemaakt en
gesloten op heden den 26 Julij 1865 de 's m 11 uur
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan de Apostille No. 840 R. dato 5 Augs. ll. in mijn
handen gesteld ten fine van berigt en raad.
Een Request van den Heeren A.J. Hamans, L.E. Hendrikse
en W. van N..e C.J.zn
ondernemers van een Schroefstoomboot
.. een voort goederen en vee van Middelburg op Schiedam en daar
tusschen liggende plaatsen, verzoekende dat in de Oost Bom
FOLIO 017 aan het Houte hoofd met een gedeelte van het steene hoofd
als aanlegplaats mogt worden aangewezen.
Na rijp overleg is het mij voorgekomen het gevraagde gedeelte voor het
Steene hoofd niet kan worden toegestaan en wel om de volgende
reede, Dat juist dat gedeelte van het steene hoofd de
legplaats is, op donderdag en Vrijdag van vast Beurtschepen
varende op dese stad, Daar de schroefboot eene lengte heeft
van 110 voeten komt mij het houte hoofd Oostzijde van de punt was binnen
het geschikste voor mogt het somtijds nodig zijn zware goederen
te laden of te lossen, en het water zulks toelaat, zonder bij die
gelegenheid van de kaai Kalkhaven of houte hoofd .. kade
als zo was niet door de Beurt Stoomboten betzet is) word
gebruik gemaakt met dien verstande ..noemd in de uitoefening
van zijne zaak waardoor belemmert wordt en een ..
volgens aanwijzing, moet die plaats niet naar genoegen zijn
den blijft alleen de Merwekade over.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht den 6 September 1865.
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan de Apostille No. 947 R. in daton 29 Aug. ll in
mijn handen gesteld ten fine van berigt en raad.
Een Request van de Heere P. van der Hoek en A.F. van Hilst te
Waalwijk verzoekende eene aanlegplaats aan het Hoofd Hooikade
met de Schroefstoomboot genaamd Waalwijk varende van Waalwijk
op Amsterdam en tusschen liggende plaatsen.
Aangezien genoemde boot altijd hier arriveerd tijdens ..
stoombooten aanwezig zijn ten zulks werden toegestaan
als okk ook in de havens te lossen en te laden mits zich in alle
op ligte naar de  .. voor de haven van Dordrecht
te gedragen.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht den 14 Sept. 1865
Edel Achtbare Heer Burgemeester
Ter voldoening aan de Apostille van No. 997 R. in dato 8 Sept.
ll. in mijn handen steld ten fine van berigt en Raad.
FOLIO 018 (kopij) Een Request van den Heer J.A. Staps alhier, namens
Directeure der Thielsche Maatschappij gevestigd te Thiel
verzoeken te mogen aanleggen vier of meermale per
week aan de Merwekade, met hunne Schroefstoomboot ge-
naamd Admiraal de Ruijter No. 2
groot 98 Tonnen
varende van Dodewaard, op Schiedam en gevoerd door
Kapitein H. van Dam.
Aangezien al het gevraagde in genoemd request
niets in zig bevat, dat strijdig is met de staande
verordening, voor de haven van Dordrecht, komt het
mij, ondergteekende voor zulks kan worden toegestaan
onder voorwaarde zig stiptelijk te gedragen anar
de bepalingen vast gesteld.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht den 30 October 1865.
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan de Apostille No. 1188 R. in dato 26 Octo.
ll. in mijne handen gesteld ten fine van berigt en raad.
Een Request van de Heeren Pieter Sillevis Beurtschipper
op s Gravenhage wonende te s Gravenhage en Gerardus
Sillevis
wonende alhier verzoekende eene aanlegplaats
in de Nieuwbrugshaven aan den Hout Steiger bij de
Nieuwbrug voor hunne Schroefstoomboot genaamd Hendrika
Elizabeth
welke zal varen in de Beurt van s Gravenhage 
op Dordrecht visa versa.
Aan gezien de dagen van aankomst en vertrek van hier
gene verhindering geeft betrekkelijk de marktschippers
Welke daar hunne ligplaats hebbende zulke worden verst... als
ook om in andere havens goederen te laden. Mits zich te ge-
dragen naar de verordening van de havens van Dordrecht.
De Havenmeester (get.) J. Keijser
FOLIO 019 Dordrecht den 4 November.
In antwoord op U Ed vragen, om de beide ladingen van het
schip Mathilde ende Marie Coralie in de Wollewevershaven
te moge opvlotten, wordt met deze vergunning verleend mits
zich stiptelijsch gedragen naar den bepaling in het verzoek
omschreven.
Ook wordt met deze de Heren Vriesendorp noch vriende-
lijk verzocht het hout in de Nieuwe Haven, aangezien de winter
voor handen is, op te ruimen.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Wordt met deze permissie verleend aan de Heer
J. van der Heide Thermond, voor den tijd van vier maanden
om vier koppels ijken hout en een koppen Dennen te
leggen in de Beeltjes haven onder voorwaarde in be-
hoorlijk toezigt wordt gehouden de tijd zelve altijd
behoorlijk zijn vast gemaakt, behoudend art 21 van het
Politie Reglement haven Dordrecht
Dordrecht den 5 Dez 1865
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Den 19 Dec.
WelEd. Heere,
Aangezien onder va.. klacht komen bij den Pr..
over.. spieren welken liggen inde Beeltjeshaven het.. aan het
een.. de laten. Het den in lost houde Heer Burgemeester der
Gemeente Dordrecht .. aan te zeggen de spieren  .. op
te ruimen de zelve te plaatsen tusschen de drijfbomen
van de Heer J. de Groot in de Bogt van genoemde haven aan de
Zandweg of twee Singel en wel voor Vrijdag de twee en twintigste
dezen maand.
De Havenmeester (get.) J. Keijser
FOLIO 020 (copij) Dordrecht den 19 Dec 1865
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan de Apostille No. 1378 R. in dato 5 Dec ll.
in mijne hande gesteld ten fine van berigt en Raad.
Een Request van den Heer H.A. Huijsers & Co te Breda, .. de ver-
gunning van zijn Excellentie der Minister van Binnenlandsche Zaken
van 24 Julij 1865 No. 339, van eene Schroefstoombootdienst tusschen
Breda en Rotterdam, verzoekende eene aanlegplaats alhier
om goederen en Vee van Dordrecht zoowel van Rotterdam als van
Breda, hier te moge losschen en lade.
Aan gezien gelegen Schroefstoomboot genaamd Stad Breda
Slegs kostentijd alhier verwijle mast al op zaterdag van middag
of Zondags morgen alhier aankomst zoude de Boot Stad
Breda
gebruik komen makende de plaats aan de Oost Bom
van de Stoomboodt De Arend of op het einde van het hout-
hoofd in dien de eerstgenoemde plaats mogt bez.. zijn
Niets lig stiptelijk te gedragen naar de voorschriften
in het haven reglement bepaald Geene zwavel.. over het
Hout hoofd te lossen.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht 26 December 1867
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan de Apostille No. 1400 R. in dato 11 Dec ll.
in mijne hande gesteld ter fine van berigt en Raad.
Een Request van den Heer Pieceé namens het bestuur
der Thoolsche Stoomboot Maatschappij gevestigd te Tholen
verzoekende Een aanlegplaats in den Bom van de Vuilpoort
aangehouden Bo. van de Vuilpoort, op de werkdagen
em wel donderdag en vrijdag het meest door markt en Beurt
schepen wordt bezogt, kan er geene en deze plaats worden
aangewezen dan aan het einde van het houte hoofd wert
een voor eene lengte van 35 Ned Elle te schuren
van het houte hoofd onder de volgende voorwaarde
FOLIO 021 (1e) Zigh stiptelijk te gedagen naar de voorschriften in het Politie
Reglement voor de havens van Dordrecht
(2e) Geen buiten gewone zware goederen te laden of te lossen op het
houte Hooft
(3e) Twee borden plaatsen op welke dagen de boot aankomt en
vertrekt
(4e) aangezien er een tweede boot van Gorinchem daar zal worden
geplaatst, moet men zich laten welgevallen, over zijn schip het
buiten geliggende te doen lossen en laden
(5e) Om zere goederen te lossen en te laden kan van de kade
Kalkhaven, als het wat een zulks toelant worden gebruik ge-
maakt die het Eerste aankomt ligt tegen het hoofd
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Dordrecht 26 December 1865.
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
Ter voldoening aan de Apostille No. 1430 R in dato
18 Dec. ll. mijn hande gesteld ten fine van berigt en raad.
Een Request van schipper J.D. Havermans beurtschipper van
Gorinchem op Dordrecht verzoekend een aanlegplaats in
den Bom van de Vuilpoort van af het steenen hooft langs het
ha... Na rijp overleg is het mij voorgekomen het
gevraagde niet kan worde toegestaan, aan gezien de aan
ligplaatsen voor veel mark en Beurtschepen daar door zouden
worden verhindert wijl de Schroefboten in den Regel van
100 tot 120 voeten lang zijn komt nog de geschikste plaats
voor het een de van het houte hoofd westzijde langs het zelve
daar de Stoomboot Stadt Tholen half Januarij 1866 ook in
dienst zal worden gebragt in die zelfden plaats is aangewesen
Komt het mij voor de beide stoomboten b.. op zijnde van
.. kunnen leggen om te lossen en te laden en indien
nodig, een overste andere altijd onder die bepaling
zich naar de voorschriften van het Have reglement
FOLIO 022 te gedragen. Ook is het verboden .. goederen
op het houte hooft te Lossen en te laden om ongelukken
voor te komen, daar toekende kade Kalkhaven of
Hooijkade worde gebezigd in dien het water zulks toelat
te plaatsen twee borden waar op de dagen van aankomst en
vertrekt zijn aangeduid.
De Havenmeester (get.) J. Keijser

Edel Achtbare Heeren Burgemeester & Wethouders
Ingevolge voorschrift Art. 8 Instructie voor den Havenmeester de Stad Dordrechr
Heb ik de Eer aan den Edel Achtbare Raad der Gemeente Dordrecht in te
zenden copie Register, van het haven paal en aanleggelden ontvangen door
mij ondergetekende over het jaar 1800 vijf en zestig.
Wat aangaet de diepte der Havens zullen natuurlijk wel op hun pijl wezen
wijl de Tien jaren verstereken zijn van aanbesteding.
Aangezien er in het Jaar1800 vijf en zestig wat palen te plaatsem in de havens
begin December was aan gevangen en de Stads Bok alkens tot andere werk-
zaamheden moet worden gebezigd is de Voorstraatshaven, Spuihaven en
Vriesscheportshaven geheel achter gebleven welke havens groot behoefte
hebben aan goede palen voor de werf van de Heeren Hoebée als ..
Kalkhaven, op den hoek van de Kalkhaven, bij de draaibrug (korte kade)
de palen goed na sien wijshele daar van slegt zijn, de landof meet
palen, op de kade eenige vernieuwe wijl de zeer slegt zijn juist .. grond
Binnen Kalkhaven. Goede zware meerpalen voor groote Schepen (nu heeft men
de zware Bomen) den drie sprant Achterhakkers verstake
Knolhaven, die sprant en de zoogenaamde Dux d'Alve vernieuwen wijle die niet zijn van
tw... aan schepen en winterlaag aan te wezen, van het ovenge ver mij bekend is zijn de
vrij wel an palen voor zien met uitzondering van de hus vorenaangehaalde
In klasse schijn 540 genomen door den havenmeester ..
.. welke in de haven aan de kade of aan de stads duc d'Alve hebben gelost of geladen en alhier
havengeld schuldig.
Nog blijft mij over U Edel Achtbare Heere kennis te geven Er voor eenige Jaren
in de mond van de Kalkhaven een stuk fonderingmuur is weggebroken maar de palen
zijn blijven staan die even voor nieuwjaar door het heldere water in de lage
stand van het zelven zijn ondekt en wel dat eenige stompen van palen circa
Een voet en mogelijk meeder boven den grond uitsteken, op den afstand van twee
en twee en een half N. Ellen met de beschoeiing der kade voor den Heer van Loon
alzoo zeer gevaarlijk.
Dus nodig zelve mogten opgesm.. of onschadelijk gemaakt
FOLIO 023 No. 1 Proces Verbaal.
Op heden den Derde Februari 1800 zes en zestig heb ik
ondergetekende Willem Bruinis van Zijp in mijne hoedanig-
heid van Havenmeester van Dordrecht mij bevonden aan de Buiten
Kalkhaven alhier en aldaar bevonden dat de schoener Kof Alida
beheerd wordende door den stuurman J.J. Sant bij afwezigheid
van den bevelvoerende kapitein H.A. Sprik Schaal(?) .. ge-
noemde haven naar de Nieuwe Haven.
Dat toen genoemde boten in de Nieuwe Haven ..aanelg
ik mij aan boord heb begeven een aan den genoemde stuurman
J.J. Sant
heb .. den 31 Januarij ll der
hebben de Binnen Kalkhaven ui t te halen tot tijd en wijle ik
eens betere ligplaats tot voor dien boden kon wijzen.
Dat meergemelde stuurman en met bedoeld schip op den
Januarij ll. betij zijnde zonder mijn toestemming .. de
door dat schip aangewezen ligplaats te verlaten met
het oogmerk dien boten aan de Neiuwe Haven te geword
den.
Dat ik hem toen heb verboden zulks te doen en moest blijven
liggen tot dat ik eene andere ligplaats zooals boven voornoemd kan
aanwijzen.
Dat door .. stuurman daaraan is .. tot
op heden morgen wanneer hij willekeurig het schip heeft 
haald en naar de Nieuwe Haven gebregt.
Dat door hem Havenmeester  van 
is aangezegd overtreden te hebben Art. 10 der Verotdening
op de Haven van Dordrecht vastgesteld ter openbare raad
vergadering van den 28 April 1863 waarvan afschrift is
medegedeeld aan Gedeputeerde State van Zuid Holland
volgens hem berigt van 5 Mei 1863 No. 29 en Alzoo 
heeft volgt Art. 45 van bedoelde verordening eene boete
va drie Gulden en door mij aan het gebeurde proces verbaak
zou worden opgemaakt.
FOLIO 024 En heb ik ingevolge Art. 46 van bedoelde  (op de haven Dordrecht)
op den eed bij den aanvaarding mijner bedieningafge
legd, dit proces verbaal opgemaakt n op grond van
Art. 14 mijner instructie vastgesteld door den Ge-
meenteraad in zijne openbare zitting van den 27 Oct
1865 aan de bevoegde magt ingehoduen.
Dordrecht 2 Februarij 1866
De Havenmeester W.B. van Zijp

bijlage proces verbaal
Aan den Heer Ambtenaar van
Het openbaar Ministerie bij het
Kantongeregt te Dordrecht
Ter voldoening aan Art. 14 mijne Instructie
heb ik de eer U bij deze te doen toekomen een door
mij opgemaakt proces verbaal ter vervolgen
contra J.J.Sant
  de Havenmeester van Dordrecht W.B. van Zijp
Dordrecht 2 Febr 1866

N1. Aan den Edelachtb. Heere
Burgemeester en Weth. van Dordrecht
Ter voldoening van Apostille dd 2 Februarij
ll No. 66 heb ik de eer onderterugzending van
het hierbij gevoegd adres van A. Quakernaat en
Spijk te Gorinchem
voor eene in de dienst te bren-
ge Stoomboot tusschen Gorinchem, Dordrecht,
Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen
, U Ed Achtb
te berigten dat er bij geene bedenkinge bestaan
om hem eene aanlegplaats aan de Merwekade
aan te wijzen tegen betaling van het verschuldigde
daarvoor bij tarief vastgesteld, en de concessie
FOLIO 025 zich onderwerpt aan de bepalingen welke in het
belang eene goede politie hem door mij zullen gesteld
worden.
de havenmeester van Dordrecht W.B. van Zijp

Aan Heer
Gemeente Architect
Mijn
Er is eene oude schuifpaal in de Blaauwpoortshaven gebroken
ten einde te voorkomen er schepen op in de grond varen
is  .. diende .. te verzoeken er zoo spoedig mogelijk
een kolder op te laten zetten tot tijd en wijle de zelve
geheel vernieuwd word.
de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

Dordrecht 13 febr. 1866.
Aan den Heer Gemeente Architect van Dordrecht
Mijn Heer
Deze is dienden U te informeren er door aanvaring
schade is toegebragt aan de steene kade Kuipershaven voor het
huis van den Heer Bovy door wie is onbekend, Ten andere
een gat is in het Houte Hoofd aan de Hooikade waar wekelijks
de Stoomboten Schoonhoven, Oud-Beijerland en aan zeggen mag
ik U verzoeken beide zaken te laten onderzoeken.
Met acht..
de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
Dordt 15 Febr. 1866

RAPPORT
Heden den twintigsten Februarij 1800 zes en zestig compareerde
voor mij Willem Bruines van Zijp Havenmeester deze Gemeente
Kapitein A. Hopman voerende het stoomschip genaamd Dordrecht
No. 1
toebehorende aan ene alhier gevestigde reederij onder
directie van den Heer J.J.B.J. Bovi [=Bouvy] mede hier woonachtig, Dat
comparant mij verklaarde hedenmorgen ten 7  1/2 uur komen-
de van de Merwede in aanvaring te zijn geweest met
Z.M. Oorlogschip WESP alhier gestationneerd liggende
aan de Nieuwe Merwekade. Dat daar door de
FOLIO 026 de Stoomboot de Kluiverboom van voornoemd Schip is gebroken.
Dat ik mij op dat Rapport aan boord van laatst gemelde Schip
heb begeven om de zaak te onderzoeken, zaal daar van door
conrenderende officier van  omen heb die schade werkelijk door
voornoemde Kapitein A. Hopman was toegerbagt.
Dat ik noodig geoordeeld heb daarvan rapport te maken
om te dienen waar zulks behoord, en heeft de comparant
met mij na voorlezing dit rapport onderteekend
de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

Den Heer Gemeente Architect van Dordrecht
Mijne Heere
Deze is dienden U te Informeren er een Stomp van eene
afgrboken paal is ondekt in de Wolwevershaven, Een voet van den
Havenkade voor het huis bewoond door Mijnj. + dew. Schotman
Daar de schepen allen digt aan de wal liggen met vallend water
daar op kunnen blijven hangen, verzoek ik U om dat te voorkomen
de stomp geheel weg te laten nemen en een Nieuwe paal naast
of in de plaats te laten zetten op een kolder op de stomp
te laten plaatsen.
de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
den 23 Febr. 1866

(copij) Dordrecht den 8 Maart 1866.
Ter voldoening aan de Apostille dd 6 dezen No. 267  heb ik de
Eer onderterugzending van het daarbij gevoegde adres van P. Vlokhoven
waarbij hij om een aanlegplaats voor zijne in de vaart te brengen Stoomboot
verzocht.
U Ed Achtbare berigten dat met het oog op ruomte die door de
markt schepen wordt ingenomen en geene gelegenheid bestaat hen
de gevraagde ligplaats toe te staan.
Dat naar mijne meening hem alleen in den Bom bij de Vuilpoort
eene ligplaats aan te wijze naast de Middelburgsche Stoomboot 
welke eene plaats aan het eerste van het Houte Hoofd is toegestaan.
Zoo door U Ed Achtb. hem de bedoelde plaats mogt worden aangewezen
neem ik de vrijheid U E Acht in overwegeng te geven hem
FOLIO 027 bij de vergunning is wijze op de bepalig van Art. 23 van het regle
ment op de Haven van Dordrecht dd 28 April 1863.
de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

Aan Heere Burgemeester en Weth van Dordrecht
Dordrecht den 10 Maart 1866.
Ter voldoening aan Uw Apostille dd 7 Maart ll No. 273 heb ik de
Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres van Rietschoten
Bok & Co te Rotterdam
waarbij ont verzoekt om eene aanlegplaats
voor eene in aldaar te brengen Stoomboot tusschen Rotterdam
Nijmgen (Gen. de Waal)

U Ed Achtb. te berigten dat er bij mij geene bedenkingen bestaan
om hun eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen
tegen betaling van het verschuldigde daar voor bij tarief vast ge-
steld en de adressanten zich onderwerp aan den Verordening
op den haven vastgesteld 28 April 1863.
Dordrecht 10 Maart 1866.
de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
     Aan Edel Achtb Heer burgemeester van Dordrecht

Dordrecht 9 Maart 1866.
Den Heere Kemp & Schotel alhier
Daar er tot heden nog geen gevolg aan onder afspraak is gegeven tijdens
onze bijeenkomst met den Heere Itts en Moulin en ik ..oot
later dan Heer Kemp daar aan persoonlijk heb her..d, is deze
dienden U te informeren dat indien morgen de zaak niet opge-
ruimd is Ik het voor Uw rekening zal laten doen.
U echter kan sprekelijk stelle de voor alle kosten en verdere
gevolgen daar uit voort spruitende.
de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

Dordrecht den 21 Maart 1866.
Edel Achtbare Heer.
Ter voldoening van Uwe Apostille dd 19 Maart ll No. 120
Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegden Adres
van Fop Smit & Co te Kinderdijk waarbij zij verzoeken omeene
aanlegplaats voor hunne in devaart te brengen Stoomboot
FOLIO 028 U Ed Achtbare te berigten er bij mij geene bedenkingen bestaan om hun
een aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen tegen betaling
van het verschuldigde den daarvoor bij tarief vastgesteld en
zich onderwerpende aan de Verordening op de Haven van Dordrhect
   de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

Aan Heere Burgem. en Wethouders van Dordrecht
Mijne Heeren !
Steeds verscheidene maalen heeft den Heer Mast .. kapitein der
Stoomboot varende tusschen 's Bosch en Vlaardingen op last van
mij gewaarschuwd er door U aan Burgemeester & Wethouders
alhier eene aanlegplaats moet verzoekt worden daar
is trouwens tot heden geen gevolg aan gegeven. Nu is deze
nemende U te informeren geschied ik U aan spraakelijk stel
voor allen daar uit voort spruitende gevolgen. De
Tonnemaat moet daar in vermeld worden.
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
de Heer J. & A. v.d. Schuit te Rotterdam
6 April

Daar er geen gevolg wordt gegeven aan de herhaalde
waarschuwinge, om alhier Burgemeester en Wethouders
een aanlegplaats te vragen te gelijk niet opgaaf deze
Tonnemaat van de onder Uwe Directie varende schroef-
Stoomboot varende van 's Bosch op Zaandam
, gaf ik U
bij deze kennis dat indien daar niet ten spoedigst
gevolg aan gegeven word, ik U aansprakelijk stel
voor koste daar uit voort spruitende.
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
De Heere Verschuur Cs te 's Bosch
6 April

PROCES VERBAAL
Op heden den twee en twintigste Maart 1800 zes en zestig heb ik
Hendrik de Voogd van der Straaten in mijne hoedanigheid als
als Adjunct Havenmeester van Dordrecht mij bevonden aan
de Binne Kalkhaven alhier toen mij verzocht werd door den
schipper J. Kisjes voerende de praam De Vrouw Utina van Zwart-
FOLIO 029 Sluis, hem hulp te verleenen ten einde aan de kade te kunnen
komen om Spoorrails te laden die aldaar op de Kade lag en
dat Ik om daar met voornoemde praam te kunnen komen schipper
J. Hornemans
varende de Aak genaamd De Jonge Mathias beladen
met steenkolen voor de Heer W.B. Derks, Directeur der Lon-
densche Stoomboot Maatschappij wonende alhier, last gaf zijn
Schip van achteren los te maken, ten einde er met voornoemde praam
tusschen in te haalen, dat daaraan, door hem onmiddellijk gevolg
werd gegeven, waar in hij echter door het werkvolk van den Heer
Derks
tegen gehouden werd zeggende Dat niet gebeurt en
verstandig werd geweigerd, dat de Havenmeester niets te
zeggen had en men eerst den Heer Derks zoude haalen.
Dat voornoemde Heer daarop kwam en mij op de ver-
gaande wijze in de uitoefening mijne betrekking dwarsboom-
de door 't volk voordurend te beletten, dat ik een tros
los of vastgemaakt kon krijgen dat ik bovendien
daarbij nog met de laagste beledigingen door voornoemde
Heer Derks werd overladen.
En heb ik op den Eed bij den aanvaarding mijnen bediening
afgelegd dit Proces Verbaal opgemaakt en aan den bevoegde
magt ingezonden.

Dordrecht 9 April 1866.
Edel Achtbare Heere
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 7 April ll No. 408 heb ik de
Eer onder terugzending van het hier bij gevoegd Adres van J. & A. van der Schuit
te Rotterdam waar bij zij verzoken om eene aanlegplaats voor hunne
Stoomboot varende tusschen 's Bosch en Vlaardingen groot 113 Tonnen
U Ed Achtb. te berigten mijn inziens de Merwekade daar toe
het best geschikt is mits de concessionarissen zich ondermijnde
aan de Verodeningen op de Haven van Dordecht vastgesteld.
    de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
Aan Heeren Burgem. en Weth. van Dordrecht
FOLIO 030 Dordrecht den 11 April 1866.
Edel Achtbare Heere.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 10 April ll No. 419 heb ik
de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Adres van
J.R. Verschure waar hij zij verzoken om eene aanlegplaats voor
hunnen in de vaart te brengen Stoomboot Noord-Holland
groot 87 Tonnen zullen varen tusschen s Bosch & Zaandam
U Ed Achtbare te berigten er bij mij geene bedenkingen bestaan
om hun eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen
tegen betaling van het verschuldigde daarvoor bij tarief vast
gesteld.
 de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

(no. 7) Dordrecht den 19 April 1866.
Mijn Heer
Deze is dienden Uw te informeeren er aan het einde der Beeltjes-
haven voor de ba..(?) toebehorende aan den Heer Van Maare twee
boomen liggen die de doorvaart daar geheel onmogelijk maken
en waarvan de eigenaars onbekend zijn, en is dus mijn verzoek
of U zoo goed wilt zijn de zelve daar van te laten halen
en voor rekening der belanghebbende, daar te laten brenge
waar U goeddunkt.
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
(aan) Architect van Dordrecht

Dordrcht 25 April 1866.
Mijn Heer.
Daar er nog geen gevolg is gegeven aan mijn vorig schrijven is deze
dienden U Ed te informeeren  is lost het van den Heer Burgemeester
U te verzoeken al de Boomen die aan het einde der Beeltjes-
haven liggende te laten opruimen en daar te laten brengen waar het
U het geschikte voorkomt. Voorkomt der de zelve echter aan niemand
wie ook
werd afgeven moge worden zonder dat eerst door den Burge-
meester bepaald wat er voor bergloon eb Huur of leggeld betaald
moet worden.
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
FOLIO 031 Dordrecht den 25 April 1866.
Mijn Heer.
Deze is diende U te informeeren ik reeds meermale den Heere
Zahn
Agent van uw Stoomboot Handel en Scheepvaart aangezegd heb het
Havengeld ten bedragen van(?) f 25,00 aanzuiverd moet worden en daarvoor reeds
sedert geruimen tijd quitantie gegeven het doch tot heden zonder
gevolg eens door mijn verzoek Uw mij dat per eerste gelegenheid
franco overmaakt.
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp.
de H.G. Verkreek(?) te Thiel

Dordrecht 28 April 1866.
De ondergeteekende Havenmeester dezer Gemeente geeft bij deze
als daartoe geauthoriseerd door de Heer Burgemeester de vrijheid aan
L. Rittes gezagvoerder der Stoomboot Stad Zierikzee om ingeval
van nood maar ook aan maar alleen in plaats van aan het Groothoofd ge-
bruik te moge maken van de Nieuwe Haven kade.
Dit bewijs moet steeeds ana boord voorhanden zijn om op aan-
vrage aan Politie vertoond te kunne worde.
   de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp.

Dordrecht den 28 April 1866.
Edel Achtbare Heere!
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 25 April ll No. 527
heb ik de Eer onderterugzending van het hier bijgevoegd
adres van J.E. Oosterwaal, J.M.E. Oosterwaal te Bergen op
Zoom
waarbij zij verzoeken om eene aanlegplaats voor eene in
de vaart te brengen Stoomboot tusschen Schiedam en Bergen
op Zoom U E Achtb. berigten dat er bij mij geene bedenkinge
bestaan om hin eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te
wijze tegen ebtaling daar voor bij Tarief vastgesteld en de con-
cessionarissen zich onderwerpen aan de Verordening op de
Have vastgestteld 
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp.

Dordrecht den 5 mei 1866.
Mijn Heer
Daar de Kapitein Uwen Stoomboot Stad Breda aanmerkingen
heeft gemaakt over het te betalen Havengeld alhier ten bedragen 
FOLIO 032 van Elf Gulden Tachtig Cents en gezegd heeft daar eerst over te
willen rekwestteren aan Heere Burgemester en Wethouders
is deze diende U Ed te informeren dat als U dat van plan
zijt int dan met de meeste mogelijke spoed te doen daar de 
havengelden den Vijftiende dezer maand betaald moeten zijn.
Zoo niet ik U aan sprakelijk stel voor alle daar uit voort
spruitende gevolge.
  de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp.
aan de Heer H.W. Huiters te Breda

Opgaaf der Palen der Hoogst Noodzakelijk gerepareerd en
vernieuwd moeten worden
.
Groothoofd Een paal nazien voor het pand bewoond door W. van Heemst
Achter 't kole Erf der Dordrechtsche Stoomboot-Maatschappij Een Nieuwe paal slaan.
Wolwevershaven van de Damiate tot de Roobrug voor het perceel
 getekende B506 Een neiwue Schuifpaal
 getekende B315 Een paal bek..pen(?)
 getekende B320 Een paal verlengen
Nieuwe Haven van de Roobrug tot de Lange houte brug
 voor het perceel get. A401 Een paal lassen
 voor het perceel get. A404 Een nieuwe paal
Knolhaven voor het perceel get. A356 de koning der duc d'Alven
 vernieuwen en daar na de pale weer kopelen.
voor het perceel A345 aan de duc d'alve een Nieuwe Schoorpaal aan
brengen en een vernieuwe. Verder eenige koppelen.
Mond Blaauwpoortshaven.
Zes nieuwe paalen aan het Veer en Een aan de Trap.
Buiten Kalkhaven.
Twee palen achter het kantoor van den Heer Kuipers tussen
de houte beschoeiing en palen van af het pakhuis London to aan
de westpunt moet noodig hersteld worden.
Mond Kalkhaven.
Ter voorkoming van belangrijke ksoten voor de Gemeente moeten
adaar stompen van palen optrekken worden daar men anders elk
ogenblik vernemen kan er een schip op in de grond gelopen is
FOLIO 033 en bovendien de gedeele  ..ven versperd, Op de Hoek Een Nieuwe
paal, om die met de Nieuwe paal der het vorige jaar geslagen is te koppelen
Een nieuwe schuijfpaal aan de trap.
Een nieuwe schuijfpaal daar naast.
Kalkhaven.
Ingang der Haven op de Hoek Een nieuwe paal.
Twee palen regten voor 't perceel D169.
Een nieuwe schoorpaal aan brangen aan de duc d'alve voor het pakhuis
E No. 518.
Spuihaven.
Een nieuwe paal aan de Werf van de Heer Hobeé.
Een nieuwe paal voor de Spuibrug.
Riedijkshaven.
Een nieuwe paal achter 't perceel getekend C 230.
Een schoorpaal aanbrengen aan de paal achter het perceel bewoond
door den heer van Wijngaarde en koppelen
Voor de Lombard tot de Pelsebrug.
Twee afgebroken palen lassen aan de trap van de Spuistraat.
Een paal vernieuwe achter 't perceel getekend D No. 60.
Van de Vischbrug tot aan 't Stadhuis.
Een paal lassen of vernieuwen.
West Bom Vuilpoort.
De geheele schoeiing vereischt hoognoodzakelijk reparatie
tot behoud der Steene Kade en te voorkoming van ongelukken
met schepen.
Meerpalen.
de Meerpalen met zoo zwaar mogelijk vernieuwen aan de
Binnen Kalkhaven van af de draaibrug tot aan Van Twist.
Een meerpaal voor 't perceel get. B. 103 Groothoofd.
Een meerpaal voor 't perceel get. A 394 Nieuwehaven.
Een meerpaal voor 't perceel get. A 411 Nieuwehaven.
Een Ring hoek Knolhaven.
Twee Meer Palen buiten de Blaauwpoort.
FOLIO 034 (met twe bijlagen) Dordrecht 22 Mei 1866.
Edel Achtb. Heere.
Ter voldoening Uwe Apostille dd 18 Mei ll No. 661/666 heb ik de eer
onderterugzending van de hier bij gevoegde adesse No. 1 van J. de Bruin
cs
ondernemers der Stoomboot Eendracht zullen varen tusschen Amsterdam
en Middelburg, en No. 2 Heer J. van der Heide Thermond waarbij zij ver-
zoeken om eene aanlegplaats voor hem in de vaart te brengen Stoom-
boten aan de Merwekade en bij voorkomend gevallen op andere
plaatsen te mogen lossen of laden. U Ed Achtb. te berigten er bij
mij geene bedenkingen bestaan om aan verzoek te voldoen
onder voorbehoud men onder geen voorwendsel hoe genaamd ook het
laden of lossen van het Groothoofd gebruik mag maken 
de Havenmeester van Dordrecht (get.) Van Zijp.

(met 1 bijlage) Dordrecht 22 Mei 1866
Ter voldoening van Uwe Apostille dd 19 Mei ll No. 658
heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres
van S. de Roo UE Achtbare te berigten dat aangezien de
Koopvaardij schepen vrijheid hebben tot lossen en laden aan de Merwe-
kade, ht onmogelijk is dat terrein voortdurend voor Stoomboten
disponibel te houden dat echter ierders beland zoo veel mogelijk
in 't oog gehouden zal worden en Adressant zich dus naar om-
standigheden zal moeten schikken.
 de Havenmeester  (get.) v. Z.

Dordrecht 24 Mei 1866.
Deze is dienden U te informeren heden morgen Schipper Vernes met
zijn vaartuig op de Rievier drie Ellen tot de Wal agter het perceel
bewoond door den Heer de Groot aan de Wolwevershaven op stompe
van palen heeft vastgezeten, toen ik daar rapport van kreeg heb ik
mij daar ter laatse begeven om de zak te onderzoeken en als toen bevonden
dat er niet alleen onder schip maar ook daar voor stompe van palen
boven de grond uitstaken. Dat ter voorkoming van verdere ongelukken
de stompen getrokken zullen moete worden. Ik U dus verzoek
FOLIO 035 daar zoo spoedig mogelijk werk van te willen laten maken.
  de Havenmeester  (get.) v. Z.

(no 10) Dordrecht den 28 Mei 1866
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 19 dezer No. 648 R (den 24 ontvangen)
heb ik de eer onderterugzending van het aan de Gemeente raad gerigt adres
van P. van Vlokhoven cs concessionairs van de Stoomboot ondernemingen
waar bij zij verzoeken voor een houte plankier dartoe te stellen aan het
einde der Kalkhaven-Bomkade. U Ed. Achtbare berigten dat door
mij volkome de bezwaren ge.. worden, die door hun worden aange-
voerd met betrekking tot het ongerief die zij telkens ondervinden
bij de ladingen en lossing der Goedere.
Dat aan hun in de tijde Bomkade as los en ladingsplaats is
aangewezen om dat geen geschikter gelegenheid voor die booten
te vinden was.
Dat het naar mijne bescheide meening er in het belang van
handel-nijverheid en in die der concessionarissen zijnzonder
wanneer het door hun verzochte plankier wordt ange-
steld,te meer nog omdat de Bom vooral op marktdagen
overkropt met schepen bezet is.
  de Havenmeester  (get.) v. Z.

Dordrecht 6 Junij 1866
Mijn Heer !
Na lang onderzoek ben ik op het spoor gekomen wie de eigenaar van
de Heipalen is, die in de Beeltjeshaven verspreid liggen, die behoren
aan den Heer C. van Kuik, aannemer te Breda daar die have
alhier door niemand vertegenwoordigd word heb ik hem aangeschreven
dat hout voor zijne rekening te zullen laten opruimen, en
daar het zoo met geen mogelijkheid kan blijve liggen, is mijn
verzoek of U het morgen ochtend voor rekening der belanghebbende
wilt laten rangschikken en bevestigen.
 de Havenmeester  (get.) v. Z.
FOLIO 036 Dordrecht den 6 Juni 1866.
In de Beeltjes haven alhier liggen eenige heipalen die de geheele door-
vaart belemmeren doordien de zelve verspreid in de haven liggen
En daar niet alleen de vaart belemmeeren maar ook alle vuilnis
daardoor opgestopt word, het water dar niet alleen stinkend
maar ook geel onbruikbaar gemaakt word.
Ik heb bij een iedere laten informeren of men ook eigenaar
van die palen was opdat men de iegenaar kende waardoor ik
eindelij tot het resultaat ben gekomen dat die palen U
toebehoorde en daar mij dus gebleken is alhier niemand is die
U in die zaak vertegenwoordigd heb ik in gevolge de verorde-
ning op de haven van Dordrecht vastgelsteld 17 Sept 1864
in mijne kwalitein van havenmeester de gemeente gezag ten
last gegeven om de zelve voor uwe rekening vast te laten
maken en zal U dus de kosten daarvoor in rekening ge
bragt worden
   de Havenmeester  (get.) v. Z.
(aan) den Heer C. Kuik, aannemer te Breda

(No. 11) Dordrecht dne 7 Junij 1866.
Edel Achtbare Heer Burgemeester.
In Antwoord op Uwe Geeerde Missive dd 6 Junij Ni. 648
418 Heb ik de Eer U Ed Achtb. te berigten
* No. 1 Dat aldaar de des navolgende Stoomboten aanlegplaats
is aangewezen
Waalwijk-Amsterdam, Arend, Stad Tholen
Baron van Pallandt, Mercurius, de Stad Breda

* No. 2 Dat door hun op de volgende dagen gebruik gemaakt word van
de Aanlegplaats
No. 1 Waalwijk-Amsterdam (woensdag, zaturdag)
geen bepaald uur van Aankomst daar men niet Hoog water staat
No. 2 Arend (Zondag, Dingsdag, Woensdag, Vrijdag)
vaart met Hoog water
FOLIO 037 No. 3 Stad Tholen (zondag, woensdag, donderdag, vrijdag)
vaart met hoog water
No. 4 Baron van Pallandt (woensdag na middag tot donderdag ochternd en zatutdag den geheelen dag) 
No. 5 Mercurius (woensdag achter middag to vrijdag namiddag)
No. 6 Stad Breda (zondag, dingsdag, donderdag, vrijdag)
vaart met hoog water
* No. 3 Dat er Hoogstens vier stoombooten tegelijkertijd van de aanleg-
plaats gebruik kunnen maken maar dat dan ook in de z..dtje
de Bom der Vuilpoort zoowel aan de uitkant als aan de
westkant voor het grootste gedeelte belemmerd word
   de Havenmeester  (get.) v. Z.

(no 12) Dordrecht 29 Junij
Den Heer Burgemeester!
Ter vol(doe)ning aan Uwe Apostille dd 28 Junij jl No. 854 R
waar bij mijne word gesteld eene circulaire van den Heer Commis-
saris des Konings dd 22 Junij ll Prov. Blad No.88 betrekkelijk het ..en
van Maatregelen voor de ..nelandsche Scheepvaart, ter zake de
cholera heb ik de Ee U Ed Achtbare te berigten dat het mij
als het meest doeltreffend is voorgekomen dat de Brugwachers
den last ontvangen om elk schip dat de Haven zou willen binnen
varen, aan den Schipper de noodige inlichtingen gervaagd worde
of er al dan niet cholera lijders aan boord zijn of ook zijn proviand
of het beddegoed behoorlijk zoomede het geheele schip is ge
reinigd en hij zat van versch drinkwater heeft vorozien.
Dat bij weigering om de zoo hoogst nodigen informatie te
geven, zij het regt zullen hebben het binnen varen te weigeren.
de brug gesloten te houden.
Dat zij verpligt zullen zijn onverwijle van eene  .. aan
mij kennis te geven ten einde mij in staat te stellen om in over-
leg met U Ed Achtb de noodgie maatregelen te nemen die
FOLIO 038 als den best zullen geoordeeld worden.
Naar mijn bescheide meening is dit het eenige wat als
eenig ten doeltreffend kan genaamd word dan het mij met
behulp van de adjunct niet mogelijk is toezicht te houden.
Op die schepen diende de Haven binnen komen te meer nog daar
eene politie wacht aan de monde der Havens langst moge lopen
zou zijn, daar zij geregeld zoude moeten vervangen worden.
en hun getal dan niet gering zoude kunnen zijn.
Met het oog echter op de Rietdijkshaven en den Bom der
Vuilpoort waar geen Brugwachters zijn, neem ik de vrijheid
U Ed Achtb beleefd te verzoeken om daar van wege de politie
een wakend oog te willen doen houden.
Met betrekking tot de schepen die op de Stroom ankeren
zie ik mij niet in staat U Ed Achtb naar omtrend eenige
voorstellen te doen om dat daarop langs de geheele stad
niets of met een groot personeel toezigt is uit te oefenen
en de schepen in den regel slechts eenige uren aldaar
verblijven om op het volgende getij te wachten de zij de wind
contrarie is.
Voor het geval dat cholera lijders op schepen die in den
Havens liggen mog te komen en dit ten mijne kennis word ge
bragt zal door mij alles word aangewend wat in het alge-
meen belang zal noodig zijn om te zorgen dat het schip
behoorlijk worde gereinigd of wel verwijderd naar een
afgelegen plaats.
   de Havenmeester  (get.) v. Z.

Dordrecht dne 24 Julij 1866.
Mijne Heere.
Deze is dienenden U te informeeren er in de Voorstraatshaven aan de trap voor
de Spuistraat twee afgebroken palen staan op een deze beide heeft heden
middag met hoog water Een schip met zaad beladen gehangen gelukkig zonder verdere
gevolgen ten einde zulke verder to voorkomen, verzoek ik te op beiden stompem
morgen een Kolder te willen laten zetten.
   de Havenmeester  (get.) v. Z.
(aan) den Heer G.N. Itz gemeente architect
FOLIO 039 (no 13 met bijlage) Dordrecht 10 Aug 1866.
Edel Achtb. Heere !
Ter voldoeninge Uwe Apostille dd 8 Aug ll No. 1075
heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres van
de Heere Visser & v.d. Sande alhier waarbij zij verzoeken om eene
aanlegplaats voor eene stoomboot tusschen Rotterdam en de Moerdijk
U Ed Achtb te berigten dat er bij mij geene bedenkinge bestaan
hun gebruik te laten maken van het hoofd aan de Buiten Kalkhaven
dat des tijds daargesteld is voor de Stoomboot tusschen Dordrecht
en Londen
der thans Buiten s lands verhuurd is mogt de zelve
echter hier terugkomen dan moeten Adressant die plaats
verder voor voornoemde boot disponibel stellen en als dar
de punt der Buiten Kalkhaven aan leggen.
En wat de betaling de Havengelden betreft  .. ik mij
verpligt U Ed Achtb mede te deelen dat alle stoomboten van
die groote vijf en twintig Gulden per jaar betalen indien
zo meer den vier maal s weeks van de aanlegplaats gebruik
maken en er dus naar mijn idee geen onderhoud gemaakt kan ..
   de Havenmeester  (get.) v. Z.
(aan) kapitein J.G. Muller

Dordrecht 13 Aug 1866.
Kapitein.
Reeds Twee keeren ben ik persoonlijk bij u aan boord
geweest om U kennis te geven dat de kluiverboom ingevoerd
moet worden, beide keeren heb ik Uw stuurman aangesproken
die mij mededeelden gij niet aan boord vaart doch dat hij het U
medegedeeld had, tot heden is daar trouwens nog geen gevolg 
aangezien er is deze dus dienden U te informeren dat
indien de Kluiverboom moren ochtend niet is ingevoerd ik
als dan procesverbaal; tegen U aan teken.
  de Havenmeester  (get.) v. Z.
FOLIO 040 Dordrecht den 17 Aug 1866.
Den Heer Rietschoten, Bok & Co
Mijne Heeren !
Het is U Ed bekend dat als men een Stoomboot in de vaart
brengt, men dan aan het Gemeente bestuur der plaats waar men
van de aanlegplaats gebruik verlangd te maken, daartoe permissie
gevraagd word, Zulkd id wel door U gedaan voor
Uwe Stoomboot No. 1 doch niet voor de tweede Stoomboot die
onder Uwe Directie vaart alhier vier keer per week
van de aanlegplaats gebruik maakt. En is deze dus die-
nende U te her.. daar zoo spoedig mogelijk werk
van te maken met opgaaf der Tonnemaat ten einde
U voor onaangenaamheden te vrijwaren.
   de Havenmeester  (get.) v. Z.

(No 14, 1 bijlage) Dordt 27 Aug 1866.
Edel Achtbare Heere.
Ter voldoening aan Uwe Apostille No. 1131 dd 20 Aug ll Heb ik de
Eer onderterugzending van het aan U Ed Achtb. gerigt adres voor
A. den Duijtsen & Co waar in zij verzoeken, om met de betaling der
bruggegelden, gelijk gesteld te moge worden met de binnenlandsche
Schroefstoombootrederij U Ed. Achtb. te berigten zulks geheel van
Uwe welwillend hier afhangd, om reden dat eene of gescheid zaak is
van de invordering der havengelde verder, ben ik zoo vrij U Ed Achtb.
met bescheidenheid mede te deelen dat door Adresssanten en
er het geheel nog geen vergunning aan U Ed Achtb. is aangevraagd
om hier van de Haven gebruikt te moge maken reden en waarom
ik U Ed Achtb beleefd verzoek hun dam opmerkzaam op te stellen.
     de Havenmeester  (get.) v. Z.

(15 met 1 bijlage) Dordrecht 27 Aug 1866.
Eel Achtb. Heer.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 32 Aug. ll No. 1150 R
Heb ik de eer onderterugzending van het aan U Ed Achtb. gerigt Adres van
L.A. van Ouwerkerk cs ondernemers van Stoomboot diensten, houdend
klagten over de moeijelijkheden die zij bij het aandoen van deze Stad
door belemmering van zeilvaartuigen ondervinden.
U Ed A. te berigten dat reeds voordien klagten vrij U waren
ingekomen door mij aan den Hoofd opzigter der Gemeente
werken was verzocht de borden, welke aan de kade geplaatst
FOLIO 041 zijn, om den schipper bekend te maken hoezer hij van de kant moest
ankeren, te doen op dchilderen en ten einde op eenige afstand goed
leesbaar te zijn, waaraan onmiddellijk gevolg gegeven is, en zij eerdaags
waar zullen geplaatst worden.
Dat voor zoo veel mogelijk de Schippers door mij of mijne Adjunct worden
Gewaarschuwd wanneer zij in strijd me de aanwijzing op bedoelde
borden te digt onder den Wal omkeren, Met 't oog echter op den
Stroom en de Wind is het altijd mogelijk hun te doen ver-
halen daar er nu de ..l een Geschikte gelegenheid behoort te
worden afgewacht.
Aan het verzoek van Adressanten om de schippers te gelasten
aan het l.. einde van de stad eene ligplaats te l.., kan
naar mijn bescheiden meening, uit het oogpunt van billijkheid
niet worden voldaan, daar het zoo niet het geval zijn moest
de een boven de andere zoude worden begunstigd of in de uit-
oefening van zij bedrijf worden benadert.
Wanneer door U E A aan de Adressanten verzoek met eenig
gunstig gevolg zou willen wordne voldaan, zou hier in voorzien kunnen
worden door een politieteozicht op het  w.., en wel boven
iemand met de scheepvaart wolkomen bekend, die elken schipper
zijne behoorlijke en voor de stoomvaart m.. hinderlijk plaats aan
was. Menigmaal worden mijne hulp bij klagten als de onder
hevige in .. en moet van  ijten mijn kosten word
ren naar plaats laten brengen waar het noodig was, hoewel ik nog
voor af bij den Commissaris van het naast gelegen schuiten veer ver-
voegde ten einde mij tot dat einde met eene boot en schipper
behulpzaam te zijn bestond daar hoogst zelden gelegenheid toe.
Daar nu alhier geen politie toezicht op dat gedeelte konde houden door
Adressant bedoeld bestaat, neem ik de vrijheid U te revisseren  hun
als beschikking op hun adres te kunnen t geven, dat voor zoo veel
mogelijk aan hunne bezwaren zal worden te gemoet gekomen
Doch de billikheid en omstandigheden voor  .. steeds
in het oog moeten worden gehouden
    de Havenmeester  (get.) v. Z.
Aan Heeren Burg en Weth te Dordrecht
FOLIO 042 (No 16 2 Bijlagen) Dordrecht den 14 Sept. 1866.
Edel Achtbare Heeren !
Ter voldoening van Uw Apostille dd 10 Sept ll No. 20/2232
Heb ik de Eer onderterugzending van de hierbij gevoegde
Adresse van Rietschoten Bok & Co te Rotterdam waar in zij ver-
zoeken om met hunne Stoomboot De Waal No 2 als aanlegplaats
gebruik te mogen maken van de Merwekade en A. den Duitser
& Co
ons met hunnen Stoomboot Industrie eene legplaats te
moge hebben in de Nieuwe Haven. U Ed Achtb te berigten en bij
mij geen bedenkingen bestaan om aan hun beiden verzoek
te voldoen mits zij zich onderwerpen aan alle verordeningen
alhier op de Havesn vastgesteld.
  de Havenmeester  (get.) v. Z.
(aan) Burg en Weth van Dordrecht

(No 17 met 1 bijlage) Dordrecht den 2 October 1866.
Edel Achtb. Heer.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 29 Sept. ll.
No. 1318 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde
Adres van de Directeur Noordbrabandsche Geldersche
Stoomboot Reederij
waarbij zij verzoeken ons eene ligplaats
voor hunne in de vaart zijnde Stoomboot genaamd Prins
van Oranje No 2
aan de Merwekade U Ed A. te berigten
er bij mij geene bedenkingen bestaan om tot weder opzegging
aan hun verzoek te voldoen mits zij zich onderwerpen aan
de verordening op de Haven van Dordrecht vastgesteld bij
Raadsbesluit van den 28 April 1863.
   de Havenmeester  (get.) v. Z.

Dordrecht den 20ste Sept 1866.
De ondergeteekende alhier, directeur der Dordrechtsche Stoomboot
Maatschappij
bekent bij deze, er door hunnen Stoomboot genaamd
Johan de Wit No. 2
gevoerd wordende door kapitein W. Weterings
varende tusschen Rotterdam en Dordrecht heden avond bij .. ment
alhier schade is toegrabgt aan de Merwekade en hij als
Directeur zich bereid verklaard reparatiekosten van voor-
noemde schade op vertoon der rekening der Gemeente ontvangen
FOLIO 043 alhier onmiddellijk te zullen voldoen.
 Directeur der Maatschappij (get.) de Bruijn cs

Dordrecht den 6 October 866.
Wel Ed heere!
Den 4 October ll heeft Uwe stoomboot Roterdam No 1 Kapitein
Mellema
alhier aan Een dese stads hoofden aangelegd en gebruik
van de stadspalen gemaakt, de kapitein heeft het daar van ver-
schuldigde havegeld zijnde 1 1/2 cent per ton door den Heeren
Visser en van de Sande
alhier doen betalen.
Aan voornoemde Stoomboot lag de mede onder uwe Directeur
warende Stoomboot Rotterdam No 2 gemeerd dus niet ten anker
liggende, kapitein H. Koster van laatstgenoemde Stoomboot
weigerde mij op aanvraag het verschuldigde Havengeld te
voldoen, zeggende hij geen gebruik van de meerpalen maakte
Doch hij begreep niet dat hoemeer schepen er naast elkan-
der vast maken die paal zoo veel te meer te lijden heeft
zulk stads eigendom is.
Ik heb nodig geoordeeld hier van Rapport te doen, en het
nu in last van den Edel A Heer Burgemeester alhier.
U Ed te verzoeken te willen zorgen het verschuldigde Haven-
geld van voornoemde Stoomboot Rotterdam No 2 zijnde 1 1/2 cent
per ton franco aan mijn kantoor bezorgd word.  
  de Havenmeester  (get.) v. Z.
(aan) P. Gallas Jz Hellevoetsluis

(No 18) Dordrecht 7 Nov. 1866.
Edel Ab Heere !
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd  ll No. 1502 R.
Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres, van
Littig en van den Berg te Rotterdam waar bij zij verzoeken, om eene
aanlegplaats aan het Groothoofd voor hunne in de vaart zijnde Stoom-
bootvarende tusschen Rotterdam en Utrecht
U Ed A. berigten
dat aangezien er reeds door zoo veele stoomboten van die aanleg-
plaats gebruik gemaakt word er aan hunnen verzoek niet kan
voldaan worden doch dat zij als aanlegplaats, gebruik kunne
maken van de Merwekade mits niet langer verteovende als het
laden en lossen noodig is en zich onderwerpende aan de
FOLIO 044 verordening vastgelstel op de Haven van Dordrecht.
  de Havenmeester  (get.) B.W. v. Zijp

Dordrecht 7 Nov. 1866.
Wel Ed Heeren !
Daar de winter ons voor de deur staat er in elk ogenbik 
kan overvallen ben ik zoo vrij, mijn zoo dikwijls mondeling
gedaan verzoek, waar tot heden nog geen gevolg aan gegeven is schrifte-
lijk te herhalen. Het is U Ed bekend dat ikde Schepen die
nu de Haven wenschte te komen kan nog mag weigern daar
van gebruik te maken, dat zou ik moeten doen om
dat de ruimte voor schepen door U hout in genoemde
dat zulks de grootste onaangenaamheden verwekken zal tijd
geen twijfel, en niet ten onregten, en daar om is mijn geleefd
verzoek of U Ed zoo goed wilt zijn te willen zorgen dat het
hout binnen acht dagen uit de Kalk Haven naar elders
vervoerd worde opdat ik de ruimte van die Haven der posi-
bel heb voor de Schepen, zoo niet ben ik genoodzaakt andere
maatregelen te nemen, niet twijfelende of U Ed zult aan
mijn vriendelijk verzoek wel willen voldoen heb ik de Eer
Hoogachtend te zijn U Ed dvd B.W. v. Zijp Havenmeester 
(aan) De Heere Visser en vd Sande alhier

(no. 19) Dordrecht 19 November 1866.
Edel Achtbare Heere.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 14 Novemb No. 1550 R.
Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde
Adres van C. Brand wonende alhier waar hij bij namens den
Heer P. van Leeuwenburg Directeur der Nieuwe Stoomboot Spui-
Stroom
varende tusschen Neiuw Beijerland en Dordrecht eene aanleg-
plaats voor voornoemde Stoomboot verzoekt, in Oost Bom
van de Vuilpoort. U Ed Achtb. te berigten dat aangezien
Aldaar de plaats der vroeger in de vaart geweest zijnde
Stoomboot Spuistroom nog vacant is en bij nog geene
FOLIO 045 bedenkingen bestaan om van zijn verzoek te voldoen tegen
betaling van het verschuldigde Havengeld en zich onderwerpen
de aan de verordening de Haven van Dordrecht vastgesteld
in de raadsvergadering van de 28 April 1863.
        v.z.
Aan Heeren Burgem en Wethouders van Dordrecht

Dordrecht 22 Nov. 1866
U Ed Heeren !
Daar de winter ons elk ogenblik kan overvallen en ik dus
de havens voor de schepen disponibel moet hebben
deze dienende U Ed te verzoeken zoo goed te willen zijn
het het hout uit de Nieuwe Haven voor den dertigste
November naar elders te laten verleggen in de Spoei
haven en achter de twintig huisjes is daar gelegenheid toe
laten komt er nog gelgenheid achter de Lands werf.
Niet twijfelende of U Ed zalt wel aan mijn vriendelijk verzoek
willen voldoen hebbende Eeer met achting te zijn
U Ed d.v. dienaar
  v.z.
(aan) Jacob Vriesendorp en Zonen

Dordrecht den 28 November 1866.
Wel Ed Heere !
Deze is dienende U Ed te informeeren dat er op het oogenblik
geen haven alhier is of er leggen eenige houtvlotten van
U in, dat zulks een groot ongerief voor de Scheepvaart
is, beleef ik U gewis niet te zeggen daar bij komst dat de
winter om elke oogenblik kan overvallen en ik aan de Schepen
die komen vlugten de Havens zoo moeten weigeren
Dat zulks niet verantwoord zou zijn tijd geen twijfel
en daarom is mijn beleefd doch dringend verzoek of U Ed zoo
goed wilt zijn, te willen zorgen het hout binnen acht dagen 
van hier naar elders vervoerd wordt het zij van Alblasserdam
of naar den Bieschbos alhier. Niet twijfelende of U Ed zult
wel aan mijn verzoek gevolgen geven heb k de Eer te zijn
Wel Ed dienaar
      van Z.
(aan) J. Smit te Alblasserdamu 
FOLIO 046 Dordrecht den 7 Dec 1866
Wel Ed Heer.
Reeds meermalen heb ik Uw gemagrigde den Heer Sandberg
alhier verzocht het U toebehorende hout te doen opruimen 
doch tot heden is daar nog geen gevolg aangegeven en daar
de winter ons elk oogenblik kan overvallen acht ik mij
verplichting daar persoonlijk over te schrijven het is E Ed bekend
Dat als er vorst komt alle Schepen een toevlugtsoord zoeken
en dus ook hier de schepen, die ik nu niet kunnen
plaatsen als U hout in de Havens ligt en daar om verzoek
ik U Ed beleefd doch dringend, te willen zorgen het U
toebehorende hout van hier word weg gehaald te einde de
U Ed niet aansprakelijk zou behoeven te stellen voor de
nadeelige gevolge die er uit zoude voort spruiten als
het hier bleef liggen, Hopende U Ed aan mijn beleefd
verzoek zult willen voldoen heb ik de Eer te zijn
U Ed dienaar
   van Zijp
(aan) de Heer Gebs. Pot aan den Elshout

Dordrecht den 7 Dec 1866.
WelEd Heeren!
TAot heden heb ik te vergeefs gewacht dat het U toebe-
horende hout alhier liggende weggehaald word, zoo dikwijls
mij de Heer Sandberg er overgeproken hebben het tot
heden zonder gevolg geweest, dat het een groot ongerief voor
de scheepvaart is als de havens dppr het hout versperd zijn
behoefst U Ed niet te zeggen, en darom verzoek ik U Ed
beleefd doch dringend te willen zorgen of U Ed zoo goed wilt
zijn te zorgen het U behorende hout voor den twaalfde
dezer maand van hier opgeruimd word. Zoo niet
dan ben ik verpligt U aanprakelijk te stellen
voor alle gevolgen daar uit voort spruitende
Met achting heb ik de Eer te zijn
U Ed d. dienaar
     W.B. van Zijp
(aan) Heeren Boogaards te Krimpen
FOLIO 047 Dordrecht den 10 Dec 1866.
Mijne Heere
Deze is dienden U Ed te informeren dat er den 5e en 6e dezer
Maand 4 Houtvlotten alhier in de Kalkhaven gelegen hebben-
de zelve zijn opgemeten en volgend de invordering op de
Haven van Dordrecht berekend is het daarvoor verschuldigd
Havengeld Vijf Gulden Zestien Cents. Ik heb daar over
gedisponeerd bij den Heer Scheiberling die de betaling
weigeren op grond U Ed aan  genomen had het hout aan den
Molen te leveren en is dus vrije verzoek zoo goed te
willen zijn bij de verschuldigde Geld f 5-16 franco
over te maken.
      De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) J.N. de Haas, houtkopers te Wedel

Edel Achtb. Heer.
Ik heb de Eer U Ed Achtb te berigten Ik heden middag bevonden
heb dat de Mond der Voorstraatshaven weder zoo verzand is
dat de Schepen bij Hoogwater met vijf voeten diepgang aldaar
aan de Grond raken. Daar de Winter op handen is en het een
zaak van groot belang is, haast ik mij U Ed Achtb. daar onmiddelijk
kennis van te geven met beleefd verzoek, dat kan het zijn
er met de meer te spoed maatregelen genomen werden dat die
plaats uitgediept word ten einde ongelukken te voorkomen
met de meeste Hoogachting heb ik de Eer te zijn
 Edel Achtb Heere de havenmeester W.B. van Zijp
(aan) B.En W.

(no 1) Dordrecht den 10 Januarij 1867.
Ter voldoening aan Art. 10 mijne Instructie heb ik de 
Eer U Ed Achtb. bij deze een afschrift te doen toekomen van
het door mij gehouden register van ontvang der Havengelden
over 1866.
Met betrekking tot mijne ondervinding en den loop van
dat Jaar opgedaan, acht ik het verdienstig Uwe
FOLIO 048 aandacht te vestigen op de in .. ll in de Havens ge-
slagen palen, en meer bepaaldelijk op die waar van de
koppen tot heden niet gedekt zijn. Het dekken de
palen acht ik in het belang der Gemeente  voor eerst als
als midel tegen inwateren ten andere om te voorkomen dat
zij minder worden beschadigd daar het inslaan der haken
van de Schippers.
Ik neem tevens de vrijheid U Ed A in herinnering te
bregende door mij in mijn Rapport van 10 Mei ll voorstelde ver-
betering en Hoogstnoodzakelijke herstelling van palen en
schoeiininge aan de Buiten Kalkhaven en Bomkade en
tevens de meerpalen op de in dat rapport aan gewezen havens
Eat betreft de verbeteringen zoo daar het slaan van nieuwe
als het hebben van gebroken palen heb ik de Eer hierbij een
gespecificeerde opgave te voege waar toe ik de vrijheid
neem te verwijzen.
In den agelopen zomer heeft de ondervinding
mij daar zien dat hoe uitmuntend de Merwekade
voor de scheepvaart ook is, dikwijls nog plaats gebrek is
om de Schepen en Stoomboten behoorlijk tot lossing te
aan aanleggen en vooral is dat het geval met de Schepen
met Noordsche hout beladen
te einde aan  de te moeijelijk-
heid te gemoet te komen heb ik de Eer U in overweging
te geven om dat gedeelte van den Biesbosch, waar-
van Gemeentewege duc d'alve geslagen zijn, 2 El te doen
uitdiepen, waardoor als daar eene schoone gelegenheid heb
geopend zijn om de zeeschepen met dat hout beladen naar die
okaas te verwijzen. Ten slotte zij het mij met den meeste beschei-
denheid vergund U Ed A met een enkelwoord te wijzen op e
opbrengst van het Havengeld over het agelopen jaar zou
als uit het door mij gehouden register van ontvang blijkt
heeft dit jaar opgebragt f 12.920, 905
In 1865                       f  11,297,905
al zoo in 1866 meer      f    1623,00
Hierbij komt dat er 80 zeeschepen Een Een Rhijn hout
minder dan in 1865 aan de Stad zijn gekomen, dan dient
me tuit ht oog verloren te worden dat ten volge van
den Buitenlandsche oorlog en het heerschen der cholera
FOLIO 049 Epridemie de vaart over het geheel mider is geweest dan
die had kunnen zijn.
Ee en ander heb ik gemeend bescheiden onder U Ed aandacht
te moeten brengen.
Ik Geloof dus het resultaat over dot jaar zeer
gusntig te moeten noemen en ik hier de voor mij zelf
een aangenamen voldoening vindt.
   De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) gemeenteraad van Dordrecht

Voorstel tot het doen slaan van nieuwe
en het rekken van oude afgebroken palen in de
na te noemen Havens
.
Voorstraatshaven.
1 nieuwe paal slaan agter perceel get. C65
1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B47
2 stompen trekken agter perceel get. B54
1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B6
1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B79
1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B60
1 nieuwe stomp trekken agter perceel get. B60
2 nieuwe palen verzetten agter perceel get. C192/105/106
Buiten Kalkhaven.
1 Duc d Alve na zien
Binnen Kalkhaven.
2 schoorpaal aanbrenge en koppels aan de Paal staande
voor Perceel getekend D 170
Spuihaven.
 1 nieuwe paal aan brenge voor de Spuibrug.
Al de koppen den nieuwe palen moeten behoorlijk gedekt
worden.
   Behoord bij de missie van de Havenmeester
   van Dordrecht dd 10 Januarij 1867.
      De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp

(no. 2) Dordrecht den 15 Januarij 1867.
WelEd Heeren.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 10 Jan ll
No. 58 R, Heb ik de Eer onderterugzending van het
hierbij gevoegden Adres van de Heeren Penn & Bauduin
FOLIO 050 alhier waarbij zij verzoeken om eene aanlegplaats voor
hunnen in de vaart zijnde Stoomboot genaamd De Ster
en wel in den Oost Bom der Vuilpoort heb ik de Eeer
U Ed A te berigten dat der vrijdag door de Spuistroom
geregeld van die plaats gebruikt gemaakt word en
dus die plaats alleen op die voorwaarde gegrond kan
worden wat men des vrijdags der plaats voor die Stoom-
boot Spuistroom
disponibel steld verdere bestaan 
er bij mij geene bedenkingen om hun van de Haven
gebruik te laten maken mits zich onderwerpende
aan de Verodening op de Haven vastgesteld.
   De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) Heeren Burgemeester en Weth van Dordrecht

(No. 3) Dordrecht den 11 Februarij 1867.
Edelachtb. Heeren!
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 8 Februarij 
ll No. 194 heb ik de Eer onderterugzending van het int hierbij
gevoegde adres van J. Zuurmond waarbij hij verzoekt
om eene aanlegplaats voor eene in de vaart zijnde Stoom-
boot varende van s Gravenhage op Antwerpen
U Ed
achtbare te berigten, dat erbij mij geene bedenkingen
bestaan hem te vergunnen van aan de Merwekade  en
havens alhier gebruik te mogen maken tegenbetaling
der verschuldigde Havengelden en zich gedragen de
naar de verordening op de Haven van Dordrecht
vastgesteld in Uwe raadsvergadering voor den 28 April 1862
     De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) Heeren Burgemeester en Weth van Dordrecht

(no. 4) De ondergetekende Havenmeester dezer Gemeente
geeft bij deze vrijheid aan Kapitein Seijffert gezag-
voerder van het Nederl. schip genaamd Cornelis Gips
om met voornoemde Bodem aan de Merwekade te moge
halen agter de Gasfabriek onder de navolgende bepalingen
dat de kluiver en kluiver en buitenschuver boven in-
gevoerd worden; ten tweede dat de gezagvoerder
FOLIO 051 verpligt is, een anker met boeier op, op de rievier te
laren vallen, om, en schip en kaden voor schade te
vrijwaren en dat zoodra het schip de lading gelost
heeft men als dan van de kade naar een der Havens
of sleephelling moet halen.
   De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp

(No. 5) Dordrecht den 21 Febr. 1867.
Edel achtb. Heeren.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 18 Febr ll No. 246 R
Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde
adrs van J.H. van Zante Cs te Krimpen a/d Lek
ondernemers eene Stoomboot tusschen Schoonhoven
en Dordrecht waar bij zij verzoeken om vrijdags eene
ligplaats aan de Merwekade voor hunnen in de vaart
zijnde Stoomboot Schoonhoven.
U Ed Achtb. te berigten, dat angezien nu de zee-
schepen ook tot lossing der lading, van de Merwekade
gebruik maken de ruimte van de menigvuldig
aldaar aanleggende Stoomboten meeer dan nodig is
en er dus doormij geene ligplaats aan de Merwekade
aan voornoemde Stoomboot aangewezen kan worden
evenmin bestaat er mijn inziens, geen bezwaar voor
eene Stoomboot die Stoom heeft om van het Groothoofd
naar de Hooikade en omgekeerd te Stoomen zoo als
tot heden steeds het geval geweest is.
  De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) Burg en Wethouder van Dordrecht

(No. 6) Dordrecht 9 April 1867.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 5 April ll.
R 4&6 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde
adres van den Directeur & commissarissen de Binnelandsche
Schroefstoomboot Beeday(?)
, waar bij zij verzoeken om ligplaats
hunne in devaart zijnde Stoomboten te mogen ver-
plaatsen voor de W... B286/287.
U Ed Achtbare te berigten, dat er bij mij geene
FOLIO 052 Bedenkingen bestaan om aan hun verzoek te voldoen
mits zich ondermeijnende naar de voorwaarden hun
gesteld bij U besluit dd 8 September 1863.
Dat men ingevolge de verordening op de Invordering
van het Haven Paal- en Aanleggelden vastgesteld in
Uwe openbare raadsvergadering van den 5 Julij 1864 voor
voornoemde Stoomboten het verschuldigde Havengeld
betaald.
      De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) Burg en Wethouder van Dordrecht

Dordrecht 8 April
Monsieur!
Jái ordre des Bourquemastre ici de vous faire
savoire que vous devit prendre garde que votre
Ratiment que est coules à fondt dans le Kalkhaven
ici l'annee passee doit etre arranger au plus tard
le vingt neuf Avril 1867 et quand vous manquer
de le larsser faire alors vous fait reponsable
pour tous les cau ...quam us
     Le Master de Port W.B. van Zijp
(aan) Rasquin a Silles .. Andenne Belgique

Dordrecht den 15 April 1867.
Mijn Heer.
Mijn Heer zooals U bekend is heeft Uwe Stoomboot
genaamd Drie Provincien
onder Uwe Directeur varende
alhier reeds verscheide malen aangelegd en dus van de Stads
palen gebruikmaakt, zouden het verschuldigde Havengeld
te betalen, Was alhier een Agent voor Uwe Directie dan
had ik er die overgesproken daar dat het geval niet is, verzoek
ik U Ed zoo goed te willen zijn, zorg te dragen dat het ver-
schuldigde Havengeld zijnde tien cents per ton voor het
geheele Jaar. Om rede de Boot niet meer dan Eenmaal
FOLIO 053 per week alhier aanlegd, Franco aan mijn Kantoor op de
Kuipershaven te willen laten bezorgen.
   De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) J. Ouwerkerk te s Bosch

(No. 7) Dordrecht den 16 April 1867.
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 13 April ll No. 534 R
Heb ik de eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Rapport
van het bestuur der vrachtgoederen stoomboot Maatschappij te
Middelburg
U Ed Achtb te berigten dat de aanmerkingen
die, die Heere maken omtrent de hoekplaten, en bouten
waarmede die platen verbonden zijn aan het Hoofd der
Bomkade, aan de Vuilpoort, niet ongegront zijn, en dat
zulks naar mijn Idee, zou zijn te verhelpen, door die platen
in te laten, echter geloof ik, den Heer Directeur der Ge-
meentewerken U Ed Achtb. daat omtrent betere inlchting
zou kunnen geven.
Verder acht ik mij verpligt U Ed Achtb te informeren
dat het eene verregaande onwaarheid is, at hunne
schipper mij daar meer dan eens attent op zou gemaakt
hebbenm, den 10 April ll heeft hij mij na dat het
rapport reeds ingediend was op eene aller onbeleefde
wijze daar kennis van gegeven, had hij zulks vroeger
gedaan dan was ik niet ingebreke gebleven, U E Achtb.
daar mede bekend te maken ten einde te kunnen
voorkomen er meeder vaartuigen schade zouden kunnen
beloopen
      De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp
(aan) Burgemester en Wethouders van Dordrecht

(no. 8) Dordrecht den 14 Mei 1867.
Edel Achtbare Heeren!
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 8 Mei ll No. 652 R.
heb ik de Eer onderterugzending van het hier bij gevogde Adres
van J.B. Zahn waarbij hij als Agent verzoekt om eene aanleg-
plaats voor eene ind e vaart te brengen Stoomboot genaamd
FOLIO 054 Anna groot 98 Tonnen waar van eigenaar zijnde de Heere van Van
der Loo, en Berten te Rotterdam
, zullende varen tusschen
Rotterdam en Belgie, U Ed Achtb. te berigten dat er bij mij
geene bedenkingen bestaan hem te vergunnen, des Woensdags
met die boot aan het Groothoofd aan te leggen op Grond er
op dien tijd geen Boot van die plaats gebruikmaakt, doch
dat daar des Zondags geene gelegenheid toe bestaat, en
als dan de Merwekade als aanlegplaats kan gebezigd worden.
      De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp

PROCES VERBAAL
Op heden den twaalfden Mei 800 zeven en zestig Heb ik Willem
Bruinis van Zijp
, Havenmeester te Dordrecht, mij
bevonden aan de Kuipershaven alhier, en aldaar aan de kade
van die haven aanliggende gevonden de Schroefstoomboot No. 2 beho-
rende aan de Binnenlandsche Schroefstoomboot Reederij alhier
gevestigd, gevoerd wordende door kapt. Bisschop, aldaar van eene
reis van Amsterdam, aangekomen.
Op Dingsdag den veertiende Mei daaraan volgende is
de zelfde Stoomboot, van Een reis naar de Moerdijk, waarheen
zij des Maandags te varen was vertrokken ter tweede malen
aan genoemde Kuipershaven als hun gewonen aanlegplaats
aangekomen en van de ligplaats gebruik maakt.
Des Donderdags den zestiende van genoemde maand Mei
Heeft bedoelde Stoomboot hare aanlegplaats verlaten om eene
reis naar Amsterdam te doen.
Hier van is mij dit Proces Verbaal opgemaakt op den Eed bij de
aanvaarding mijner bediening afgelegd, ten einde te constateren
dat meergenoemde Stoomboot valt in de termen, bedoeld bij
Alinea 5 van Art. 5 van het besluit tot heffing en ver-
ordening op de Invordering van het Haven Paal en Aanleggeld
te Dordrecht van 5 Julij 1864.
      De Havenmeester te Dordrecht van Zijp
(aan) Stoomboot No. 2.
FOLIO 055 PROCES VERBAAL
Op heden den twaalfden Mei 800 zeven en zestig Heb ik Willem
Bruinis van Zijp
, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden
aan de Kuipershaven alhier, en aldaar aan de kade van die haven
aanleggende gevonde het schroefstoomschip No. 6 behoorende aan
de Binnenlandsche Schroefstoomboot Rederij alhier gevestigd gevoerd
wordende door Kapt. van Goverde, aldaar van eene reis van de Moerdijk
aangekomen.
OpVrijdag den zeventiende Mei daar aanvolgende in de zelfde
Stoomboot van een reis van Amsterdam waarheen zij des dingsdag
te voren vertrokke was ten tweede malen, aan genoemde Kuipershaven
op hun ligplaats aangekomen en is daar dan den Kuipershaven van
genoemde staand naar de Moerdijk vertrokken.
Hiervan is door mij dit Proces verbaal opgemaakt op den Eed bij de
aanvaarding mijne bediening afgelegd ten einde te constateren
dat meergemelde Stoomboot valt in de termen bedoeld bij Alinea
5 van art. 5 van het besluit tot heffing en verordening op de
Invordering van het Haven Paal en aanleggeld te Dordrecht van
5 Juij 1864.
  De Havenmeester te Dordrecht van Zijp

PROCES VERBAAL
Op heden den vijftiende Mei 1800 zeven en zestig heb ik
Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden
aan de Kuipershaven alhier en aldaar in de haven gevonden de Schroefstoom
boot No. 3
Kapt. van Andel behorende aan de Binnenlandsche
Schroefstoomboot Rederij
alhier gevestigd komende van Amsterdam
de van alhier gelost te hebben de zestiende van voornoemde maand
van hier naar Zwijndrecht vertrok en van daar den zeventiende
dezer in de Kalkhaven terug is gekomen om lading voor de Moerdijk
in te nemen waarmede zij dien zelfde dag vertrok en den achttiende
ll van daat in de Kuipershaven is terug gekomen.
Hier van is door mij Proces verbaal opgemaakt op den Eee bij den aan
. mijne bediening afgelegd ten einde te constateren dat meer genoemde
Stoomboot .. in de termen bedoeld bij Alinea 6 Art 5 van
het besluit tot heffing en Verordening op de invordering van
FOLIO 056 het Haven paal - aanleggeld te Dordrecht van den 5 Julij 1864.

PROCES VERBAAL.
Op heden den negentiende Mei 1800 zeven en zestig heb ik
Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden
aan de Kuipershaven alhier en aldaar aan de kade van die Haven
aanleggende gevonde de Schroefstoomboot No. 6 behorende aan de Binne
landsche Schroefstoomboot Rederij
alhier gevestigd bevaren wordende
door Kapt van Goverden aldaar van eene reis van den Moerdijk
aangekomen.
Op Dingsdag den Een en twintigste Mei daaraan volgende is
dezelfde Stoomboot van eene reis naar Culemburg waar heen zij des
Maandags te voren vertrokken was ten tweede male aangenoemde
Kuipershaven aan de Kade aangekomen van waar zij Woensdag
den twee en twintigste dezer naar Amsterdan vertrok en
van daar den vier en twintigste alhier retourneerde.
Hier van is door mij Procesverbaal afgelegd ten einde te
constateren dat meergenoemde Stoomboot valt in de termen
bedoeld bij Alinea 6 Art 5 van het besluit tot heffing en
verordening op de invordering van het Haven paal en aanleggeld
te Dordrecht van de 5 Julij 1864.

Dordrecht den 6 Junij 1867.
Edel Achtb. Heeren !
Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 1 Junij ll
No. 758 R heb ik de Eer onderterugzending van
het hierbij gevoegde Adres, van J.B. Zahn alhier
waar bij bij verzoekt om eene aanlegplaats in de Kuipershaven
voor perceel B296 voor eene in de vaart te brengen Stoomboot
zullende varen tusschen Amsterdam Gouda en Dordrecht
visa versa
.
U Ed Achtb te berigten dat er bij mij geene bedenkingen
bestaan om aan zijn verzoek te voldoen met aantekening
FOLIO 057 echter des belangen van kooplieden die voor hunnen pak-
huizen schepen en lossing of lading bragten hebben of krijgen
De havenmeester v. Z.
(aan) Heere Burgemeester en Wethouders van Dordecht

PROCES VERBAAL.
Op heden den negenden Junij 1800 zeven en zestig heb ik
Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht,
mij bevonden aan de Kuipershaven alhier en aldaar in de
Haven gevonden de Schroefstoomboot No. 2 kapitein
Bisschop behorend aan de Binnenlandsche Schroef
stoomboot Rederij
alhier gevestigd komende van Amsterdam.
Den Elfden van voornoemde maand is gemelde Stoomboot
van hier naar de Moerdijk vertrokken, en van daar den
twaalfde in de Kuipershaven terug gekomen van waar
zij den zelfde dag naar Zwijndrecht vertrok en des
na middags van daat weder op haar gewone aanlegplaats
in meergemelde haven aangekomen is.
Hiervan is door mij dit Procesverbaal opgemakat
op den Eed bij den aanvaarding mijne bediening afgelegd
ten einde te constateren dat meergnoemde Stoom-
boot valt in de termen bedoeld bij Alinea 6 Art 5
van het besluit tot heffing en verordening op de invor-
dering van het Haven Paal en Aanleggeld te Dordrecht
van den 5 Julij 1864.

Indien de Kommissaris van Politie vergunning verleend
om een Gedeelte der lading van het schip Jan Jacob op de
Merwekade te mogen lossen word als daartoe de
geschilste plaats agter de Gaz fabriek aangewezen
van de tijd van veertien dagen door de
Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp
Dordrecht 19 Junij 1867.

PROCES VERBAAL.
Op heden den veertiende Junij 1800 zeven en zestig
Heb ik Willem Bruinis van Zijp Havenmeester
FOLIO 058 (kopij) te Dordrecht mij bevonden aan de Kuipershaven
alhier, en aldaar aan de kade van die Haven aan
leggende gevonden de Schroefstoomboot No. 6, behorende
aan de Binnenlandsche Schroefstoomboot Reederij alhier
gevestigd, gevoerd wordende door kapitein van Goverde
aldaar van eene reis van Amsterdam aangekomen.
Den zestiende Junij daar aanvolgende is de
zelfde Stoomboot van eene reis naar den Moerdijk
waarheen zij den vijftiende vertrokken was, ten twede
malen aangenoemde Kuipershaven Kade
aangekomen van waar zij den achttiende dezer
naar Amsterdam vertrok en van daar dan Ee
en twintigste alhier weder op haar gewone aanleg-
plaats, in de Kuipershaven terug kwam.
Hier van is door mij de Proces Verbaal opge-
maakt op de Eed bij de aanvaarding mijne bediening
afgelegd ten einde te constateeren dat meerge-
noemde Stoomboot vast in de Termen bedoeld
bij alinea 6 Art 5 van het besluit tot heffing
en verordening op de Invordering van het Haven
Paal en aanleggeld te Dordrecht van den
15 Julij 1864.
De Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp

Laatst gewijzigd: september 2007.