Bron: stadsarchief Dordrecht/DiEP
Toegang: 68a havendienst
Inventarisnummer : 5 kopieboek 1864-1867
FOLIO 001 | Dordrecht, 27 September 1864 Edel Achtbare Heer Burgemeeste(r) Ter voldoening aen de Apostille No. 1035 dato 24 Sept l.l. waar bij ten fine van berigt van den mijnen hande is gesteld een request van de Heere J. van Dooremaal, schipper wonende te Breda en D. Krijne wonende te 's Gravenhage, ondernemers van eene Schroefstoombootdienst, tusschen 's Gravenhage en Breda en tusschen liggende plaatsen tot vervoer van Passagiers, goederen, vee. Houdende verzoek om eene aanlegplaats aan het Groothoofd of Merwekade, als mede vrijheid te moge hebben als het nodig was de haven te moge binnen varen om goederen te laden of te lossen. Heb ik de Eeer UEd Achtbare te berigten de gevraagde aanlegplaats aan de Merwekade als ook om de havens binnen te varen, kan worden toegestaan, onder de volgende voorwaarde: 1) Niet langer te vertoeven aan het hoofd dan hoog noodzakelijk is tot lossen en laden van passagiers, goederen en vee; 2) Door de haven varende met verminderde kragt van 't stoom om schade voor te komen in de brug en aan schepen; 3) de aanleggelden op zijn tijd te voldoen ten kantore van den Havenmeester volgens tarief; De Havenmeester (was get:) J. Keijser Dordrecht den 30 Sept. 1864 Edel Achtbare Heer Burgemeester Ter voldoening aan de Apostile No. 1047 in dato 27 Sept l.l. waar bij ten fine van berigt en raadt in mijne handen is gesteld een Request van de Heere D.A. & M. Verschure, wonende te Oosterhout, ondernemers van eene schroefstoombootdienst, van Oosterhout op Rotterdam en tusschen liggende plaatsen, wel drie reizen per week tot vervoer van passagiers en Goederen. Houdende verzoek om eene aanlegplaats aan de Merwekade met vrijheid in d(i)en nodig de haven in te mogen binne(n) varen en aan alle hoofden te moge aanleggen om te lossen en te laden. Heb ik de Eer UEd Achtbare te Berigten de gevrraagde aanlegplaats aan de Merwekade als ook om de havens binnen te varen kan worden toegestaan MAAR NIET om aan alle stoomboothoofden, ten ..(?) voor tho..(?), onder de volgende voorwaarde: (1e) Eerstens niet langer te vertoeven aan het hoofd dan hoog noodzakelijk is tot lossen en laden van passagiers, goederen; |
FOLIO 002 | (2e) door de haven varende met
verminderde kragt van stoom om schade voor te komen in de brug en aan
schepen; (3e) de aanleg Gelde op zijn tijd te voldoen ten kantoren van den Havenmeester volgens Tarief; De Havenmeester (was get:) J. Keijser Den WelEd Achtbare Heer Burgemeester der Gemeente Dordrecht Dordrecht den 5 October 1864 Op Heden den 5den October 1800 vier en zestig wort mij Johannes Keijser, havenmeester der Stadt Dordrecht, gerapporteerd door de Agenten van Politie Goosen van Leeuwen, Johannis Blaauw en Leendert de Lange, dat des middagds ten 12 uur van genoemden dag De Stoomboot Telegraaf No. 3 heeft aangelegd, aan het houte hoofd, Groothoofd, en aldaar zijne passagiers heeft gelost en geladen en daartoe heeft gebesigd eene plank volgens opgave van bvoengemelde Agenten, niet breder dan ruim 2 1/2 Nedl. palmen waar op door de Agenten aanmerking wert gemaakt, en Was het antwoord van Kapitein Willem van Beek zeggende Ik heb geen andere gang op dit ogenblik voorhanden. Daar alle kapiteins van stoomboten vroeger de aanzegging hebben gehad zoowel van den Havenmeester als van de Politie, is het hem niet onbekend de Algemeene maat is aangenomen de Breete van 85 Nedl. Duimen voorgang om passagiers te Lossen en te laden der dan ook daarna altijd zijn gebesigd. Daar art. 28 van het Politie Reglement van de haven Dordrecht wel degelijk spreekt van goede breede planken, is er in deze eene overtreding of verzuim. Zoo heb ik van vorenstaande dit proces verbaal opgemaakt op heden ten jaren maand en dag als in deze omschreven het welk op den Eed bij bes..(?) voorste mijner bediening verklaar overeenkomstig den waarheid te zijn. De Havenmeester (was get:) J. Keijser Dordrecht den 25 Oct 1864 |
FOLIO 003 | verzoek of UE de Heer Brandt
Agent van genoemde boot wilde magtige de haven of aanleggelden van de
Spuistroom aan mij te voldoen ten bedragen van f 6,79 voor 5/12
van het jaar 1864 metende Uw schip 163 tonnen à 10 cent per ton voor
het jaar. Aangezien de Staking van Dienst genen .instering(?) geeft,
zoude UE mij zeer verpligten aan mijn verzoek te voldoen waar na
ik de Eer heb te zijn Ued D.W.dienaar (get:) J. Keijser Havenmeester Dordrecht den 11 November 1864 Den Heer Boet aangeschreve om zijn ..(?) op te ruim in de daarbij horende palen te hebben ende daar in tijd van nood nut de w..(?) vaartuig kenen bergen die voor het ..(?) Dordrecht den 30 Nov. 1864 Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ingevolge Uw verlangen heb ik de Eer EU overteleggen eene note van van de stoom booten die avond of bij nacht de veren passeren zijn de volgende: * De Venlosche boten van de WelE Heer P.J. Berger te Venlo * stoomboot Prins van Oranje op grave Agent A[..] * Heer J.C. Marseveen (Nieuwe Haven) * Zwijndrechtsche veer ..(?)spoor boten en Cornelis de [..] *De Heere de Bruin alhier Ook zal het nodig zijn de Directeur kennis te geven van de Heusdensche boodt Stad Heusden en Admiraal de Ruiter van Thiel. Bij het passeren van de veeerponten het machine langs [..] werken ten einde ongelukken voor te komen Klein vlaggetje aan boord van de pont om hafl mast heizen tot waarschuwen bij dag was zeer nuttig. de Havenmeester (get:) J. Keijser Dordrecht den 21 Dec. 1864 WelEdele Heer ! Den 25 October ll. schreef ik UE ge..(?) te hebben de |
FOLIO 004 | Stoomboot Spuistroom
de diesnt op Dordrecht had gestaakt. Zooals dan ook welkelijk is
gebleken in dit jaar. Ik had gehoopt aan mijn verzoek zoude worden voldaan, aangezien het jaar nu ten einde is eerste boeken met den laatsten van deze maand worden gesloten en alles moet zijn verantwoord, ben ik zou ..(?) Ued vriendelijk te bedanken de aanleggelden ten bedragen van f 6m79 voor 5/12 van het jaar 1864 tegen 10 cents per ton over het jaar mij franco te doen geworden. Waarna ik de Eer heb te zijn U Eds DWdienaar. (get:) J. Keijser, Havenmeester Edel Achtbare Heer Burgemeester ! Ter voldoening aan UEd verlangen heb ik de Eer UEd mede te delen in het volgend verslag in te zende. In den nacht van den 15 op den 16 December ll. werd ik gewekt des 's morgens ten half twee ure. Daar den Agent van Politie Hoekman met Enige schippers bij zich mij verzoekende of ik zoo goed wilde zijn hun te helpen om met hunne schepen in de haven te halen. Onmiddelijk was ik tot den dienst bereid en ten Een uur en 4 minuten was ik reeds aan het Groothoofd, daar zijnde vond een massa schepen in de mond der haven, er voor en aan het houte hoofd op dat ogenblik was de Rievier over dekt van IJs den Agent Stuckman was onmiddellijk den Adjunct haven meester haan roepen. Wijl ik de brugwachter van de Damiate brug wekte om d.. te geven/ Alvoor eene schip te kunnen door laten moest er binnen in de haven eerst ruimte wordne gemaakt, het hetwelk met veel moeite gepaard ging daar alles in rust was, doch werd hier in geassisteerd, daar de wacht hebbende Agenten van Politie, toen het zoover geregels was en de schepen binnen de mondinge der haven rijsen waren was mijne Eerste werk den brugwachter van de Roobrug door Een Agent van politie te doen wekken omstreks hald vijf a vijf uuren, om Eenig schepen door de Roobrug in de Neiuwe Haven te laten, daar er gaande weg meerdere schepen in den mond van de haven arriveerde, moest er mede meerder ruimte worden |
FOLIO 005 | gemaakt, als wanneer de brug van tijd
tot tijd geopend werd om streeks tien uren werd de brug weder geopend en verscheide schepen door te laten zooals dank ook gebeurde. Nee had ik al meer malen aan schipper W. van Ooijen voerende het Aak schip Vrouw Wilhelmina welke was liggende met zijn leeg schip digt bij de brug aan het Vlak, die ik daarmalen had aangezegd, hij door de brug moest halen maar altoos(?) treu..(?)de en die zelve tijd was schipper Wilhelm Berents met zijn schip digt aan de sluis genaderd, mij vragende moet ik er ook door, onmiddellijk was mijne vraag hoe diep ligt het schip, was het antwoord van den Schipper vijfen Een kwart, Ja vijf en Een half voet. Den brugwachter vragende hoe veel water is er nog. Was het antwoord over vloed. Ik was voor mij ten volle verzekert er minstens 8 à 8 1/2 voet water stond. Onmiddelijk liet den schipper zijn Aak Schip met den stroom door de Sluis drijven, daar het vaartuig slechts bemand was met den schipper (Een oudman) en den onhandi- ge knecht, was het schip als het ware in den stroom aan zijn lot overgelaten daar de meeste stroom langs den kaai van de Aardappelmarkt loopt, werd het te digt naar de trap gedreven en blijft circa 3 a 4 voet van den trak(trap?) aan de Grond zitten. Ogenblikkelijk werd door den schipper getast waar het schip vast zat bij den kop van tot zwaard, aan stuurboord slechts 2 a 2 1/2 voet lang en rond op dier plaats ruim water, hoorde ik hem zegge aan de andere zijde wel 9 voet. Mogelijk zat er veel hens ijs onder het schip aan stuurboord. Ware het vaartuig in de midden of slechts twee voet verder van den kant geweest, ware het nimmer aan den grond gevaren. Want dat er water genoeg is geweest, blijkt toen het laag water was, het schip lag toen door dat het scheef lag, aan bakboord zijde ruim zoo diep dat toen het aan de Grond voer. Er was in mijne tegenwoordigheid getast men rond nog 7 voet water (... wie zegt nu er geen hens ijsonder zat?) Dat den Heer Masion in deze veel dienst bewesen heeft is ontegenzeggelijk waar, maar die was dan ook beter in de gelegenheid. Een pakhuis in de |
FOLIO 006 | nabijheid - volle ter dispositie. Edel Achtbare Heer Burgemeester een trouw en opregt verslag van de werkzaamheden tot die tijd, hoewel de drukte tot den avonds donker... hees hij zeit men Edel Achtbare .. noodzakelijk het is, zij die met den uitdieping van de havens zijn belast, worden nagezien door die persone aan welke het is opgedragen en heeft zakelijk bij de trappen in de havens. Want het minste, of geringste er gebeurd, met een schip, het alles van den havenmeester of is het ook geheel buiten zijn schuld wordt gevorderd. Was mede hoop ik Edel Achtbare aan Uw verlangen te hebben voldaan. De Havenemeester (get:) J. Keijser Dordrecht 2 Jan 1865 Aan den Edel Achtbare Heer Burgmeester der Gemeente Dordrecht (copij) Dordrecht den 7 Januarij 1865 |
FOLIO 007 | dringt, en alle jaren daar eene
droogte plaatst. De Wollewevershaven is crica twee scheepslengte binnen de Damiatebrug voor een gedeelte ook ondiep als voor bij het turfpakhuis van de Gebroeders Schepens. Ook is het nodig de havens bij de trappen goed worden naar gezien wijl men daar de zwerf bij het lossen van binnenschepen moeilijk heden kaft. Kalkhaven In den mond twee Schrijfpalen op den hoek bij den draai (korte kade) de hoekpalen goed na zien wijl die slegt zijn, als ook de landafmeerpalen bij den Heer Derks Korte kade die bij de grond zeer gesleten zijn door het past maken van trossen en kettingen. Buiten Kalkhaven Het zal nodig zijn het gruis op de buiten kade op te ruimen hetwelk van de Londesche Boten daar s weekelijks wort neder geworpen. Wijl meerpalen er onder worden begraven. Binnen Kalkhaven Goede zware meerpalen die niet vertrouwd zijn voor groote schepen den drie sprant achterhakkers versterken. Blaauwpoorthaven In den mond langs de kade het veer, en achter het huis Blaauwpoort enige schroefpalen. Knolhaven Den middelste drie sprant na zien wijl die zeer vrak is aan de Nieuwe Haven twee schoorpalen aanbrengen wijl enekle palen zeer spoedig breeken. Aardappelmarkt Een paal wijl de oude weg is en zeer noodzakelijk bij het door halen van de Roobrug. Wollewevershaven De schroefpalen goed na zien en vooral bij de Roobrug hoek van het Vlak. Voorstraatshaven of Oude have. Twee stompe uithalen en nieuwe plaatsen, of lossen bij te Spuistraatstijger, ook ens tusschen het Stadshuis - Vissebrug. Vriessche poort haven. Achter de ijskelder op de Vest, voor den Heere Eijgenraam en van Wageningen behoord daar de grond te worden weggehaald hoog noodzakelijk bij den Trap. |
FOLIO 008 | Edel Achtbare Heeren het is
noodzakelijk de palen in het begin vna het Jaar worden nagezien en geslagen om dienst te kan..(?) zalve te hebben gedurende de zomer, maar niet in de maand October als de vaart het drukste is zoo als in 1864. Aangezien de werkzaamheden volgens het nieuwe tareif voor den Havenmeester werkelijk zijn vermeer- derd zoude het, in het belang van de Gemeente zijn een derde peroson te benoemen. Ook zal het hoog noodzakelijk zijn de Heeren Vriesendorp en Zonen, Houtkopers alhier er in voorzien, hun hout in eige wateren te brengen ten einde, de Stadshaven daat mede niet worden opgevalt, het welk grote belemmeringen veroo- zaken, bij het verhalen en plaatsen van schepen in de havens aangezien den havenmeester daar voor geen beschikbare ruimte heeft. Den geklaarde Schepem opgenomen door den havenmeester met de Dordrechtsche Courant en die van Rotterdam zijn gekomen om alhier te laden te samen 487 Schepen waar van te rekenen van primo Januarij 1864 tot ultimo September 1864 - 148 Schepen uitgaande beladen nog naar het oude Tarief de haven Gelden zijn berekend. (kopij) Dordrecht den 27 Febr. 1865. Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan den Apostille No. 212 in dato 23 Febr. ll Waarbij ten fine van berigt en raad, in mijne handen gesteld een Request van de Heere P. Schalij, A. Quakernaat van Spijk en H.R. Vogelsag, Directeure wonende te Leerdam onder nemers van een Schroefstoomboot van Leerdam Gorinchem visa versa, en naar Rotterdam, Dingsdag van ieder week. houdende verzoek om een aanlegplaats in deze Gemeente. Heb de Eer Uw Edel Avhtbare te berigten, de Merwekade mij het geschikste voorkomt en als aanlegplaats kan worden |
FOLIO 009 | aangewezen onder den volgende
voorwaarden: (1e) niet langer te vertoeven aan de kade dan hoog noodzakelijk tot het lossen laden van Passagiers en Goederen (2e) De aanleggelden van de in dienst te stellen Schroefstoomboot bij de Eerste reis ter kantore van de Havenmeester te voldoen, en tevens opgave van Naam, en hoe groot, ten Tonnen volgens 's Rijks meetbrief van de in dienst te stelle Schroefstoomboot (was get.) de Havenmeester J. Keijser (kopij) Proces Verbaal. Ik ondergetekende Johannes Keijser, Havenmeester van Dordrecht en aldaar woonachtig, Verklaard bij deze op den Eed bij aanvang mijner bediening afgelegd. Op den 7den Maart 1800 vijf en zestig bevond ik mij des voor middags omstreeks Elf en een half uur op de Knolhaven in de nabij heid van het huis Wijk A No. 348 op het ogenblik, kwam de weduwe van Zanten, Dienstbaar in voorgenoemd huis, uit het zelve huis een bak kolen asch, een storte die ledig in de haven. Daar het bij Art. 39 van het Politie Reglement ten strengste is verboden, bestaat er in deze eene overtreding. de Havenmeester (get.) J. Keijser Bij deze wordtter kennisse ... van Heere Directeur der Stoomboot Maatschappij van Leerdam, dat bij bekent van de Gemeente Raad te Dordrecht de aanlegplaats voor genoemde Stoomboot is toestaan en brdoelde slechts ..(?) zijn mijn kantoren zijn gedeponeerd eb verkrijgen gesteld tee betaling ten f 0,89 centen. (get.) de Havenmeester J. Keijser (copij) Edel Achtbare Heer Burgemeester de vrage te beantwoorden ij zijne handen gesteld in dato 21 Febr. ll. betrekkelijk de havens dder Stad Dordrecht komen mij over zeer moeijelijk te zijn door ze .. naar mijn besten moeten beantwoorden. Kalkhaven. De enigste toevlugt voor groote schepen ..(?) |
FOLIO 010 | water, is dat wijl zeer moeijelijk
daar van gwoonlijk word overvallen door het ijs, en men dan somtijds te spaerzaam is om de Schepen Grondig te Ligten. Met gewone tij komen de Schepen 36, 37 of 38 palmen diepte binnen Wanneer de windt westelijk of Noordelijk is, doch niet Oostelijk, of Zuidelijk winden die eenig dagen staat, dikwijls niet 31 a 33 palmen diepgang niet te naderen is. Op welke wijze haven te voorzien? Komt het mij voor de monding (1e) Een El twee palm em de haven een El uit te diepen meer als het thans aangegeve pijl, wanneer de kaai meten en den Draaij en be- schoeiing en den mond zulks kunnen door staan (at is niet verzakking) en dan den mond der haven door goed ezorgen op zijn pijl houden (2e) Indien mogelijk, de punt Kalkhaven Enige ellen te verlengen zoodanig, dat men in de lopen de stom komt (3e) Wat de Dux d'Alve betreft zal ten allen tijde eene en vijliege(?) legplaats zjn, voor schepen in den winter, met het ijs zederd het leggen der kribben aan de overzijde der Rievier. (4e) Wat de Blaauwpoorte haven aangaet is ook moeijelijk diep te houden in de mondinge, daar die haven in verbinding staat met de Wollewevershaven en alzo een zijtak van de Rievier is valt de vloed zeer sterk in den kond der haven en het water niet zoo vlug de Engelburgerbrug kan passeren ontstaat er eene neer of maalstroom in de monding, waer door zich een rug van zand vormd bij na Dwars over de monding der haven. De Nieuwe Haven kan ook zeer goed, ruim een half El dieper zijn. (5e) Wollewevershaven, en monding, wanneer de Keersluis aande Roobrug van Ebben digt blijft, is die haven aan minder verzanding onderworpen, die zonder men ook 3/4 El kunnen uitdiepen. Wanneer de Rievier buiten de monding zulks van Diepte toelaat met in schtneming van behoorlijk docering aan de Kaai muren der monding en in de haven, als ook tusschen de Brugge hoofden van de Damiate Brug. (6e) De Voorstraats of Oude haven is zeer moeijelijk diep te houden alleen door gestadig uitdieping in de mond, en verder wijl er van Ebbe een sterke stroom de mond der haven in komt. |
FOLIO 011 | aangezien deze haven ook met de
Rievier in verband staat, en alzoo ook eene neer of maalstroom vorm tusschen den hoofden, waer door veel zand de haven word in gevoerd. (7e) Rietdijksche haven daar die aangezien eene dode have is, en er aan de Lijnbaan zijde geene kaaimuren of bijna geen beschoeiinge zijn zoude ook eene Nederlandsche El kunnen worden uitgediet, als de Rievier zulks toeslaat dit was ook zeer nuttig voor de schepen aan de Werve en die daat somtijds komen lossen. Volgens het bestek van het uitdiepen der havens moet de Kalk haven zijn 3 El A.P. dat is niet laaf water wanneer men na de haven Een El dieper maakt zoude zijn 4 El A.P. Neemen het water Gemiddelde 3 1/2 voet open niet gaat zoude men op hoog water met 16 ijnlandsch voeten diepgang kunnen binne komen. Edel Achtbare Heer Burgemeester hier mede hoop ik al Uwe Vragen te hebbe beantwoord. Dordrecht 18 Maart 1865 de havenmeester (get:) J. Keijser Dordrecht den 31 Maart 1865. Edel Achtbare Heer Burgemeester Ter voldoening aan de Apostille No. 310 R. dato 23 Maart ll Waar in ten fine van berigt en raad in mijn handen gestelt Een Request van de Heeren Korver & van Dam, Directeuren wonende te Den Bommel (Eiland Overflakkeé) onder nemers van eene Stoomboot dienst van Dan Bommel, langs Dordrecht geregeld alle dagen naar Rotterdam, heen en terug, en aanleggende alhier telken reize, houdende verzoek om eene aanlegplaats in deze Gemeente. Heb ik de Eer Uw Edel Achtbaar te berigten, het Groothoofd mij het geschikste voorkomt, en als aanlegplaats kan worden aangewezen (altijd het houte hoofd) onder volgende voorwaarden: (1e) Niet langer te verteoven aan het houte hoofd dan hoog noodzake- lijk is tot het lossen en lasen van goederen en passagiers (2e) De aanleggelde van de in dienst te stellen stoomboot den Eerste reis ten kantore van den Havenmeester te voldoen en tevens opgave van Naam, en hoe grootheid van Tonnen volgens 's Rijks |
FOLIO 012 | meetbrief van boven bedoelde
Stoomboot. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht den 2 April 1865 Edel Achtbare Heer Burgemeester Met deze heb ik de Eer Uw mede te delen mij is gerapporteerd door den Stads Baas A. van Aardenne, er op Dertien voet diepte onder water, op de plaats waar den benedenste of westelijksten Dux d'Alv heeft gestaan zich de stomp van eene paal een en een half à twee voet boven den grond bevind, welke zeer gervaarlijk is voor geladen schepen die aan de gewezen steenplaats lossen, om gevaar voor te komen moet dezelve worden weggenomen. Ook is een tweede paal of stomp ontdekt in de Rietdijkshaven, op zes voet diepte, die noodzakelijk ook moet worden weggeruimd De Havenmeester (get.) J. Keijser (Kopij) Proces Verbaal Op heden den 24 April 1800 vijf en zestig des namiddags ten drie en Een half uur heb ik Johannes Keijser havenmeester der Gemeente Dordrecht, mij begeven op stroom met de Agenten van Politie Cornelis Hoekman en Dirk Renout ten ... de Schepen welke t5e digt aan de Merwekade waren geankerd, van daar op eene behoorlijke afstand te doen verwijderen, Op zijde komende van het Aakschip de Hoop van Millingen groot 4107 centenaars Kapitein Theodoor Beijer, hem aanzeggende, hij te digt aan de Merwekade lag, en wel zoo dat het aanleggen van Stoomboten daar door bemoeijelijkt werdt. Was zijn antwoord Gij hebt hier niets te zeggen het is de vrije Rhijn en Zeg Uw komt niet aan boord. Genoemde T. Beijer had ik Havenmeester meermale aangezegd, op vrijdag en Zaterdag en heden Maandag der namiddags den 24 April ten Een uur toegeroepen te verhalen, Was zijn Antwoord Het is de vrije Rhijn, gij hebt niets te zeggen. Ook integenwoordig- heid van genoemd Agenten vragende waarom al die |
FOLIO 013 | al de moeijelijkheden. Was het
antwoord het eene plaatsis het andere waart, gij heb nog .. ook zou een mooije plaats gegeven, en aangezien Art. 10 en 15 van het Politie Re- glement van de haven van Dordrecht hier van overtreding met alleen maar beledigende uitdrukkingen zijn gebezigd der int... van het bvoenstaand dit Proces Verbaal opgemaakt op heden ten Jare, maand en dag als hier voren omschreven Int welk op den Eed bij de aanvaarding mijne bediening afgelegd verklaar ook een Kampsteeg de waarheid te zeggen De Havenmeester (get.) J. Keijser (Kopij) Dordrecht den 5 Mei 1865. Edel Achtbare Heer Burgemeester Ter voldoening aan de Apostille No. 480 R dato 5 Mei ll in mijn hand gesteld ter fine van berigt en raad, Een request van Matthijs van Loon Agent der in de vaart te brengen Schroefstoom boot genaamd Oud Controleur Tengbergen, kapitein J. Vermeulen ondernemer van genoemde boot .. van Doesburg en tusschen liggende plaatsen op Schiedam, een aanleggende alhier telke reize houdende verzoek om aan legplaats aan de Merweka ... Een ..Achttien .. de gevraagde aanlegplaats kan worden toegestaan onder den volgende voorwaarde: (1e) Niet langer te vertoeven aan de Kade dan hoog noodzakelijk is voor het lossen en laden van goederen en vee (2e) Met de eerste reis den Rijksmeetbrief ten kantore van den Havenmeester te vertonen en opgeven te doen hoeveel keren de Boot aanlegd verw..(?) om daar na de aanleggelden te berekenen. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht den 15 Meij 1865 Mijn Heer Aangezien er eene partijhout, bestaande int vier koppels of 46 stuks ijken hout met zijn denne behorende aan den Heer J.N. de Haan te Wedel volgens Uwe gegeve, en seder den 12 November 1864 ter verkoop is leggende in de Voorstraats- haven. Aangezien Art. 21 van het Politie Reglement |
FOLIO 014 | verordening op de haven van
Dordrecht. Gelast ik Uw Genoemd Koppels hout met zijne dennen uit de haven worde weg gevoerd, en wel naar die wateren waar over Uw naer wel gevallen kan beschikken. De Havenmeester (get.) J. Keijser Aan den Heer J. van der Heijde Thermon ..datum te Dordrecht (copij) Dordrecht den 8 Julij Edel Achtbare Heer Burgemeester Ter voldoening aan de Apostille No. 706 R dato 6 Julij ll in mijne handen gesteld, ten fine van berigt en raad, Een Request van de Heeren H.W. Mast + J.L. Hogerzeil, ondernemers van een Sleep stoombootdienst, onder de Naam van Dordrechtsche Sleepbootdienst, en verzoeken eene legplaats, wanneer de Stoomboot geene dienst doet, in de mond van den Oost Bom, achter het kantoor van den Heer J. de Jonge aan het einde van de Hooijkade. Na rijp overleg is het mij van gekomen de plaats niet zou weden teogestaan, om de volgende rede, Des Vrijdag ligt de passa- giers boot, de Spuistroom aldaar aan, van des morgens acht tot twee van des namiddags, en andere dagen wordt van die plaats veel gebruikt gemaakt, maar de geschikste plaats, om de Boot te plaatschen is volgens mijn oordeel aan de Buiten Walenvest regt tegen over het 's Rijks Magazijn en Kogel erf. Onder de volgende bepalingen mogt er gelost of laden worden, aan die kade, dan zoover van de wal af te halen Dat zulks niet belemmert wordt. De Havenmeester (get.) J. Keijser (kopij) Proces Verbaal Op heden den dertiende Julij 1800 vijf en zestig ontrent twaalf ure werd mij Johannes Keijser, Havenmeester gerapporteerd door den stadsbaas A. van Aardenne, er schade was toegebragt aan de ijzere draaibrug Merwekade kort daarna werd ik ontbode door den Heer G.N. Itz, Fabrijk, welke mij zeide, in last te hebben van den Wed.E. Heer Mr. H.A. Nebbens Sterling, Wethouder |
FOLIO 015 | der stad Dordrecht den Havenmeester
van het gee.eesde, en proces Verbaal moest opmake, des middagd heb ik mij naar de plaats begeven en bevonde er een Stut van de leuning was gebogen een tweede afgebroken en enig ijzer van het Roesten was beschadigd, daarna sprekende met den Brugwachter J.M. Breedveld welke verklaarde den Brugwachter Johannes Riel kennis te hebben gegeven er een Schip uitgaande door de Brugge moest, waar op hij antwoorde het is goed onmiddellijk werd de Bascuul Brug geopend, en het schip Buiten Verwachting Schipper L. Borsij van Papendrecht kwam aan varen omstreeks zeven ure des s morgens, het schip nogal snel door varende de Draaibrug nog niet open zijnde gelaste J.M. Breed- velt den Schipper te stoppen die onmiddellijk gehoorzaamde Een torm aan de palen Taankade zijnde niet maakte en het Schip nog zoo veel stopte, dat het zelve met verminderde kracht met de Boegspriet tegen de Leuning van de brug aan liep die dan ook nog niet geopend was waardoor de schade is veroorzaakt. Later sprekende met den Brugwachter Johannes Riel hem vragende waarom de brug niet tijdig genoeg geopend was zjn antwoord Ik was verhinderd door een Jongen die op de Brug sprong waar door hij een wijnig te laat was zoo heb ik boven staande Proces Verbaal opgemaakt volgens verklaring van genoemde Brugwachters. En heb ik dit Proces Verbaal opgemaakt op heden ten Jare Maand en dag als ik deze omschreven. Het welke op de Eed hij den aanvanging mijn bediening afgelegd verklaar overeenkomstig de waarheid te zijn. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht den 24 Julij 1865. Ter voldoening aan de Apostille No. 756 R. dato 19 Julij In mijn handen gesteld ten fine van berigt en raad. Een Request van den Heer van Wijnen + C. Verschure, een aan- legplaats aan de Merwekade voor de Stoomboten Elpis en La Belle Aliance varende tusschen Rotterdam en Maastricht en aanlegende alhier. Heb ik de Eer U Ed. |
FOLIO 016 | Achtbare te berigten, de gevraagde
aanlegplaats kan worden toegestaan aan genoemde kade, doch geene aangewezen of vaste ligplaats onder de volgende voorwaarde; (1e) Niet langer te vertoeven aan de Kade dan hoognoodzake lijk is, voor de lossing en lading van Goederen en Vee (2e) Jaarlijks de aanleggelden ten Kantore van de Haven meester te voldoen. De Havenmeester (get.) J. Keijser Proces Verbaal. Ik ondergteekende Johannes Keijser Havenmeester van Dordrecht aldaar woonachtig verklaar bij desen op den Eed bij de aanvaarding zijner bediening afgelegd Dat ik op den 25 Julij 1865 gaande over de Engelburger- brug omtrent 11 uren des 's m(orgens) en ontdekte er Pek werd gekookt over onder Rook bleek zulk te zijn aan boord van de Schroefboot Dordrecht No. 1 kapitein A. Hopman en leggende aan de Stadskraan, aan boord komende bevond ik de ketel heten Pek op de kombuis staan vragende aan de knecht Pieter de Haan is den Pek in de Kombuis gekookt? Wa zijns antwoord, Ja op dat ogenblik waren vier Timmerlieden bezigt het voor en achten Dek te Kalbreiten. Daar Art. 38 van de verordening op de Haven van Dordrecht zulks ten strengste verbied bestaat er in deze eene overtreding. En heb ik bovengemeld Proces Verbaal opgemaakt en gesloten op heden den 26 Julij 1865 de 's m 11 uur De Havenmeester (get.) J. Keijser Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan de Apostille No. 840 R. dato 5 Augs. ll. in mijn handen gesteld ten fine van berigt en raad. Een Request van den Heeren A.J. Hamans, L.E. Hendrikse en W. van N..e C.J.zn ondernemers van een Schroefstoomboot .. een voort goederen en vee van Middelburg op Schiedam en daar tusschen liggende plaatsen, verzoekende dat in de Oost Bom |
FOLIO 017 | aan het Houte hoofd met een gedeelte
van het steene hoofd als aanlegplaats mogt worden aangewezen. Na rijp overleg is het mij voorgekomen het gevraagde gedeelte voor het Steene hoofd niet kan worden toegestaan en wel om de volgende reede, Dat juist dat gedeelte van het steene hoofd de legplaats is, op donderdag en Vrijdag van vast Beurtschepen varende op dese stad, Daar de schroefboot eene lengte heeft van 110 voeten komt mij het houte hoofd Oostzijde van de punt was binnen het geschikste voor mogt het somtijds nodig zijn zware goederen te laden of te lossen, en het water zulks toelaat, zonder bij die gelegenheid van de kaai Kalkhaven of houte hoofd .. kade als zo was niet door de Beurt Stoomboten betzet is) word gebruik gemaakt met dien verstande ..noemd in de uitoefening van zijne zaak waardoor belemmert wordt en een .. volgens aanwijzing, moet die plaats niet naar genoegen zijn den blijft alleen de Merwekade over. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht den 6 September 1865. Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan de Apostille No. 947 R. in daton 29 Aug. ll in mijn handen gesteld ten fine van berigt en raad. Een Request van de Heere P. van der Hoek en A.F. van Hilst te Waalwijk verzoekende eene aanlegplaats aan het Hoofd Hooikade met de Schroefstoomboot genaamd Waalwijk varende van Waalwijk op Amsterdam en tusschen liggende plaatsen. Aangezien genoemde boot altijd hier arriveerd tijdens .. stoombooten aanwezig zijn ten zulks werden toegestaan als okk ook in de havens te lossen en te laden mits zich in alle op ligte naar de .. voor de haven van Dordrecht te gedragen. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht den 14 Sept. 1865 Edel Achtbare Heer Burgemeester Ter voldoening aan de Apostille van No. 997 R. in dato 8 Sept. ll. in mijn handen steld ten fine van berigt en Raad. |
FOLIO 018 | (kopij) Een Request van den Heer J.A.
Staps alhier, namens Directeure der Thielsche Maatschappij gevestigd te Thiel verzoeken te mogen aanleggen vier of meermale per week aan de Merwekade, met hunne Schroefstoomboot ge- naamd Admiraal de Ruijter No. 2 groot 98 Tonnen varende van Dodewaard, op Schiedam en gevoerd door Kapitein H. van Dam. Aangezien al het gevraagde in genoemd request niets in zig bevat, dat strijdig is met de staande verordening, voor de haven van Dordrecht, komt het mij, ondergteekende voor zulks kan worden toegestaan onder voorwaarde zig stiptelijk te gedragen anar de bepalingen vast gesteld. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht den 30 October 1865. Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan de Apostille No. 1188 R. in dato 26 Octo. ll. in mijne handen gesteld ten fine van berigt en raad. Een Request van de Heeren Pieter Sillevis Beurtschipper op s Gravenhage wonende te s Gravenhage en Gerardus Sillevis wonende alhier verzoekende eene aanlegplaats in de Nieuwbrugshaven aan den Hout Steiger bij de Nieuwbrug voor hunne Schroefstoomboot genaamd Hendrika Elizabeth welke zal varen in de Beurt van s Gravenhage op Dordrecht visa versa. Aan gezien de dagen van aankomst en vertrek van hier gene verhindering geeft betrekkelijk de marktschippers Welke daar hunne ligplaats hebbende zulke worden verst... als ook om in andere havens goederen te laden. Mits zich te ge- dragen naar de verordening van de havens van Dordrecht. De Havenmeester (get.) J. Keijser |
FOLIO 019 | Dordrecht den 4 November. In antwoord op U Ed vragen, om de beide ladingen van het schip Mathilde ende Marie Coralie in de Wollewevershaven te moge opvlotten, wordt met deze vergunning verleend mits zich stiptelijsch gedragen naar den bepaling in het verzoek omschreven. Ook wordt met deze de Heren Vriesendorp noch vriende- lijk verzocht het hout in de Nieuwe Haven, aangezien de winter voor handen is, op te ruimen. De Havenmeester (get.) J. Keijser Wordt met deze permissie verleend aan de Heer J. van der Heide Thermond, voor den tijd van vier maanden om vier koppels ijken hout en een koppen Dennen te leggen in de Beeltjes haven onder voorwaarde in be- hoorlijk toezigt wordt gehouden de tijd zelve altijd behoorlijk zijn vast gemaakt, behoudend art 21 van het Politie Reglement haven Dordrecht Dordrecht den 5 Dez 1865 De Havenmeester (get.) J. Keijser Den 19 Dec. WelEd. Heere, Aangezien onder va.. klacht komen bij den Pr.. over.. spieren welken liggen inde Beeltjeshaven het.. aan het een.. de laten. Het den in lost houde Heer Burgemeester der Gemeente Dordrecht .. aan te zeggen de spieren .. op te ruimen de zelve te plaatsen tusschen de drijfbomen van de Heer J. de Groot in de Bogt van genoemde haven aan de Zandweg of twee Singel en wel voor Vrijdag de twee en twintigste dezen maand. De Havenmeester (get.) J. Keijser |
FOLIO 020 | (copij) Dordrecht den 19 Dec 1865 Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan de Apostille No. 1378 R. in dato 5 Dec ll. in mijne hande gesteld ten fine van berigt en Raad. Een Request van den Heer H.A. Huijsers & Co te Breda, .. de ver- gunning van zijn Excellentie der Minister van Binnenlandsche Zaken van 24 Julij 1865 No. 339, van eene Schroefstoombootdienst tusschen Breda en Rotterdam, verzoekende eene aanlegplaats alhier om goederen en Vee van Dordrecht zoowel van Rotterdam als van Breda, hier te moge losschen en lade. Aan gezien gelegen Schroefstoomboot genaamd Stad Breda Slegs kostentijd alhier verwijle mast al op zaterdag van middag of Zondags morgen alhier aankomst zoude de Boot Stad Breda gebruik komen makende de plaats aan de Oost Bom van de Stoomboodt De Arend of op het einde van het hout- hoofd in dien de eerstgenoemde plaats mogt bez.. zijn Niets lig stiptelijk te gedragen naar de voorschriften in het haven reglement bepaald Geene zwavel.. over het Hout hoofd te lossen. De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht 26 December 1867 Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan de Apostille No. 1400 R. in dato 11 Dec ll. in mijne hande gesteld ter fine van berigt en Raad. Een Request van den Heer Pieceé namens het bestuur der Thoolsche Stoomboot Maatschappij gevestigd te Tholen verzoekende Een aanlegplaats in den Bom van de Vuilpoort aangehouden Bo. van de Vuilpoort, op de werkdagen em wel donderdag en vrijdag het meest door markt en Beurt schepen wordt bezogt, kan er geene en deze plaats worden aangewezen dan aan het einde van het houte hoofd wert een voor eene lengte van 35 Ned Elle te schuren van het houte hoofd onder de volgende voorwaarde |
FOLIO 021 | (1e) Zigh stiptelijk te gedagen naar
de voorschriften in het Politie Reglement voor de havens van Dordrecht (2e) Geen buiten gewone zware goederen te laden of te lossen op het houte Hooft (3e) Twee borden plaatsen op welke dagen de boot aankomt en vertrekt (4e) aangezien er een tweede boot van Gorinchem daar zal worden geplaatst, moet men zich laten welgevallen, over zijn schip het buiten geliggende te doen lossen en laden (5e) Om zere goederen te lossen en te laden kan van de kade Kalkhaven, als het wat een zulks toelant worden gebruik ge- maakt die het Eerste aankomt ligt tegen het hoofd De Havenmeester (get.) J. Keijser Dordrecht 26 December 1865. Edel Achtbare Heer Burgemeester. Ter voldoening aan de Apostille No. 1430 R in dato 18 Dec. ll. mijn hande gesteld ten fine van berigt en raad. Een Request van schipper J.D. Havermans beurtschipper van Gorinchem op Dordrecht verzoekend een aanlegplaats in den Bom van de Vuilpoort van af het steenen hooft langs het ha... Na rijp overleg is het mij voorgekomen het gevraagde niet kan worde toegestaan, aan gezien de aan ligplaatsen voor veel mark en Beurtschepen daar door zouden worden verhindert wijl de Schroefboten in den Regel van 100 tot 120 voeten lang zijn komt nog de geschikste plaats voor het een de van het houte hoofd westzijde langs het zelve daar de Stoomboot Stadt Tholen half Januarij 1866 ook in dienst zal worden gebragt in die zelfden plaats is aangewesen Komt het mij voor de beide stoomboten b.. op zijnde van .. kunnen leggen om te lossen en te laden en indien nodig, een overste andere altijd onder die bepaling zich naar de voorschriften van het Have reglement |
FOLIO 022 | te gedragen. Ook is het verboden ..
goederen op het houte hooft te Lossen en te laden om ongelukken voor te komen, daar toekende kade Kalkhaven of Hooijkade worde gebezigd in dien het water zulks toelat te plaatsen twee borden waar op de dagen van aankomst en vertrekt zijn aangeduid. De Havenmeester (get.) J. Keijser Edel Achtbare Heeren Burgemeester & Wethouders Ingevolge voorschrift Art. 8 Instructie voor den Havenmeester de Stad Dordrechr Heb ik de Eer aan den Edel Achtbare Raad der Gemeente Dordrecht in te zenden copie Register, van het haven paal en aanleggelden ontvangen door mij ondergetekende over het jaar 1800 vijf en zestig. Wat aangaet de diepte der Havens zullen natuurlijk wel op hun pijl wezen wijl de Tien jaren verstereken zijn van aanbesteding. Aangezien er in het Jaar1800 vijf en zestig wat palen te plaatsem in de havens begin December was aan gevangen en de Stads Bok alkens tot andere werk- zaamheden moet worden gebezigd is de Voorstraatshaven, Spuihaven en Vriesscheportshaven geheel achter gebleven welke havens groot behoefte hebben aan goede palen voor de werf van de Heeren Hoebée als .. Kalkhaven, op den hoek van de Kalkhaven, bij de draaibrug (korte kade) de palen goed na sien wijshele daar van slegt zijn, de landof meet palen, op de kade eenige vernieuwe wijl de zeer slegt zijn juist .. grond Binnen Kalkhaven. Goede zware meerpalen voor groote Schepen (nu heeft men de zware Bomen) den drie sprant Achterhakkers verstake Knolhaven, die sprant en de zoogenaamde Dux d'Alve vernieuwen wijle die niet zijn van tw... aan schepen en winterlaag aan te wezen, van het ovenge ver mij bekend is zijn de vrij wel an palen voor zien met uitzondering van de hus vorenaangehaalde In klasse schijn 540 genomen door den havenmeester .. .. welke in de haven aan de kade of aan de stads duc d'Alve hebben gelost of geladen en alhier havengeld schuldig. Nog blijft mij over U Edel Achtbare Heere kennis te geven Er voor eenige Jaren in de mond van de Kalkhaven een stuk fonderingmuur is weggebroken maar de palen zijn blijven staan die even voor nieuwjaar door het heldere water in de lage stand van het zelven zijn ondekt en wel dat eenige stompen van palen circa Een voet en mogelijk meeder boven den grond uitsteken, op den afstand van twee en twee en een half N. Ellen met de beschoeiing der kade voor den Heer van Loon alzoo zeer gevaarlijk. Dus nodig zelve mogten opgesm.. of onschadelijk gemaakt |
FOLIO 023 | No. 1 Proces Verbaal. Op heden den Derde Februari 1800 zes en zestig heb ik ondergetekende Willem Bruinis van Zijp in mijne hoedanig- heid van Havenmeester van Dordrecht mij bevonden aan de Buiten Kalkhaven alhier en aldaar bevonden dat de schoener Kof Alida beheerd wordende door den stuurman J.J. Sant bij afwezigheid van den bevelvoerende kapitein H.A. Sprik Schaal(?) .. ge- noemde haven naar de Nieuwe Haven. Dat toen genoemde boten in de Nieuwe Haven ..aanelg ik mij aan boord heb begeven een aan den genoemde stuurman J.J. Sant heb .. den 31 Januarij ll der hebben de Binnen Kalkhaven ui t te halen tot tijd en wijle ik eens betere ligplaats tot voor dien boden kon wijzen. Dat meergemelde stuurman en met bedoeld schip op den Januarij ll. betij zijnde zonder mijn toestemming .. de door dat schip aangewezen ligplaats te verlaten met het oogmerk dien boten aan de Neiuwe Haven te geword den. Dat ik hem toen heb verboden zulks te doen en moest blijven liggen tot dat ik eene andere ligplaats zooals boven voornoemd kan aanwijzen. Dat door .. stuurman daaraan is .. tot op heden morgen wanneer hij willekeurig het schip heeft haald en naar de Nieuwe Haven gebregt. Dat door hem Havenmeester van is aangezegd overtreden te hebben Art. 10 der Verotdening op de Haven van Dordrecht vastgesteld ter openbare raad vergadering van den 28 April 1863 waarvan afschrift is medegedeeld aan Gedeputeerde State van Zuid Holland volgens hem berigt van 5 Mei 1863 No. 29 en Alzoo heeft volgt Art. 45 van bedoelde verordening eene boete va drie Gulden en door mij aan het gebeurde proces verbaak zou worden opgemaakt. |
FOLIO 024 | En heb ik ingevolge Art. 46 van
bedoelde (op de haven Dordrecht) op den eed bij den aanvaarding mijner bedieningafge legd, dit proces verbaal opgemaakt n op grond van Art. 14 mijner instructie vastgesteld door den Ge- meenteraad in zijne openbare zitting van den 27 Oct 1865 aan de bevoegde magt ingehoduen. Dordrecht 2 Februarij 1866 De Havenmeester W.B. van Zijp bijlage proces verbaal Aan den Heer Ambtenaar van Het openbaar Ministerie bij het Kantongeregt te Dordrecht Ter voldoening aan Art. 14 mijne Instructie heb ik de eer U bij deze te doen toekomen een door mij opgemaakt proces verbaal ter vervolgen contra J.J.Sant de Havenmeester van Dordrecht W.B. van Zijp Dordrecht 2 Febr 1866 N1. Aan den Edelachtb. Heere Burgemeester en Weth. van Dordrecht Ter voldoening van Apostille dd 2 Februarij ll No. 66 heb ik de eer onderterugzending van het hierbij gevoegd adres van A. Quakernaat en Spijk te Gorinchem voor eene in de dienst te bren- ge Stoomboot tusschen Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, U Ed Achtb te berigten dat er bij geene bedenkinge bestaan om hem eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen tegen betaling van het verschuldigde daarvoor bij tarief vastgesteld, en de concessie |
FOLIO 025 | zich onderwerpt aan de bepalingen
welke in het belang eene goede politie hem door mij zullen gesteld worden. de havenmeester van Dordrecht W.B. van Zijp Aan Heer Gemeente Architect Mijn Er is eene oude schuifpaal in de Blaauwpoortshaven gebroken ten einde te voorkomen er schepen op in de grond varen is .. diende .. te verzoeken er zoo spoedig mogelijk een kolder op te laten zetten tot tijd en wijle de zelve geheel vernieuwd word. de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Dordrecht 13 febr. 1866. Aan den Heer Gemeente Architect van Dordrecht Mijn Heer Deze is dienden U te informeren er door aanvaring schade is toegebragt aan de steene kade Kuipershaven voor het huis van den Heer Bovy door wie is onbekend, Ten andere een gat is in het Houte Hoofd aan de Hooikade waar wekelijks de Stoomboten Schoonhoven, Oud-Beijerland en aan zeggen mag ik U verzoeken beide zaken te laten onderzoeken. Met acht.. de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Dordt 15 Febr. 1866 RAPPORT Heden den twintigsten Februarij 1800 zes en zestig compareerde voor mij Willem Bruines van Zijp Havenmeester deze Gemeente Kapitein A. Hopman voerende het stoomschip genaamd Dordrecht No. 1 toebehorende aan ene alhier gevestigde reederij onder directie van den Heer J.J.B.J. Bovi [=Bouvy] mede hier woonachtig, Dat comparant mij verklaarde hedenmorgen ten 7 1/2 uur komen- de van de Merwede in aanvaring te zijn geweest met Z.M. Oorlogschip WESP alhier gestationneerd liggende aan de Nieuwe Merwekade. Dat daar door de |
FOLIO 026 | de Stoomboot de Kluiverboom van
voornoemd Schip is gebroken. Dat ik mij op dat Rapport aan boord van laatst gemelde Schip heb begeven om de zaak te onderzoeken, zaal daar van door conrenderende officier van omen heb die schade werkelijk door voornoemde Kapitein A. Hopman was toegerbagt. Dat ik noodig geoordeeld heb daarvan rapport te maken om te dienen waar zulks behoord, en heeft de comparant met mij na voorlezing dit rapport onderteekend de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Den Heer Gemeente Architect van Dordrecht Mijne Heere Deze is dienden U te Informeren er een Stomp van eene afgrboken paal is ondekt in de Wolwevershaven, Een voet van den Havenkade voor het huis bewoond door Mijnj. + dew. Schotman Daar de schepen allen digt aan de wal liggen met vallend water daar op kunnen blijven hangen, verzoek ik U om dat te voorkomen de stomp geheel weg te laten nemen en een Nieuwe paal naast of in de plaats te laten zetten op een kolder op de stomp te laten plaatsen. de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp den 23 Febr. 1866 (copij) Dordrecht den 8 Maart 1866. Ter voldoening aan de Apostille dd 6 dezen No. 267 heb ik de Eer onderterugzending van het daarbij gevoegde adres van P. Vlokhoven waarbij hij om een aanlegplaats voor zijne in de vaart te brengen Stoomboot verzocht. U Ed Achtbare berigten dat met het oog op ruomte die door de markt schepen wordt ingenomen en geene gelegenheid bestaat hen de gevraagde ligplaats toe te staan. Dat naar mijne meening hem alleen in den Bom bij de Vuilpoort eene ligplaats aan te wijze naast de Middelburgsche Stoomboot welke eene plaats aan het eerste van het Houte Hoofd is toegestaan. Zoo door U Ed Achtb. hem de bedoelde plaats mogt worden aangewezen neem ik de vrijheid U E Acht in overwegeng te geven hem |
FOLIO 027 | bij de vergunning is wijze op de
bepalig van Art. 23 van het regle ment op de Haven van Dordrecht dd 28 April 1863. de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Aan Heere Burgemeester en Weth van Dordrecht Dordrecht den 10 Maart 1866. Ter voldoening aan Uw Apostille dd 7 Maart ll No. 273 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres van Rietschoten Bok & Co te Rotterdam waarbij ont verzoekt om eene aanlegplaats voor eene in aldaar te brengen Stoomboot tusschen Rotterdam Nijmgen (Gen. de Waal) U Ed Achtb. te berigten dat er bij mij geene bedenkingen bestaan om hun eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen tegen betaling van het verschuldigde daar voor bij tarief vast ge- steld en de adressanten zich onderwerp aan den Verordening op den haven vastgesteld 28 April 1863. Dordrecht 10 Maart 1866. de havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Aan Edel Achtb Heer burgemeester van Dordrecht Dordrecht 9 Maart 1866. Den Heere Kemp & Schotel alhier Daar er tot heden nog geen gevolg aan onder afspraak is gegeven tijdens onze bijeenkomst met den Heere Itts en Moulin en ik ..oot later dan Heer Kemp daar aan persoonlijk heb her..d, is deze dienden U te informeren dat indien morgen de zaak niet opge- ruimd is Ik het voor Uw rekening zal laten doen. U echter kan sprekelijk stelle de voor alle kosten en verdere gevolgen daar uit voort spruitende. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Dordrecht den 21 Maart 1866. Edel Achtbare Heer. Ter voldoening van Uwe Apostille dd 19 Maart ll No. 120 Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegden Adres van Fop Smit & Co te Kinderdijk waarbij zij verzoeken omeene aanlegplaats voor hunne in devaart te brengen Stoomboot |
FOLIO 028 | U Ed Achtbare te berigten er bij mij
geene bedenkingen bestaan om hun een aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen tegen betaling van het verschuldigde den daarvoor bij tarief vastgesteld en zich onderwerpende aan de Verordening op de Haven van Dordrhect de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Aan Heere Burgem. en Wethouders van Dordrecht Mijne Heeren ! Steeds verscheidene maalen heeft den Heer Mast .. kapitein der Stoomboot varende tusschen 's Bosch en Vlaardingen op last van mij gewaarschuwd er door U aan Burgemeester & Wethouders alhier eene aanlegplaats moet verzoekt worden daar is trouwens tot heden geen gevolg aan gegeven. Nu is deze nemende U te informeren geschied ik U aan spraakelijk stel voor allen daar uit voort spruitende gevolgen. De Tonnemaat moet daar in vermeld worden. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp de Heer J. & A. v.d. Schuit te Rotterdam 6 April Daar er geen gevolg wordt gegeven aan de herhaalde waarschuwinge, om alhier Burgemeester en Wethouders een aanlegplaats te vragen te gelijk niet opgaaf deze Tonnemaat van de onder Uwe Directie varende schroef- Stoomboot varende van 's Bosch op Zaandam, gaf ik U bij deze kennis dat indien daar niet ten spoedigst gevolg aan gegeven word, ik U aansprakelijk stel voor koste daar uit voort spruitende. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp De Heere Verschuur Cs te 's Bosch 6 April PROCES VERBAAL Op heden den twee en twintigste Maart 1800 zes en zestig heb ik Hendrik de Voogd van der Straaten in mijne hoedanigheid als als Adjunct Havenmeester van Dordrecht mij bevonden aan de Binne Kalkhaven alhier toen mij verzocht werd door den schipper J. Kisjes voerende de praam De Vrouw Utina van Zwart- |
FOLIO 029 | Sluis, hem hulp te verleenen ten
einde aan de kade te kunnen komen om Spoorrails te laden die aldaar op de Kade lag en dat Ik om daar met voornoemde praam te kunnen komen schipper J. Hornemans varende de Aak genaamd De Jonge Mathias beladen met steenkolen voor de Heer W.B. Derks, Directeur der Lon- densche Stoomboot Maatschappij wonende alhier, last gaf zijn Schip van achteren los te maken, ten einde er met voornoemde praam tusschen in te haalen, dat daaraan, door hem onmiddellijk gevolg werd gegeven, waar in hij echter door het werkvolk van den Heer Derks tegen gehouden werd zeggende Dat niet gebeurt en verstandig werd geweigerd, dat de Havenmeester niets te zeggen had en men eerst den Heer Derks zoude haalen. Dat voornoemde Heer daarop kwam en mij op de ver- gaande wijze in de uitoefening mijne betrekking dwarsboom- de door 't volk voordurend te beletten, dat ik een tros los of vastgemaakt kon krijgen dat ik bovendien daarbij nog met de laagste beledigingen door voornoemde Heer Derks werd overladen. En heb ik op den Eed bij den aanvaarding mijnen bediening afgelegd dit Proces Verbaal opgemaakt en aan den bevoegde magt ingezonden. Dordrecht 9 April 1866. Edel Achtbare Heere Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 7 April ll No. 408 heb ik de Eer onder terugzending van het hier bij gevoegd Adres van J. & A. van der Schuit te Rotterdam waar bij zij verzoken om eene aanlegplaats voor hunne Stoomboot varende tusschen 's Bosch en Vlaardingen groot 113 Tonnen U Ed Achtb. te berigten mijn inziens de Merwekade daar toe het best geschikt is mits de concessionarissen zich ondermijnde aan de Verodeningen op de Haven van Dordecht vastgesteld. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Aan Heeren Burgem. en Weth. van Dordrecht |
FOLIO 030 | Dordrecht den 11 April 1866. Edel Achtbare Heere. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 10 April ll No. 419 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Adres van J.R. Verschure waar hij zij verzoken om eene aanlegplaats voor hunnen in de vaart te brengen Stoomboot Noord-Holland groot 87 Tonnen zullen varen tusschen s Bosch & Zaandam U Ed Achtbare te berigten er bij mij geene bedenkingen bestaan om hun eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijzen tegen betaling van het verschuldigde daarvoor bij tarief vast gesteld. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp (no. 7) Dordrecht den 19 April 1866. Mijn Heer Deze is dienden Uw te informeeren er aan het einde der Beeltjes- haven voor de ba..(?) toebehorende aan den Heer Van Maare twee boomen liggen die de doorvaart daar geheel onmogelijk maken en waarvan de eigenaars onbekend zijn, en is dus mijn verzoek of U zoo goed wilt zijn de zelve daar van te laten halen en voor rekening der belanghebbende, daar te laten brenge waar U goeddunkt. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp (aan) Architect van Dordrecht Dordrcht 25 April 1866. Mijn Heer. Daar er nog geen gevolg is gegeven aan mijn vorig schrijven is deze dienden U Ed te informeeren is lost het van den Heer Burgemeester U te verzoeken al de Boomen die aan het einde der Beeltjes- haven liggende te laten opruimen en daar te laten brengen waar het U het geschikte voorkomt. Voorkomt der de zelve echter aan niemand wie ook werd afgeven moge worden zonder dat eerst door den Burge- meester bepaald wat er voor bergloon eb Huur of leggeld betaald moet worden. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp |
FOLIO 031 | Dordrecht den 25 April 1866. Mijn Heer. Deze is diende U te informeeren ik reeds meermale den Heere Zahn Agent van uw Stoomboot Handel en Scheepvaart aangezegd heb het Havengeld ten bedragen van(?) f 25,00 aanzuiverd moet worden en daarvoor reeds sedert geruimen tijd quitantie gegeven het doch tot heden zonder gevolg eens door mijn verzoek Uw mij dat per eerste gelegenheid franco overmaakt. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp. de H.G. Verkreek(?) te Thiel Dordrecht 28 April 1866. De ondergeteekende Havenmeester dezer Gemeente geeft bij deze als daartoe geauthoriseerd door de Heer Burgemeester de vrijheid aan L. Rittes gezagvoerder der Stoomboot Stad Zierikzee om ingeval van nood maar ook aan maar alleen in plaats van aan het Groothoofd ge- bruik te moge maken van de Nieuwe Haven kade. Dit bewijs moet steeeds ana boord voorhanden zijn om op aan- vrage aan Politie vertoond te kunne worde. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp. Dordrecht den 28 April 1866. Edel Achtbare Heere! Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 25 April ll No. 527 heb ik de Eer onderterugzending van het hier bijgevoegd adres van J.E. Oosterwaal, J.M.E. Oosterwaal te Bergen op Zoom waarbij zij verzoeken om eene aanlegplaats voor eene in de vaart te brengen Stoomboot tusschen Schiedam en Bergen op Zoom U E Achtb. berigten dat er bij mij geene bedenkinge bestaan om hin eene aanlegplaats aan de Merwekade aan te wijze tegen ebtaling daar voor bij Tarief vastgesteld en de con- cessionarissen zich onderwerpen aan de Verordening op de Have vastgestteld de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp. Dordrecht den 5 mei 1866. Mijn Heer Daar de Kapitein Uwen Stoomboot Stad Breda aanmerkingen heeft gemaakt over het te betalen Havengeld alhier ten bedragen |
FOLIO 032 | van Elf Gulden Tachtig Cents en
gezegd heeft daar eerst over te willen rekwestteren aan Heere Burgemester en Wethouders is deze diende U Ed te informeren dat als U dat van plan zijt int dan met de meeste mogelijke spoed te doen daar de havengelden den Vijftiende dezer maand betaald moeten zijn. Zoo niet ik U aan sprakelijk stel voor alle daar uit voort spruitende gevolge. de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp. aan de Heer H.W. Huiters te Breda Opgaaf der Palen der Hoogst Noodzakelijk gerepareerd en vernieuwd moeten worden. Groothoofd Een paal nazien voor het pand bewoond door W. van Heemst Achter 't kole Erf der Dordrechtsche Stoomboot-Maatschappij Een Nieuwe paal slaan. Wolwevershaven van de Damiate tot de Roobrug voor het perceel getekende B506 Een neiwue Schuifpaal getekende B315 Een paal bek..pen(?) getekende B320 Een paal verlengen Nieuwe Haven van de Roobrug tot de Lange houte brug voor het perceel get. A401 Een paal lassen voor het perceel get. A404 Een nieuwe paal Knolhaven voor het perceel get. A356 de koning der duc d'Alven vernieuwen en daar na de pale weer kopelen. voor het perceel A345 aan de duc d'alve een Nieuwe Schoorpaal aan brengen en een vernieuwe. Verder eenige koppelen. Mond Blaauwpoortshaven. Zes nieuwe paalen aan het Veer en Een aan de Trap. Buiten Kalkhaven. Twee palen achter het kantoor van den Heer Kuipers tussen de houte beschoeiing en palen van af het pakhuis London to aan de westpunt moet noodig hersteld worden. Mond Kalkhaven. Ter voorkoming van belangrijke ksoten voor de Gemeente moeten adaar stompen van palen optrekken worden daar men anders elk ogenblik vernemen kan er een schip op in de grond gelopen is |
FOLIO 033 | en bovendien de gedeele ..ven
versperd, Op de Hoek Een Nieuwe paal, om die met de Nieuwe paal der het vorige jaar geslagen is te koppelen Een nieuwe schuijfpaal aan de trap. Een nieuwe schuijfpaal daar naast. Kalkhaven. Ingang der Haven op de Hoek Een nieuwe paal. Twee palen regten voor 't perceel D169. Een nieuwe schoorpaal aan brangen aan de duc d'alve voor het pakhuis E No. 518. Spuihaven. Een nieuwe paal aan de Werf van de Heer Hobeé. Een nieuwe paal voor de Spuibrug. Riedijkshaven. Een nieuwe paal achter 't perceel getekend C 230. Een schoorpaal aanbrengen aan de paal achter het perceel bewoond door den heer van Wijngaarde en koppelen Voor de Lombard tot de Pelsebrug. Twee afgebroken palen lassen aan de trap van de Spuistraat. Een paal vernieuwe achter 't perceel getekend D No. 60. Van de Vischbrug tot aan 't Stadhuis. Een paal lassen of vernieuwen. West Bom Vuilpoort. De geheele schoeiing vereischt hoognoodzakelijk reparatie tot behoud der Steene Kade en te voorkoming van ongelukken met schepen. Meerpalen. de Meerpalen met zoo zwaar mogelijk vernieuwen aan de Binnen Kalkhaven van af de draaibrug tot aan Van Twist. Een meerpaal voor 't perceel get. B. 103 Groothoofd. Een meerpaal voor 't perceel get. A 394 Nieuwehaven. Een meerpaal voor 't perceel get. A 411 Nieuwehaven. Een Ring hoek Knolhaven. Twee Meer Palen buiten de Blaauwpoort. |
FOLIO 034 | (met twe bijlagen) Dordrecht 22 Mei
1866. Edel Achtb. Heere. Ter voldoening Uwe Apostille dd 18 Mei ll No. 661/666 heb ik de eer onderterugzending van de hier bij gevoegde adesse No. 1 van J. de Bruin cs ondernemers der Stoomboot Eendracht zullen varen tusschen Amsterdam en Middelburg, en No. 2 Heer J. van der Heide Thermond waarbij zij ver- zoeken om eene aanlegplaats voor hem in de vaart te brengen Stoom- boten aan de Merwekade en bij voorkomend gevallen op andere plaatsen te mogen lossen of laden. U Ed Achtb. te berigten er bij mij geene bedenkingen bestaan om aan verzoek te voldoen onder voorbehoud men onder geen voorwendsel hoe genaamd ook het laden of lossen van het Groothoofd gebruik mag maken de Havenmeester van Dordrecht (get.) Van Zijp. (met 1 bijlage) Dordrecht 22 Mei 1866 Ter voldoening van Uwe Apostille dd 19 Mei ll No. 658 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres van S. de Roo UE Achtbare te berigten dat aangezien de Koopvaardij schepen vrijheid hebben tot lossen en laden aan de Merwe- kade, ht onmogelijk is dat terrein voortdurend voor Stoomboten disponibel te houden dat echter ierders beland zoo veel mogelijk in 't oog gehouden zal worden en Adressant zich dus naar om- standigheden zal moeten schikken. de Havenmeester (get.) v. Z. Dordrecht 24 Mei 1866. Deze is dienden U te informeren heden morgen Schipper Vernes met zijn vaartuig op de Rievier drie Ellen tot de Wal agter het perceel bewoond door den Heer de Groot aan de Wolwevershaven op stompe van palen heeft vastgezeten, toen ik daar rapport van kreeg heb ik mij daar ter laatse begeven om de zak te onderzoeken en als toen bevonden dat er niet alleen onder schip maar ook daar voor stompe van palen boven de grond uitstaken. Dat ter voorkoming van verdere ongelukken de stompen getrokken zullen moete worden. Ik U dus verzoek |
FOLIO 035 | daar zoo spoedig mogelijk werk van te
willen laten maken. de Havenmeester (get.) v. Z. (no 10) Dordrecht den 28 Mei 1866 Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 19 dezer No. 648 R (den 24 ontvangen) heb ik de eer onderterugzending van het aan de Gemeente raad gerigt adres van P. van Vlokhoven cs concessionairs van de Stoomboot ondernemingen waar bij zij verzoeken voor een houte plankier dartoe te stellen aan het einde der Kalkhaven-Bomkade. U Ed. Achtbare berigten dat door mij volkome de bezwaren ge.. worden, die door hun worden aange- voerd met betrekking tot het ongerief die zij telkens ondervinden bij de ladingen en lossing der Goedere. Dat aan hun in de tijde Bomkade as los en ladingsplaats is aangewezen om dat geen geschikter gelegenheid voor die booten te vinden was. Dat het naar mijne bescheide meening er in het belang van handel-nijverheid en in die der concessionarissen zijnzonder wanneer het door hun verzochte plankier wordt ange- steld,te meer nog omdat de Bom vooral op marktdagen overkropt met schepen bezet is. de Havenmeester (get.) v. Z. Dordrecht 6 Junij 1866 Mijn Heer ! Na lang onderzoek ben ik op het spoor gekomen wie de eigenaar van de Heipalen is, die in de Beeltjeshaven verspreid liggen, die behoren aan den Heer C. van Kuik, aannemer te Breda daar die have alhier door niemand vertegenwoordigd word heb ik hem aangeschreven dat hout voor zijne rekening te zullen laten opruimen, en daar het zoo met geen mogelijkheid kan blijve liggen, is mijn verzoek of U het morgen ochtend voor rekening der belanghebbende wilt laten rangschikken en bevestigen. de Havenmeester (get.) v. Z. |
FOLIO 036 | Dordrecht den 6 Juni 1866. In de Beeltjes haven alhier liggen eenige heipalen die de geheele door- vaart belemmeren doordien de zelve verspreid in de haven liggen En daar niet alleen de vaart belemmeeren maar ook alle vuilnis daardoor opgestopt word, het water dar niet alleen stinkend maar ook geel onbruikbaar gemaakt word. Ik heb bij een iedere laten informeren of men ook eigenaar van die palen was opdat men de iegenaar kende waardoor ik eindelij tot het resultaat ben gekomen dat die palen U toebehoorde en daar mij dus gebleken is alhier niemand is die U in die zaak vertegenwoordigd heb ik in gevolge de verorde- ning op de haven van Dordrecht vastgelsteld 17 Sept 1864 in mijne kwalitein van havenmeester de gemeente gezag ten last gegeven om de zelve voor uwe rekening vast te laten maken en zal U dus de kosten daarvoor in rekening ge bragt worden de Havenmeester (get.) v. Z. (aan) den Heer C. Kuik, aannemer te Breda (No. 11) Dordrecht dne 7 Junij 1866. Edel Achtbare Heer Burgemeester. In Antwoord op Uwe Geeerde Missive dd 6 Junij Ni. 648 418 Heb ik de Eer U Ed Achtb. te berigten * No. 1 Dat aldaar de des navolgende Stoomboten aanlegplaats is aangewezen Waalwijk-Amsterdam, Arend, Stad Tholen Baron van Pallandt, Mercurius, de Stad Breda * No. 2 Dat door hun op de volgende dagen gebruik gemaakt word van de Aanlegplaats No. 1 Waalwijk-Amsterdam (woensdag, zaturdag) geen bepaald uur van Aankomst daar men niet Hoog water staat No. 2 Arend (Zondag, Dingsdag, Woensdag, Vrijdag) vaart met Hoog water |
FOLIO 037 | No. 3 Stad Tholen (zondag,
woensdag, donderdag, vrijdag) vaart met hoog water No. 4 Baron van Pallandt (woensdag na middag tot donderdag ochternd en zatutdag den geheelen dag) No. 5 Mercurius (woensdag achter middag to vrijdag namiddag) No. 6 Stad Breda (zondag, dingsdag, donderdag, vrijdag) vaart met hoog water * No. 3 Dat er Hoogstens vier stoombooten tegelijkertijd van de aanleg- plaats gebruik kunnen maken maar dat dan ook in de z..dtje de Bom der Vuilpoort zoowel aan de uitkant als aan de westkant voor het grootste gedeelte belemmerd word de Havenmeester (get.) v. Z. (no 12) Dordrecht 29 Junij Den Heer Burgemeester! Ter vol(doe)ning aan Uwe Apostille dd 28 Junij jl No. 854 R waar bij mijne word gesteld eene circulaire van den Heer Commis- saris des Konings dd 22 Junij ll Prov. Blad No.88 betrekkelijk het ..en van Maatregelen voor de ..nelandsche Scheepvaart, ter zake de cholera heb ik de Ee U Ed Achtbare te berigten dat het mij als het meest doeltreffend is voorgekomen dat de Brugwachers den last ontvangen om elk schip dat de Haven zou willen binnen varen, aan den Schipper de noodige inlichtingen gervaagd worde of er al dan niet cholera lijders aan boord zijn of ook zijn proviand of het beddegoed behoorlijk zoomede het geheele schip is ge reinigd en hij zat van versch drinkwater heeft vorozien. Dat bij weigering om de zoo hoogst nodigen informatie te geven, zij het regt zullen hebben het binnen varen te weigeren. de brug gesloten te houden. Dat zij verpligt zullen zijn onverwijle van eene .. aan mij kennis te geven ten einde mij in staat te stellen om in over- leg met U Ed Achtb de noodgie maatregelen te nemen die |
FOLIO 038 | als den best zullen geoordeeld
worden. Naar mijn bescheide meening is dit het eenige wat als eenig ten doeltreffend kan genaamd word dan het mij met behulp van de adjunct niet mogelijk is toezicht te houden. Op die schepen diende de Haven binnen komen te meer nog daar eene politie wacht aan de monde der Havens langst moge lopen zou zijn, daar zij geregeld zoude moeten vervangen worden. en hun getal dan niet gering zoude kunnen zijn. Met het oog echter op de Rietdijkshaven en den Bom der Vuilpoort waar geen Brugwachters zijn, neem ik de vrijheid U Ed Achtb beleefd te verzoeken om daar van wege de politie een wakend oog te willen doen houden. Met betrekking tot de schepen die op de Stroom ankeren zie ik mij niet in staat U Ed Achtb naar omtrend eenige voorstellen te doen om dat daarop langs de geheele stad niets of met een groot personeel toezigt is uit te oefenen en de schepen in den regel slechts eenige uren aldaar verblijven om op het volgende getij te wachten de zij de wind contrarie is. Voor het geval dat cholera lijders op schepen die in den Havens liggen mog te komen en dit ten mijne kennis word ge bragt zal door mij alles word aangewend wat in het alge- meen belang zal noodig zijn om te zorgen dat het schip behoorlijk worde gereinigd of wel verwijderd naar een afgelegen plaats. de Havenmeester (get.) v. Z. Dordrecht dne 24 Julij 1866. Mijne Heere. Deze is dienenden U te informeeren er in de Voorstraatshaven aan de trap voor de Spuistraat twee afgebroken palen staan op een deze beide heeft heden middag met hoog water Een schip met zaad beladen gehangen gelukkig zonder verdere gevolgen ten einde zulke verder to voorkomen, verzoek ik te op beiden stompem morgen een Kolder te willen laten zetten. de Havenmeester (get.) v. Z. (aan) den Heer G.N. Itz gemeente architect |
FOLIO 039 | (no 13 met bijlage) Dordrecht 10 Aug
1866. Edel Achtb. Heere ! Ter voldoeninge Uwe Apostille dd 8 Aug ll No. 1075 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres van de Heere Visser & v.d. Sande alhier waarbij zij verzoeken om eene aanlegplaats voor eene stoomboot tusschen Rotterdam en de Moerdijk U Ed Achtb te berigten dat er bij mij geene bedenkinge bestaan hun gebruik te laten maken van het hoofd aan de Buiten Kalkhaven dat des tijds daargesteld is voor de Stoomboot tusschen Dordrecht en Londen der thans Buiten s lands verhuurd is mogt de zelve echter hier terugkomen dan moeten Adressant die plaats verder voor voornoemde boot disponibel stellen en als dar de punt der Buiten Kalkhaven aan leggen. En wat de betaling de Havengelden betreft .. ik mij verpligt U Ed Achtb mede te deelen dat alle stoomboten van die groote vijf en twintig Gulden per jaar betalen indien zo meer den vier maal s weeks van de aanlegplaats gebruik maken en er dus naar mijn idee geen onderhoud gemaakt kan .. de Havenmeester (get.) v. Z. (aan) kapitein J.G. Muller Dordrecht 13 Aug 1866. Kapitein. Reeds Twee keeren ben ik persoonlijk bij u aan boord geweest om U kennis te geven dat de kluiverboom ingevoerd moet worden, beide keeren heb ik Uw stuurman aangesproken die mij mededeelden gij niet aan boord vaart doch dat hij het U medegedeeld had, tot heden is daar trouwens nog geen gevolg aangezien er is deze dus dienden U te informeren dat indien de Kluiverboom moren ochtend niet is ingevoerd ik als dan procesverbaal; tegen U aan teken. de Havenmeester (get.) v. Z. |
FOLIO 040 | Dordrecht den 17 Aug 1866. Den Heer Rietschoten, Bok & Co Mijne Heeren ! Het is U Ed bekend dat als men een Stoomboot in de vaart brengt, men dan aan het Gemeente bestuur der plaats waar men van de aanlegplaats gebruik verlangd te maken, daartoe permissie gevraagd word, Zulkd id wel door U gedaan voor Uwe Stoomboot No. 1 doch niet voor de tweede Stoomboot die onder Uwe Directie vaart alhier vier keer per week van de aanlegplaats gebruik maakt. En is deze dus die- nende U te her.. daar zoo spoedig mogelijk werk van te maken met opgaaf der Tonnemaat ten einde U voor onaangenaamheden te vrijwaren. de Havenmeester (get.) v. Z. (No 14, 1 bijlage) Dordt 27 Aug 1866. Edel Achtbare Heere. Ter voldoening aan Uwe Apostille No. 1131 dd 20 Aug ll Heb ik de Eer onderterugzending van het aan U Ed Achtb. gerigt adres voor A. den Duijtsen & Co waar in zij verzoeken, om met de betaling der bruggegelden, gelijk gesteld te moge worden met de binnenlandsche Schroefstoombootrederij U Ed. Achtb. te berigten zulks geheel van Uwe welwillend hier afhangd, om reden dat eene of gescheid zaak is van de invordering der havengelde verder, ben ik zoo vrij U Ed Achtb. met bescheidenheid mede te deelen dat door Adresssanten en er het geheel nog geen vergunning aan U Ed Achtb. is aangevraagd om hier van de Haven gebruikt te moge maken reden en waarom ik U Ed Achtb beleefd verzoek hun dam opmerkzaam op te stellen. de Havenmeester (get.) v. Z. (15 met 1 bijlage) Dordrecht 27 Aug 1866. Eel Achtb. Heer. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 32 Aug. ll No. 1150 R Heb ik de eer onderterugzending van het aan U Ed Achtb. gerigt Adres van L.A. van Ouwerkerk cs ondernemers van Stoomboot diensten, houdend klagten over de moeijelijkheden die zij bij het aandoen van deze Stad door belemmering van zeilvaartuigen ondervinden. U Ed A. te berigten dat reeds voordien klagten vrij U waren ingekomen door mij aan den Hoofd opzigter der Gemeente werken was verzocht de borden, welke aan de kade geplaatst |
FOLIO 041 | zijn, om den schipper bekend te maken
hoezer hij van de kant moest ankeren, te doen op dchilderen en ten einde op eenige afstand goed leesbaar te zijn, waaraan onmiddellijk gevolg gegeven is, en zij eerdaags waar zullen geplaatst worden. Dat voor zoo veel mogelijk de Schippers door mij of mijne Adjunct worden Gewaarschuwd wanneer zij in strijd me de aanwijzing op bedoelde borden te digt onder den Wal omkeren, Met 't oog echter op den Stroom en de Wind is het altijd mogelijk hun te doen ver- halen daar er nu de ..l een Geschikte gelegenheid behoort te worden afgewacht. Aan het verzoek van Adressanten om de schippers te gelasten aan het l.. einde van de stad eene ligplaats te l.., kan naar mijn bescheiden meening, uit het oogpunt van billijkheid niet worden voldaan, daar het zoo niet het geval zijn moest de een boven de andere zoude worden begunstigd of in de uit- oefening van zij bedrijf worden benadert. Wanneer door U E A aan de Adressanten verzoek met eenig gunstig gevolg zou willen wordne voldaan, zou hier in voorzien kunnen worden door een politieteozicht op het w.., en wel boven iemand met de scheepvaart wolkomen bekend, die elken schipper zijne behoorlijke en voor de stoomvaart m.. hinderlijk plaats aan was. Menigmaal worden mijne hulp bij klagten als de onder hevige in .. en moet van ijten mijn kosten word ren naar plaats laten brengen waar het noodig was, hoewel ik nog voor af bij den Commissaris van het naast gelegen schuiten veer ver- voegde ten einde mij tot dat einde met eene boot en schipper behulpzaam te zijn bestond daar hoogst zelden gelegenheid toe. Daar nu alhier geen politie toezicht op dat gedeelte konde houden door Adressant bedoeld bestaat, neem ik de vrijheid U te revisseren hun als beschikking op hun adres te kunnen t geven, dat voor zoo veel mogelijk aan hunne bezwaren zal worden te gemoet gekomen Doch de billikheid en omstandigheden voor .. steeds in het oog moeten worden gehouden de Havenmeester (get.) v. Z. Aan Heeren Burg en Weth te Dordrecht |
FOLIO 042 | (No 16 2 Bijlagen) Dordrecht den 14
Sept. 1866. Edel Achtbare Heeren ! Ter voldoening van Uw Apostille dd 10 Sept ll No. 20/2232 Heb ik de Eer onderterugzending van de hierbij gevoegde Adresse van Rietschoten Bok & Co te Rotterdam waar in zij ver- zoeken om met hunne Stoomboot De Waal No 2 als aanlegplaats gebruik te mogen maken van de Merwekade en A. den Duitser & Co ons met hunnen Stoomboot Industrie eene legplaats te moge hebben in de Nieuwe Haven. U Ed Achtb te berigten en bij mij geen bedenkingen bestaan om aan hun beiden verzoek te voldoen mits zij zich onderwerpen aan alle verordeningen alhier op de Havesn vastgesteld. de Havenmeester (get.) v. Z. (aan) Burg en Weth van Dordrecht (No 17 met 1 bijlage) Dordrecht den 2 October 1866. Edel Achtb. Heer. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 29 Sept. ll. No. 1318 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Adres van de Directeur Noordbrabandsche Geldersche Stoomboot Reederij waarbij zij verzoeken ons eene ligplaats voor hunne in de vaart zijnde Stoomboot genaamd Prins van Oranje No 2 aan de Merwekade U Ed A. te berigten er bij mij geene bedenkingen bestaan om tot weder opzegging aan hun verzoek te voldoen mits zij zich onderwerpen aan de verordening op de Haven van Dordrecht vastgesteld bij Raadsbesluit van den 28 April 1863. de Havenmeester (get.) v. Z. Dordrecht den 20ste Sept 1866. De ondergeteekende alhier, directeur der Dordrechtsche Stoomboot Maatschappij bekent bij deze, er door hunnen Stoomboot genaamd Johan de Wit No. 2 gevoerd wordende door kapitein W. Weterings varende tusschen Rotterdam en Dordrecht heden avond bij .. ment alhier schade is toegrabgt aan de Merwekade en hij als Directeur zich bereid verklaard reparatiekosten van voor- noemde schade op vertoon der rekening der Gemeente ontvangen |
FOLIO 043 | alhier onmiddellijk te zullen
voldoen. Directeur der Maatschappij (get.) de Bruijn cs Dordrecht den 6 October 866. Wel Ed heere! Den 4 October ll heeft Uwe stoomboot Roterdam No 1 Kapitein Mellema alhier aan Een dese stads hoofden aangelegd en gebruik van de stadspalen gemaakt, de kapitein heeft het daar van ver- schuldigde havegeld zijnde 1 1/2 cent per ton door den Heeren Visser en van de Sande alhier doen betalen. Aan voornoemde Stoomboot lag de mede onder uwe Directeur warende Stoomboot Rotterdam No 2 gemeerd dus niet ten anker liggende, kapitein H. Koster van laatstgenoemde Stoomboot weigerde mij op aanvraag het verschuldigde Havengeld te voldoen, zeggende hij geen gebruik van de meerpalen maakte Doch hij begreep niet dat hoemeer schepen er naast elkan- der vast maken die paal zoo veel te meer te lijden heeft zulk stads eigendom is. Ik heb nodig geoordeeld hier van Rapport te doen, en het nu in last van den Edel A Heer Burgemeester alhier. U Ed te verzoeken te willen zorgen het verschuldigde Haven- geld van voornoemde Stoomboot Rotterdam No 2 zijnde 1 1/2 cent per ton franco aan mijn kantoor bezorgd word. de Havenmeester (get.) v. Z. (aan) P. Gallas Jz Hellevoetsluis (No 18) Dordrecht 7 Nov. 1866. Edel Ab Heere ! Ter voldoening aan Uwe Apostille dd ll No. 1502 R. Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres, van Littig en van den Berg te Rotterdam waar bij zij verzoeken, om eene aanlegplaats aan het Groothoofd voor hunne in de vaart zijnde Stoom- bootvarende tusschen Rotterdam en Utrecht U Ed A. berigten dat aangezien er reeds door zoo veele stoomboten van die aanleg- plaats gebruik gemaakt word er aan hunnen verzoek niet kan voldaan worden doch dat zij als aanlegplaats, gebruik kunne maken van de Merwekade mits niet langer verteovende als het laden en lossen noodig is en zich onderwerpende aan de |
FOLIO 044 | verordening vastgelstel op de Haven
van Dordrecht. de Havenmeester (get.) B.W. v. Zijp Dordrecht 7 Nov. 1866. Wel Ed Heeren ! Daar de winter ons voor de deur staat er in elk ogenbik kan overvallen ben ik zoo vrij, mijn zoo dikwijls mondeling gedaan verzoek, waar tot heden nog geen gevolg aan gegeven is schrifte- lijk te herhalen. Het is U Ed bekend dat ikde Schepen die nu de Haven wenschte te komen kan nog mag weigern daar van gebruik te maken, dat zou ik moeten doen om dat de ruimte voor schepen door U hout in genoemde dat zulks de grootste onaangenaamheden verwekken zal tijd geen twijfel, en niet ten onregten, en daar om is mijn geleefd verzoek of U Ed zoo goed wilt zijn te willen zorgen dat het hout binnen acht dagen uit de Kalk Haven naar elders vervoerd worde opdat ik de ruimte van die Haven der posi- bel heb voor de Schepen, zoo niet ben ik genoodzaakt andere maatregelen te nemen, niet twijfelende of U Ed zult aan mijn vriendelijk verzoek wel willen voldoen heb ik de Eer Hoogachtend te zijn U Ed dvd B.W. v. Zijp Havenmeester (aan) De Heere Visser en vd Sande alhier (no. 19) Dordrecht 19 November 1866. Edel Achtbare Heere. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 14 Novemb No. 1550 R. Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Adres van C. Brand wonende alhier waar hij bij namens den Heer P. van Leeuwenburg Directeur der Nieuwe Stoomboot Spui- Stroom varende tusschen Neiuw Beijerland en Dordrecht eene aanleg- plaats voor voornoemde Stoomboot verzoekt, in Oost Bom van de Vuilpoort. U Ed Achtb. te berigten dat aangezien Aldaar de plaats der vroeger in de vaart geweest zijnde Stoomboot Spuistroom nog vacant is en bij nog geene |
FOLIO 045 | bedenkingen bestaan om van zijn
verzoek te voldoen tegen betaling van het verschuldigde Havengeld en zich onderwerpen de aan de verordening de Haven van Dordrecht vastgesteld in de raadsvergadering van de 28 April 1863. v.z. Aan Heeren Burgem en Wethouders van Dordrecht Dordrecht 22 Nov. 1866 U Ed Heeren ! Daar de winter ons elk ogenblik kan overvallen en ik dus de havens voor de schepen disponibel moet hebben deze dienende U Ed te verzoeken zoo goed te willen zijn het het hout uit de Nieuwe Haven voor den dertigste November naar elders te laten verleggen in de Spoei haven en achter de twintig huisjes is daar gelegenheid toe laten komt er nog gelgenheid achter de Lands werf. Niet twijfelende of U Ed zalt wel aan mijn vriendelijk verzoek willen voldoen hebbende Eeer met achting te zijn U Ed d.v. dienaar v.z. (aan) Jacob Vriesendorp en Zonen Dordrecht den 28 November 1866. Wel Ed Heere ! Deze is dienende U Ed te informeeren dat er op het oogenblik geen haven alhier is of er leggen eenige houtvlotten van U in, dat zulks een groot ongerief voor de Scheepvaart is, beleef ik U gewis niet te zeggen daar bij komst dat de winter om elke oogenblik kan overvallen en ik aan de Schepen die komen vlugten de Havens zoo moeten weigeren Dat zulks niet verantwoord zou zijn tijd geen twijfel en daarom is mijn beleefd doch dringend verzoek of U Ed zoo goed wilt zijn, te willen zorgen het hout binnen acht dagen van hier naar elders vervoerd wordt het zij van Alblasserdam of naar den Bieschbos alhier. Niet twijfelende of U Ed zult wel aan mijn verzoek gevolgen geven heb k de Eer te zijn Wel Ed dienaar van Z. (aan) J. Smit te Alblasserdamu |
FOLIO 046 | Dordrecht den 7 Dec 1866 Wel Ed Heer. Reeds meermalen heb ik Uw gemagrigde den Heer Sandberg alhier verzocht het U toebehorende hout te doen opruimen doch tot heden is daar nog geen gevolg aangegeven en daar de winter ons elk oogenblik kan overvallen acht ik mij verplichting daar persoonlijk over te schrijven het is E Ed bekend Dat als er vorst komt alle Schepen een toevlugtsoord zoeken en dus ook hier de schepen, die ik nu niet kunnen plaatsen als U hout in de Havens ligt en daar om verzoek ik U Ed beleefd doch dringend, te willen zorgen het U toebehorende hout van hier word weg gehaald te einde de U Ed niet aansprakelijk zou behoeven te stellen voor de nadeelige gevolge die er uit zoude voort spruiten als het hier bleef liggen, Hopende U Ed aan mijn beleefd verzoek zult willen voldoen heb ik de Eer te zijn U Ed dienaar van Zijp (aan) de Heer Gebs. Pot aan den Elshout Dordrecht den 7 Dec 1866. WelEd Heeren! TAot heden heb ik te vergeefs gewacht dat het U toebe- horende hout alhier liggende weggehaald word, zoo dikwijls mij de Heer Sandberg er overgeproken hebben het tot heden zonder gevolg geweest, dat het een groot ongerief voor de scheepvaart is als de havens dppr het hout versperd zijn behoefst U Ed niet te zeggen, en darom verzoek ik U Ed beleefd doch dringend te willen zorgen of U Ed zoo goed wilt zijn te zorgen het U behorende hout voor den twaalfde dezer maand van hier opgeruimd word. Zoo niet dan ben ik verpligt U aanprakelijk te stellen voor alle gevolgen daar uit voort spruitende Met achting heb ik de Eer te zijn U Ed d. dienaar W.B. van Zijp (aan) Heeren Boogaards te Krimpen |
FOLIO 047 | Dordrecht den 10 Dec 1866. Mijne Heere Deze is dienden U Ed te informeren dat er den 5e en 6e dezer Maand 4 Houtvlotten alhier in de Kalkhaven gelegen hebben- de zelve zijn opgemeten en volgend de invordering op de Haven van Dordrecht berekend is het daarvoor verschuldigd Havengeld Vijf Gulden Zestien Cents. Ik heb daar over gedisponeerd bij den Heer Scheiberling die de betaling weigeren op grond U Ed aan genomen had het hout aan den Molen te leveren en is dus vrije verzoek zoo goed te willen zijn bij de verschuldigde Geld f 5-16 franco over te maken. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) J.N. de Haas, houtkopers te Wedel Edel Achtb. Heer. Ik heb de Eer U Ed Achtb te berigten Ik heden middag bevonden heb dat de Mond der Voorstraatshaven weder zoo verzand is dat de Schepen bij Hoogwater met vijf voeten diepgang aldaar aan de Grond raken. Daar de Winter op handen is en het een zaak van groot belang is, haast ik mij U Ed Achtb. daar onmiddelijk kennis van te geven met beleefd verzoek, dat kan het zijn er met de meer te spoed maatregelen genomen werden dat die plaats uitgediept word ten einde ongelukken te voorkomen met de meeste Hoogachting heb ik de Eer te zijn Edel Achtb Heere de havenmeester W.B. van Zijp (aan) B.En W. (no 1) Dordrecht den 10 Januarij 1867. Ter voldoening aan Art. 10 mijne Instructie heb ik de Eer U Ed Achtb. bij deze een afschrift te doen toekomen van het door mij gehouden register van ontvang der Havengelden over 1866. Met betrekking tot mijne ondervinding en den loop van dat Jaar opgedaan, acht ik het verdienstig Uwe |
FOLIO 048 | aandacht te vestigen op de in .. ll
in de Havens ge- slagen palen, en meer bepaaldelijk op die waar van de koppen tot heden niet gedekt zijn. Het dekken de palen acht ik in het belang der Gemeente voor eerst als als midel tegen inwateren ten andere om te voorkomen dat zij minder worden beschadigd daar het inslaan der haken van de Schippers. Ik neem tevens de vrijheid U Ed A in herinnering te bregende door mij in mijn Rapport van 10 Mei ll voorstelde ver- betering en Hoogstnoodzakelijke herstelling van palen en schoeiininge aan de Buiten Kalkhaven en Bomkade en tevens de meerpalen op de in dat rapport aan gewezen havens Eat betreft de verbeteringen zoo daar het slaan van nieuwe als het hebben van gebroken palen heb ik de Eer hierbij een gespecificeerde opgave te voege waar toe ik de vrijheid neem te verwijzen. In den agelopen zomer heeft de ondervinding mij daar zien dat hoe uitmuntend de Merwekade voor de scheepvaart ook is, dikwijls nog plaats gebrek is om de Schepen en Stoomboten behoorlijk tot lossing te aan aanleggen en vooral is dat het geval met de Schepen met Noordsche hout beladen te einde aan de te moeijelijk- heid te gemoet te komen heb ik de Eer U in overweging te geven om dat gedeelte van den Biesbosch, waar- van Gemeentewege duc d'alve geslagen zijn, 2 El te doen uitdiepen, waardoor als daar eene schoone gelegenheid heb geopend zijn om de zeeschepen met dat hout beladen naar die okaas te verwijzen. Ten slotte zij het mij met den meeste beschei- denheid vergund U Ed A met een enkelwoord te wijzen op e opbrengst van het Havengeld over het agelopen jaar zou als uit het door mij gehouden register van ontvang blijkt heeft dit jaar opgebragt f 12.920, 905 In 1865 f 11,297,905 al zoo in 1866 meer f 1623,00 Hierbij komt dat er 80 zeeschepen Een Een Rhijn hout minder dan in 1865 aan de Stad zijn gekomen, dan dient me tuit ht oog verloren te worden dat ten volge van den Buitenlandsche oorlog en het heerschen der cholera |
FOLIO 049 | Epridemie de vaart over het geheel
mider is geweest dan die had kunnen zijn. Ee en ander heb ik gemeend bescheiden onder U Ed aandacht te moeten brengen. Ik Geloof dus het resultaat over dot jaar zeer gusntig te moeten noemen en ik hier de voor mij zelf een aangenamen voldoening vindt. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) gemeenteraad van Dordrecht Voorstel tot het doen slaan van nieuwe en het rekken van oude afgebroken palen in de na te noemen Havens. Voorstraatshaven. 1 nieuwe paal slaan agter perceel get. C65 1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B47 2 stompen trekken agter perceel get. B54 1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B6 1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B79 1 nieuwe paal slaan agter perceel get. B60 1 nieuwe stomp trekken agter perceel get. B60 2 nieuwe palen verzetten agter perceel get. C192/105/106 Buiten Kalkhaven. 1 Duc d Alve na zien Binnen Kalkhaven. 2 schoorpaal aanbrenge en koppels aan de Paal staande voor Perceel getekend D 170 Spuihaven. 1 nieuwe paal aan brenge voor de Spuibrug. Al de koppen den nieuwe palen moeten behoorlijk gedekt worden. Behoord bij de missie van de Havenmeester van Dordrecht dd 10 Januarij 1867. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (no. 2) Dordrecht den 15 Januarij 1867. WelEd Heeren. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 10 Jan ll No. 58 R, Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegden Adres van de Heeren Penn & Bauduin |
FOLIO 050 | alhier waarbij zij verzoeken om eene
aanlegplaats voor hunnen in de vaart zijnde Stoomboot genaamd De Ster en wel in den Oost Bom der Vuilpoort heb ik de Eeer U Ed A te berigten dat der vrijdag door de Spuistroom geregeld van die plaats gebruikt gemaakt word en dus die plaats alleen op die voorwaarde gegrond kan worden wat men des vrijdags der plaats voor die Stoom- boot Spuistroom disponibel steld verdere bestaan er bij mij geene bedenkingen om hun van de Haven gebruik te laten maken mits zich onderwerpende aan de Verodening op de Haven vastgesteld. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) Heeren Burgemeester en Weth van Dordrecht (No. 3) Dordrecht den 11 Februarij 1867. Edelachtb. Heeren! Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 8 Februarij ll No. 194 heb ik de Eer onderterugzending van het int hierbij gevoegde adres van J. Zuurmond waarbij hij verzoekt om eene aanlegplaats voor eene in de vaart zijnde Stoom- boot varende van s Gravenhage op Antwerpen U Ed achtbare te berigten, dat erbij mij geene bedenkingen bestaan hem te vergunnen van aan de Merwekade en havens alhier gebruik te mogen maken tegenbetaling der verschuldigde Havengelden en zich gedragen de naar de verordening op de Haven van Dordrecht vastgesteld in Uwe raadsvergadering voor den 28 April 1862 De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) Heeren Burgemeester en Weth van Dordrecht (no. 4) De ondergetekende Havenmeester dezer Gemeente geeft bij deze vrijheid aan Kapitein Seijffert gezag- voerder van het Nederl. schip genaamd Cornelis Gips om met voornoemde Bodem aan de Merwekade te moge halen agter de Gasfabriek onder de navolgende bepalingen dat de kluiver en kluiver en buitenschuver boven in- gevoerd worden; ten tweede dat de gezagvoerder |
FOLIO 051 | verpligt is, een anker met boeier op,
op de rievier te laren vallen, om, en schip en kaden voor schade te vrijwaren en dat zoodra het schip de lading gelost heeft men als dan van de kade naar een der Havens of sleephelling moet halen. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (No. 5) Dordrecht den 21 Febr. 1867. Edel achtb. Heeren. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 18 Febr ll No. 246 R Heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adrs van J.H. van Zante Cs te Krimpen a/d Lek ondernemers eene Stoomboot tusschen Schoonhoven en Dordrecht waar bij zij verzoeken om vrijdags eene ligplaats aan de Merwekade voor hunnen in de vaart zijnde Stoomboot Schoonhoven. U Ed Achtb. te berigten, dat angezien nu de zee- schepen ook tot lossing der lading, van de Merwekade gebruik maken de ruimte van de menigvuldig aldaar aanleggende Stoomboten meeer dan nodig is en er dus doormij geene ligplaats aan de Merwekade aan voornoemde Stoomboot aangewezen kan worden evenmin bestaat er mijn inziens, geen bezwaar voor eene Stoomboot die Stoom heeft om van het Groothoofd naar de Hooikade en omgekeerd te Stoomen zoo als tot heden steeds het geval geweest is. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) Burg en Wethouder van Dordrecht (No. 6) Dordrecht 9 April 1867. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 5 April ll. R 4&6 heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde adres van den Directeur & commissarissen de Binnelandsche Schroefstoomboot Beeday(?), waar bij zij verzoeken om ligplaats hunne in devaart zijnde Stoomboten te mogen ver- plaatsen voor de W... B286/287. U Ed Achtbare te berigten, dat er bij mij geene |
FOLIO 052 | Bedenkingen bestaan om aan hun
verzoek te voldoen mits zich ondermeijnende naar de voorwaarden hun gesteld bij U besluit dd 8 September 1863. Dat men ingevolge de verordening op de Invordering van het Haven Paal- en Aanleggelden vastgesteld in Uwe openbare raadsvergadering van den 5 Julij 1864 voor voornoemde Stoomboten het verschuldigde Havengeld betaald. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) Burg en Wethouder van Dordrecht Dordrecht 8 April Monsieur! Jái ordre des Bourquemastre ici de vous faire savoire que vous devit prendre garde que votre Ratiment que est coules à fondt dans le Kalkhaven ici l'annee passee doit etre arranger au plus tard le vingt neuf Avril 1867 et quand vous manquer de le larsser faire alors vous fait reponsable pour tous les cau ...quam us Le Master de Port W.B. van Zijp (aan) Rasquin a Silles .. Andenne Belgique Dordrecht den 15 April 1867. Mijn Heer. Mijn Heer zooals U bekend is heeft Uwe Stoomboot genaamd Drie Provincien onder Uwe Directeur varende alhier reeds verscheide malen aangelegd en dus van de Stads palen gebruikmaakt, zouden het verschuldigde Havengeld te betalen, Was alhier een Agent voor Uwe Directie dan had ik er die overgesproken daar dat het geval niet is, verzoek ik U Ed zoo goed te willen zijn, zorg te dragen dat het ver- schuldigde Havengeld zijnde tien cents per ton voor het geheele Jaar. Om rede de Boot niet meer dan Eenmaal |
FOLIO 053 | per week alhier aanlegd, Franco aan
mijn Kantoor op de Kuipershaven te willen laten bezorgen. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) J. Ouwerkerk te s Bosch (No. 7) Dordrecht den 16 April 1867. Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 13 April ll No. 534 R Heb ik de eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Rapport van het bestuur der vrachtgoederen stoomboot Maatschappij te Middelburg U Ed Achtb te berigten dat de aanmerkingen die, die Heere maken omtrent de hoekplaten, en bouten waarmede die platen verbonden zijn aan het Hoofd der Bomkade, aan de Vuilpoort, niet ongegront zijn, en dat zulks naar mijn Idee, zou zijn te verhelpen, door die platen in te laten, echter geloof ik, den Heer Directeur der Ge- meentewerken U Ed Achtb. daat omtrent betere inlchting zou kunnen geven. Verder acht ik mij verpligt U Ed Achtb te informeren dat het eene verregaande onwaarheid is, at hunne schipper mij daar meer dan eens attent op zou gemaakt hebbenm, den 10 April ll heeft hij mij na dat het rapport reeds ingediend was op eene aller onbeleefde wijze daar kennis van gegeven, had hij zulks vroeger gedaan dan was ik niet ingebreke gebleven, U E Achtb. daar mede bekend te maken ten einde te kunnen voorkomen er meeder vaartuigen schade zouden kunnen beloopen De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp (aan) Burgemester en Wethouders van Dordrecht (no. 8) Dordrecht den 14 Mei 1867. Edel Achtbare Heeren! Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 8 Mei ll No. 652 R. heb ik de Eer onderterugzending van het hier bij gevogde Adres van J.B. Zahn waarbij hij als Agent verzoekt om eene aanleg- plaats voor eene ind e vaart te brengen Stoomboot genaamd |
FOLIO 054 | Anna groot
98 Tonnen waar van eigenaar zijnde de Heere van Van der Loo, en Berten te Rotterdam, zullende varen tusschen Rotterdam en Belgie, U Ed Achtb. te berigten dat er bij mij geene bedenkingen bestaan hem te vergunnen, des Woensdags met die boot aan het Groothoofd aan te leggen op Grond er op dien tijd geen Boot van die plaats gebruikmaakt, doch dat daar des Zondags geene gelegenheid toe bestaat, en als dan de Merwekade als aanlegplaats kan gebezigd worden. De Havenmeester te Dordrecht W.B. van Zijp PROCES VERBAAL Op heden den twaalfden Mei 800 zeven en zestig Heb ik Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden aan de Kuipershaven alhier, en aldaar aan de kade van die haven aanliggende gevonden de Schroefstoomboot No. 2 beho- rende aan de Binnenlandsche Schroefstoomboot Reederij alhier gevestigd, gevoerd wordende door kapt. Bisschop, aldaar van eene reis van Amsterdam, aangekomen. Op Dingsdag den veertiende Mei daaraan volgende is de zelfde Stoomboot, van Een reis naar de Moerdijk, waarheen zij des Maandags te varen was vertrokken ter tweede malen aan genoemde Kuipershaven als hun gewonen aanlegplaats aangekomen en van de ligplaats gebruik maakt. Des Donderdags den zestiende van genoemde maand Mei Heeft bedoelde Stoomboot hare aanlegplaats verlaten om eene reis naar Amsterdam te doen. Hier van is mij dit Proces Verbaal opgemaakt op den Eed bij de aanvaarding mijner bediening afgelegd, ten einde te constateren dat meergenoemde Stoomboot valt in de termen, bedoeld bij Alinea 5 van Art. 5 van het besluit tot heffing en ver- ordening op de Invordering van het Haven Paal en Aanleggeld te Dordrecht van 5 Julij 1864. De Havenmeester te Dordrecht van Zijp (aan) Stoomboot No. 2. |
FOLIO 055 | PROCES VERBAAL Op heden den twaalfden Mei 800 zeven en zestig Heb ik Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden aan de Kuipershaven alhier, en aldaar aan de kade van die haven aanleggende gevonde het schroefstoomschip No. 6 behoorende aan de Binnenlandsche Schroefstoomboot Rederij alhier gevestigd gevoerd wordende door Kapt. van Goverde, aldaar van eene reis van de Moerdijk aangekomen. OpVrijdag den zeventiende Mei daar aanvolgende in de zelfde Stoomboot van een reis van Amsterdam waarheen zij des dingsdag te voren vertrokke was ten tweede malen, aan genoemde Kuipershaven op hun ligplaats aangekomen en is daar dan den Kuipershaven van genoemde staand naar de Moerdijk vertrokken. Hiervan is door mij dit Proces verbaal opgemaakt op den Eed bij de aanvaarding mijne bediening afgelegd ten einde te constateren dat meergemelde Stoomboot valt in de termen bedoeld bij Alinea 5 van art. 5 van het besluit tot heffing en verordening op de Invordering van het Haven Paal en aanleggeld te Dordrecht van 5 Juij 1864. De Havenmeester te Dordrecht van Zijp PROCES VERBAAL Op heden den vijftiende Mei 1800 zeven en zestig heb ik Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden aan de Kuipershaven alhier en aldaar in de haven gevonden de Schroefstoom boot No. 3 Kapt. van Andel behorende aan de Binnenlandsche Schroefstoomboot Rederij alhier gevestigd komende van Amsterdam de van alhier gelost te hebben de zestiende van voornoemde maand van hier naar Zwijndrecht vertrok en van daar den zeventiende dezer in de Kalkhaven terug is gekomen om lading voor de Moerdijk in te nemen waarmede zij dien zelfde dag vertrok en den achttiende ll van daat in de Kuipershaven is terug gekomen. Hier van is door mij Proces verbaal opgemaakt op den Eee bij den aan . mijne bediening afgelegd ten einde te constateren dat meer genoemde Stoomboot .. in de termen bedoeld bij Alinea 6 Art 5 van het besluit tot heffing en Verordening op de invordering van |
FOLIO 056 | het Haven paal - aanleggeld te
Dordrecht van den 5 Julij 1864. PROCES VERBAAL. Op heden den negentiende Mei 1800 zeven en zestig heb ik Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden aan de Kuipershaven alhier en aldaar aan de kade van die Haven aanleggende gevonde de Schroefstoomboot No. 6 behorende aan de Binne landsche Schroefstoomboot Rederij alhier gevestigd bevaren wordende door Kapt van Goverden aldaar van eene reis van den Moerdijk aangekomen. Op Dingsdag den Een en twintigste Mei daaraan volgende is dezelfde Stoomboot van eene reis naar Culemburg waar heen zij des Maandags te voren vertrokken was ten tweede male aangenoemde Kuipershaven aan de Kade aangekomen van waar zij Woensdag den twee en twintigste dezer naar Amsterdan vertrok en van daar den vier en twintigste alhier retourneerde. Hier van is door mij Procesverbaal afgelegd ten einde te constateren dat meergenoemde Stoomboot valt in de termen bedoeld bij Alinea 6 Art 5 van het besluit tot heffing en verordening op de invordering van het Haven paal en aanleggeld te Dordrecht van de 5 Julij 1864. Dordrecht den 6 Junij 1867. Edel Achtb. Heeren ! Ter voldoening aan Uwe Apostille dd 1 Junij ll No. 758 R heb ik de Eer onderterugzending van het hierbij gevoegde Adres, van J.B. Zahn alhier waar bij bij verzoekt om eene aanlegplaats in de Kuipershaven voor perceel B296 voor eene in de vaart te brengen Stoomboot zullende varen tusschen Amsterdam Gouda en Dordrecht visa versa. U Ed Achtb te berigten dat er bij mij geene bedenkingen bestaan om aan zijn verzoek te voldoen met aantekening |
FOLIO 057 | echter des belangen van kooplieden
die voor hunnen pak- huizen schepen en lossing of lading bragten hebben of krijgen De havenmeester v. Z. (aan) Heere Burgemeester en Wethouders van Dordecht PROCES VERBAAL. Op heden den negenden Junij 1800 zeven en zestig heb ik Willem Bruinis van Zijp, Havenmeester te Dordrecht, mij bevonden aan de Kuipershaven alhier en aldaar in de Haven gevonden de Schroefstoomboot No. 2 kapitein Bisschop behorend aan de Binnenlandsche Schroef stoomboot Rederij alhier gevestigd komende van Amsterdam. Den Elfden van voornoemde maand is gemelde Stoomboot van hier naar de Moerdijk vertrokken, en van daar den twaalfde in de Kuipershaven terug gekomen van waar zij den zelfde dag naar Zwijndrecht vertrok en des na middags van daat weder op haar gewone aanlegplaats in meergemelde haven aangekomen is. Hiervan is door mij dit Procesverbaal opgemakat op den Eed bij den aanvaarding mijne bediening afgelegd ten einde te constateren dat meergnoemde Stoom- boot valt in de termen bedoeld bij Alinea 6 Art 5 van het besluit tot heffing en verordening op de invor- dering van het Haven Paal en Aanleggeld te Dordrecht van den 5 Julij 1864. Indien de Kommissaris van Politie vergunning verleend om een Gedeelte der lading van het schip Jan Jacob op de Merwekade te mogen lossen word als daartoe de geschilste plaats agter de Gaz fabriek aangewezen van de tijd van veertien dagen door de Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp Dordrecht 19 Junij 1867. PROCES VERBAAL. Op heden den veertiende Junij 1800 zeven en zestig Heb ik Willem Bruinis van Zijp Havenmeester |
FOLIO 058 | (kopij) te Dordrecht mij bevonden aan de Kuipershaven alhier, en aldaar aan de kade van die Haven aan leggende gevonden de Schroefstoomboot No. 6, behorende aan de Binnenlandsche Schroefstoomboot Reederij alhier gevestigd, gevoerd wordende door kapitein van Goverde aldaar van eene reis van Amsterdam aangekomen. Den zestiende Junij daar aanvolgende is de zelfde Stoomboot van eene reis naar den Moerdijk waarheen zij den vijftiende vertrokken was, ten twede malen aangenoemde Kuipershaven Kade aangekomen van waar zij den achttiende dezer naar Amsterdam vertrok en van daar dan Ee en twintigste alhier weder op haar gewone aanleg- plaats, in de Kuipershaven terug kwam. Hier van is door mij de Proces Verbaal opge- maakt op de Eed bij de aanvaarding mijne bediening afgelegd ten einde te constateeren dat meerge- noemde Stoomboot vast in de Termen bedoeld bij alinea 6 Art 5 van het besluit tot heffing en verordening op de Invordering van het Haven Paal en aanleggeld te Dordrecht van den 15 Julij 1864. De Havenmeester van Dordrecht (get.) W.B. van Zijp |
Laatst gewijzigd: september 2007.