Dordrecht: volkstelling 19 november 1849
Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 6
Inventarisnummer: 7301A (hoofdelijke invulregister)
NB.
m = mannen
v = vrouwen
* * * alle namen staan in de database! * * *
voorschriften inschrijvingsbiljetten 19-11-1849
Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 6
Inventarisnummer: 7295 (inschrijvingsbiljetten 19-11-1849)
DE ACHTERKANT VAN DE INSCHRIJVINGSBILJETTEN LUIDT:De Volkstelling heeft plaats naar het
werkelijk verblijf in den strengsten zin des woords toegepast. Iedere persoon, onboorling, of vreemdeling, op den 19den November aanwezig, zal worden ingeschreven in de Stad of Gemeente, waar hij den nacht van 18 op 19 november heeft doorgebragt.
Men verstaat onder
huisgezin eene vereeniging, van twee of meer personen, gemeenschappelijk levende, met inbegrip hunner
inwonende dienstboden. personen
bij den dag voor het huisgezin werkende of dienstdoende zijn dierhalve hieronder niet begrepen. personen
afzonderlijk levende of huisgezinnen bij anderen inwonende ontvangen een
afzonderlijk inschrijvingsbillet.
Bij de inschrijving wordt de orde gevolgd: Het hoofd van het gezin, de vrouw, de kinderen, de bloedverwanten en aangehuwden van het hoofd van het gezin, de overige
inwonende niet in familiebetrekking staande, de
tijdelijk verblijvende, de
doortrekkende personen, telkens het
mannelijk geslacht het eerst, en naar den rang van
ouderdom.
NAAM en VOORNAMEN worden
voluit geschreven.
GETAL. Het
totaal der mannelijke en vrouwelijk leden van het huisgezin op te geven.
GEBOORTEJAAR. Bij kinderen beneden het jaar (geboren op den 19den November 1848) tevens de
maand der geboorte op te geven.
GODSDIENST. Opgave van
iedere godsdienstige sekte: als Nederduitsch Hervormd, Fransch of Waalsch Hervormd, Engelsch of Presbyteriaansch Hervormd, Lid der Schotsche Gemeente, Anglikaansch Episcopaalsch Evangelisch Luthersch, Doopsgezond of Mennoniet, Remonstrant, Hernhutter of Marovische Broeder, Kwaker, Christelijke Afgescheidene, Roomsch Catholijk, Oud Roomsch of van de Bisschoppelijke Klerezie, Griek, Armeniaan, Nederduitsch Israëliet, Portugeesch Israëliet - Personen, welke de Belijdenis des Geloofs
niet hebben afgelegd, worden naar de Godsdienst der Ouders ingeschreven; bij verschil van Godsdienst bij de Ouders, naar die sekte, waartoe zij vermoedelijk later als ledematen zullen behooren.
VERBLIJF.
Tijdelijk verblijvende zijn alle personen, die
buiten de plaats hunner inwoning, langer dan
ééne maand in dezelfde Stad of gemeente aanwezig zijn. Hiertoe behooren,
wanneer zij zich bevinden buiten de Stad of gemente van hunnen inwoning of van die hunner ouders of voogden: kinderen bij voedsters of minnen geplaatst, minderjarige dienstboden of dienstdoende personen, leerlingen in kostscholen of opvoedingsgestichten, studenten en kweekelingen aan Hooge Scholen, Akadiemien, Seminarien, de kadetten op de Koninklijke Militaire Akademie en op het Koninklijk Instituut voor de marine, krijgs- en zeelieden onder de wapenen of in de kazerne, met de hen vergezellende tot hun gezin behoorende personen, gevangenen, personen in werkhuizen, bedelaarsgestichten, kolonien van weldadigheid, gasthuizen, krankzinnige of liefdadige gestichten
tijdelijk verpleegd of opgenomen. -
Doortrekkend zijn
niet langer dan
ééne maand in eene Stad of Gemeente vertoevende, zonder onderscheid of zij zich in eene herberg, een kosthuis of in eene bijzondere woning bevinden. - van de
tijdelijk uit het huisgezin
afwezigen wordt
getal en
geslacht in de aangewezen kolom ingeschreven.
BEROEP. Bij personen, die meer dan een beroep gelijktijdig uitoefenen, datgene in te schrijven, waarvoor zij op de rol der patenten het
hoogst zijn aangeslagen. Als personen die
geen beroep uitoefenen worden niet beschouwd, kinderen of personen, welke
onderwijs ontvangen of een
beroep aanleeren. - Al wie ten huize van ouders of voogden onderwijs ontvangt, wordt als
huisleerling, op scholen of buitenaf onderwezen, als
schoolleerling, wanneer hij een beroep aanleert, naar dit
beroep, met bijvoeging van het woord
leerling, in de kolom
beroep ingeschreven. Die aan eene instelling van Hooger Onderwijs zich wetenschappelijk of maatschappelijk vormt, wordt als
student,
kweekeling of
kadet, met bijvoeging van het beoefende vak, ingeschreven.
Het hoofd van het gezin is voor de naauwkeurige invulling van dit billet aansprakelijk. Op den nalatigen of weigerachtigen zijn de stafbepalingen van art. 1 der wet van den 6den Maart 1818 (Staatsblad no. 12) toepasselijk.
Laatst gewijzigd: januari 2016.