Dordrecht: impost op zout, zeep, heren- en redemptiegeld (1726-1742)
(verhogingen en verminderingen)
Bron: Erfgoedcentrum DiEP
Toegang: 3
Inventarisnummer : 3544 Lijsten houdende een opgave van degenen die aangeslagen zijn voor de impost op zout en zeep (1726-1742).
Inhoud verhoging/vermindering van de impost:
PS.
De zout- en zeepbelasting is gebaseerd op het geschatte verbruik door het gezin.
Herengeld heeft betrekking op het aantal dienstboden en knechten. Redemptiegeld is gebaseerd op een schatting van de welstand.
1739 - Zout en Zeep ingegaan 1 april 1739; verhooging versogt en gedaan den 28 sept 1739
Zout en Zeep ingegaan 1 april 1739. Pagter Arend de Heer.
Actum 28 Sept. 1739.
(
gestelt op halff)
Gerard de Beveren.
(
op halff)
Lezia Hoffman
(
op heel o(ver) 1739)
d'hr Hendrik Onderwater.
(
op halff)
Adriaan van Loon, op de Nieuwe haven
(
op halff)
Govert van Bovenen
(
op halff)
Pieter Frackin, gewezen Smit
(
op halff)
dewed. Hendrik Vriesendorp
(
op halff)
Andries Papegaaij.
Actum als boven.
Present
d'heer presid.t P. Eelboo, Borgerm. J. van Brandelaar/J. Hoop/A. Repelaaer, Thesaurier D. v. Santen.
De rest zijn gebleven op den ouden voet.
Laatst gewijzigd: april 2011.