• 
• 
• 
• 
• 

Dordrecht: Stads Krankzinnig en Beterhuis (geconfineerden 1765-1804)

---

Bron: Regionaal Archief Dordrecht (Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht))
Archief: 22 (Stads Krankzinnig en Beterhuis)
Inventarisnummer: 579 (betaalden 343x; deel 1 1765-1804; deel 2 1788-1802)

(transcriptie E. van Dooremalen) (scans verkrijgbaar: info(at)dordtenazoeker.nl)

---

(deel 1) folio 25vs

---

Pieter Kanters
is volgens appointement van de Kamer Judicieel deeser Stad van 16 Feb 1796 op de Req(ues)te van zijne huisvrouw Pieternella Husting, den 18e derselver maand in dit Huis ingenomen, voor een Jaar geconfineerd en gelogeerd in de 2de Classis, waar voor, volgens Resolutie van 5 Nov. 1795, moet worden betaald Jaarlijks
Voor Kostgeld f 240-0-0.
Voor raseeren f 4-0-0.
Het overige volgens Reekening.
Ontslagen 24 Maart 1796.

Bernardus Stam
is den 18e April 1796 provisioneel in dit Huis ingenoomen, en bij appointement van den 26e dito op de Requeste van Aart Stam voor 6/m in dit Huijs geconfineerd en gelogeerd in de 2de Classis, waar voor volgens resolutie als boven moet worden betaald, tegen f 240 in t’jaar en voorts als boven.
Ontslagen den 5 Julij 1796.

Rutger Onderbuijs
is volgens appointement van het Committé van Justitie te Cuilenburg op de Requeste van zijne huisvrouw den 28e Junij 1796 in dit Huijs ingenoomen en in de tweede Classis gelogeerd, waar voor, volgens Resolutie als boven Jaarlijks moet worden betaald
Voor kostgeld f 240-0-0.
Voor raseeren f 4-0-0.
Het overige volgens Reekening.
Ontslagen den 26 Septemb. 1796.
Weder ingenomen den 27 mai 1797 op request van Pieter Onderbuis mr timmerman te Kuilenburg etc.
En weder ontslagen 25 Mai 1799.

Cornelis Mattheusz Groenendijk
is op den 30 Junij 1796 volgens appointement van den Magistraat van Sommelsdijk op den Requeste van zijne Moeder in dit Huijs ingenoomen en in de tweede Classis gelogeerd, waar voor volgens Resolutie als boven Jaarlijks moet worden betaald
Voor kostgeld f 240-0-0.
Voor raseeren f 4-0-0
Het overige volgens Reekening.
Ontslagen den 22 feb. 1798.

Jan van den Berg
is den 25 Julij 1796 provisioneel in dit huis ingenomen, en bij appointement van de Kamer Judicieel in dato 19 nov. 1796 voor 2 Jaaren geconfineerd, mits jaarlijksch hier voor betaald worde f 52.
Ontslagen 25 April 1798.

Laatst gewijzigd: augustus 2011. (gehele transcriptie online gezet augustus 2020)