Passagierslijsten West-Indië 1889-1940 (bootreizen Suriname/Curaçao)
De database bevat o.m. de namen genoemd in de passagierslijsten (in kranten gepubliceerd) van de onderstaande Nederlandse schepen.
De
rood gekleurde lijsten ontbreken nog in de database.
Reizen van Nederlandse schepen (per jaar geordend)
PRINS WILLEM II
1896
THUISREIS * Passagiers aan boord van het st.
Prins Willem II, kapt. J.F. Dörr, 17 Dec. 1895 vertr. van Paramaribo, 1 Jan. 1896 te Havre aangekomen.
UITREIS * Passagiers aan boord van het st.
Prins Willem II, kapt. G.D. Nieman, vertr. 30 dezer van Amsterdam naar Paramaribo.
1904
THUISREIS * Passagiers a/b. st.
Prins Willem II, kapt. J.A. Beckering Vincker, van West-Indië naar Amsterdam. (febr 1904)
1906
UITREIS * Passagiers aan boord van het st. '
Prins Willem II', kapt. D. Haasnoot, vertrokken 10 Aug. van Amsterdam naar West-Indië. (1906)
1910
THUISREIS * van West-Indië naar Amsterdam, 3 Jan. te Havre aangekomen
UITREIS (61e reis) * dat 21 Jan. van Amsterdam naar West-Indië vertrekt (passeerde 23 Jan.. Ouessant)
(vergaan 1910; 15 passagiers, 38 man equipage)
1910 went missing on voyage Amsterdam to Paramaribo; loss of 73 lives."
De 15 passagiers waren (gezagvoerder: J.W. van Slooten):
(1) S.D.F.Th. Bont
(5) N.J. Bijl, echtg. en 3 kind.
(1) H. Hövelmann
(1) A. van Kregten
(1) J. van Radenbach
(1) E. Reichel
(2) W.N. Sevenoaks en echtg.
(1) F. Stempel
(1) R.C. Tyson
(1) F. Vogler
[bron: NRC 20-1-1910, editie 2, blad 3] |
NB.
-
ALLERLEI.
DE PRINS WILLEM II.
Nog steeds is geen bericht ontvangen van het stoomschip '
Prins Willem II' van den Kon. West-Indischen Maildienst, dat met 38 man equipage en 15 passagiers aan boord, 21 Januari uit Amsterdam is vertrokken en ongeveer 8 Februari te Paramaribo moest arriveeren. Te Londen werd gisteren reeds 68 pCt. en te Amsterdam 25 a 35 Pct. herverzekeringspremie betaald.
Het Nbld. heeft naar aanleiding van het uitblijven van tijding aangaande de '
Prins Willem II' een onderhoud gehad met twee stuurlieden van de koopvaardij, van wie een de route naar West-Indie, die de booten van de Kon. West-Indischen Maildienst nemen, meermalen heeft afgelegd.
Wat op haar betreffende vragen geantwoord werd, vat het blad in het onderstaande
samen:
* Een vrij algemeene opinie onder deskundigen is, dat de '
Prins Willem II'
machineschade heeft gekregen en hulpeloos rond drijft. De route nu, die de
schepen van den West-Indischen maildienst afleggen, is zeer weinig bevaren,
waardoor de kans op ontmoeting gering is. Het gebeurt toch meermalen, dat
schepen van dezelfde lijn de reis Ouessant-Paramaribo (ongeveer 6 dagen)
afleggen, zonder een ander schip te ontmoeten.
* Intusschen is de route der schepen van den K.W.I.M. een der mooiste routes in
het zeewezen. Door het diepe water bestaat er geen gevaar voor stranding. Na het
passeeren der Azoren komt men in den Noord-Oostpassaat en heeft men, voor den
wind varende, tot paramaribo zeer goed weer. Op dit gedeelte van de route is
vergaan van het schip zeer onwaarschijnlijk.,
* Nadat de '
Prins Willem II' op 21 Jan. j.l. was uitgevaren, is het schip
gesignaleerd van Ouessant, welk eiland 23 Januari halftwaalf des middag
gepasseerd werd. Alleen van dit punt tot de Azoren-een afstand van 1185
zeemijlen, welke in 5 a 6 dagen afgelegd wordt- zou het door een zwaren storm
kunnen zijn beloopen, met slecht gevolg.
* Gewoonlijk wordt door de passeerende schepen naar St. Miquel - een seinpost op
de Azoren- geseind. Ditmaal is van de '
Prins Willem II' niets vernomen,
hetgeen echter niet zeggen wil, dat het schip St. Miquel niet gepasseerd zou
zijn. Immers de '
Prins Willem II' heeft geen middelen aan boord om des
nachts te seinen.
* Het gunstigst denkbare geval is dus, dat het schip, na Ouessant, ook de Azoren
(St. Miquel), des nachts b.v., zonder onheil gepasseerd id en dus het mooie
gedeelte van de route bereikt heeft, n.l. Azoren-Paramaribo, dat ongeveer 2500
zeemijlen lang is. Op dit lange en zeer weinig bevaren traject kan het schip dus
met eenig ongeval ronddrijven.
* Het breken b.v. van krukassen en schroefassen, of het verliezen van de schroef
komt meermalen voor en zulke schade is gewoonlijk moeilijk op zee te herstellen.
Dan drijft het schip hulpeloos rond; de kans met zeilen een kustplaats te
bereiken is zeer gering. De schepen liggen te diep geladen en de zeilen zijn te
klein om voortgang van eenige beteekenis mogelijk te maken. Ook het roer kan
defect zijn.
Wat nu het opzoeken van de '
Prins Willem II' betreft. De schepen van den
K.W.-I.M. hebben een voorgeschreven route. Hr. Ms. pantserdekschip
UTRECHT
en de '
Prins Willem IV', die als opzoekers uitgaan, zullen nu dezelfde
route volgen, dan bestaat er kans, dat het hulpelooze schip gevonden wordt.
Intusschen, als de '
Prins Willem II' zijn voortbewegingsvermogen is
kwijtgeraakt, dan is de waarschijnlijkheid, dat het schip reeds zeer ver
uit den gewonen koers is, groot. B.v. zou het schip om de ZuidWest gezet kunnen
zijn.
In elk geval zullen de zoekende schepen een zeer groote uitgestrektheid moeten
afzoeken, om eenige kans op ontmoeting met het vermiste schip te hebben.
* Wel heeft de
Utrecht draadlooze telegraphie aan boord, maar wegens het
ontbreken daarvan aan boord van de '
Prins Willem II' kan men langs dezen
weg geen verbinding met elkaar krijgen.
* Door zig-zagsgewijze te koersen, de koerslijn (route) ongeveer in het midden
houdende, trachten altijd de zoekende schepen de kans om een vermist te vinden,
te vergrooten.
Deze mededeelingen uit deskundigen mond werden besloten met de bewering, dat men
in scheepvaartkringen pas na een vermissing van ten minste een maand aan totaal
verlies denkt.
[Het Centrum 1910_02_19_0_03]
-
STOOMSCHIP PRINS WILLEM II.
Het pantserschip
Utrecht is Zaterdag met vollen lading met spoed van
Paramaribo vertrokken ter opsporing van het vermiste stoomschip '
Prins Willem
II'.
[Het Centrum 1910_02_21_0_02]
-
DE PRINS WILLEM II.
Hoewel de directie van den Kon. West-Indischen Maildienst te Amsterdam nog immer
zonder bericht is omtrent de '
Prins Willem II' blijft zij alsnog het
waarschijnlijk achten, dat het vaartuig hulpeloos op zee ronddrijft met defect
aan machines en schroef ... en er zijn nog voor vele maanden voldoende
levensmiddelen aan boord.
Het st. '
Prins Willem V' van den Kon. West-Indischen Maildienst
arriveerde 21 dezer te Paramaribo. Van de '
Prins Willem II' was niets
gezien. De '
Prins Willem IV', uitgezonden om te zoeken, is nog niet
teruggekeerd.
[NRC 1910_02_25_2_01]
-
DE PRINS WILLEM II.
Nog steeds verkeert men in het onzekere omtrent het lot van het stoomschip van
den Kon. West-Indischen Maildienst '
Prins Willem II'. Den 8 Februari werd
het schip inn Paramaribo verwacht en nu is het reeds eind Februari, zonder dat
men iets naders vna hetvaartuig heeft vernomen. Naar vermoed wordt, zou het
schip een defect aan de machines kunnen gekregen hebben [...]
[Het Centrum 1910_02_26_0_09]
-
DE PRINS WILLEM II. Gistermiddag heeft de directie van den W.-Ind.
Maildienst een telegram uit Glasgow ontvangen, volgens hetwelk het drijvende
wrak twee schoorsteenen vertoont, terwijl de '
Prins Willem II'
slechts één pijp heeft. Volgens haar kan er dan met zekerheid gezegd worden,
dat het gevonden wrak niet dat van haar vermiste stoomschip is.
[Het Volk 1910_03_09_0_03]
-
DE PRINS WILLEM II.
Uit Amsterdam meldt men ons: De directie van den Kon. West-Indischen Maildienst
heeft door bemiddeling van het ministerie van buitenlandsche zaken het
navolgende bericht ontvangen van den vice-consul der Nederlanden te Lorient:
In zee bij Belle Ile (Westkust van Frankrijk) werd opgevischt een reddingboei,
dragen het opschrift '
Prins Willem II - Amsterdam' en een sloepriem,
gemerkt '
Prins Willem II', terwijl voorts op het eilandje Hoedie (in de
nabijheid van Belle Ile gelegen) is aangedreven een zwart bord, waarop in witte
letters het navolgende geschilderd is:
Roercommando
Indien gecommandeerrd wordt
Bakboort uit <--2--> Stuurboord uit
welk bord eveneens tot de inventaris van een onzer schepen behoord moet hebben.
Hoewel uit het aandrijven van deze inventarisartikelen niet direct de conclusie
mag getrokken worden dat de '
Prins Willem II' vergaan is, omdat het alle
losse dekartikelen zijn, die bij slecht weer betrekkelijk spoedig over boord
kunnen geraken, zoo geeft het, naar de directie der K.W.I.M. ons meedeelt,
zeer zeker aanleiding, het het vermoeden uit te spreken dat het ergste te
vreezen is.
De '
Prins Willem II', van den Koninklijken West-Indischen Maildienst te
Amsterdam, werd in 1890 te Amsterdam door de Nederlandsche
Scheepsbouw-maatschappij gebouwd.
De hoofdafmetingen zijn; lang 264, breed 36 en hol 21 Eng. voet. De bruto-inhoud
is 1621 en de netto-inhoud 1015 register-ton.
De triple expansie-machines die 1250 I.P.K. kunnen ontwikkelen, hebben cilinders
mnet middellijnen van 22 1/2 -34 en 56 Eng. duim, bij een slag van 40 Eng.
duim. De ketels 11 x 25 voet, werkten met een druk van 160 Eng. u.
De equipage van de '
Prins Willem II' was volgens de ons door de directie
verstrekte monsterrol als volgt:
Kapiten J.W. van Slooten
1e officier W.K. de Groot
2e officier H.O. Friedrich
3e officier J.C.G. Jongman
1e machinist A. de Weger (Weijer)
2e machinist F.L. Kelders
3e machinist M. Kersloot
4e machinist R. Meijer
geneesheer L. Vrind
hofmeester F. v.d. Ben
2e hofmeester A. van Leiden
linnenjuffrouw C.M. Buysman
chefkok J. Noordenbos
2e kok J.H.J. Foullois (Poullois)
koksjongen D. Hermandez
bediende 2e kl. H.H. Lugten
bediende salon M.J. Pothuys
bediende messroom K.M. Tatgenhorst
bediende pantry M. Hermandez
bootsman W.H. van Leeuwen
timmerman L. Biesbrouch
lampenist D. Lepplaa (Lippla)
matroos D. Roda (Roorda)
matroos Warner Bakker
matroos C. Hofker
matroos S. Wiebenga
matroos C.K. Kuyper
matroos J. Sparrius
lichtmatroos T. Vogelzang
lichtmatroos S. Postma
donkeyman J.P. de Vries
1e stoker Josef van Uiter
1e stoker J. Rooijer
2e stoker Jan de Jong
2e stoker L. Vernier (Vornier)
2e stoker P. Cuales
tremmer J. Laher
tremmer J. Crips
tremmer O. Koeiman
Het vergane stoomschip had de volgende passagiers aan boord:
E. Reichel
W.N. Sevenoaks en echtg.
F. Vogler
R.C. Tyson
S.D.F.Th. Bont
N.J. Bijl, echtg. en 3 kinderen
F. Stempel
H. Hövelmann
J. van Radenbach
en A. van Kregten
De
R.C. Tyson, ingenieur, was vanwege de firma THOM AND CAMERON
uitgezonden met opdracht een onderzoek in te stellen op het placer La Fortuna.
De
heer Sevenoaks, districtsgeneesheer, had gedurende zijn verloftijd het
artsexamen afgelegd, en maakte te Berlijn en te Londen studies in huis- en
geslachtsziekten en aan de London School Of Tropical Medicina in tropische
ziekten, waaronder beri-beri, tropische dysentrie en filariosis. In Januari j.l.
was de heer Sevenoaks gehuwd met mejuffrouw Helene Rempel te Dresden.
[NRC 1910_03_16_2_01
- [..] De directie van den Kon. West-Indischen Maildienst heeft, zoo meldt de
Tel., gisteren nog een nader telegram ontvangen, waarin meegedeeld word, dat in
de buurt van Belle Ile ook een kist is aangespoeld, behoorende tot de lading van
het verdwenen stoomschip '
Prins Willem II'. Deze
vondst maakt het vermoeden dat het schip in de Golf van Biscaye vergaan is,
welhaast tot zekerheid.
Wij kunnen nog meedeelen, dat de tremmers en de stokers,
één uitgezonderd, allen afkomstig waren uit Curacao.
De machinisten Kelders en Meijer, de 2e hofmeester Van
Leiden, de linnen-juffrouw Buysman, de
chef-kok Noordenbos, de 2e kok Poulloir
[Foulloir?], de 2e bediende Lugten, de
bediende Fatgenhorst [Tatgenhorst?], de
lichtmatroos Vogelzang, de donkeyman De
Vries en de 2e stoker De Jong zijn allen
Amsterdammers; De Vrind, de scheepsdokter en de
hofmeester F. van der Ben, zijn Hagenaars; de
salon-bediende Pothuys en de timmerman Biesbrouck
zijn Haarlemmers; de koksjongen Hermandez en de
bediende Hermandez waren afkomstig uit Curacao.
De gezagvoeder van het verongelukte s.s. '
Prins Willem II' de heer J.W.
van Slooten, was gehuwd en woonde te Leeuwarden, de officieren
waren alle drie ongehuwd en hadden hun domicilie te Amsterdam.
Van de machinisten was de heer A. de Weyer gehuwd
en de heer M. Versloot, ongehuwd; de eerste woonde
te Bussum, de tweede had het laatst in Amsterdam gewoond.
De bootsman W.H. van Leeuwen, de matrozen Roorda,
Warner, Bakker, Hofker, Wiebenga en Sparrius waren Amelanders, terwijl Lippla
en Kuyper Amsterdammers zijn.
[Het Centrum 1910_03_17_0_03]
-
DE PRINS WILLEM II.
De directie van den West-Indischen Maildienst heeft door bemiddeling van het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken bericht ontvangen van den vice-consul der
Nederlanden te Lorient:
In zee bij Belle Ile (Westkust van Frankrijk) werd opgevischt een reddingboei,
dragende het opschrift '
Prins Willem II - Amsterdam' en een sloepriem,
gemerkt '
Prins Willem II', terwijl voorts op het eilandje Hoedie (in de
nabijheid van Belle Ile gelegen) is aangedreven een zwart bord met witte letters
dat eveneens tot de inventaris van het schip behoord moet hebben.
Hoewel uit het aandrijven van deze inventarisartikelen niet direct de conclusie
mag getrokken worden dat de '
Prins Willem II' vergaan is, omdat het alle
losse dekartikelen zijn, die bij slecht weer betrekkelijk spoedig over boord
kunnen geraken, zoo geeft het zeer zeker aanleiding het vermoeden uit te spreken
dat het ergste te vreezen is.
[Het Volk 1910_03_17_0_03]
-
DE PRINS WILLEM II.
Bij de directie van den Koninklijken West-Indischen Maildienst is heden bericht
ontvangen uit Vannes (Frankrijk), meldende dat aan de kust bij Damgam (Quartier
de Vannes) nog zijn aangespoeld:
1e. Een plankje van 50 cm bij 6 cm, dragende het opschrift '
Prins
Willem II' welk plankje bevestigd, is aan een der sloepen van het
stoomschip;
2e. een stuk van een roeriem, dragende het opschrift '
Prins Willem II'.
[Het Volk 1910_03_19_0_03]
-
DE PRINS WILLEM II.
De directie van de K.W.I.M. deelt mede, dat door haar aan de nagelaten
betrekkingen van de bemanning van de '
Prins Willem II' jaarlijksche
uitkeering zal worden gedaan. Zij zal geen liefdegiften in ontvangst nemen.
(Vad.).
[bron: Het Centrum 1910_03_29_0_02]
-
HET VERGAAN DER PRINS WILLEM II.
De Raad voor de scheepvaart hield Vrijdagavond inhet paleis van Justitie te
Amsterdam een zitting, waarin een aanvang werd gemaakt met het onderzoek van het
stoomschip '
Prins Willem II', kap. Van Slooten,
van den Konink. West-Indischen Maildienst, op weg van IJmuiden naar Paramaribo.
Een talrijk publiek, waaronder zich vele nabestaanden der
verongelukten bemanning bevonden, woonde de zitting bij.
Het eerst werd als getuige gehoord de heer C.M. van Rijn, directeur van de
Konink. West-Indischen Maildienst [..] 1889/1890 gebouwd...eerste reis 7 Maart
1890 [...] 39 personen bemanning, 13 volwassen passagiers en 2 kinderen [...]
[bron: Het Centrum 1910_04_18_0_05]
-
HET VERGAAN DER PRINS WILLEM II.
Het bestuur van den Algem. Nederlandschen Zeeliedenbond richt zich tot het
publiek met een schrijven naar aanleiding van bovengenoemde scheepsramp.
Herinenrend aan een door het Engelsche blad Daily Mail opgemaakte grafische
voorstelling der bedrijfsongevallen, die aangaf dat het scheepvaart-bedrijf het
gevaarlijkste van alle is, wijzen de bestuurders er op, dat de [...]
[bron: Het Volk 1910_04_20_0_01]
-
Algemeene Ned. Zendings-conferentie ... vergaan van het stoomschip
Prins
Willem II, dat drie zendingsmannen aan borod had, onder wie directeur
Ernst Reichel, belast met een inspectie-reis in West-Indie. Voorts
herdacht spr. dr. Otto, zendingsarts in China, F. von Bodelschwing en mevr.
Esser-Hovy, G. van Asselt en S.H. Buitendijk, wier heengaan een groote leegte
achterlaat....etc.
[bron: NRC 1910_10_29_1_07]
- Heden den 24-11-1913. Ten verzoeke van GERARD VRIND, leeraar in de oude talen,
wonende te 's-Gravenhage, ten deze domocilie kiezende aldaar aan de Molenstraat
no 18 ten kantore van de Advocaten en Procureurs mrs. LIMBURG en DE KANTER van
wie mr. Jan Willem de Kanter door mijn requirant tot zijn procureur gesteld
wordt en als zoodanig voor hem zal optreden.
Heb ik WILLEM JOHANNES BIKBERGEN, eerste deurwaarder bij de
Arrondissements-Rechtbank te 's-Gravenhage, wonende en kantoor houdende aldaar
aan de Wagenstraat no 38a (of 88a).
Gedagvaard.
LUCAS VRIND, laatstelijke gewoond hebben te 's-Gravenhage
doch thans afwezig en zonder bekende woon- of verblijfplaats, mitsdien min
exploit doende door aanplakking van een afschrift dezes aan de hoofddeur van de
vergaderplaats des Arrondissements-Rechtbank te 's-Gravenhage en aan het huis
dier gemeente, terwijl gelijk afschrift door mij deurwaarder is overgeven aan
den E.A. Heer Officier van Justitie bij gemelde Rechtbank, doende ik deurwaarder
mijn exploit te diens parkette in het paleis van Justitie aan het Korte Voorhout
No 11 te 's-Gravenhage, alwaar ik sprak met en afschrift dezes liet aan Z. E.A.
Mr. J.J. CARSTEN, Officier van Justitie in persoon, door wien het origineel van
dit exploit met gezien is geteekend, terwijl eindelijk dit exploit zal worden
geplaatst in het dagblad De Avondpost verschijnende te 's-Gravenhage en in hte
dagblad De Neiuwe Rotterdamsche Courant verschijnende te Rotterdam.
Om op Donderdag den 26-2-1914 des voormiddags te half 11 ure, te verschijnen ter
openbare burgerlijke terechtzitting van de Arr.Rechtbank te 's-Gravenhage Tweede
Kamer, gehouden wordende aldaar in het Paleis van Justitie aan het Korte
Voorhout No 11.
Ten einde:
Aangezien gedaagde, broeder van den eischer, geboren te ZUID-LAREN
den 23-2-1873 laatstelijk heeft gewoond te 's-Gravenhage aan de Buys
Ballotstraaat nummer 17 en deze woonplaats, zonder orde op zijne zaken te hebben
gesteld of volmacht tot het waarnemen daarvan te hebben gegeven, heeft verlaten
in Januari 1910 door op den 21sten Januari 1910 met het stoomschip 'PRINS
WILLEM II' als passagier uit Amsterdam te vertrekken naar
West-Indie;
Aangezien dit schip daar nimmer is aangekomen en de laatste tijding die van dit
schip is ingekomen, is die van het passeeren van Quessant op 23 Januari 1910;
Aangezien sedert geenerlei bericht is ingekomen waaruit van zijn in leven zijn
of overlijden blijkt;
Aangezien er alzoo meer dan drie jaren zijn verloopen sedert zijn vertrek en er
dus rechtsvermoeden van overlijden en aanzien van voormelden LUCAS VRIND kan
worden uitgesproken;
Aangezien eischer bij beschikking van de Arr-Rechtbank te 's-Gravenhage van den
10-1-1913 verlof heeft verkregen om den gedaagde bij eene openbare dagvaarding
loopende op een termijn van drie maanden voor de ze Rechtbank op te roepoen;
Aangezien bij exploit van deurwaarder BIKBERGEN van 22-2-1913 de gedaagde is
opgeroepen om ter terechtzitting van den 29-5-1913 in persoon of door iemand van
zijnentwege van zijn aanwezen te doen blijken, welk exploit krachtens de
zooevenvermelde beschikking is aangekondigd in de dagbladen de NRC van 25-2-1913
en De Avondpost van 24-2-1913;
Aangezien echter op genoemde terechtzitting gedaagde noch in persoon noch door
iemand vanzijnentwege is verschenen of van zijn aanwezen heeft doen blijken;
Aangezien de Rechtbank daarop bij vonnis van den 12-6-1913 akte der
niet-verschijning van den gedaagde heeft verleend en den eischer verlof heeft
verleend om op dezelfde termijnen en met inachtneming van dezelfde formaliteiten
als waarop de eerste dagvaarding is gedaan eene tweede openbare terechtzitting
te doen;
Aangezien bij exploit van deurwaarder W.J. BIKBERGEN van 14-7-1913, welk exploit is aangekondigd in de dagbladen de NRC van 15-7-1913 en de Avondpost van 15-7-1913, de gedaagde voor de tweede maal is opgeroepen, thans om ter terechtzitting der Rechtbank van 16-10-1913 in persoon of door iemand van zijnentwege van zijn aanwezen te doen blijken;
Aangezien echt op bedoelde terechtzitting gedaagde noch in persoon noch door iemand van zijnentwege is verschenen of van zijn aanwezen deed blijken;
Aangezien de Rechtbank daarop acte van die niet-verschijning gevende, bij vonnis van 30-10-1913 den eischer verlof heeft verleend om op denzelfden termijn en met inachtneming van dezelfde formaliteiten als waarop de eerste en tweede dagvaarding zijn gedaan een derde dagvaarding te doen;
Mitsdien in persoon door iemand van zijnentwege van zijn aanwezen te doen blijken, bij gebreke waarvan de eischer zal concludeeren dat het der Rechtbank behage te verklaren dat er regtsvermoeden van overlijden ten aanzien van gedaagde LUCAS VRIND bestaat sedert 23-1-1910, kosten rechtens.
De kosten dezes zij f 1,50 buiten schrijfloon, verschotten en visa. (getekend) Bikbergen, deurw.
Gezien De Officier van Justitie, bij de Arr-Rechtbank te 's-Gravenhage (get) J.J. CARSTEN
[NRC 1913_11_25_1_04]
Laatst gewijzigd: augustus 2005.