KLASSE | Amsterdam, Den Haag Rotterdam |
Arnhem, Den Bosch Delft, Dordrecht Gouda, Groningen Haarlem, Leeuwarden Leijden, Middelburg Nijmegen, Utrecht, Zwolle |
Alkmaar, Amersfoort Breda, Campen Deventer, Enkhuizen Harlingen, Hoorn Schiedam, Zutphen Zierikzee |
Bergen op den Zoom, Brielle, Franeker Goes, Gorinchem. Hardrwijk, Thiel Vlisisngen, Weesp |
De overige Steden en het Platte Land |
1ste | f 160 | f 120 | f 90 | f 60 | f 40 |
2de | f 100 | f 75 | f 55 | f 35 | f 25 |
3de | f 10 | f 40 | f 30 | f 20 | f 12 |
4de | f 25 | f 20 | f 15 | f 10 | f 6 |
5de | f 15 | f 12 | f 9 | f 6 | f 4 |
6de | f 10 | f 8 | f 6 | f 4 | f 3 |
7de | f 5 | f 4 | f 3 | f 2 | f 1-10-0 |
8ste | f 1-4-0 | f 1 | f 0-15-0 | f 0-10-0 | f 0-8-0 |
[Art. 25] Tot de 1ste Klasse behooren.
- Kooplieden, zijnde Bankiers van Negotiatiën, ten laste van vreemde
Mogenheden.
- Kooplieden, waar onder begrepen Bankiers, Zeehandeleren,
Commissionairen, Factoors en alle zoodanige, welke geen Winkelnering, ofte
Kleinhandel drijven, om het even welke anderzints de voorwerpen van hunnen
Handel zijn, die in Obligatiën, Effecten en Fondsen, hier onder mede begrepen,
voor zoo ver laatstgemelde als Kooplieden, Commissionairen of Factoors in
Obligatiën, Effecten en Fondsen, bekend staan.
TWEEDE KLASSE.
[Art. 26] Tot de 2de Klasse zullen behooren
- Kassiers, Kooplieden, waar onder begrepen Commissionairen, Factoors
enz, volgens de omschrijving in het vorig Artikel.
- Koffijschenkers en Societeiten te Amsterdam, den Haag en Rotterdam
- Logementhouders of Herbergiers, vijf en twintig Kamers of daarenboven
tot gebruik of Logement gemeubileerd hebbende, en
- Makelaars.
DERDE KLASSE.
[Art. 27] Tot de derde Klasse worden gebragt.
- Advocaten, Artzen of Doctoren in de Medecijnen
- Apothekers
- Assuradeurs
- als Kooplieden in geene hoogere noch in deze Klasse gepatenteerd zijnde Bierbrouwers
- Billiard-houders, voor elke Billiard-Tafel te Amsterdam, den Haag en
Rotterdam
- Branders Koren en Moutwijn of Jenever Stokende
- Cargadoors of Scheepsbevrachters
- Courantiers
- Distellateurs van fijne Likeuren
- Grossiers in Wijnen
- Kooplieden, volgens de vorige omschrijving
- Kassiers
- Koffij-schenkers en Societeiten behalve te Amsterdam, den Haag en
Rotterdam
- Logementhouders of Herbergiers vijftien Kamers tot vier-en-twintig tot
gebruik of Logement gemeubileerd hebbende.
- Makelaars
- Notarissen
- Procureurs
En vervolgens alle de navolgende Fabrijken, Trafijken en Bedrijven, wanneer
de Societeit, Compagnieschap, Perzoon, Werkbaas of Werkmeesters, meer dan
vijftig mans of Vrouwen boven twintig Jaren oud, het zij in- of buiten zijn
Huis of daar toe geschikte Gebouwen, in vasten en permanenten Dienst of Werk
heeft, zullende zes maanden of meer voor één geheel Jaar worden begrepen, het
getal der geëmploijeerden bijeengevoegd worden.
- Baleinsnijders en Bereiders.
- Behangers
- Beeldhouwers
- Behangsel-fabrijken
- Blekerijen van Linnen, Klederen of Garens
- Blikslagers
- Boekbinders
- Boekdrukkerijen
- Borstel of Schuijermakers
- Bontwerkers
- Dijkwerkers-baas
- Fabrijkeurs, met Weefgetouwen of Moollen-werk
- Glazemakers
- Garenspinderijen
- Goud en Zilverdraad-trekkers
- Garentwijnderijen
- Glanzerijen
- Haarbereiders
- Handschoenmakers
- Hei-bazen
- Hoeden Fabrijken
- Instrumentmakers
- Katoen Spinderijen
- Katoen-Drukkerijen
- Katoen Stof Fabrijken
- Kledermakers en Kledermaaksters
- Knoopen-Fabrijken
- Knoopen-makers
- Kousen-Fabrijken
- Klanders
- Kuipers
- Koren-wassers
- Kopers-slagers
- Laken Fabrijken
- Lederwerkers
- Letter-Gieterijen
- Loodgieters
- Looijeren en Huiden of Velle-Bereiderijen
- Mandemakers
- Metzelaars
- Pelterij-bereiders en Werkers
- Perserijen
- Passement en Borduurwerkers
- Pijpenbakkerijen
- Plateel-bakkerijen
- Rijdtuigmakers
- Rolreeders
- Scheepstimmerlieden
- Schoenmakers
- Schilders
- Smids
- Spiegelmakers
- Steenhouwers
- Speldemakers
- Tapijt- of Kleden Fabrijken
- Touwslagerijen van dun werk
- Tegel-Bakkerijen
-Tinwerkers en Tinnegieters
- Timmerlieden
- Trijp-Fabrijken
- Verwers.
- Verwerijen.
- Wagenmakers.
- Wolle Stoffen-Fabrijken.
- Zadelmakers.
- Zijde-Fabrijken.
- Zeilmakers.
- Zeildoek-Fabrijk.
- Zeijde-twijnders.
VIERDE KLASSE.
Tot de vierde Klasse behooren:
[Art. 28]
- Advocaten
- Artzen of Doctoren in de Medicijnen
- Apothekers
- Banket-Bakkers
- Billardhouders, voor elke Billard-Tafel behalve, te Amsterdam den Haag
en Rotterdam
- Broodbakkers
- Carcadoors of Scheeps-bevrachters
- Convooij-loopers
- Chirurgijns
- Goudsmeden
- Horlogiemakers
- Juweliers
- Kooplieden, volgens de vorige omschrijving
- Kassiers
- Kaarsenmakers
- Koekebakkers
- Kolfbaanhouders, voor elk overdekte Baan
- Logementhouders of Herbergiers, negen tot vijftien Kamers tot gebruik,
of Logement gemeubileerd hebbende, of met minder Kamers, vijf of meer
Dienstboden houdende
- Makelaars
- Notarissen
- Scheeps-Beschuitbakkers
- Slagters
- Waskaarsmakers
- Zilversmeden
Vervolgens alle de bij de derde Klasse genoemde Fabrijken, Trafijken, Werkbazen
en Meesters, en andere van gelijken aard, 25 Personen of meer emploijeerende tot
49 toe.
VIJFDE KLASSE.
[Art. 29]
Onder de vijfde Klasse zijn begrepen:
- Advocaten
- Artzen of Doctoren in de Medicijnen
- Apothekers
- Broodbakkers
- Cargadoors of Scheeps-bevrachters
- Convoij-loopers
- Chirurgijns
- Goudsmeden
- Horologiemakers
- Juweliers
- Kaarsenmakers
- Kassiers
- Kooplieden, volgens de vorige omschrijving
- Koekebakkers
- Logementhouders of herbergiers, zes tot acht Kamers in gebruik, of tot
Logement gemeubileerd hebbende, of met minder kamers, vier Dienstboden hebbende
- Makelaars
- Notarissen
- Scheeps-beschuitbakkers
- Slagters
- Smeersmelters
- Solliciteurs
- Zilversmeden
Vervolgens alle bij de derde Klasse genoemde Fabrijken, Trafijken, Werkbazen en
Werkmeesters, en andere van gelijken aard, dertien Personen of meer
emploijeerende tot 24 incluis.
ZESDE KLASSE.
Tot de zesde Klasse behooren:
[Art. 30]
- Architecten
- Apothekers
- Broodbakkers (Roggen)
- Chirurgijns
- Convooij loopers
- Dansmeesters
- Essaijeurs
- Foelijslagers
- Horlogiemakers
- Kaarsenmakers
- Kolfbaanhouders voor elke opene en noch geheel noch gedeeltelijk
overdekte Baan
- Kostschoolhouders
- Kooplieden, volgens de vorige omschrijving, doch geen f 10.000 in het
jaar omzettende
- Landmeters
- Lombardiers, of Bank van Leeninghouders
- Logementhouders of Herbergiers, vier of vijf Kamers in gebruik of tot
Logement gemeubileerd hebbende, of met minder Kamers, drie Dienstboden hebbende
- Muzijkmeesters
- Pikeurs
- Paarden Docters
- Paruikemakers
- Slagters
- Scherm-meesters
- Teekenmeesters
- Translateurs
- Tappers
- Wijn-roeijers
Vervolgens alle de bij de derde Klasse genoemde Fabrijken, Trafijken,
Werk-meesters en Werk-bazen van gelijken aard, vijf tot 12 Personen
emploijerende.
ZEVENDE KLASSE.
Onder de zevende Klasse ressorteren:
[Art. 31]
- Aansprekers
- Afschrijvers
- Baardscheerders
- Ballemakers
- Besteeders van Kantoorbedienden, kenchts enz
- Bestelders van Schuiten- en Wagen-veeren
- Bierstekers
- Biertappers of Bierverkooper (niet als logementhouders of Tapper
gepatenteerd zijnde)
- Bezemmakers
- Boendermakers
- Bokking- of Haringrokers
- Chichoreijbranders
- Diamantslijpers
- Haarsnijders
- Honden-Docters
- Houttellers
- Inbrengers van Banken van Leening
- Koffij-branders
- Kooplieden, volgens de vorige osmchrijving, doch geen f 6.000 in het
jaar omzettende
- Korenfacters
- Koren-meters
- Kolen-meters
- Kruijers-bazen (met één of meer Knechts)
- Logementhouders, niet onder de vorige behoorende
- Manegehouders
- Muzijkanten
- Paruikmakers
- Rietdekkers
- Rekenmeesters
- Rokers (Vleesch of Spek)
- Rouw-koetzen of Wagen verhuurders, voor elke Koets of Wagen
- Schare-slijpers
- Schilders
- Schilders (Kunst of Fijn- en Minaituur)
- Schoolhouders (halve Kost-)
- Schoolhouders (Dag- of Avond-)
- Schouwspelers
- Schuitevoerdersbazen
- Slepersbazen
- Stalhouders
- Vingerhoedmakers
- Waagwerkers
- Zalm-rokers
Vervolgens alle de bij de derde Klasse genoemde Fabrijken, Trafijken,
Werk-meesters en Werk-bazen van gelijken aard, minder als vijf Personen
emploijerende, of zelf, schoon alleen voor Particulieren en niet bepaaldelijk en
uitsluitend voor Fabrijkanten, Trafijkanten, Winkelierrs, Kooplieden of
gepatenteerde Werk-bazen, werkende.
ACHTSTE KLASSE.
Tot de achtste Klasse worden gebracht de navolgende Personen:
[Art. 32]
- Builders
- Besteedsters van Meiden
- Courant Ombrengers of Loopers
- Fruitverkoopers (Inlandsche)
- Groenteverkoopers
- Haarsnijders
- Hoepelmakers
- Honden Scheerders
- Kaaijwerkers
- Kaardemakers
- Kaarders
- Koffijbranders
- Korenverschieters
- Kosuenbreiders
- Kruijers
- Laken-nopsters
- Muzijkanten
- Melkverkopers
- Naaisters of naaivrouwen
- Pakkers
- Pensenarissen of Pensverkoopers
- Schippers Knechts
- Schoenlappers
- Schoenpoetsers
- Scholen (kinder, Brei- en Spel)
- Sjouwers
- Slagters, ten platten Lande geen Winkel doende, of voor eigen rekening
Slagtende
- Turfdragers
- Vlotters
- Vroedvrouwen
- Wolspinders
- Weevers
- Wolkammers
- Wasters
- Zeevenmakers.
Eindelijk alle Gezellen, Knechts en Werklieden, welke alleen voor Particulieren
Personen te werken, in dienst of werk zijn van één of meer der hier voren
opgenoemde Gepatenteerden, en twintig jaaren oud of daar boven zijn.
[Art. 33] Onder deze Afdeling zullen mede behooren de COLLECTEURS in de
BATAAFSCHE en UTRECHTSCHE LOTERIJEN, en zullen dezelve zich moeten voorzien
van Patenten, ingerigt naar het volgend Tarif:
Gequalificeerden te Amsterdam en Rotterdam ... f 100
Te haarlem, Leijden, Dordrecht en Utrecht ... f 50
En in de overige Steden en Dorpen ... f 25
Zullende de Compagnons in dit Bedrijf wel verpligt zijn, zich afzonderlijk in
het Verzoekschrift, om Patent te bekomen, aantegeven (gelijk zulks, ten
aanzien van elk ander Beroep, Neering of Bedrijf, ofschoon in deze Afdeling niet
gerangschikt, moet worden geöbserveerd) maar dezelve tevens kunnen volstaan
(in zoo verre, met afwijking van den algemen Reggel, in deze Afdeling
geëtabliseerd) met een Patent voor de gezamentlijke Associatie, op den voet als
zulks in de eerste Afdeling is bepaald.
Ongequalificeerde SPLITSERS, en alle zodanige, welke Heele of Gedeelten
van loten, zo in Koop, als in Huur, onder hunne Handtekening uitgeven.
Te Amsterdam,. Rotterdam, en in den Haag ... f 50
Te Haarlem, Leijden, Dordrecht en Utrecht ... f 25
En in de overige Steden en Dorpen ... f 10
Slijters, Venters en Verkopers van loten of Gedeelten van dien, welke
niet onde rhunne eigen Handtekening uitgevende, doch het zij uit hunne huizen of
bij de straat in de Publieke Logementen en elders verkopende.
Geen der vorenstaande Personen zal vermogen Loten of Gedeelten van dien,
welke niet onmiddelijk van wege den Lande, of door daar toe behoorlijk
gequalificeerde of gepatenteerde Personen zijn ondertekend, te hebben, te
houden, aantebieden, te verkoopen, te verruilen, noch te vermangelen, op poene,
dat, des contrarie bevonden wordende, de Contraventeurs aan den Lijve, met
openbare Geesseling, en een tienjarig Confinement in een der Tuchthuizen binnen
deze Republiek, zullen worden gestraft.
[Art. 34] Ieder Ingezetenen zal gehouden zijn bij de aanvrage tot het bekomen
van eenige Acte of Patent, onder deze Afdeeling behoorende, zich ten aanzien van
Bedrijven Neringen Handteeringen, in de verschillende Klassen voorkomende, op te
geven in die Klassen, waar in hij, in vergelijking met anderen, in dezelfde
Plaats woonachtig, zich in gemoede oordeeld te moeten anageven; doch zal het aan
de Gemeente-Besturen vrijstaan, met deze opgave geen genoegen te nemen, en
zoodanig Persoon te brengen in die Klassen, waar toe zij zullen vermeenen
denzelven te behooren; zullende echter iemand, zich daarbij bezwaard
oordeelende, ter doleantie, met openlegging van den staat zijner zaken, zich
mogen adresseeren bij den Raad van Finantiën in het Departement, of
Commissarissen tot de Gemeene Middelen, en deze, daar toe termen vindende, de
Contribuabelen in eene lagere Klasse vermogen te stellen, daar van, zonder
kosten van den Verzoeker, kennis gevende aan het Gemeente-Bestuur, het welk van
zoodanigen uitspraak in het Patent melding zal doen maken..
DERDE AFDEELING.
Patenten voor openbare Vermakelijkheden.
[Art. 35] Alle Schouwburgen, waarin door leven Personen, Treur-, Blij-,
Tooneel of Kluchtspelen, Opera's Pantomimes, en dergelijken worden vertoond,
zullen behooren te zijn gepatenteerd naar de volgende bepalingen.
- Vaste en geëtablisseerde Schouwburgen, in welke vijftig of meer
Representatien in het Jaar gegeven worden, naar de heoveelheid eener vole
Representatie, dat is zoo veel als alle Plaatsen te zamen genomen, bezet zijnde,
voor eene Representatie zoude kunnen opbrengen.
- Vaste en geëtablisseerde Schouwburgen, van 25 tot 49 Representatiën
gevende, de helft van het beloop eener volle Representatie.
- Vaste en geëtablisseerde Schouwburgen, minder als 25 Representatiën
gevende, een vierde eener volle Representatie.
En zullen hier onder mede begrepen zijn alle zoodanige Schouwburgen, welke bij
Inteekening worden ondernomen, het zij de Schouwspelers worden gesalariëerd of
niet.
[Art. 36] Alle Entrepreneurs van Schouwburgen, waarin Treur-, Blij-,
Tooneel of Kluchtspelen, Opera's Pantomimes, en dergelijken, door levende
Personen worden uitgevoerd, mitsgaders Paardenrijders, Koordendansers en
Voltigeerders, de Kermissen frequenterende, of voor eenigen tijd zich dan
hier dan elders ophoudende, zullen op elke Plaats, waar zij hunne Vertooningen
geven, gehouden zijn te verzoeken een Patent, berekend naar de hoeveelheid
Representatiën, welke zij voornemens zijn te geven, elke Representatie tegen
één Stuiver per Zitplaats, welk hun Locaal bevat.
Alle andere Vertooningen, waartoe Zitplaatsen zijn of worden bestemd, en
de Prijs der hoogste plaats of plaatsen op dertig Stuivers of meer is of zijn
bepaald, zullen op elke Plaats, waar vertooningen gegeven worden, moeten zijn
voorzien van een patent, berekend naar de dagen, waarop de Vertooningen gegeven
worden elken dag tegen éénen Stuiver van elke Zitplaats, welke het
Locaal bevat, en wanneer de Prijs de hoogste plaats beneden dertig Stuivers is
bepaald, eenen halven Stuiver, als voren.
In alle zoodanige Vertooningen, alwaar geene Zitplaatsen zijn, wordt
derzelver getal op veertig gerekend, en mitsdien de hoogste plaats of
plaatsen op dertig Stuivers of meer gesteld zijnde, twee Guldens en dezelve beneden de dertig Stuivers gesteld zijnde, één Gulden voor elken dag.
[Art. 37] Bals, Carrousels, Concerten, Danspartijen, Redoutes, Vauxhals, Vuurwerken, en alle andere soortgelijke Vermakelijkheden, bij Inteekening, zullen, wanneer de Prijs voor elken Inteekenaar dertig Stuivers, of meer, voor elken dag of avond bedraagt, behooren voorzien te zijn van een Patent, berekend naar het aantal dagen, of avonden, voor welke de Inteekening is geschied, en zulks tegen twee Stuivers voor elken Inteekenaar, doch de Inteekening minder dan dertig Stuivers per Persoon bedragende, zal het Patent voor elken Inteekenaar tegen één Stuiver berekend worden.
Voor publieke CONCERTEN wordt een patent vereischt, berekend tegen één Stuiver voor elke Zitplaats, welke het Locaal bevat.
Publieke Bals, Danspartijen, Redoutes, Vauxhals, Vuurwerken, de Prijs der Entré hooger als 30 Stuivers gesteld zijnde, te Amsterdam, Rotterdam en in den Haag, voor elken dag of avond zes Guld. en in alle overige Steden en Dorpen drie Guldens.
De prijs der Entré tusschen 15 en 30 Stuivers gesteld zijnde, te Amsterdam, Rotterdam en in den Haag, voor elken dag of avond drie Guldens en in alle overige Steden en Dorpen dertig Stuivers.
De prijs beneden de 15 Stuivers, te Amsterdam, Rotterdam en in den Haag twee Guldens, en elders één Guldens.
[Art. 38] Voor alle HARDDRAVERIJEN, PAARDEMENNERIJEN en dergelijken, welke openlijk plaats hebben, en waarbij uitdeelingen van Prijzen, Eertekenen of eenige andere Voordeelen of Agrementen worden utigeloofd, zal telken keere bevorens moeten zijn verkregen eene Acte van Consent of Patent, geschreven op een Zegel van vijf Guldens.
[Art. 39] Voor alle Vermakelijkheden, in deze Afdeeling omschreven, welke zonder eene behoorlijke Acte van Consent (te verzoeken met een Billet volgens Formulier C en aftegeven volgens het Formulier Litt. D) mogen hebben plaats gehad, zal voor elken dan of avond worden betaald een Boete van f 100 Guldens.
VIERDE AFDEELING.
Belasting op het dragen van gepoederd Haar.
[Art. 40] Alle die geen of genen, het zij Man of Vrouw, welke met en na den eersten Januarij 1806, zullen verkiezen Haar-poeder te dragen, het zij met rond of gekapt Haar, Paruiken, Tourtjes of wat iets meer is, zonder eenige exceptie, zullen daar voor moeten vragen Acte van Consent, en zulks door middel van een Billet, volgens het Formulier Litt. E, welke Acten aftegeven volgens Formulier Litt. F, zullen worden geschreven op Zegels van vijf Guldens, welke alleen zullen goed zijn voor het lopende jaar, in het welk dezelve zullen zijn afgegeven, en zulks op de Boete bij Art. 2 vastgesteld.
[Art. 41] Vreemdelingen, langer dan ééne maand hier te lande verblijf houdende, en niet binnen dit Gemeenebest gedomiciliëerd zijnde, zullen mede gehouden zijn dadelijk na hun arrivement zich van zoodanige Acte te voorzien, geschreven op een Zegel van vijftig Stuivers.
En zullen de Kappers en Paruikemakers gehouden zijn de bekomen Acte van Consent aan zich te doen vertoonen, en de Logementhouders, alwaar Vreemdelingen komen te logeeren, dezelve van deze verpligting te waarschuwen, op poene van eene Boete van tien Guldens, telkens voor de eerste, tweede en derdemaal te verbeuren, de vierdemaal beboet wordende, zal tevens hun Patent worden ingetrokken.
[Art. 42] Van deze Belasting zullen zijn uitgezonderd de Militairen, voor zooverre dezelve bij de bepaling hunner Uniform, tot het dragen van poeder zijn gehouden, en anders niet.
VIJFDE AFDEELING.
Patenten op het regt van de Jagt.
[Art. 43] Alle Jagers, het zij Liefhebbers, het zij uit Kostwinning jagende met Honden, Geweer of Valk, het houden van eene Vinkebaan mede daar onder begrepen, mitsgaders Kooilieden van EendeKooijen, Duinmaijers en Oppassers of Koldebeijers in particuliere dienst zijnde, en als zoodanige, volgens de Wetten geädmitteerd te fungeren, zullen gehouden zijn voor elk lopend Jaar, door middel van een Billet, volgens Formulier Litt. G, te verzoeken eene behoorlijke Acte van Consent, geschreven op een Zegel van vijf Guldens, volgens Formulier Litt. H. en dezelve bij zich te dragen, op de Boete bij Art. 4 vastgesteld, en die, welke hierna Art. 55 zal worden gestatueerd.
Voor zoodanige Personen, in particuliere dienst zijnde, van welke het volle Dienstboden-geld wordt voldaan, zal men, ten aanzien der jagt kunnen volstaan met een Zegel van acht Stuivers; en zullen voorts, zoo verre hun personeel betreft, doch verder en anders niet, die gene van deze Belasting zijn bevrijd, die op hunnen eigenen omheinden of omrasterden, of op eene andere zijde, afgeslotenen Grond zullen jagen.
[Art. 45] Zoodanige particuliere Liefhebbers, welke verlangen mogten een of meerdere Personen, tot drie toe buiten de Gemeente of District, alwaar zij tot jagen gepatenteerd zijn, woonachtig, van tijd tot tijd tot hun Gezelschap mede te nemen, zullen hunnen bekomen Acten van Consent, geschreven op een Zegel van twee Guldens, te dien einde afzonderlijk uittevaardigen, zonder zoodanig Consent, iemand tot hun Gezelschap behoorende, in hunne Jagten gedogende zullen zij telkens verbeuren eene Boete van vijftig Guldens.
[Art. 46] De vorenstaande bepalingen zullen geenzins derogeeren aan zoodanige Reglementen, Ordonnantien, Straffen en Boeten, als, het zij voor de geheele Republiek, het zij in de onderscheidene Departementen en het Landschap Drenthe, reeds zijn of in het vervolg zullen worden vastgesteld; en zullen voorts de patenten, voor deze Belasting gerequireerd, met afwijking van het gestatuëerde bij Art. 1 en 2, voor zoo verre het afgeven van Acte bij zoodanige Reglementen en Ordonnantien aan andere Autoriteiten, als de Gemeente Besturen is gedemandeerd, niet dubbeld behoeven te worden genomen, maar eene Acte op het voorschreven Zegel, zoo verre deze Wet betreft, voldoende zijn.
Laatst gewijzigd: mei 2011.