Dordrecht: arrestatie A. Wiegand, ontmoeting tussen H.M. Evers en M. van Pelt etc
Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 148 (de Ondergrondse en Binnenlandse Strijdkrachten)
Inventarisnummer: 86 Mededelingen van de Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers, alsmede een rapport van de arrestatie A. Wiegand, een verslag van een ontmoeting tussen H.M. Evers en M. van Pelt, krantenartikelen en een verklaring door Van het Hoff, Roozendaal en Van Vugt
H.M. (Harry) Evers en Max van Pelt (juni 1945)
No. 6417. Cop.
EVERS.
Op Zondagmiddag 17 Juni 1945 heeft de heer Evers de moede gehad om Van Pelt in zijn huis te bezoeken.
Dit bezoek heeft meer dan twee volle uren geduurd.
De heer Evers liet aan van Pelt enige papieren zien die waren getekend door Verspui, Bakker e.a. De inhoud van de bedoelde papieren bestond uit een opsomming van goede daden van Evers. Ook voor van Pelt had Evers een papier meegebracht
en hij verzocht om een handtekening. Van Pelt heeft geweigerd.
te tekenen naar hij verklaarde omdat zijn positie nog steeds
niet bepaald was en hij daarom niets maar dan ook niet wenste
te tekenen.
In werkelijkheid wilde van Pelt
niet tekenen
omdat het door Evers voorgelegde stuk niet was overeenkomstig
de waarheid. In het stuk werd gesproken van een samenwerking
tussen van Pelt en Evers voor de oorlog (mei '40)
en van een succesvol optreden van van Pelt tegen spionnen,
die rond Breda in een "lijkenauto" opereerden. Van Pelt zou
destijds de Duitse spionnen aan Evers hebben verraden enz.
Van Pelt herinnerd zich echter in de verste verte niets, van
zulke heldendaden en meent dat of Evers een verkeerde voor
zich heeft, of dat Evers volkomen fantaseert, hetgeen meer
voor de hand ligt. Van Pelt wist voor hij in de Opbouwdienst
belandde niet eens van het bestaan van Evers af. Eerst in de
opbouwdienst leerde van Pelt Evers kennen als een man die erg
graag toneel-speelde.
In het stuk werd verder gesproken van
het feit (zogenaamde feit) dat Evers in opdracht van Van Pelt
bij de Pol.Pol. was gegaan om te spioneren voor de geallieerden.
In
absolute werkelijkheid was Evers reeds lid van de
Pol.Pol. - voor van Pelt hem naar aanleiding daarvan ontmoette.
Van Pelt heeft Evers sinds diens dienstneming bij de Pol.Po..
als een "slecht Nederlander" beschouwd, en heeft zich bevoegd
gemeend Evers op alle manieren te bedriegen indien hem zulke
in het belang van de goede zaak wenselijk voorkwam, Van Pelt
heef Evers waardeloze papieren verstrekt van welke hij vertelde
dat die papieren officieel waren; Evers heeft er geloof
aan gehecht of beter gezegd voldoende geloof aan gehecht om
Van Pelt als "boezemvriend" te dulden.
in het stuk waren voorts
verschillende data onjuist;
Evers liep een jaar achter.
Toen van Pelt het stuk niet wilde tekenen omdat hij verklaarde
überhaupt niets te willen tekenen, verzocht Evers om het
dan alleen voor hem als een vriendendienst te doen; echter
zonder resultaat. Waarschijnlijk bedoeld als een lichte bedreiging
verklaarde Evers dat hij in opdracht van de Overheid
(Paul) was gezonden om het getekende stuk de andere dag mee
naar den haag tekunnen nemen. Volgens Evers zou Paul het zeker
niet prettig vinden indien van Pelt niet tekende. Op deze wartaal
heeft van Pelt gezegd, dat hij niets met Paul te maken
had en dat indien Paul de kwestie onprettig vond deze
Paul dan eerst maar eens een verklaring moest geven voor
het
wegblijven van de beloofde volmachten
voor het Bureau Jot. Daarna zou er nog eens
over prettig en niet-prettig kunnen worden gepraat.
Evers vertelde dat men, de Politieke Opsporingsdienst (Pijl)
van Pelt had willen arresteren op grond van bezwarende verklaringen
van Barth. Evers vertelde dat hij direct voor zijn
vriend Max (van Pelt) op de bres had gestaan en de voorgenomen arrestatie verhinderd.
Evers vroeg van Pelt of deze niet
wist wat Barth tegen hem kon hebben verklaard; Evers betuigde
van Pelt nog beter te zullen kunnen steunen indien
hij wist tegen welke verklaring van Barth hij het voor van
Pelt zou moeten opnemen. Evers verzocht van Pelt te zeggen
of hij soms tegenover Barth zijn boekje bij ongeluk niet was
te buiten gegaan. Had van Pelt som geld van de organisatie
ten eigen bate aangewend; dit was volgens Evers toch wel heel
algemeen bekend ...... Van Pelt beweerde dat alleen de
O.D. deze laster had geuit (
apotheeker Bouma) waarop Evers
direct zei, dat Bouma was weggetrapt als zijnde en grote nul.
Evers verzekerd van Pelt dat de P.O.D. hem toch zou arresteren
op Barth's verklaringen en bewijzen (?) die voor Pijl
ruimschoots voldoende waren. Van Pelt verklaarde hierna, daat
Pijl het dan zelf maar moest weten of hij een blunder maken
wilde; van Pelt verzocht Evers zich niet ongerust te maken,
daar hij ervan overtuigd was zich wel te kunnen redden. Nogmaals
een verzoek om te tekenen. Evers geloofde volegns ijn
zeggen iets voor van Pelt te kunnen doen in den Haag. Eers
geloofde officieel te worden aangesteld omdat hij behoorde
tot de
spionagegroep Albrecht (evenals Paul) en daardoor een strepeje vor had (voorrang).
Op de vraag van van Pelt of Evers hem het niet-tekenen kwalijk
nam, antwoordde de laatste "Ja"! Evers vond het gemeen en
wilde weten of er soms onjuistheden in het stuk stonden. Van
Pelt verklaarde het practisch voordeel van het stuk niet te
kunnen inzien; hij vond het juist goed om te dienen om een en
ander gemakkelijker te kunnen onthouden. Het betrokken stuk
was eigenlijk niet meer dan vormeloos geheel zonder hofd.
Evers deed het voorkomen alsof hij met Pijl op niet al te beste
voet stond. Evers vertelde dat
van Twist benoemd was tot
kapitein in de staf van Z.K.H. Prins Bernhard, en dat vele het
met deze benoeming niet eens waren. Hij echter wel. Van Twist
was volgen(s) Evers een man met groote verdiensten. Alle handelingen
van van Twist waren nauwkeuring onderzocht en hij was
safe. Er werd afgesproken, dat Van Pelt de andere dag naar
Evers zou toekomen in hotel Ponsen (Kamer 12, MARIO) teneinde
aldar te komen vernemen of Evers nog iets had bereikt. Van
Pelt beloofde dat Evers indien deze personeel nodig mocht hebben
op hem kon rekenen alsmede op nog een paar flinke mannen.
Tenslotte is Evers weer op zijn motorfiets gestapt en na een "hartelijk" afscheid weggegaan.
Laatst gewijzigd: november 2023.