Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: arrestatie A. Wiegand, ontmoeting tussen H.M. Evers en M. van Pelt etc


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 148 (de Ondergrondse en Binnenlandse Strijdkrachten)
Inventarisnummer: 86 Mededelingen van de Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers, alsmede een rapport van de arrestatie A. Wiegand, een verslag van een ontmoeting tussen H.M. Evers en M. van Pelt, krantenartikelen en een verklaring door Van het Hoff, Roozendaal en Van Vugt


Adam Wiegand (klerk G.E.B., Boeroestraat 90), Flip de Leeuw (Ph. Hofstede), Henk Beinema (G.E.B), H.A. Evers (18-4-1944)


Verslag arrestatie van den heer A. Wiegand wonende Boeroestraat 90 te Dordrecht.

Op 18 April 1944 de morgens om ongeveer half zeven werden mijn vrouw en ik uit bed gebeld. Ons afvragend wie dat wel zou kunnen zijn begraven wij ons zoo snel mogelijk naar beneden.
Ik ontdeed de voordeur van het nachtslot, en daar stapte binnen Flip de Leeuw (Ph. Hofstede).
het bleek, dat hij kwam vertellen, dat het de afgeloopen nacht fout gegaan was in de stad. Er waren reeds arrestaties verricht en nu moest iemand de heeren Beinema en de Vries gaan waarschuwen.
Zijn vraag was of ik me daarmee wilde belasten. Ik bedacht me geen oogenblik en antwoordde bevestigend. Het wasschen en aankleden was het werk van een oogenbli(j)k en nog vóór zeven uur begaf ik me op weg.
Genoemde De Leeuw vestigde nog mijn aandacht er op dat één van de te waarschuwen personen of wellich reeds beiden reeds gearresteerd waren.
Ik besloot allereerst naar het huis van Beinema te gaan om vervolgens via de Dubbeldamscheweg me naar de woning van de Vries te begeven.
Op de Singel nabij de woning van Beinema gaf ik mijn oogen de kost en constateerde daar een volmaakte rust en zelfs de gordijnen hingen op de gewone wijze.
Ik stapte van mijn rijwiel zette het op slot en belde aan precies om zeven uur. De deur werd geopend door een landwachter, die mij uitnoodigde binnen te komen. Nen liever niet mompelde ik: "Komt U binnen mijnheer!" beval hij mij en meteen keek ik in den dubbelloops jachtgeweer.
Ik naar binnen en achter mij werd de deur op slot gedraaid.
Vervolgens vroeg dezelfde landwachter, die mij binnen gelaten had, wat ik kwam doen.
Ik vertelde hem voor het G.E.B. te komen om den heer Beinema te beletten vroeg met den trein te vertrekken. Ik moest maar even wachten in de vestibule, dan zou ik daar de gelegenheid voor krijgen.
Intusschen zak ik in de gang en keuken nog een paar landwachters met het geweer in den aanslag.
Na ongeveer een half uur gewacht te hebben, vroeg ik te mogen gaan zitten, wat me werd toegestaan.
Als zitplaats kreeg ik de trap, die naar boven leidt aangewezen en ik zette me onderaan.
Nu zag ik, dat er drie landwachters rond me heen draaiden te weten de leider van het stel kennelijk een Rotterdammer en nog twee jonge lange slungels hier uit de omgeving.
Ik rolde een cigaret en zag door de half openstaande kamerdeur Henk Beinema in een fauteuille zitten.
in de andere helft van de suite zat ook nog iemand, maar wie dat was, bleef voorloopig voor mij onbekend.
Na ook hier ongeveer een half uur te hebben doorgebracht werd mijn aandacht getrokken, door veel gestommel van boven.
Er ging daar een deur open en naar beneden kwamen, Mevr. Beinema met haar jongsten zoon en haar eigen vader gevolgd door een tweetal geuniformeerden.
Allen begaven zich naar de voorste helft van de suite en ook ik werd uigenoodigd door den landwachter, die beneden de leiding had om daar plaats te nemen.
Juist werd er op dat oogenblik drie maal gebeld en binnen traden een officier, kort en breed in goudgele uitmonstering (drie sterren) en een burger t.w. Evers.
De officier vroeg barsch "Wie is dat ?" en de Rotterdamsche landwachter vertelde het hem.
Onmiddelijk foulleeren beval hij en begon zelf in en snel temp alles aan en in me om te keeren, terwijl hij van tijd tot tijd iets haf van wat zijn gading was aan Evers (persoonsbewijs, restant van rookerskaart, portefeuille en portemonnaie).
Het geld, dat zich daaron bevond kreeg ik terug en vervolgens kon ik de suite betreden.
Ik nam plaats in de zetel, waarin tevoren Henk Beinema had gezeten en zat met mijn rug naar den arrestant in de andere kamer, alwaar ik de ontbijttafel gedekt zag.
Die andere arrestant had ik bij het binnentreden onmiddellijk [herkend] als ds. Alers.
Terwijl we nu allen gezeten waren gaf de R'damsche landwachter

(vervolg ontbreekt)

Laatst gewijzigd: november 2023.