Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht - firma's, affaires en compagnieschappen volgens patentregisters 1806-1811



Inhoud:
- Firma’s in de patentregisters van 1806-1811 met verwijzing naar de bron (Tussen vierkanten haken: paginanummer, archiefnummer en inventarisnummer);
- Alfabetische lijst van firma’s vermeld in het register van het patentrecht van het jaar 1824;
- Alfabetische lijst van firma’s vermeld in het register van het patentrecht van het jaar 1827;

Afkortingen:
NA = Nationaal Archief (Den Haag);
SAD = Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht)

firma van Van Meteren, Brand & Vijgh (firma van Meeteren, Brand & Vijgh)

1806: C. van Someren Brand (B29), koopman [140, NA 3.01.29 inv.nr. 587]
1806: A.G. Westerouen van Meteren (B331), koopman [201, NA 3.01.29 inv.nr. 588]
1806: A.W. Vijgh (B59), koopman [80, NA 3.01.29 inv.nr. 590]
1807: C. van Soomeren Brand (B---), kooplieden [502, NA 3.01.29 inv.nr. 587]
1807: A.G. Westerhouen v. Meeteren (B331), koopman [946, NA 3.01.29 inv.nr. 588]
1807: A.W. Vijgh (B---), koopman [323, NA 3.01.29 inv.nr. 590]
1808: C. van Sommeren Brand (B25), koopman [20, NA 3.01.29 inv.nr. 592]
1808: A.W. Vijgh (D227), koopman [171, NA 3.01.29 inv.nr. 592]
1808: A.G. Westrouen van Meeteren (B331), koopman [112, NA 3.01.29 inv.nr. 592]
1809: C. van Someren Brand (B25), koopman [195, NA 3.01.29 inv.nr. 594]
1809: A.G. Westerouen v. Meeteren (B331), koopman [195, NA 3.01.29 inv.nr. 594]
1809: A.W. Vijgh (D227), koopman [195, NA 3.01.29 inv.nr. 594]
1810: A.G. Westrouen van Meteren (B331), koopman [172, NA 3.01.29 inv.nr. 595]
1810: C. van Someren Brand (B331), koopman [172, NA 3.01.29 inv.nr. 595]
1810: A.W. Vijgh (D227), koopman [172, NA 3.01.29 inv.nr. 595]
1811: A.G. Westrouen van Meteren (B331), koopman [122, SAD 4-251]
1811: C. van Someren Brand (B25), koopman [122, SAD 4-251]
1811: A.W. Vijgh (D227), koopman [178, SAD 4-251]
 
- Register eed 25e penning 1789 (plakkaat 30 september 1788)(gedwongen lening (obligatie) 4% over de bezittingen/het vermogen (boven de f 2500) t.l.v. de Staten van Holland en West-Friesland)  
Wijk : 03 Straat: Van de Graverstrate tot den Boom & terug
Nummer : 020 Naam : Johan Vijgh
Opmerkingen : Eed gedaan 10 Febr.
Bron (wijk 9 in SAD 4-7): SAD 3-3423folio 008

- Transportakten voor ’t watergerecht te Dordrecht:
# (folio 22vs) Actum den 12 Maart 1802.
Dat voor ons kwam Dirk Drapers, als last en ordre hebbende van en mitsdien instaande ende rato caveerende voor Wilm Wobrich van Papenborg. Dewelke bekende verkogt te hebben, en dienvolgende te cedeeren, transporteeren en in vollen vrijen eigendom overtedragen aan en ten behoeven van Van Meeteren, Brand & Vijgh, Kooplieden alhier: het Hoeker Brikschip genaamt die Wohlfahrt, nu hernoemd de Welvaart, lang 80 voeten, wijt 20 voet 6 duimen, hol 11 voet 4 duim, met deszelfs Rondhout, staande en lopend Wand, en verdere bijbehorende goederen, zo dat reilt en zeilt, bij de Kopers ten genoegen ontfangen. Bekennende verders de Compt. van de Kooppenningen van dien voldaan en betaald te zijn met Ene Somma van Drie duizent Guldens, gereet en contant geld (waar van de 40 penning en 10 verhoging is betaald volgens quitantie Ons Schepenen vertoond). En belovende voorn. Schip en gevolgen te zullen waeren en vrijen, als recht is, op alle Wateren, Stromen en Rivieren, voor allen kommer ende aanthaal, onder verband als naar Rechten. In oirconde &c. (get.) A. van der Kaa vervangende d’hr. J. van der Elst.
# (folio 47vs-48) Actum den 14 Mei 1804.
(transport) Dat voor ons kwam Adolph Willem Vijgh voor en in naam van zijn Huis van Negotie, canteerende op de Firma van Van Meeteren, Brand en Vijgh,Kooplieden alhier te Dordrecht. Dewelke, als daar toe bekomen hebbende Permissie van het Staats Bewind der Bataafsche Repbliek bij Hoogst derzelven Besluit van den 13 October 1803, Ons Scheepenen geexhibeerd, bekenden verkogt te hebben, en dienvolgende te cedeeren, transporteeren, en in vollen vrijen eigendom overtedragen aan en ten behoeven van Carel Fred. Schroder a Embsen: het Hoeker Brikschip genaamd die Wohlfahrt of Welvaart, lang 80 voeten, wijt 20 voet 6 Duimen, hol 11 voet 4 Duimen, met deszelfs Rondhout staande en lopend Want, en vedere bijbehorende Goederen zo reilt en zeilt. Bekennende verders van de Kooppenningen daar van tot Twee Duisend en Vijf Hondert Guldens (waar van de 80 penning en 10 verhoging is betaeld, volgens quitantie Ons Schepenen vertoond) voldaan en betaald te zijn, en daar van ten vollen en zonder enige voorbehouding te kwijten, met aannemen van het als boven verkogte, aan den Koper of Recht verkrijgende, altoos alom, en zulks op alle Stromen, Wateren en Rivieren, te zullen waeren en vrijen, onder verband van de goederen van voorschreve firma van negotie als naar Rechten. In oirconde &c. (get.) Dirk Vos Cz.
[bron: Erfgoedcentrum DiEP, archief 9, inventarisnummer 1623 (1800-1809)]

- Register der Stad Dordrecht en van de Merwede (hoofdgeld 1808)
Letter en Nummero's der Huizen en Woningen: Prinsestraat D227
Namen der Hoofden of Leden der Huisgezinnen, een afzonderlijk bestaan hebbende: A. Vijgh
Ongehuwd: 1
Gehuwd: 2
Met- of zonder Kinderen, en derzelver getal: 1
Met- of zonder Dienst- of Werkboden, en derzelver getal: 1 dienstbode
Handel, Beroep, of Handwerk: koopman
Classis: 34
Somma: 14-0-0
Aanmerkingen: 6-0-0
Folionummer en bron: 17 van archiefstuk SAD 5-897

- Registers houdende aantekening van de quotisatie voor de wijken A1-537 en Merwede E001-076 + F077-122 incl woonplaats en beroep (tussen sept 1812-jan 1814)
Naam : Arn. W. Vijgh
Woonplaats : A479 geheel
Beroep : koopman
Belasting (of huurwaarde?) : 200
Bron: stadsarchief Dordrecht, archief 5, inventarisnummer 893a en 893b (folionummer : 24)

- 83. (A Hooge Nieuwstraat 479) Adolf Willem Vijgh (Firma van Meteren, Brand & Vijgh), koopman en zehandelaar, huurwaarde f 250
[bron: Erfgoedcentrum DiEP, archief 5, inventarisnummer 1375 suppl. patenten leggers 1814]

- Curators in den Insolventen Boedel van Thomas van Eelde....
No. 1 Een groot, belend met het Pakhuis van Van Dalen en de Greef, aan de eene, en het Huis van Adrianus Hombroek aan de andere zijde, geteekend oud B168 en nieuw B153.
No. 2 En een, belend met het Achterhuis van Hendrik Molijn, aan de eene, en het Pakhuis van de Heeren van Meeteren, Brand en Vijgh aan de andere zijde, geteekend oud B164 en nieuw B149.
...... Gerrardus Telders en Pieter Papillon....
[bron: Dordrechtsche courant 9-7-1811]

- De heer A.W. Vijgh, zich met onderling genoegen, uit ons handelhuis geretireerd hebbende, zoo geven wij daarvan kennis, met bijvoeging, dat de zaken op denzelfden voet voortgezet zullen worden onder de Firma van VAN MEETEREN en BRAND. VAN MEETEREN, BRAND en VIJGH.
[bron: Dordrechtsche courant 2-9-1817]

- Wordt geadverteerd, dat op de Rekweste aan Zijne Majesteit gepresenteerd door Arnold Gijsbertus Westerouen van Meeteren en Cornelis van Someren Brand, Kooplieden, negotierende op de Firma van VAN MEETEREN EN BRAND, te Dordrecht, waarbij dezelve hebben verzocht verklaring, dat (mits zij Supplianten gehouden blijven om het effect van het accoord, door hem, met verre de grootste meerderheid hunner Crediteuren, op den 15 mei 1819 en volgende dagen aangegaan en door dezelve geteekend, ook aan de niet geteekend hebbende Crediteuren, zonder onderscheid, te doen en laten genieten) het daar voor zal worden gehouden als of heetzelve accoord door alle der Supplianten Crediteuren gezamenlijk en eneparig ware geteekend, en zij Suplianten mitsdien op den voet en onder beneficie van heetzelve, van alle verdere aanspraak van dezelve zullen zijn en blijven gelibereerd, en hangende de deliberatien, surcheance van betaling en vann alle regterlijke vervolgongen, - door de derde Civiele Kamer van het Hoog Geregtshof te 's-Gravenhage, in welke handen dit Rekwest door Zijne Exvellentie de Minister van Justitie, aan wien hetzelve door Zijne Majesteit was genrenvoijeerd, is gesteld geworden, de gevraagde surcheance is verleend, en wijders de Supplianten benevens hunne het voorschreve accoord niet geteekend hebebnde Crediteuren zijn geordonneerd te compareren op Vrijdag den 23 Julij 1819, voor de Heeren en mrs. RIJSER en VERHUELL, Raden in gemeld Hoog Geregtshof, als Commissarisen, die hen zullen hooren en den Hove Rapport doen, met bijvoeging, dat hetzij dezelve Crediteuren compareren of niet, door het Hof ten dezen zal worden geadviseerd als bevonden zal worden te behooren.
Inmiddels zal van het voorschreve Rekwest en Bijlagen visie kunnen genomen worden ten Kantore van D. VAN DER LINDEN, Procureur bij het Hoog Geregtshof te 's Gravenhage, en S.N. LOTSIJ, Procureur te Dordrecht.
[bron: Dordrechtsche courant 17-07-1819]

Laatst gewijzigd: juni 2012.