Inhoud:
- Firma’s in de patentregisters van 1806-1811 met verwijzing naar de bron (Tussen vierkanten haken: paginanummer, archiefnummer en inventarisnummer);
- Alfabetische lijst van firma’s vermeld in het register van het patentrecht van het jaar 1824;
- Alfabetische lijst van firma’s vermeld in het register van het patentrecht van het jaar 1827;

Afkortingen:
NA = Nationaal Archief (Den Haag);
SAD = Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht)

firma Justus de Bruijn & Comp.ie

1806: J. de Bruijn Ouboter (B215), kassier [175, NA 3.01.29 inv.nr. 587]
1807: J. de Bruijn Ouboter (B215), cassier [775, NA 3.01.29 inv.nr. 587]
1808: J. de Bruin Ouboter (B215), cassier [21, NA 3.01.29 inv.nr. 592]
1809: J. de Bruijn Ouboter (B215), kassier [217, NA 3.01.29 inv.nr. 594]
1811: J. de Bruijn Ouboter (B217), kassier [030, SAD 4-251]

- Justus de Bruyn & Comp, Otto de Kat & Zoon en O.J. van Wageningen, Directeuren van de Societeit van de Administratie van Hollandsche Fondsen te Dordrecht, adverteeren: .....;
[bron: Dordrechtsche courant 8-8-1811]

- Otto de Kat & Zoon, Justus de Bruyn & Comp en O.J. van Wageningen, Directeuren van de Societeit van de Administratie van Nationale Fondsen te Dordrecht, adverteeren: Dat dezelve ten hunnen Kantore vaceren ter betaling der Halfjarige Intrest-Coupons, verschenen 1 Januarij 1817 van alle de de door hun uitgegeven Certificaten Werkelijke Schuld, en zulks tot zoodanige bedrage als bevorens is geadverteerd.
[bron: Dordrechtsche courant 17-5-1817]

- Wordt geadverteerd, dat op de Rekweste van Z.M. gepresenteerd door JUSTUS DE BRUIJN en COMPAGNIE, Kassiers te Dordrecht, waarbij dezelve hebben verzocht verklaring, dat (mits zij gehouden blijven om het effect van het accoord door hun met verre de meerderheid hunner Crediteuren in de maand October 1820 aangegaan en gereekend, ook van de niet gereekend hebbende Crediteuren, welker pretensien zijn anterient aan den tijd dier teekening, te doen en te laten genieten) het daarvoor zal worden gehouden, als of hetzelve accoord door alle der Supplianten Crediteuren was onderteekend, en zij Supplianten mitsdien op den voet en onder beneficie van hetzelve, van alle verdere aanspraak van dezelve zullen zijn en blijven gelibereerd, en dat inmiddels, hangende de deliberatien over dat verzoek alle regterlijke poursuites, die jegens de Supplianten mogten zijn of worden ondernomen, zouden worden gesurcheerd; door de Derde Kamer van het Hoog Geregtshof te 's Gravenhage, in welks handen dit Rekwest door Z. Excell. den Minister van Justitie (aan wien hetzelve door Zijne Majesteit was gerenvoijeerd) is gesteld geworden, de gevraagde Surcheance is verleend, en wijders de Supplianten, benevens derzelver niet geteekend hebbende Crediteuren zijn geordonneerd te compareren op vrijdag den 29 December 1820, voor de heeren en mrs. HONDEBEEK HEERKENS en ARDESCH, raden in den Hove, als Commissarissen, die hen hooren zullen en den Rade rapport doen, met bijvoeging, dat, hetzij dezelve Crediteuren compareren dan niet, door het Hof in dezen zal worden geadviseerd, als bevonden al worden te behoren. - Inmiddels zal van het voorschreven Rekwest en daarbij gevoegde Bijlagen visie kunnen genomen worden ten Kantore van D. van der Linden, procureur bij het Hoog Geregtshof te 's Gravenhage, en van F. van Kooten en A. Kist Ez, procureurs te Dordrecht.
[bron: Dordrechtsche courant 16-12-1820]

firma van W.J. de Bruijn de Nev & Comp.ie
1806: W.J. Bruijn de Neve (B300), als hebbende een Suijker Raffinaderij [166, NA 3.01.29 inv.nr. 587]
1807: W.J. Bruijn de Neve (B300), Zuikerraffinaderij [513, NA 3.01.29 inv.nr. 587]
1808: W.J. de Bruijn de Neve (B300), hebbende een suikerraffinaderij [73, NA 3.01.29 inv.nr. 592]
1809: W.J. de Bruijn de Neve (B300), hebbende een suijker raffinaderij [159, NA 3.01.29 inv.nr. 594]
1810: W.J. de Bruijn de Neve (B300), hebbende een suiker raffinaderij/koopman [67, NA 3.01.29 inv.nr. 595]

Laatst gewijzigd: juni 2012.