Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: D.J. Schrauwen (1847-1918), gedichten van een gelegenheidsdichter


Bron: stadsarchief Dordrecht
Toegang: 150
Inventarisnummer: 972


- bevolkingsregister Dordrecht 1890-1917 S515
1. Schrauwen, Dielis Johannes 5-2-1811 Dordrecht, behanger, overl. 16-4-1894, tr.
2. van Berkel, Johanna 2-2-1824 Tilburg, overl. 22-8-1903
3. Schrauwen, Diles Johannes 30-3-1847 Dordrecht, tr. 7-1-1897
4. Vegers, Adriana 19-4-1852 Zevenbergen
Wonende: Voorstraat 173

- bevolkingsregister Dordrecht 1918-1937 (2de serie)
1. Schrauwen, Diles Johannes 30-3-1847 Dordrecht, behanger, overl. Dordrecht 17-4-1918, tr. 7-1-1897
2. Vegers, Adriana 19-4-1852 Zevenbergen, overl. Dordrecht 19-8-1928
Wonende: Voorstraat 173, 175, Nieuwstraat 32 (vanaf 2-7-1918)

- 66 D.J. Schrauwen, behanger, kl. vischakte, Voorstraat 173;
[BRON: Stadsarchief Dordrecht, archief 6, invent. 3501/3502/3503]


D.J. SCHRAUWEN Jr GEDICHTEN

Schutblad: Gedichten opgemaakt door Schrauwen Jr te Dordrecht, gebooren 1846

Krantenberichtje 1890:
NATIONALE PARTIJ beoordeeling van het Prijsdichten, uitgeschreven bij advertentie in Dordr. Courant van 18/19 mei 1890 No. 116. Ingekomen 17 gedichten. Fouten in den gedachtengang en ook in den versbouw beletten om dne eersten rpijs toe te kennen. Den tweede prijs erlangt G.H. v.d. M. en den derden prijs WERK (motto), bijaldien deze zelfdichters bereid zijn om hunne gedichten te herzien - Annmoedigingsprijzen van f 10 worden toegekend aan zelf-dichteres (H.K.) en B.v.R. Bzn; van f 5 aan Mefistofeles (motto) en Excelsior (motto) en van f 2,50 aan Schr(auwen) Jr [met het gedicht De Rozen (zie hieronder)] en C.J.
De bekroonde gelieven zelf de prijzen te komen ontvangen
[mr.] H.O. van der Linden van Snelrewaard [te Teteringen]

Herinnering aan het Goudes jubelfeest

van den Heer Carel Bouman op 15 Mei 1893
Het feest van 50 jaar als muziekus te Dordrecht.
De kunst bracht door zijn gunst aan dochters en aan zonen
In de Oude Merwe Stad waar liefde en welvaard leeft
Om rond het Altaar vuur Harmoniesch saam te woonen
Dat door het snaren Spel aan Gode Glorie geeft
Die zoete Melodie zij stijgt op wierook met verruken
Op Eng'len vleugels voort naar 't eindeloos genot
En zal de grijze stad weer nieuwe lauwren plukken
En voert den Companist naar 't einde tot zijn God
Volhardt in 't geen hij thans met lust en moed betrachten
Wat soms door U helaas met tegenzin begint

Zoo zal eens Dordrecht roem uit haren boezem wachten
De achting ook van hen die 't teer penseel bemind
Vol eind deschoone kunst op Snaren en klavieren
Noch als geweide aard in Dord, zijn kundigheden dekt
Dat de parels op zijn graf en frische lauwerieren
Den Schepper van 't heel al tot rein genoegem Strekt.
Dordrecht 4 Augustus 1893

Laatst gewijzigd: augustus 2008.