- Z. Exc. Luitenant-Generaal A. KOOL
Een 50-jarige officiersdienst in het actieve Nederlandsche leger is een unicum
in de annalen van onzen officiersstand; dit jubileum heeft te meer relief, te
meer glans, wijl 't geldt een opperofficier van eminente gaven naar geest en
hart, geeerd in geprezen in breeden kring zoo, dat hij ongetwijfeld op zijn
feestdag het voorwerp zal zijn van eene schitterende hulde-manifestatie.
Luitenant-Generaal KOOL is een man van uitgebreide militaire en
algemeen-wetenschappelijke kennis, van zeldzame werkkracht, beminnelijk,
eenvoudig en humaan jegens een ieder, hoog of laag; zijne verschijning en zijn
woord boezemen onmiddellijk eerbied en sympathie in; men gevoelt zich tegenover
hem als een vriend en machthebber tegelijkertijd; juist door zijn cordiale,
tegemoetkomende houding, ongekunsteld en ongedwongen, zal niemand het wagen de
limiet der vrijmoedigheid te overschrijden; die loffelijk hoedanigheden spruiten
voort uit zijn groot karakter; waren alle hooge chefs steeds zoo geweest als
hij, dan zouden uit den boezem van het leger minder stemmen van misnoegen zijn
opgegaan.
Hij werd in 1841 te Maastricht geboren, ontving zijne militaire opleiding aan de
kon. Mil. Academie en werd 4 Juni 1859 tot 2de luitenant der Artillerie benoemd,
in 1861 tot 1ste luitenant bevorderd.
Voor de juiste appreciatie van zijne zoo eerevolle, langdurige loopbaan geven
wij hier de volgende details: in 1866 werd hij als 1ste luitenant bij den
Generalen Staf overgeplaatst; van 1868-1872 was hij gedetacheerd bij de
Stafschool en in 1872 als kapitein bij den Staf, aanvankelijk als toegevoegd
officier aan den directeur der Militaire Verkenningen, daarna als leeraar bij de
Stafschool, vervolgens als onderafdeelings-chef bij het Departement van oorlog
en ten slotte weder als docent aan de krijgsschool (voormalig Stafschool) tot
1879, in welk jaar hij tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd
gekozen; in 1883 van hij ontslag uit dit Saatslichaam en 30 augustus werd hij
benoemd tot Majoor van den Generalen Staf in 1886, als Luitenant-Kolonel bij
dien Staf, kwam hij aan het hoofd der IIde afd. van het Dep. v. Oorlog en daarna
werd hij toegevoegd aan den Chef van den Staf; in 1889 volgde zijne bevordering
tot Kolonel, in 1892 tot Generaal-Majoor en Sous-chef van den Gen. Staf, terwijl
hij in dien rang een jaar het bevel over de 2de Divisie voerde; 27 juni 1897 tot
Luitenant-Generaal; in 1898 benoemde H.M. de Koningin hem tot Hoogstdelzelver
Adjudant in Buitengewonen dienst.
Met onderbreking van de korte periode (1 April - 1 Augustus), waarin hij als
Minister van Oorlog is opgetreden, heeft hij 13 jaar aan het hoofd gestaan van
onzen Generalen Staf, welks beteekenis wij in ons nummer van 13 juni 1908
duidelijk hebben in het licht gesteld.
Den 1sten October 1907 werd genraal KOOL benoemd tot Commandant van het
Veldleger, waardoor het hoofdkwartier te 's-Gravenhage, de 4 divisien, het corps
rijdende artillerie, het corps pontonniers en het escadron ordonnansen onder
zijne bevelen kwamen; tevens kreeg hij in 1908 bij de instelling van den Raad
van Defensie een voorname plaats in dat gewichtige staatscollege; hoezeer zijne
militaire capaciteiten door H.M. de Koningin werden gewaardeerd, kan genoegzaam
blijken uit het feit, dat H.M. zich door zijne voordrachten op het gebied van
ons krijgswezen liet voorlichten.
Genraal KOOL,is commandant der orde van den Nederlandschen Leeuw,
Grootkruis der orde van Oranje-Nassau, Grootkruis der Huisorde van Oranje,
Officier van het Fransche Legioen van Eer, en ridder der 1ste klasse van den
Rooden Adelaar van pruisen; hij heeft de opperste leiding van de aanstaande
tweedaagsche groote leger-manoeuvres, in het najaar te houden.
Wij wenschen den beminden jubilaris nog eene reeks van gelukkige levensjaren toe
!
(BRON: pag. 2 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 3 juli
1909)
- De heer A. POLITIEK, bierbottelaar te Beverwijk, heeft de vorige week 4
menschen, twee dames en twee heeren gered, die een zeiltochtje op het
Noord-zee-kanaal maakten; door de zuiging van een passeerende stoomboot sloeg de
boeier om; op zijn bierwagen gezeten,hoorde hij een angstgeroep, zette zich in
een nabijgelegen roeiboot en slaagde er in het viertal uit zijne benarde positie
te bevrijden.
- Onlangs herdacht de heer J.M. VAN ROSSUM te Rotterdam, die eerst in militairen
dienst was en thans sedert 40 jaar ambtenaar bij 's Rijksbelastingen is, zijne
50-jarige dienstvervulling bij het Rijk.
- De heer C. GROENEVELD te Rotterdam, herdacht onlangs den dag, dat hij voor 60
jaar in dienst trad bij de bekende ABRAHAM VAN STOLK EN ZONEN, houthandelaren
daar ter stede; ondanks zijn hoogen leeftijd is hij nog kras en vervult hij
zijne taak met opgewektheid en ijver.
(BRON: pag. 12 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 3 juli
1909)
- Een aardige vinding van den heer O. HARTHOLT, smid en
fietshersteller te DONKERBROEK (Fr.) - De constructie bestaat uit een dames en
een heerenrijwiel, zoodanig met ijzeren staven en scharnieren aan alkander
verbonden, dat tevens zitplaatsen voor kinderen zijn verkregen; het
vervoermiddel, dat den vernuftigen vervaardiger eer aandoet, is dus een
familiefiets, die bij bezoeken op verren afstand of voor familietochten aan te
bevelen is.
- Onze landgenoot B.E. SAMUELS, oud-leerling van zijn vader, van Ary VAN LEEUWEN
(thans solofluitist aan de Weener Hof Opera), van Jac. DE JONG, VAN DEMONT,
destijds lid van het Amsterdamsch Concertgebouworkest en eindelijk, te ARNHEM,
van Heuckenroth, is onlangs benoemd tot solo-fluitost aan het Groot Hertogelijk
Hoftheater te Schwerin in Mecklenburg. Het jaarlijksch verlof van 4 1/2 maand,
dat hij daar geniet, stelt hem instaat, ook dit jaar weder, voor de derde maal
reeds, mede te werken aan de Bayreuther Festspiele.
- Dr. H.R. OOLGAARD SNIJDER, gem. geneesheer te LANDSMEER, herdacht kortelings
den dag, dat hij voor 45 jaar cum laude in de genees- en verloskunde prom.;
ondanks zijn gevorderden leeftijd oefent de kundige geneesheer zijn zoo
zegenrijkenwerkkring nog met onverflauwden ijver uit. - 1 juli was het 40 jaar
geleden, dat de heer W. WESTBROEK, hoofd der O.L. School te DE LIER (Westland),
bij het onderwijs kwaml talrijke bewijzen van erkentelijkheid en hoogschting
gewerden den kundigen en ijverigen paedagoog op zijn feestdag.
(BRON: pag. 24 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 3 juli
1909)
- Feestviering te NIJVERDAL ter eere van denheer G.
SALOMONSEN, die de vorige week dan dag herdacht, dat hij 50 jaar geleden als
bestuurder optrad van eene katoenweeverij, de tegenwoordige Koninklijke
Stoomweverij, die aan 1600 a 1700 menschen een goed bestaan oplevert
- De Jubilaris, op onze foto te midden zijner familie vereeuwigd, op het
oogenblik dat de fabrieksbaas, de heer ROS, namens het fabriekspersoneel een
hartelijke toespraak houdt, heeftveel voor de maatschappelijke en geestelijke
ontwikkeling van zijn volk gedaan en zich tevens doen kennen als een philantroop
vanhet beste soort - Eerebogen, vlaagentooi en versieringen verhoogden den
luister van het feest ter eere van den beminden patroon, wiens borst versierd is
met het ridderkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw.
(BRON: pag. 33 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 17 juli
1909)
- Bij het wapen der cavelerie is bevorderd tot kolonel,
de luitenant-kolonel J.T.H. MINGELS, geboren in 1855, benoemd tot 2de luitenant
in 1877, bevorderd tot 1ste luitenant in 1884, tot ritmeester in 1893, tot
majoor in 1905 en tot luitenant-kolonel in 1907.
- De 48-jarige hoofdinspecteur van politie te UTRECHT, de heer J.J. VAN LEEUWEN,
vierde onlangs zijne zilveren dienstvervulling; hij werd in 1903 tot zijn
tegenwoordige rang bevorderd en behoort tot de kranigste en meest geachte
politiemannen; zijn borst is versierd met het officierskuis der Bolivarorde en
het eerekruis 1ste klasse in de Oldenburgsche verdiensten-orde.
- Medaille, als huldeblijk van de Nederl. officieren aan Z. Exc. den
Luit.-Generaal KOOL te 's-Gravenhage aangeboden ter gelegenheid van zijn
50-jarig officiers-jubileum; vervaardigd in de Koninklijke Utrechtsche Fabriek
van Zilverwerken van C.J. BEGEER te UTRECHT en gemodelleerd door den bekenden
beeldhouwer PIER PANDER.
- Op 53-jarigen leeftijd is te 's hage overleden de heer W. VOORMOLEN,
oud-hoofdcomm. van politie te ROTTERDAM, ridder der orde van den Ned. Leeuw. In
1875 tot adelborst 1ste kl. ben., werd hij in 1877 tot luit. ter zee 2de kl.
bev. Spoedig na het verlaten van den zeedienst werd hij burgem. van VEENDAM
(1888), terwijl hij 3 jaar daarna tot hoofd van de gem. DOESBURG werd ben., welk
ambt hij tot 1893 vervulde. Dat de heer VOORMOLEN na zijn eervol ontslag als
hoofdcomm. van politie te Rotterdam, bij Kon. Besl. belast werd met een
plaatselijk onderzoek te PAPENDRECHT, in verband met de geruchtmakende
rechtszaak, getuigt van het groote vertrouwen, dat in hem werd gesteld.
- ENSCHEDE heeft door het overlijden van den 78-jarigen heer H. TER KUILE N.
Gzn., die gedurende 28 jaar lid van den raad was, waarvan 23 jaar wethouder, een
harer verdienstelijkste burgers verloren; deze ambtelijke fuctien, waarin hij
zich zeer verdienstelijk maakte, oefende hij uit met het commissariaat van
belangrijke industrieele ondernemingen.
(BRON: pag. 36 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 17 juli
1909)
- Tot opvolger van prins VON BULOW is tot
Rijkskanselier van Duitschland ben. THEOBALD VON BETHMANN-HOLLWEG, staatsecr.
van Binnel. Zaken en vice-res. van het Pruisiche Staatsministerie (1907). Hij is
van Nederl. afkomst en werd in 1852 als zoon van een grondeigenaar in de MARK
geb. De heer VON BETHMANN-HOLLWEG is de 5de Rijkskanselier.
- 1 aug. herdenkt de heer J. TIMMER, hoofd der school te MENALDUM, den dag, dat
hij voor 40 jaar als zoodanig in functie trad.
- De heer P.A.L. NOLSON, stationschef te SAS-VAN-GENT, herdacht onlangs onder
veelvuldig bewijzen van belangstelling zijn 40-jarig ambtsjubileum bij de
spoorwegen; in 1905 schonk Z.M. de Koning der Belgen hem het burgerkruis 2de
klasse.
- Bij zijn zilveren feest heeft de heer G. WERDES, hoofd eener openbare lagere
school te AMSTERDAM, de ondubbelzinnige bewijzen ondervonden, hoezeer hij in
zijn werkkring geacht en gewaardeerd wordt.
- Cabaret Scheveningen. De impresario MAX VAN GELDER, exploitant van de
Kurhaus-tooneelzaal te Scheveningen, heeft de goede gedachte gehad eemige der
beste Parijsche cabaretartisten te engageren, die, te beginnen met 1 aug. a.s.
denbezoekers de niet-alledaagsche geneugten der onvervalsche en onverwaterde,
doch ook geenszins bandelooze cabaretkunst zullen geven. Het zijn XAVIER PRIVAS,
ridder van het Legioen der Eer, gen. "de prins der chansonniers", LEON
DE BERCY, niet minder vermaard als zanger dan als schrijver; mme FRANCINE LOREE
(Privas' vrouw), officier d'Academie, een fijne diseuse en bekoorlijke
comedienne, tevens schrijfster en componiste van erkend talent, en mme ANNE DE
BERCY, officier d'Academie, uitmuntend als guitaar en mandoline-speelster, als
geestige chansonniere en als revue-artieste (commere). Voorts zal zich doen
hooren Fraulein HERDINA, de guitige, charmante Duitsche, die onlangs te
Amsterdam (Flora) zulk een grooten opgang maakte met ondeugende, maar vol
tintelende leven en gezondenhumor voorgedragen liedjes. Laten wij hopen dat het,
thans onze eerste badplaats bevolkende, mondaine publiek, in samenwerking met de
kunst-fijnproevende Hagenaars 's heeren Van Gelder's waagstuk, om zulke, uit den
aard der zaak zeer kostbare engagementen aan te gaan, door een druk bezoek tot
een glansrijk succes zal maken.
- Op 71-jarigen leeftijd is overleden, de met den titulairen rang van
generaal-majoor gepensionneerde kolonel-indendant van het Ned. leger F.J.
HINRICHS.
- De heer F.C. GEFKEN, onder-voorzitter der Koliniale Staten van Suriname, is op
59-jarigen leeftijd overleden; voor onze West-Indische Kolonie is de dood van
dezen verdienstelijken regeeringspersoon een groot verlies.
- Onlangs is te Den Haag plotseling overleden den heer M.H. VAN HENGELAAR,
griffier bij de Marienedirectie, in den leeftijd van 56 jaar.
- De blijken van waardeering, die de heer J. PLANTE, ambtenaar bij de H.IJ.S.M.
te APELDOORN, ter gelegenheid van zijne 25-jarige dienstvervulling ondervond,
was te grooter, wijl hij sedert jaren uitnemend bestuurslid is van het corps
"Koninklijke Scherpschutters van de Veluwe", welks banen door Z.K.H.
Prins Hendrik meermalen tijdens oefeningen werden bezocht.
(BRON: pag. 48 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 24 juli
1909)
- MINISTER W. COOL
Deze opperofficier, sedert 1906 inspecteur van het militair onderwijs, werd geb.
in 1848, opgeleid aan de Kon. Mil. Academie, in 1869 ben. tot 2de luit. bij het
wapen der genie, in 1872 bevorderd tot 1ste luit., in 1879 tot kapit., in 1898
tot majoor, in 1901 tot luit.-kol., in 1905 tot kol. en in 1907 tot zijn
tegenwoordigen rang. De volgende biographische bijzonderheden doen een meer
helderen blik werpen in het flinke, resolute karakter, in de activiteit, het
zelfbewustzijn en de kundigheden den nieuwen Minster van oorlog, die blijkbaar
meermalen moelijke perioden had te doorworstelen, meer ze met glans te boven
kwam. De antecedeenten van generaal Cool wettigen het vertrouwen, dat hij
evenals zijn verdienstelijke ambtsvoorganger, luitenant-generaal SABRON, fier,
wilskrachtig en met vastheid van overtuiging ter bevordering van de belangen van
ons krijgswezen in het parlement zal optreden.
Van 1873-1876 doorliep hij de toenmalige te Breda gevestigde Stafschool, door
generaal BOOMS opgericht en door generaal ENDERLEIN opgeheven en veranderd in
Krijgsschool; aangezien hij de belofte, om kapitein te worden na succesvolle
beeindiging van den cursus, niet verwezenlijkt zag, vroeg en verkreeg hij
overplaatsing naar het Indische leger, waar men een Generalen Staf wilde
oprichten met behulp van oud-leerlingen van de Ned. Stafschool; hij diende daar
onder generaal VAN DER HEYDEN op Atjeh (1879-1880), nam als chef van den Staf
deel aan eene expeditie, o.a. naar Selimoen, maar in stede van definitie bij den
Generalen Staf geplaatst te worden, zooals hem toekwam, moest hij daarna
geniediensten verrichten, 't laatst als eerstaanwezend ingenieur te Fort de Kock
en in de Padangsche Bovenlanden; redenen waarom hij terugplaatsing bij het
Nederlandsche leger vroeg; toen hem eindelijk in Indie eene betrekking bij den
Generalen Staf werd aangeboden, bedankte hij en keerde in 1882 naar Europa
terug, waar hij hoofd van onderwijs in de geniewetenschappen aan de Kon. Mil.
Academie werd en bleef tot 1887.
Tengevolge van zijne op zaakkennis berustende critieken op de gevoerde
Atjeh-politiek na het ontslag van Generaal VAN DER HEYDEN wekte hij misnoegen
bij de Regeering en werd hij in 1887 overgeplaatst bij de genietroepen te
Utrecht; daar bleef hij werkzaam o.a. als commandant van de Spoorweg- en
Telegraafcompagnie tot 1891, toen hij eerst-aanwezend ingenieur werd te Naarden.
Min. Seyffardt ben. kapt. COOL daarna tot leeraar aan de Hoogere Krijgsschool,
't geen een zeer groote genoegdoening voor hem was; in 1896 werd hij alvorens
voor bevordering in aanmerking te komen, belast met den bouw van de
Chasse-kazerne te Breda.
In Mei 1898 volgde zijn promotie tot majoor en zijne plaatsing als tweede
hoofdofficier bij het corps genietroepen te Utrecht; in 1900 werd hij directeur
van de Hoogere Krijgsschool en gelijkertijd overgeplatst bij den Generalen Staf;
in de rangen van luit.-kol. en kol. bleef hij in zijne betrekking gehandhaafd;
toen generaal SABRON in 1907 tot chef van den Generalen Staf ben. werd, kwam hij
in diens plaats als Inspecteur van het Militair Onderwijs en volgde zijne
becordering tot opperofficier in Nov. van laatstgenoemd jaar. Van Regeeringswege
zag hij zijne verdiensten, behalve door zijne bevordering tot de hoogere rangen
en zijne benoeming tot zeer gewichtige betrekkingen, beloond met het ridderkruis
van den Nederl. Leeuw en van de Oranje-Nassau-orde.
We Wenschen Minister Cool eene gelukkige regeeringsperiode toe.
(BRON: pag. 52/53 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 31 juli
1909)
- Harddraverijen van de "Friesche Sportclub" op de Wilhelminabaan te
Leeuwarden. De verschillende nummers werden door een talrijk publiek, begunstigd
door goed weer, met groote belangstelling gevolgd. Onze foto brengt in beeld 3
van de 13 mededingenden naar den GOVERT-S PRIJS, Heat-Draverij-Handicap (2 maal
winnen) van Nederlandsche paarden; minste afstand 1600 m.; lste prijs 600
gulden, benevens 50 gulden voor de 2de aankomende in de beslissende heat. 1ste
prijs: "Paul's Pride" van JOH. J. BOELSTRA uit Stiens; 2de prijs:
"Locomotief" van Mej. E.C. KUYS uit Voorburg, die zelf reed en in het
miedden onze foto voorkomt.
(BRON: pag. 53 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 31 juli
1909)
- De 26-jarige ANTWERPSCHE wielrijder KAREL VERBIST
achter zijn gangmaker CEURREMANS; hoogst tragisch was het einde van dezen jongen
man op de wielerbaan "Karreveld" te Brussel; nog slechts enkele
seconden had hij in den uurwedstrijd met motorgangmaking te rijden, toen de
achterband van het motorrijwiel van zijn gangmaker Ceurremans sprong, deze en
VERBIST op de baan deden vallen en laatstgenoemde door een der volgende
motorgangmakers werd overreden en gedood.
- De heer J.E.C. SCHOOK, sedert 1869 gepensionneerd als militair paardenarts en
van 1873 tot 1898 burgeneester van Hilversum, ridder in der orde van
Oranje-Nassau is op 88-jarigen leeftijd overleden. Van zijne hand verscheen in
1895 eene geschiedenis van Hilversum (1766-1881), welke gemeente onder zijn wijs
bestuur in welvaart en bloie zeer is toegenomen.
- De heer H.J. VONK, schoolhoofd te MEDDOO, gemeente WINTERSWIJK, vierde 15 juli
onder vele blijken van waardeering en achting, zijn zilveren ambtsjubileum. - De
jonge altzangeres mej. J. SCHOT, uit DEN HAAG, zal zich op de
Dinsdagmiddag-matinee van 3 augustus in de Kurzaal te Scheveningen doen hooren.
Reeds bij haar eerste optreden, nu ruim een jaar geleden mocht zij zich in
grooten bijval verheugen. Zonder twijfel zal zij ook nu het publiek enkele
genotvolle oogenblikken bezorgen.
- De talentvolle mezzo-spraanzangeres mej. E. SIMONS, die hare opleiding van den
heer AVERKAMP ontving, alle diploma's der Nederlandsche Toonkunst Vereeniging
verwierf en reeds herhaaldelijk op concerten succes had, zal zich aan het einde
dezer maand in het groote badhuis te ZANDVOORT doen hooren.
- CHRISTIAAN DE KLERK, te DEVENTER heeft kort geleden zijne achtste redding
verricht; het 7-jarige zoontje van de wed BOMHOF viel in de haven; de bekende
menschenredder DE KLERK, in een nabijgelegen fabriek werkzaam, werd
gewaarschuwd, spoedde zich naar de plaats van het ongeluk, sprong te water,
verdween in de diepte en liep zelf gevaar om te komen; toch mocht het hem
gelukken met den drenkeling, die reeds bewusteloos was, behouden boven te komen.
(BRON: pag. 60 + foto, "DE PRINS der geillustreerde bladen" 31 juli
1909)
Laatst gewijzigd: 2002.