Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: ingekomen brieven burgemeester 1813-1851


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Archief: 5
Inventarisnummer: 251 (ingekomen brieven burgemeester 1813-1851)

(transcriptie E. van Dooremalen; scans verkrijgbaar)


EEN SELECTIE:

(24-11-1847) huizen Voorstraat over de Munt C37-C38-C39-C40

(No. 552) Procesverbaal.

Op heden den Vier en twintigsten November 1800 zeven en veertig, hebben wij
ondergeteekende Johannes de Klerk Gzn, Mr. Timmerman, Arie Boers, Mr. Metselaar
met en benevens den Heer George Nicolaas Itz, Stads Architect, allen wonende binnen deze Stad,
in tegenwoordigheid van den WelEdelen heer Commissaris van politie, op uitnoodiging van den Edel Achtbare Heer Burgemeester dezer Stad, ons begeven in de
onderstaande huizen, gelegen in de Voorstraat over de Munt; te Dordrecht

En wel ten eerste in het Woonhuis C. No. 37 toebehorende aan den heer Johannes van Houtrijve Jr;
ten tweede in het Woonhuis C. No. 38, toebehoorende aan den heer Barend Bruininghuijs;
ten derde in het Woonhuis C. No. 39, toebehoorende aan Mejufvrouw de Wed. Pieter Bisschop geboren Jenneke van Dongen;
en eindelijk ten vierde in het Woonhuis C No. 40, toebehoorende aan den Heer Johannes Georg Kronauer;

zich uitstrekken van de voorts. Straat af, tot achter aan het water deen Oude Haven; - zijnde het laatste belend aan den Munt of Appelstijger;

En is bevonden in C No. 37 dat de wederzijdsche
zijmuren, op de hoogte van Negen Ellen uit den beganen grond, zes en tachtig
Nederlandsche duimen, zegge 0,86 duim naar den Stijger overhellen;
En dat de deur van het sedert Elf jaren daargestelde
kantoor in het voorhuis, welke vroeger, volgens de
verkalring van den Eigenaars, geregeld open kon draaijen,
thans met geene mogelijkheid verder open kan, dan op
een hoek van 60 graden;
Dat de raam van eene binnenpui, mede te gelijker
tijd daargesteld, het kenmerk met zich voert van minstens
twee en een halve Nederl. duim verzet te zijn, op eene
breedte van Een en drie vierde Nederl. El.
Dat de ramen in de Voorpui gelijke kenmerken van verzetting dragen,
zijnde ook dezen in 1836 vernieuwd, ten welke tijde dezelve, als geheel nieuw zijnde, wel
sluitende waren.
En zijn verder, zoo wel langs en in den Voorgevel,
en daaraan en - in verbanden timmerwerken, alsmede aan de inwendige betimmering van
gezegd huis, zoo ook in de wederzijdsche zijmuren hoogst bedenkelijke
verzettingen en scheuren war te nemen, denwelke
ofschoon hier-en-daar van tijd-tot-tijd hersteld zijnde, echter
duidelijk het kenmerk dragen van toenemende en hoogst zorgwekkende te zijn.

Laatst gewijzigd: juli 2020.