Dordrecht: ingekomen brieven burgemeester 1813-1851
Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Archief: 5
Inventarisnummer: 251 (ingekomen brieven burgemeester 1813-1851)
(transcriptie E. van Dooremalen; scans verkrijgbaar)
EEN SELECTIE:
(17-10-1815) pakhuis C 471, C 472, C 473 en C 474 (stadsfabrijk Pieter Plukhooij)
Op heede dingsdag den zeventiende octoner acht(t)ien hondert en vijftien s'morgens ten tien uuren, hebik Pieter Plukhooij Stads Fabrijk adjunct als daar teoe van ambtswege benoemd, door den President van
het bestuur der Stad Dordrecht, mij begeven; naar de huizingen getekent C 473 & 474 als meede naar het pakhuis getekent C 471 & 472 beide nevens
den anderen aan het nieuw-kerk-hof alhier, ten einde aldaar te procederen, tot de opneming, in
hoe verre deze panden zouden moeten gerepareert of te wel vernieuwd worden, om den periculeuse stand
daar dezelve zich in bevinden weg te nemen; en tevens te maken een ciering van kosten die er
tot herstel van eerst genoemde Huizingen zouden nodig wezen; en heb bevonden;
Dat en de huizingen en pakhuis beide bouwvallig zijn, zodanig dat de huizingen geheel, en het pakhuis voor het grootste gedeelte, behoorden te worden
geamoveerd, elzo het mij is gebleken dat dezelve te gelijke tijd, en aan den andere vast zijn gebouw
Zo dat de Huizingen niet afzonderlijk van het pakhuis kan worden geamoveerd.
Dat weiders de herbouwing (buite het stellen van van een gemeene muur) van ieder afzonderlijk zouden kunnen geschieden.
Dat eidnelijk de kosten tot herstel van de eerst genoemde Huizingen wel duizend a twaalf hondert
guldens zoude kunnen bedragen.
gedaan en opgemaakt te Dordrecht door mij bov. gen,
Fabrijk adjunct, om te dienen en te gelden voor den president
Voor het bestuur der Stad, als naar behoren, ten dage en Jare als boven
P. Plukhooij Bz..
Laatst gewijzigd: juli 2020.