Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: ingekomen brieven burgemeester 1813-1851


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Archief: 5
Inventarisnummer: 251 (ingekomen brieven burgemeester 1813-1851)

(transcriptie E. van Dooremalen; scans verkrijgbaar)


EEN SELECTIE:

(14-3-1816) boeierschipper Obbe de Heer (huisje plein veer marktschuit)

Burgemeesteren der Stad Dordrecht stellen deze Requeste
in handen van de Kamer van Koophandel binnen deze Stad,
met verzoek om daar op te dienen van derzelver consideratien en advies.
Dordrecht den 14 Maart 1816.
Repelaer van Spijkenisse



Aan de Wel Edele Agtbare heeren Burgmeesteren der Stad Dordrecht

Geevd met verschuldigde Eerbied te kennen,
den ondergeteekende Burger en inwoonder deeser Stad, was zeer verheugd te zien het zijne
Maijesteijt onsen geeerbiedigden Koning behaagd had, het Stads bestuur te evstigein en aan uwel Edelen zorg en vlijt toe
te betrouwen hij aarseld dus geen oogenblik om aan
de aandagt van uw Wel Edelen te vrengen Een Zaak die
hem zederd het begin der fransche Overweldiging boven maten heeft gehinderd; dog daar men in die tijd
allengs aan de overheersching zig moest gewennen,
was de ebste weg Stil te Eerbiedingen; het bedoelde door hem bestaat hier
in, in het thans nog aanwezend zijnde
huijsje afgetimmerte staande op het pleijn bij het Veer van de
Marktschuijt en ofschoon den ondergetekende, zig
geassisteerd met eenige zijner beuren in de tijd van het
bestaand hebbend tusschen Bestuur zig bij Request
heeft geadresseerd gehad, met verzoek hetzelve weg te
breeken is zulks van de handgewezen, onbekend voor
de Requestranten of het aangebrek van Magt van het gemeld
bestuurd, of aan verkeerde ongeintresseerde adviese heeft
afgehangen. Weshalve den ondergetekend en zig Eerbiedig tot

tot Uwel Edele wend met vriendelijk verzoek het UwelEdelen mag behagen,
onverwijld ordre te geven het gemelde Eenig overblijzel der fransche tirannij te doen wegbreken
niet alleen dat een ieder in zijn oogen ..
in de Eerste plaats maar in de tweede Plaats is het Nergens
goed voor, en word voor geen Koopmansgoederen Immer
gebruikt ook is het bekend dat de Marktschuit Eeuwen
te vooren gevaren heeft, zonder dat zodanig gebouw
voor dezelve wierd vereijst, en in de derde Plaats Ed Agtbaren Staat
het voor mijtot een halve Ruine het betimmerd mijn geheel gezigt zoodanig dat Niemand
de Groodhoofds Poort Inkomende of van de draaijbrug
afkomende en de Palingstraat doorgaande mijn
weinig kan bekennen Een Wooning die ik in der tijd zeer
duur heb aangekogt, in de hoop dar een bestaan uit
vinden, en waar van ik ook aller Schatten en lasten betaald
en daar de Affaire bij mijn aan huijs in de Tapnering bestaat
mist ik al eemnig mensch die mijn huijs
Passeren om dat zij hetzelve niet kunnen ontdekken
ook ondervind ik maar al te zeer de Schade die ik
als boeijer Schipper daar bij lijdt door dien veele
Passagiers die uit Zeeland zeer dikwijls buijten het
Groothooft aan komen en na voven moeten varen
nimmer kunnen gewaar worden zij bij mij zoude kunnen
worden bediende dewijl zij mij niet kunnen vinden.
en mijn uithangbord dat hun tot Gids zoude strekken
tusschen beijde is betimmerd, zoo deze Edel Achtbare Heeren

Heeren Reden Ja dubbelde Reden genoeg voor mij Immer kan een
Weldenkende Regering ener Stad met veele Een Inwoner Schade Lijdt door iets dat door een vreemde Natie
willekeuring is dargesteld, en nu bij de herweinning van onse goede Regten ende te onderbreking van die despooten, ook gemakkelijk
kan worden weggenomen en dus geen onderdaan van het thans gelukkigen met Regt Regerend Oranje huis genoodzaakt is niet alleen tot zijn verdriet
maar tot zijn Ruine dagelijkste moeten beschouwen den Aanleg van Heerszugt
en Dang, het welk in zine Insien in deeze gelukkige tijd niet verder
door hem kan worden geduld.

't welk doende &a
Dordrecht 16 febr. 1816
Obbe de Heer

Laatst gewijzigd: juli 2020.