Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: akten stads krankzinnig- en beterhuis ('het Blauwhuis') 1761-1786


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 22 Geneeskundig gesticht voor krankzinnigen, voorheen het Stads krankzinnig- en beterhuis geheten
Inventarisnummer: 483 1761-1786 (Akten waarbij door de daartoe bevoegde autoriteiten machtiging wordt verleend tot het opsluiten, het verlengen van de opsluiting of het ontslaan van patiënten)

(titel stapel 1) 1e Pacquet - Appoinctementen en Resolutien van Confinement van binnen de Stad lopende van 1763 tot 1794 incl. voor het Krankzinnig en beterhuis.

14-03-1769 Jacobus van Oosterwijk

(Hoeufft) Aan den Edele Groot Agtb: Gerechte en kamere Juditieel der Stat Dordrecht.
Geeft met schuldig respect te kennen Teuntje Hanse wed: van Gerrit van Oosterwijk wonende binnen deze Stat.
Dat haar Suppltes. Soon Jacobus van Oosterwijk sigh seedert Jaaren al heeft te buijten gegaen in den drank en in allerleij ongeregeltheeden in Soo verre sij Suppl.t al voor eenige tijdt sigh heeft geaddreszeert aan UeEd. Groot Agtb: ten eijnde daar ontrend de nodige voorsieninge te doen. dat sij Suppl.te al hadde gehoopt het gedrag vand en selve haeren Zoon door goede vermaninge Soude sijn gebetert, maar dat in teegendeel sij Supplte. tot haaren groote droefheid & smerte onder vind het van tijd verergert.
Soo dat den selve daagelijx dronken langs de straat loopt en nu onalngs nog om die reednen van de Borgewagt is weggejaagt. Dat daar en boovens gemelde haren zoon nu al oud ontrent de 36 Jaaren nietjegenstaende denselve een goed Ambagt zijnde een schoenmaaker knegt geweest verstaat dogh t zelve al voorlange verlaten hebbende nu sig geneert met aen de kaaij te loopen en te sjouwen & alles wat hij daar meede verdient door te brengen en nietwes in 't huishouden tot reeden voor deszelfs onderhout heeft ingebragt, dat zij Supplte een arme weduwe zijnde, het voor haar niet moogelijk is denselve haare soon langer te houden als werdende door haar Zoon Cornelis van Oosterwijk die voor haar is werkende gealimenteert en indien die zijn handen van haar koomt afte trecke, is sijn Supplt. genoodsaekt haar selve aen de publijcque Armen aen te geeven. dat booven en behalven dat alles den gemt. Jacobus van Oosterwijk gepasseerde sondagh is uit haar huis gegaan sonder dat sij Supplte heeft kunnen ontdecken waar denselven sig onthield. tot dat hij op dinsdagh door de dienaers van den Wel Ed: heer Bailjuw van Strien alhier in de Stad is gebragt hebbende hem uit 't Land gehaalt Soodanig dat zij vermeinde hij dwaas was en uit asijn discoersse ook niet anders konde opmaeke, hebbende 't haar Suppte ook toegeschreven denselve seedert die tijd bij vlaagen onpresent is.
Redenen waeromme de Supplte haar keer, tot Uw Ed: Groot Agtb. ootmoedig versoekende, Uw Ed. Groot Agtb: denselve Jacobus van Oosterwijk ten costen van deze Stat gelieve te doen confineren en verder ontrent hem soodanige voorsiening te doel als Uw Ed. Groot Agtb: sullen vinde te behoren
Twelk doende &a
Teungen Hansen, Anthonij Bax.

De Kamwere alvornes te disponeren stelt deze Requeste in handen van de Heeren Regenten van 't Stads Krankzinnig en beterhuis binnen deze Stad Omme hun Ed. Groot achtb. te dienen van Hun Ed: schriftelijk bericht op 't versoek ter Requeste gedaan. Actum den 9e Maart 1769. P. Hoeufft.

Edele Groot Achtbaere Heeren.
Ter obedientie en voldoeninge aen den appoinctemente van UEd: Gr: Achtb: van dato den 9e Maart deses Jaers 1769; op de Requeste van Teuntie Hanse, Wduwe van Gerrit van Oosterwijk, wonende binnen deze stadt, tenderende versoek om haeren soon Jacobus van Oosterwijk om redenen daer hij geallegeert, ten kosten van dese stadt, en mitsdien in 't stads Krankzinnig en Beterhuijs alhier, ten kosten van het zelve te doen confineren en verder omtrent den zelven sodaenige Voorzieninge te doen als UEd: Gr. Achtb. zullen vinden te behoren.
Soo hebben wij de Eer UEd: Gr: Achtb: bij desen te berigten dat de positien aengaende het onvermogen van de Supplten bij den voorsz. Requeste gemeld conform den waerheid zijn, en derhalve bij aldien UEd: Gr: Achtb: het Confinement van de Suppl.te gemelden zoon Jacobus van Oosterwijk noodzaekelijk oordelen, dat het zelve als dan om gemelden rednen in t voorn. Stades Krankzinnig en Beterhuijs ten kosten, en Lasten van hezelve zoude behoren gedecerneert te worden referende ons, niet te min ter Dispositie van UEd. Gr. Achtb. waermede vertrouwende aen het gerequireerde van UEd Gr Achtb. voldaen te hebben. Soo bevelen wij UEd: Gr Achtbaere Gods protexie en Blijven
Edele Groot Achtbaeren Heeren, UEd. Gr. Acht. ootmoedige dienaeren. De Regenten van 't Stadt Krankzinnig en Beterhuijs.
Dordreght 13e Maart 1759
Ter ordonnantie van deselve als Rentmeester C. Brender a Brandis.

De Kamere stelt deze Req.te in handen van de Heeren Beelaert en Rees Schepenen dezer Stad, omme dezelve nader te examineren en Hun Ed: groot Achtb: te dienen van Hunn Ed: Consideratien & advis. Actum Dordt. den 14e: Maert. 1769. Ps. Hoeufft.

De Kamere gezien en geexamineert hebbende het schriftelijk berigt van de Heeren Regenten van Stads krankzinnig & Beterhuis binnen deze Stad, mitsgaders gehoort 't Rapport van Heeren Commssarissen accordeert de Supplt. haer versoek, permitteert mitsdien dezelve omme Hare Zoon Jacobus van Oosterwijk bij rpovisie te mogen doen Confineren in 't Stads krankzinnig & Beterhuis binnen deze Stad, tot lasten van 't zelve huijs tot dat denzelve zal werden gezonden na de Oostindien. Actum Dordt 14 Maart 1769. Ps. Hoeufft.

Requeste entje Hanse wed. Gerrit van Oosterwijk Supplt. Omme haar Soon Jacobus van Oosterwijk te Confineren.
Bax. Procr.
Geregisteerd.
In handen van de Hr Regenten van Stads krankzinnig en beterhuijs om bericht. 9 Maert 1769.
In handen van Hr commissariss. Beelaerts en Rees. 9: do.
Fiat confinement conform het voorsz. bericht. 17: do.

Laatst gewijzigd: januari-februari-maart 2015 / december 2016.