Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: uitgaven v.d. reparatien 1660-1680-1690-1700-1710-1720-1725


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 3
Inventarisnummer: 3021 (1660), 3037 (1680), 3047 (1690), 3057 (1700), 3067 (1710), 3077 (1720), 3082 (1725)

* * * scans verkrijgbaar * * *

1720 rekening uitgaven v.d. reparatien

Vierde en Laatste Rekening.
Van Soodanigen Uijtgifften Mitsgaders Ontfangh daer tegens, als de heer Mr. Boudewijn Onderwater vrijheer van Papendregt Matena &ca
in zijn Ed.e Qualiteijt als Thesaurier vande reparatien dezer Stad Dordregt over en inden Jare xvii en twintig heeft gehad, ende gedaan
1720
Omme de Stad Dordregt
Vierde en Laatste Rekening van Uijtgeeff.

Overgelevert bij ...
(de tijt volgt wel voorgaende reeckeninge)

Rekeninge vande Heer Mr: Boudewijn Onderwater, Vrijheer van Papendregt, Matena &a dewelke zijn Ed. bij dezen is doende in qualiteijt als Thesaurier van de reparatien deser Stad, voor den Jare 1720 Ingegaan den Eersten Januarij, ende geeijndigt den laatsen december desselver Jaars, omme welke reekeninge te hooren ende te Sluijten, zijn op Sondag den 28 Januarij xvii en twintig bij mijn Ed.e heeren van den geregten Oudraden, en dekenen vande gemeene Neringe gecommitteerd Commissarissen die in 't hoofd van dezen gemeld zijn ten Eijnde deselve Commissarissen, die over de voorschreve rekeninge sullen hebben gestaen deselve gesloten sullen presenteren aen mijn Ed.e heeren en dekenen voornoemt den Eersten Sondag naar den xxv Januarij xvii twee en twintig, en dat van allen 't gene de voornoemden heer Thesaurier tot subsidie van zijn Comptoir vande reparatien als anders vande heer Adriaan van den Santheuvel, als Thesaurier van 't groot Comptoir ontfangen heeft, mitsgaders wegens 't gene den rendant in dezen, uijt de naam ende van wegen de Stad Dordregt daer tegens geordonneert was te betalen, en uijt te geven gemaakt in ponden te xl grooten het stuk, schellingen en penningen naar advenand;


[folio 2] Ontfangh
Den Heer Thesaurier rendant in dezen heeft uijt handen vande heer Adriaan van den Santheuvel als Thesaurier van 't groot Comptoir tot Subsidie van sijns rendants Comptoir vande reparatien als anders, ontfangen de naarvolgende posten waar uijt de respective uijtgaven, voor en over den Jare xvii en twintig zijn gedaan.
Anno 1720.
10 Januarij 9481:11:12
26e: dito 535:1:12
13:e februarij 5757:17:4
14:e dito 650:0:0
1e: Mart 687:16:8
= 19612:7:4
12e dito 606:4:0
22:e dito 833:15:2
8e april 11003:15:12
24e dito 1088:7:12
10e Meij 4011:0:0
op dato 2581:7:8
= 20124:10:2
3 Junij 1254:12:0
18e dito 1007:15:14
28e dito 600:0:0
9e Julij 9496:3:2
25e: dito 1878:14:4
29e dito 703:17:0
5e Augustus 4432:17:10
28e dito 546:3:6
= 21020:3:4
17e Septemb. 6000:0:0
3e October 2076:15:14
8e dito 3000:0:0 9e dito 10757:19:4
28e dito 634:17:8
31e dito 3930:0:0
= 26399:12:10
6e November 10000:0:0
12e dito 4064:14:2
18e dito 1000:0:0
4e december 500:0:0
16e dito 2000:0:0
19e dito 700:0:0
= 18264:14:2
Ao. 1721.
16e Januarij 10000:0:0
21e dito 511:0:0
29e dito 1066:9:4
4e februarij 628:5:0
24e dito 2000:0:0
3e maart 759:0:0
= 14964:14:4
29e dito 1047:5:2
24e april 1000:0:0
12e: Meij 2494:18:8
4e: Junij 800:0:0
17:e dito 618:10:10 16e: September 860:0:0 5e novemb. 4000:0:0
= 10820:14:4
= f 131.206:15:14
29e december 753:7:0
13 Januarij 1722 2000:0:0
=f 133.960:2:14
Den rendant brengt nog in Ontfang de Somma van f 360 gulden negen stuijvers, sijnde de bij hem affgetrocken en ontfangen Een hondersten penning voor en over den Jare 1720 gekort van alle renten en interessen, loopende tot lasten deser Stad Dordregt; Ende dat volgens Speciale ordre van haaar Ed.e groot Agtb. de heeren regerende borgermeesteren, deser opgemelde Stad Dordregt in der tijd, koomt vervolgens alhier de voorschreve, iii c lx L ix V;
Somma totalis vanden ontfang deser reeckeninge bed:t 134320-11:14

[1][folio 3] Uijtgeeff Jegens den voorenstaanden Ontfangh

Eerst van Borgermeesters Termijnen
- Betaald aan de heer borgermeester mr. Dirk Hubert Stoop, Een jaar weddens als borgermeester dezer Stad, verschenen den Laatsten maart 1721, ii c L;
- Aan de heer mr. Jacob van der Dussen, voor Een Jaar Weddens, als borgermeester verschenen als vooren, volgens quitantie, ii c L;
- Aan de heer mr. Hugo Eelbo voor Een jaar weddens als borgermeester, verschenen als vooren volgens quitantie, ii c L;
- Aan de heer mr. Ocker Gevaarts voor Een jaar Weddens als borgermeester, verschenen als vooren volgens quitantie, ii c L;
prima Sa. van den uijtgeeff deser Reeckeningen van Borgermeesteren termijnen bedt: 800

[2][folio 3vs] Anderen Uijtgeeff van verpondingen dijkagien omslaegen honderste penningen als anders, over de landen van de Merwede, Dubbeldam, Sliedregt, van de koorntiende van de Westmaas, alsmede van de verpondinge, die onder de Stadt Landpagten werden Ontfangen, mitsgaders van den honderdsten penning vande rente die in de rekeninge van den Ontfang van den heer Thesaurier van 't groot Comptoir fo. [-] werden verantwoord.

- De Ambagtsheeren van Dubbeldam Een jaar recognitie van drie zaagmoolens, Een runmoolen, en een op den dijk van de houtbergenisse, verschenen d'Ao. 1720 volgens q.tie, xxx L;
- De heer mr. Pieter Brandwijk van Blokland als rentmeester van 't Weeshuijs Een Jaer huur van een merge 130 roeden land geapproprieert tot een steenplaets, verschenen Kersmis 1720 volgens quitantie, lxvii L x V;
- Betaald aan de heer Mr. Hugo Repelaar heere Anthonisz: als Collecteur en Ontfanger van de verpondinge over de Landerijen onder de Merwede, het Jaar Ordinaris Verpondinge d'Ao. 1719, wegens de Lande onder de Merwede gelegen volgens Ordonnantie en quitantie Een Somma van, ii:c vi L iv V xvi P;
- De Gemeene Eijgenaars van 't gors genaemt de Strepe, bij de Stad Dordregt in Erffpagt genomen en voor dezen bij de heeren Neurenberg betaeld Jaarlijcx vier en twintig gulden komt voor den Jare, verschenen decemb:r 1720 volgens Q.tie, xxiv L;
- Betaald aan Maria Spruijt, weduwe Bosveld, de ordinaris verpondinge van de Coorntiende van de Westmaas over deze Jare 1720 volgens quitantie Een Somma van iii c xxxviii L iv V;
- Aan deselve Maria Spruijt wed.e Bosveld over den honderdsten penning geconsenteerd den [-] Januarij 1720 van de Coorntiende van de Westmaas, volgens quitantie Een S.a van ii c xxiv L xiv V;
- Betaald aan de heer mr. Bartholomeus van Segwaard, als Ontfanger van de Verpondinge der Stad Dordrecht, over de Verpondinge die buijten de Stad onder de Landpagten werden Ontfangen over dezen Jaere 1720 volgens zijn E: quitantie Een somma van ...;
- Aan den heer rentmeester generaal van Suijtholland, over den honderdsten penning geconsenteerd den [-] Januarij 1720 van een rente van agt gulden s'jaars op des graaffelijkheijts Domeijnen van Zuijtholland, volgens quitantie ter Somma van, ii L;
- Aan den heer Ontfanger generaal over holland, den voornoemde honderdsten penn: van een rente van Elff gulden Elff stuijvers 's jaars, op het Comptoir generaal van holland volgens quitantie ter Somma van, ii L xviii V;
- Aan den heer Thesaurier der Stad Gornichem den voornoemden honderdsten penning van een rente van seven gulde tien stuijvers 5 jaars, op de Stad Gornichem, volgens quitantie Een Somma van, 1 L xvii V viii P;
- Aan Gijsbert de Jong, Ingaarder van de verpondinge over Sliedregt wegens Stads Lands en Visserijen, onder den voorschreven dorpe gelegen den 100 penn. geconsenteerd over desen Jare 1720 en de Ordinaris Verpondinge d'Ao. 1718 en 1719 te samen op Ordinnantie en quitantie Een jaar, i C lxviii L vii V viii p;
- Betaald aan den penningmeester Lourens Boon, de binnelandse omslaegen d'Ao. 1714, 1715, 1716, 1717 en 1718, 1719 en 1720 over 50 mergen 278 roeden Item nog 8 mergen 81 1/2 roede sulx samen 58 mergen 359 1/2 roeden onder Dubbeldam op ordonnantie en quitantie Een S.a van viii c xcvi L xi V vi P;
- Aan denselven Penningmeester Boon, de dijkomslagen d'Ao. 1713, 1714, 1715, 1716, 1717, 1718, 1719 en 1720 over 75 mergen een roede Land, almede onder Dubbeldam op ordonnantie en quitantie Een Somma van ...;
2 Sa. van de uijtgeeff van verpondinge en omslagen bedr:t 1694:12:4

[3][folio 5] Anderen Uijtgeeff van quotisatien ten behoeven van 1/4 gemeeneland, in den Jaar 1720 alsmede van betalingen in minderinge van 't slot van voorige rekeninge gedaan.

- Alsoo bij sloote vande Laatst voorgaende rekening blijkt meerder te wesen uijtgegeven dan Ontfangen konnende derhalven alhier in minderinge van 't Slot van voorgaande rekening geen betalinge werden gedaan dat alhier is dienende voor, Memorie;
- In den Haare 1608 is bij de heeren Staten van hollant en Westvriesland geaccordeerd over de Landen van de geheele verpondinge over de huijsen binnen de muure van de Stad gelegen en bij forme van verhoogige een geregt agtste part vande goederen, alrede inde verpondinge begrepen daarmede de Stad gesteld is op veertien duijsent seshonderd een en sestig ponden een schelling vier penningen, ten x L grooten, als voor dertien Schrootampten vier hondert twaalff ponden en tien schelingen, over de swijgende tollen ten respecte vande Sluijtinge der stroomen, ses en vijfftig ponden sestien Schellingen agt oenningen, 't balliuschap van Zuijthollant, en 't Schrootampt binnen Dordregt agt en seventig ponden vijff Schellingen drie penningen ende vijff moolens, Een honderd vier ponden veertien Schellingen megen penningen, makende 't Saemen de voorschreve xiv M vi C lxi L i V en iv penn:
Ende den omslag over de voorschreve huijsinge gemaakt bij voorgaande consent van dekenen vande gemeene neringe deser Stede 't welk bij de heer mr. Bartholomeus van Segwaard werd gecollecteerd, die daar van bij rekeninge sal verantwoorden ende vande betalinge van de heele en halve verpondinge met den agtsten penning aan 't Comptoir van den heer Ontfanger generaal over Holland in s Gravenhage daar van sal de heer Jacob Stoop als Secretaris van de heeren Thesauriers, en Ontfanger van de penningen gedestineerd ten Oorloge uijtgeeff maken in zijn Ed. rekeninge van alle quotisatien ten behoeve van 't gemeeneland opgebragt, geeijndigt den Laatsten december 1720, Memorie;
- De Eerwaarde dienaar des Goddelijken Woorts binnen dese Stad Dordregt bij requeste aan mijn Ed. heeren borgermeesteren & geregten en Oudraden derselve Stede versogt hebbende dat hare weduwens mogten werden voorsien naar haar overleijden boven het gene de selve van het gemeeneland genieten daer op deselve hij appostille in dato den 25e Junij 1693 hebben advis versogt aan Mijn Ed.e heeren gecommitteerdens ten beleijde ende gehoort de Consideratien van heeren Scholarcquen sulx te disponeren, als ten meeste genoege en minste Laste van de Stad, sullen dienstig oordeelen, uijt Kragte van welke voorschreve authorisatie hebben haar Ed.e groot agtb. daer toe verbonden ende geaffecteerd, sekere twee renten d'een van seventig ponden, en d'andere van sevenentwintig ponden ii V en vi penningen te xl grooten, beijde versekerd op 't gemeeneland van Holland en Westvriesland, met de Interessen vandien, sederd den Jare 1625 en verdere Jaaren, die de Stad uijt de naam van de heeren Scholarquen Competeerd, omme daar van een Capitaal te maken 't welk op den 11e februarij 1639 is geworden tot drie duijsent een honderd drie en veertig ponden 1 V 1 penn:, ende deselve te doen administreren en Ontfangen bij de heer Jacob Stoop die eghouden is de rente van twee tot twee Jaaren bij 't Capitaal te voegen, en ten allen tijde aen haer Ed. groot agtb: (des gelast zijnde) rekeninge te doen, omme desselve penningen, en die daar toe nog sullen werden vermeerderd, alle gebruijkt te werden tot onderhoud van desselve weduwens welk onderhoud sal ophouden, als sij weder komen te trouwen en sal de toevoeginge en de verdeelinge van dien blijven ter dispositie van mijn Ed.e heeren, Memorie.
iii Sa. nihil

[4][folio 6] Anderen Uijtgeeff renten genaamt pandponden sprekende op huijsen en Erven, binnen dese Stad Dordregt die de Ed.e groot agtb. heeren behouden hebben van bruggen en straaten groot te maken, naar den grooten brand geschiet den 26e Junij 1547 [=moet zijn 1457?] daarvan het grootekerk hoff mede is vermeerderd, en andere op de Erven die men Jaarlijcx betaald, alsmede va de ponden in de Vasten d'Ao. 1720.

- Van den Ontfang en Uijtgeeff der rente genaamt pandponden daar van is door den Stadsbode Johannes Vervoort rekeninge gedaan over vier Jaren d'Ao. 1717, 1718, 1719 en 1720 waar bij blijkt meerder te wesen Ontfangen dan uijtgegeven, 't geene door de heer Adriaan vanden Santheuvel in qualiteijt als Thesaurier van 't groot Comptoir inzijn Ed.ts vierde etc Laetste rekening deses Jaars 1720 op fol. 9 voor ontfang gebragt en verantwoord werd sullende den bovengemelde stadsbode Jan Vervoort vervolgens rekeninge moeten doen over de Jaren 1721, 1722, 1723 en 1724 ter Expiratie van 't Laatste dat alhier is dienende voor, Memorie.
iiii Sa. nihil

[5][folio 5vs] Anderen Uijtgeeff van Erffrenten die de graaffelijkheijt van holland sprekende heeft, uijt kragte van sekere privilegien en handvesten deser Stede.

- Den Goijer van braband heeft op deze Stad, Een rente van dartig ponden te xl groote het pond 5 Jaaren, volgens konink Wilhelmus handvesten die nu betaald werden aen den heer rentemeester generaal van Zuijtholland, verschenen Kersmis 1720 bij quitantie, xxx L;

Anderen Renten gehouden op diverse huijsen en Erven tot Lasten dezer Stede gekogt.

- De Heer Matthijs Berck vrijheer van Goidschalxoord &c. vier en vijfftig ponde te xl grooten 't pond 5 Jaars tegens den penn: xvi sprekende op den armenhoff, verschenen november 1720 bij quitantie, liv L;

Anderen Renten, ter saeken vande Schrootampten binnen deser Stede, ten behoeve van de negotie.

- De rente van een tot tien Schrootampte zijn affgelost, bij den heer Ambagtsheer Arent Maartense, Memorie;
- 't Schrootampt van Jan Cornelisse Mijl stond op Lijffrenten en is, Affgestorven;
- 't Schrootampt van van mr. Cornelis de Coning is, Affgelost;
- De Graaffelijkheijd van Holland vijff en sestig Ronden te xl grooten t pond 's Jaars over een rente Stede, verschenen bamis 1720, bij quitantie lxv L;

Anderen Los Renten gekogt Ao. 1604

- (debet q.tie 1717, 1718, 1719, 1720 .... levert) Johan van Wevelinkhoven, Een Jaar rente van 400 L capitaal te xl grooten a 4 percto. verschenen den 16e September 1720 bij q.tie, xvi L;
- De Erffgenaemen van Maria Anna Kloots, Een Jaar rente van 1600 L te xl grooten a 4 percto. verschenen den Eerste Julij 1720 bij q.tie, lxiv L;

Anderen Los Renten aangekogt Ao. 1606 omme de Laatste paaij vande heerlijkheijt Merwede te betalen

- De heer borgermeester Pompejus de Rovere Een Jaar rente van 500 ponden te xl groote Capitaal a 4 percto. verschenen den 12e April 1720 bij quitantie, xxxii L;

Anderen Los Renten, gekogt Ao. 1607 Omme daarmede de penningen te Lossen die te Lossen Stonden, den penning xii, xiii, xiv en xv volgens resolutie van mijn Ed.e heeren.

- Vrouwe wed.e wijlen de heer borgermeester Samuel Everwijn Een Jaar rente van 1200 L te xl grooten Capitaal a vier percento verschenen den Eersten Meij 1720 bij q.tie xliii L;
- Arent Maartensz Ambagtsheer van Barendregt Een Jaar rente van L 5000 Capitaal a 4 percto. verschenen den 13e Meij 1720 bij quitantie, ii:c L;

Anderen Los Renten, gekogt Ao. 1608 Omme redenen als vooren verhaald.

- De Oudemannen binnen Dordregt Een Jaer rente van 800 L te xl grooten Capitaal a 4 pcto. verschenen den 13 Junij 1720 bij quitantie, xxxii L;
- De Executeurs vanden Testamente van Cornelia Cornelisdr. van Beverwijck, Laatst huijsvrouw van Cornelis Frnse de Witt, bij dezen gemaakt, ten behoeve van haar Arme Vrunden van 's vaders zeijde en geeene sulx sijnde, ten behoeve vanden huijs armen dezer Stede, En rente van 700 L te xl grooten Capitaal a vier percento, verscheenen den 18e december 1720 bij quitantie van de heer mr. Johan de Roovere, xxviii L;

Anderen Renten, gekogt Ao. 1608, omme de vervallen kosten, gedaan tot het maken van een nieuwe bergenisse van 't Luijcx en Weselshout.

- Arent Maartensz: Ambagtsheer van Barendregt Een Jaar rente van 3000 L Capitaal te xl groote a 4 perco. verschenen den 15 October 1720 bij quitantie, i:c xx L;
- 's Sacraments gasthuijs Een Jaar rente van 1200 L te xl groote a 4 ptco verschenen den 24e November 1720 bij quitantie, xlviii L;
- De Vaders van 't Arme weeshuijs binnen Dordregt Een Jaar rente, ter sake vande ontgrondinge van veertien merge 429 roeden land aan 't Willigenbos, daar de houtbergenisse zijn uijtgegrave, verschenen Kermis 1720 bij quitantie, ii:c lxii L iii V viii p;

Anderen Los Renten, gekogt d'Ao. 1616 ten Lasten als vooren.

- 't Weeshuijs binnen Dordregt, Een Jaer rente van 100 L Capitaal te xl groote a vier percento, verschenen den 6e Meij 1720 bij quitantie, xl L;
- De Erffgenamen van de heer Johan Kloens Een Jaar rente van 400 ponden Capitaal a vier percento, verschenen den Eersten September 1720 bij quitantie, xvi L;

Anderen Los Renten, gekogt d'Ao. 1617.

- 't Gashuijs alhier, Een Jaar rente van 4350 L capitaal de xl grooten a 4 percento verschenen den 10e October 1720 bij q.tie, i.c Lxxiv L;
- 't Weeshuijs alhier Een Jaar rente van 2200 L capitaal te xl grooten a vier prcto. verschenen den 24e October 1720 volgens quitantie, Lxxxviii L;

Anderen Los Renten, gekogt d'Ao. 1624.

- Arent Maartensz: Ambagtsheer van Baarendregt Een onlosbaare rente van 615 L xii p te xl groote 't pond 5 Jaers tot betalinge van agtien stuijvers 's weecx Paasschen en Kersmis dubbeld geld, aen agt en daertig persoonen, woonende in 't gestigt huijs, verschenen den Eerste October 1720 volgens quitantie, ii:c, xv L xii V;
- Deselve tot koopinge van haaren Turff voor de voornoemde persoonen Elk ses stuijvers s weecx, verschenen den Eersten Augustij 1720 bij quitantie, ii:c xxviii L;

Anderen Los Renten, gekogt d'Ao. 1625.

- Denselven Ambagtsheer 600 L te xl grooten 5 Jaars tot subsidie vande Studenten verschenen maart, Junij, September en december 1720 bij quitantie, ii c L;

Anderen Onlosbare Renten in den Jare 1627 verkogt.

- 's Sacraments Gasthuijs binnen Dordregt aangekogt bij Cristina Eland, ingevolge van de dispositie van Christina Nieuwstad Een Jaar rente van 1000 L Capitaal te xl grooten a 4 percto. verschenen den 15e Januarij 1720 bijquitantie, xl L;
- 't Selve gasthuijs aangekogt als vooren Een jaar rente van 1000 L Capitael te xl grooten a vier percento, verschenen den 1e October 1720 bij quitantie, xl L;
- den h.e Geest ter Nieuwerkerk aangekogt als vooren, Een Jaar rente van 1000 L capitael te xl grooten a 4 percto, verrschenen den 15e Januarij 1720 volgens quitantie, xl L;
- denselven h.r geest aangekogt als vooren Een Jaar rernte van 1000 L capitaal te xl grooten a vier percto. verschenen den Eersten October 1720 volgens quitantie, xl L;

Anderen Los Renten in de Jaaren 1654, 1655 ende volgende Jaaren verkogt, versekerd op de Tollenv an Gornichem, en Schoonhoven.

- Den h.r geest ter Grooterkerk Een Jaer rente van 630 L Capitaal te xl groote voer prcto. verschenen 9e April 1720 volgens Qtie, xxv L iv V;
- De Oudemannen binnen Dordregt, Een Jaar rente van 480 L Capitaal ter xl groote a vier percto verschenen den 1e Meij 1720 volgens quitantie, xix L iv V;
- vrouwe wed.e van de heer mr. Johan de Witt Een jaar rente van 590 1/4 L Capitaal te xl grooten a vier percto. verschenen den 12e Julij 1720 volgens quitantie, xxiii L ii V;
- de Erfgenamen van Jacob Adriaanse vijff ponden te xl grooten 't pond s Jaars dan alzoo de Stad Dordregt, Een gelijke rente op deselve heeft, diend voor, Memorie;
- het h.e geesthuijs ter grooterkerk Een Jaar rente van 1152 L Capitaal ten xl groote a vier percento verschenen den Eersten december 1720 bij quitantie, xlvi L ii V x P;

Anderen Los Renten aan diverse persoonen binnen dese Stad Dordregt.

- Arent Maartensz Ambagtsheer van Barendregt Een jaar rente van 3000 L te xl grooten a vier percento, verschenen den Eersten Meij 1720 bij quitantie, i:c xx L;
- dewed.e van Pieter van Nuijts rijnschipper, Een Jaar rente van 800 L capitaal te xl grooten a vier percento versch: den Eersten november 1720 bij quitantie, xxxii L;
- 't Weeshuijs binnen Dordregt, Een Jaar rente van 576 L capitaal te xl groote a vier percento verschenen den 27e Julij 1720 volgens quitantie, xxiii L i V;

Anderen Los Renten, gekogt ao. 1562 tot openeminge van veertien duijsent guldens, waarmede de Stad gejogt heeft xv c L s Jaars, op de tollen van Gornichem en Schoonhoven, en bij mijn Ed.e heeren gelast alhier te brengen.

- 't Sacrament gasthuijs alhier, Een Jaar rente van 3200 L capitaal te xl grooten a 4 pcrto. verschenen den 16e Julij 1720 bij quitantie, 1:c xxviii L;

Anderen Renten, verkogt in de Jaaren 1566 en 1567 omme daarmede te Lossen de penningen die te Lossen stonden den penning xii, xiii, xiv en 15 omme de andere renten van de tollen te betalen volgens ordre van mijn Ed.e heeren.

- het h.e Geesthuijs ter grooterkerk en 't gasthuijs, volgens Testament van Aaltje Jans Ooms, ses en veertig gulden twaalff stuijvers twee penningen 's jaarlijcx komt alhier voor t h.e geesthuijs over den Jare veshenen den 15e februarij 1720 volgens q.tie, xxiii L v V x P;
- En voor't Gasthuijs, En geheel Jaar rente verschenen als voren, bij quitantie, xxiii L vi V vii p;
- De vijff ponden 5 Jaars van Jenneken van Hald, is in lange Jaare niet gevorderd dus Memorie;
- Arent Maartensz: Ambagtsheer van Barendregt Een Jaar rente van 1000 ponden Capitaal a Vier perc.to te xl grooten, verschenen den 29e Julij 1720 volgens quitantie, xl L;
- Cornelis Verbrugge, voor de Erffgenaam van mr. Johan de La rue, Een Jaar rente van 1000 L Capitaal te xl grooten a 4 prcto. verschenen den 9e September 1720 bij quitantie, xl L;
v s.a van losrent bedt: 3863:19:4

[6][folio 10] Anderen Uijtgeeff van Interessen op sekere Capitalen Ende Eerst die bij Leendert Sijberts van den Haterd zijn opgenomen tot het maeken vande nieuwe haven.

- 't Oude vrouwenhuijs alhier Een jaar Intrest van 800 L Capitaal te xl grooten a 4 prcto. verschenen den 12e december 1720 volgens quitantie, xxxii L;

Anderen Interesten, die verantwoord zijn, in de rekening vande heer Arent Maartense van Oorloge, geEijndigt den Laatsen december 1625.

- Den intrest van 1200 L Capl. te xl grooten ten behoeve van Martijntje Isacx, verschenen den Laasten december is in lange Jaaren niet gevorderd, Memorie;
- Damas van Slingelands Erffgenaemen Een jaar Intrest van 500 L Capitaal te xl grooten a vier percento, verschenen den 27e december 1720 bij quitantie, xx LL;
- Willem Sandertse, Een Jaar Intrest van 600 L Capitaal te xl grooten a Vier percto. verschenen den 11e Januarij 1720 bij Indorsatie op d'Obligatie, xxiv L;
- 't Oude Vrouwenhuijs alhier, En Jaar Intrest van 1000 : Capitaal te xl grooten a vier percento, verschenen den 10e Januarij 1720 bij quitantie, xl L;

Anderen Interesten van Capitalen, daar van inde reekeninge van de heer Teresteijn fol.o 40 et ultra verhaald.

- Den boekhouder van de rijnsche wijnkoopers Een Jaar Intrest van 1000 L Capitaal te xl grooten a vier percento, verschenen den 2e Junij 1720 bij quitantie, xl L;
- Den h.r geest ter grooterkerk, Een Jaar Intrest van 800 L capitaal te xl grooten a Vier percento, verschenen den 3e Julij 1720 bij quitantie, xxxii L;
- 't Weeshuijs alhier Een Jaar Intrest van 1500 L capitaal te xl grooten a Vier percento verschenen den 7e: Julij 1720 bij quitantie, lx L;

Anderen Interesten van Capitalen Leeninge inde Laatse rekeninge vande heer Teresteijn fol.o 40 et ultra verhaald en verantwoord.

- het h.e geesthuijs ter Grooterkerk Een Jaar Intrest van 1200 L Capitaal te xl groote a Vier percento verschenen den Eersten februarij 1720 bij quitantien, xlviii L;

Anderen Interesten van Capitalen Leeninge inde Laatse rekeninge vande heer Bacx verantwoord.

- Pieter Arijense, in de plaats van Willempie Wouters, En Jaar Intrest van 600 L Capitaal te xl groote a 4 prcto, versch. den 11e April 1720, Indorsatie op d'Obligatie, xxiv L;
- Klaas Segertse, Een Jaar rente van 500 L Capitaal te xl groote a 4 prcto. verschenen den 18e Julij 1720 bij Indorsatie op d'Obligatie, xx L;
vi S.a van losrente en intresten bed:t 340:0:0

[7][folio 11] Anderen Uijtgeeff van Interesten van penningen genegotieerd tot makinge van een nieuwe houte kaeij agter de Walevest, langs de riviere Ingevolge van de resolutie genomen bij den Oudraad dezer Stad Dordregt, op den 10e december 1703 en 25e Augustij 1704 respective, daer van de Capitalen, in de Laetste rekeninge van Ontfang d'Ao. 1708 fol. [-] bij de heer mr. Johan van den Brandeler als Thesaurier van 't Groot Comptoir verantwoord zijn.

- No. 1. Margareta Eelbo, als Erffgenaam van de heer borgermeester Roeloff Eelbo za.r Een Jaar Intrest a 4 prcto. vrijgeld sonder kortinge van 2000 L capitaal te xl groote verschenen den 9e: September 1720 volgens quitantie, Lxxx L;
- 2. De heer mr. Pieter Eelbo als Erffgenaem van Welvoormelden heer borgermeester Roeloff Eelbo za.r, Een gelijk Jaar Intrest Capitaal en verschenen als vooren, volgens quitantie, Lxxx, L;
- 3. Vrouwe Margareta Trip, mede als Erffgenaam, van welvoormelde heer borgermr. Roeloff Eelbo za.r, Een gelijk Jaar Intrest Capitael en verschenen als vooren volgens quitantie, Lxxx L;
Ende vermits de afflossinge van t voorschreven Capitaal van 2000 L ten vervaldag gedaan soo komt alhier deselve bij het overleveren van de obligatie, II.m L;
- 4. Toonder der Obligatie, Een Jaar Intrest a 4 prcto. vrijgeld sonder kortinge van 2000 L Capitaal te xl grooten verschenen den 6e October 1720, bij quitantie Lxxx L;
Ende vermits de afflossinge van 't voorschreve capitaal van 2000 L ten vervaldag gedaen soo komt alhier deselve bij 't overleven van d'Obligatie 11.m L;
- 5. Toonder der Obligatie Een Jaar Intrest a 4 prcto. vrijgeld sonder kortinge van 1000 L capitaal te xl grooten, verschenen als voren, volgens Q.tie, xl L;
Ende vermits de afflossinge van 't voorschreven capitaal van 1000 L, ten vervaldag gedaen soo komt alhier deselve bij het overleveren van de Obligatie, 1.m L;
- No. 6. N:N: Een Jaar Intrest a 4 prcto. vrijgeld Sonder kortinge van 1300 L capitaal te xl L grooten bij afflossinge van een Capitaal van 700 L als bleijkt in de rekeninge d'ao. 1713 fo. 12 verso alwaar 't voor schreve Capitaal van 700 L ook in uijtgeeff gebragtr en verantwoord is, komt dus alhier 't Jaar Intrest, van de voorschreve resterende 1300 L capitaal, verschenen den 13e december 1720 bij quitantie, Lii L;
Ende vermits de afflossinge van 't voor schreve nog resterende Capitaal van 1300 L ten vervaldag gedaen soo komt alhier deselve bij het overleveren vande Obligatie, xiii.c L;
- 7. Vrouwe Cornelia Beljards, Een Jaar Intrest a 4 prcto. vrijgeld Sonder kortinge van 2500 L capitaal te xl grooten, verschenen den 31: december 1720 bij quitantie, i.c L;
- 8. N:N: Een Jaar Intrest a 4 Prcto. vrijgeld Sonder kortinge van 1500 L capl. ten xl grooten verschenen als vooren bij quitantie, Lx L;
Ende vermits de afflossinge van 't voorschreve capitaal van 1500 L ten vervaldag gedaen soo komt alhier de selve bij het overleveren van de Obligatie, xv:c L;
- 9. Bastiaan Kroonestijn, Een Jaar Intrest a 4 pctro. vrijgeld sonder kortinge van 150 L capl. te xl grooten, verschenen als voren bij q.tie, vi L; Ende vermits de afflossinge van 't voorschreve Capitaal van 150 L ten vervaldag gedaen, Soo komt alhier seselve bij het overleveren vavnde Obligaite, i.c l L;
- 10. Abraham Kroonesteijn, Een Jaar Intrest a Vier percento, vrijgeld sonder kortinge van 150 L capitaal te xl L grooten, verschenen als vooren, bij quitantie, vi L;
- 11. Jasper Dircxe, Een gelijk jaar Intrest, Capitaal en verschenen als vooren bij quitantie, vi L. Ende vermits de afflossinge van 't voorschreve Capitaal van 150 L ten vervaldag gedaan, Soo komt alhier deselve bij het overleveren vande Obligatie, O:c l L;

- No. 12. Josua Dircxe Een gelijk Jar Intrest capitaal en verschenen als voren bij q.tie, ci L;
- 13. N:N: Een Jaar Intrest a 4 pcto. vrijgeld sonder kortinge van 2000 L capitaal te xl grooten verschenen als vooren bij q.tie, Lxxx L;
Ende vermits de afflossinge van 't voorschreve Capl. van 2000 L ten verval dag gedaan, Soo komt alhier bij het overleveren vande Obligatie, ii.m L;
- 14. is affgelost den 13e november 1713, memorie.

Anderen Interesten van penningen genegotieerd tot het Extraordinaris verdiepen van de nieuwe off Wollewevershaven Ingevolge van de resolutie genomen bij den Oudraad deser Stad Dordregt, op den 15 Junij 1716 ter Somma van seven duijsent vijff honderd vijfftig gulden a 4 prcto. Jaarlijcx, Sonder kortinge daer van de Capitaelen in de Laetste rekening van Ontfang d'Ao. 1716 fol.o 69vso, bij de heer mr. Johan van Hoogeveen als Thesaurier van 't groot Comptoir verantwoord zijn.

- 15. Is op den 2e Septemb. 1718 affgelost, Memorie.
- 16. De heer mr. Jacob Stoop, voor de weduwens van de presicanten, Een Jaar Intrest a 4 prcto. vrijgeld sonder kortinge van 500 L ten xl groote verschenen den 22e Septembr. 1720 volgens q.tie xx L;
- 17. Vrouwe Magdalena Gevaarts, wed.e wijlen de heer borgermeester Adriaen van Hoogeveen, za.r Een Jaar Intrest a 4 pxto. vrijgeld sonder kortinge van 2000 L te xl grooten capitaal, versch: den 22e december 1720 volgens quitantie, Lxxx L;
-Ende vermits de afflossinge van 't voorschreve Capitaal van 2000 L ten vervaldag gedaen Soo komt alhier bij het overleveren van d'Obligatie, ii.m L;
- 18. Is in den jare 1719 affgelost, Memorie;
- 19. Adriaan Heckenhouk, Een Jaar Intrest a prcto. vrijgeld sonder kortinge van 1660 L capitaal te xl grooten verschenen als voren, bij quitantie, Lxii, L;
vii S.a van Intresten en affgeloste capitalen bedt: 12.938

[8][folio 12vs] Anderen Uijtgeeff van Lijffrenten volgens resolutue van mijn Ed.e heeren van den Oudraad, genegotieerd den 19e Junij 1694 a 9 prco op een persoon daar van de Capitalen inde tweede rekening van Ontfang d'Ao. 1694 fol.o [-] bij de heer borgermeester Johan van Neurenberg als Thesaurier van 't groot Comptoir verantwoord zijn.

- Vrouwe Anna Cornelia de Vries, getrouwt met de heer mr. Hendrik Francken, Een Jaar Lijffrenten ten hare lijve van f 1666:13:8 capitaal a 9 percto. verschenen 10e Junij 1720 volgens quitantie, i:c l L;
- Vrouwe Maria de Vries, getrouwt met de heer Ernest de Bertrie, Een gelijk Jaar Lijfrente Capitaal en verschenen als vooren bij q.tie, i:c l L;
- Catarina op de Camp, Een Jaar Lijffrenten a 9 pr.cto van 1600 L Capitaal te xl grooten verschenen als vooren, bij quitantie, i.c xliv L;
- Eliesabet op de Camp, Een Jaar Lijffrente Capitaal verschenen als vooren, bij q.tie, i.c xliv L;
- Ida op de Camp, Een Jaar Lijffrente Capitaal verschenen als vooren, bij q.tie, i.c xliv L;
- Johanna op de Camp, Een Jaar Lijffrente Capitaal verschenen als vooren, bij q.tie, i.c xliv L;
- Johan van Slingeland, ten Lijve van zijn dogter Maria van Slingeland, Een Jaar Lijffrenten a 9 perc.to van f 1000 Capitaal verschenen als vooren, bij quitantie, xc L;
- den voornoemden Johan van Slingeland ten lijve van zijn dogter Margareta van Slingeland Een Jaar Lijfrenten Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, xc L;
- den selven van Slingeland, ten lijve van sijn soon Wilhelmus van Slingeland, Een Jaar Lijffrente Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, xc L;
- Abraham Heijblom, Een Jaar Lijffrente ten zijnen lijve, capitaal en verschenen als voren, cx L;
- Mondina van Dijk, Een Jar Lijffrenten ten haren lijve, Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, cx L;
- Eliesabet Formaget, Een Jaar Lijffrente ten haaren lijve, Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, cx L;

Anderen Uijtgeeff Lijffrenten, genegotieerd in 't begin van den Jare 1695 mede a 9 prcto. op een persoon daar van de Capitale in de rekeninge van Ontfang d'Ao. 1695 fol.o 54 et ultra, bij den voornoemde heer borgermeester Johan van Neurenberg als Thesaurier verantwoord zijn.

- Jonkheer Johan Stoop, Een Jaar Lijffrente ten zijnen lijve a 9 prcto. van f 500 Capitaal verschenen den 1e. Januarij 1720 bij q.tie, xlv L;
- Juffrouw Anna van den Honerd, Een Jaar Lijffrenten ten haren Lijve a 9 prcto. van f 2000 Capitaal, verschenen den 24e Januarij 1720 bij quitantie, i:c lxxx L;
- Juffrouw Cornelia van den Honerd, Een Jaar Lijffrenten, Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, i:c lxxx L;
- Wilhelmina Brakeveld, Een Jaar Lijffrente ten haren lijve a 9 percto. van f 400 Capitaal verschenen den 3e februarij 1720 bij Q.tie, xxxvi L;
- Johan Waalen, Een Jaar Lijffrente van f 1200: Capitaal a 9 p.rcto ten sijnen lijve verschenen den 10e Januarij 1720, 108:0:0;
denselven Een Jaar Lijffrenten van f 2100: guldens Capitaal, verschenen den 2e februarij 1720,f 189:0:0
't Zamen volgens Quitantie, ii.v xcvii L;
- De heer borgermeester Johan van Neurenberg, ten lijve van de heer Roeloff Eelbo, Een Jaer lijffrenten a 9 percto. van f 700 Capitaal verschenen den 3e februarij 1720 bij quitantie Lxiii L;

Anderen Uijtgeeff Lijff Renten, genegotieerd in de maanden Julij, en November des Jaers 1696, mede a 9 percto. op een persoon daar van de Capitalen, in de vierde en Laeste rekening van Ontfang d'Ao. 1696 folio 52 verso et ultra, bij den voornoemden heer borgermeester Johan van Neurenberg als Thesaurier verantwoord zijn.

- Leenderd de Sterken, inde plaats van Jan van Slingeland, als voogd en Curateur over den persoon van Geertruijd Boon, Een Jaar Lijfrenten ten lijve van de selve Geertruijd Boon a 9 prcto. van f 1000: Capitaal verschenen den Laetsten Julij 1720 bij quitantie, xc L;
- Juffrouw Eliesabet de Bruijn, getrout met de heer Simon Taaij, Een Jaar Lijffrente ten haren lijve a 9 pr.cto van f 1111 Capitaal verschenen den 10e November 1720, bij q.tie, i.c L;
- Juffrouw Jacoba de Bruijn, wed.e wijlen de heer Huijbert van Erp, Een Jaar Lijfrente ten haren lijve, Capitaal en verschenen als voren, bij q.tie, i.c L;
- de heer Johan de Bruijn Een jaar Lijffrente ten zijnen lijve, Capitaal en verschenen als vooren volgens quitantie, i.c L;
- Jufrouw Maria de Bruijn Een Jaar Lijffrenten ten haren lijve Capitaal en verschenen als vooren, volgens quitantie, i.c L;
- De heer Borgermeester Mr. Johan vanden Brandeler ten Lijve van de heer Abraham van den Santheuvel, Een Jaar Lijffrenten van f 1000 capitaal a 9 pr.cto verschenen den 2e november 1720, bij quitantie, xc L;
- Denselven heer borgermeester van den Brandeler ten lijve van de heer Mattheus Onderwater Een Jaar Lijffrente Capitaal verscheenen als vooren volgens quitantie, xc L;
- De heer Cornelis Pompe heere van Swijndregt bij verdeelinge uijt den boedel van wijle Vrouwe Adriana van der Hulk in haar Ed. leven sijnde wed.e van wijlen de heer borgermeester Gerard Franken za.r aangekomen de Lijffrente van sijn Ed.e huijsvrouw Vrouwe Adriana Franken Een Jaar lijffrente van f 600: Capitaal verschenen den 2e november 1720 als voren, volgens q.tie, Liv L;
- de heer mr. Pieter Brandwijk van Blokland bij verdeelinge als vooren aangekomen de Lijffrenten ten lijve van zijn Ed.ts huijsvrouw Vrouwe Geertruijd Franken, Capitaal en verschenen als vooren, volgens quitantie, Liv L;
- de Erffgenamen van Adriaan op de Camp ten Lijve van Gillis Holaard, Een Jaar Lijffrente a 9 prcto. van f 1400: capitaal verschenen den 2e. November 1720 als voren, bij quitantie, i.c xxvi L;
- Deselve Erffgenamen ten lijve van Pieter Kloens Jansz: Een Jaar Lijffrente van f 1200: Capitaal a 9 percento, verschenen als vooren, volgens quitantie, 9:c viii L;
- Deselve Erffgenamen ten Lijve van Mattheus Kloens, Een jaar Lijffrenten Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, 9:c viii L;
- De Erfgenamen van do. Hendricus Franken ten lijve van Agnieta Schul, Een Jaar Lijffrenten a 9 perc.to van f 11000 Capitaal verschenen als vooren, bij quitantie, xcix L;
- de voorgenoemde Erffgenamen van Do. Hendricus Franken, ten Lijve van Jan Franken Een Jaar Lijffrenten Capitaal f 1000 a 9 p.rcto verschenen den 2e november 1720 bij q.tie, xci L;
- De selven Erffgenamen ten lijve van Elisabeth Franken Een Jaar lijffrente Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie xc L;
- Evert Hartman ten Lijve van Willem de Both Een jaar Lijffrenten Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, xc L;
- Denselven Hartman, ten Lijve van Sara van Stabroek, Een Jaar lijffrenten, Capitaal en verschenen als vooren, bij quitantie, xc L;
- Anneken van Eeijsden, Een Jaar Lijffrente ten haren Lijve a 9 prcto. van f 500: Capitaal verschenen als vooren, bij quitantie, xlv L;

Affgestorven Lijff Renten

- de Lijffrente ten Lijven van Adriana op de Camp, is den 20e Junij 1708, Affgestorven;
- de Lijffrente ten Lijven van de heer Jacob van Slingeland, is in Julij 1696, Affgestorven;
- de Lijffrente ten Lijven van Cornelia van Slingeland, is den 10e Augustij 1699, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijven van Elisabet van der Laan, is op den 5e October 1712, Affgestorven;
- de Lijffrente ten Lijven van de heer Jacob van Boedonk, is op den 8e Meij 1714, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijven van Magdalena Walen is den 4: meij 1704, Affgestorven;
- de lijffrente ten lijve van Juffr. Elisabet van Neurenberg is op den 2e April 1715, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Juffrouw Adriana Johanna van Neurenberg is op den 24: 8b. 1697, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Pieter Boon, is op den 28e december 1708, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Gover de Bruijn, is in de maand Januarij 1712, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Adriana van der Burg, is in den Jare 1697, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Rochus Rees, is op den 2e Januarij 1708, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Lambert Schul, is in den Jaare 1710, Affgestorven;
- De Lijffrente ten Lijve van Margareta de Gelder, is in de maand februarij 1719, Affgestorven;
viii Sa. van lijffrente bedt: 3841:0:0

[9][folio 15vs] Anderen Uijtgeeff van de kosten op de Verpagtinge van Stadsgoederen en makelaardijen, blijkende bij de Contrarolle van heeren Schepenen daar van gehouden, mitsgaders de preaesentie gelden, die bij de Camerbewaarders en bodens aan mijn Ed: heeren gedistribueert zijn, op Ordinaris en Extraordinaris vergaering alsmede 't gene men aen de heeren borgermeesteren van de gemeente Schuldig is gebleven.

Eerst de Trekgelde wegens de Stads accijnsen en makelaardijen voor en over den Jaare xvii en twintigh.
Namentlijk vande
- hop en straatgelden, xv L;
- Vijff en twintig Stuijvers op de broute, xii L;
- hart en weekkoren, xl L;
- Visschip ofte Innehuijs, xv L;
- Kalk, xxv L;
- Smeekoolen, en kaaijgeld, ix L;
- Grootekoopen, ix L;
- Luijcs en Wezels hout, xxx L;
- Kaaijgeld op de Eijke planken en kromhout heeft voor dezen Jare 1720 niets mogen gelden, die hier, Nihil;
- Moolensteenen, xii L;
- Kaaijgeld op de Moolensteene, iii L;
- Schalien iii L;
- Olij en Zeep, vi L;
- Slagroe, xxv L;
- Groff en fijnzout, iii L;
- Drooge Nooten, iii L;
- Turff en brandhout, lx L;
- Kromhoutplaatsen, iii L;
- Stadswaag, xxix L;
- Iser beslag reijden, vi L;
- Beestiaal, werd ten Comptoire van de heer Jacob Stoop als ontfanger van stadsfinantien betaald, dus hier, Nihil;
- Gemaal, l L;
- Bieren over de Stad, i:c L;
- Bieren over de dorpen, xviii L;
- drie stuijvers op de Tonne bier, xxxvi L;
- Wijn en azijn;
Rijne en Westerse wijnen kraan &ca;
Brandewijn;
Van deze drie aangehaalde posten, is omredenen als n de Contrarolle van de verpagtinge d'Ao. 1716 folio 15 verso et 16 gemeld niets betaald, dus hier, Nihil;
- den Scherpregter, iiii L xiv V;
- Betaald aen den Camerbewaarder Sijmon de Beste, voor 't bier &ca mitsgaders het schrijven vande biljetten op de Verpagtingen volgens drie q.tien f 15:15, xv L xviii V;
- Voor de kosten van het blocken van de verpagtingen der tiende van de Merwede agtien gulden ende aan den bode van de Merwede voor het assisteren van het blijken van de voorschreven tiende drie guldens, als mede tot een fooij aan de tiend koopers vier guldens, dus hier voor den Jare 1720 te Samen als Ordinaris bij Confirmatie, xxv L;
- Voor de kosten van het bloken als anders op de verpagtinge van de coorntiende van de Westmaes, in desen Jare 1720 volgens Confirmatie ter Somma van, xv L x V;
- Voor het schrijven van sestien biljetten tot renuncieren van de Verpagtinge twee sondagen agter den anderen op de dorpen van Strijen Cillershoek, St. Anthonispolder, Maasdam, Mijnsheerenland van Moerkerken, Westmaas Claaswaal in Heijnenoord, ten Eijnde voorschreve verpaginge sal werden gedaan, op den Stadshuijse binnen Dordregt Ider twee Stuijvers, alsmede voor het port van voorschreven agt brieven naer de voorschreve agt dorpen en voor het afflezen, van de voorsz: sestien biljetten, tot het doen van de verpagtinge mede Ider a twee stuijvers, bedragende te saemen vier gulden sestien stuijv: bij Confirmatie, iv L xvi V;
- De Trekgelden op de verpagtinge der drie platte hellingenplaetsen werden van vier tot vier Jaren betaald, Ende al soo op den 6e februarij des voorleden Jaars, zijn op nieuws verpagt ende betaald, ter Somma van negen gulden negen stuijvers dat der halven alhier voor dezen Jaren 1720, is dienende voor, Memorie;
- Alsoo bij mijn Ed.e heeren vanden geregte dezer Stad Dordregt is geresolveerd de presentie geleden, aan haer Ed.e gedistribueerd soude komen te Cesseren, en in toekomende maar alleen die van den Jaargedingen mantellaken, alle twee Jaaren aen de Camerebewaaarders en bodens sal continueren, en dat dienaangaande aen de Camerbewaarders voor den jare 1719 haar mantellaken ter S.a van ses en negentig gulden niet betaald zijn als blijkt in de laatst voorgaande rekening fol. 15 verso als deze, soo komt daaromme alhier voor de jare 1720 volgens quitantie de voorsz: S:a van, xcvi L;
- het twee Jaren mantellaken, ter Somma van Een honder een en vijfftig guldens agt stuijvers aan de bodens dezer Stad, in den Jare 1719 betaald zijnde soo komt t daaromme alhier voor den Jaare 1720, Nihil;
- Betaald aan de heer mr. Jacob van der Dussen voldoeninge van het slot van zijn Ed. rekening als presiderende borgermeester sederd den Eersten Julij tot den laetsten September 1720 volgens quitantie, xii L xv V;
- Aan de heer borgermeester mr. Hugo Eelbo mede in voldoeninge van het Slot van zijne Ed. reekening als praesiderend borgermeester sederd den Eersten october tot den Laatsen december 1720 volgens quitantie xv L xix V; - de heeren borgermeesterebn gepraesideerd hebbende in de maanden Januarij, februarij, maart, april, meij en Junij des Jaars 1720 door haar Ed.e meerder wesende ontfangen den uijtgegeven komt hier alhier te dienen voor, memorie;
ix S.a van onkosten op de verpagtinge bed:tr 736:12:0

[10][folio 17vs] Anderen Uijtgeeff van reijskosten en vacatien van mijn Ed.e heeren de borgermeesteren, pensionaris, secretarissen en andere heeren gedeputeerdens ter dagvaard.

- Betaald aan de heer mr. Johan de Roovere over vacatien ter vergadering van de Ed.e groot mog: heeren Staten van Holland, en Westvrieslant in s Gravenhage sederd den 7e: novemb. 1719 tot den 2e: Maart 1720 volgens declaratie ordonnantie en quitantie, ii:c L; - Aan de heer borgermr. mr. Herman vanden Honerd over vacatien ter vergadering als voren sederd den 30e. Januarij tot den 10e Maart 1720 volgens declaratie ordonnantie en quitantie, i:c xvi L;
- Aan de heer mr. Damas van Slingeland over vacatien ter vergadering als vooren sederd den 12e december 1719 tot den 1e maart 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, i:c Lii L;
- Aan de heer Jacob vande Graaf Sebastiaens: over Vacatien ter Vergadering als voren, sederd den 5e december 1719 tot den 6e Januarij 1720 volgens declaratie ordonnantie en quitantie, Lix L;
- Aan de heer mr. Adolff Visscher, pensionaris deser Stad over vacatien en de zijn E: verschot van reijs en teerkosten, sederd den 7e novemb. 1719 tot den 10 maart 1720 ter Vergadering als voren volgens declaratie Ordonnantie en q.tie vi:c xxiv L xviii V iv P;
- Aan de heer borgermeester mr. Herman van den Honerd over vacatien ter vergadering als voren, sederd den 21e meij tot den 1e Junij 1720 volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, xlviii L;
- Aan de heer borgermeester Daniel Eelbo over vacatien ter vergadering als vooren Sederd den 12e maart tot den 29e Junij 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, i:c Lxiv L;
- Betaald aan de heer mr. Adolff Visscher als pensionaris deser Stad, over vacatien en de zijn Ed. verschot van reijs en teerkosten ter vergadering als voren, sederd den 12e Maert tot den 29e Junij 1720 volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, iii:c Lxxvi L vii V; - Aan de heer borgermeester mr. Herman van den Honderd over Vacatien ter Vergadering als voren sederd den 16e Julij tot den 11e Augustij 1720, volgens declaratie ordonnantie en Q.tie, Lx L;
- Aan de heer borgermeester Daniel Eelbo over vacatien ter vergadering als vooren sederd den 16e Julij tot den 11e Augustij 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lx L;
- Aan de heer borgermeester mr. Ocker Gevaerts over vacatien ter Vergadering als voren sederd den 22e Mej tot den 29e Junij 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie Lxiv L;
- Aan denselven heer borgermeester Gevaerts nog over Vacatien ter Vergadering als voren sederd den 16e Julij tot den 11e Augustij 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, xxxii L;
- Aan de heer mr. Adriaan Hallincg over vacatien ter Vergadering als voren, sederd den 7e november 1719 tot den 11e februarij 1720 volgens declaratie ordonnantie en Q.tie, i:c lxxx L;
- Aan de heer mr. Adolff Visscher, pensionaris deser Stad, over Vacatien ende zijn Ed.e verschot van reijs en teerkosten ter vergadering als voren, sederd den 15e Julij tot den 3e November 1720 volgens declaratie ordonnantie en quitantie, iv:c ii L x V;
- Aan de heer Joan de Bruijn, over vacatien en reijskosten over ende ter saeken van Johanna Megapolensis, volgens declaratie Ordonnantie en quitatie, xviii L xiv V;
- Betaald aan de heer mr. Jacob van der Graaff over Vacatien ter vergadering vavnde Ed. groot mog: heeren Staten van holland en Westvriesland in s Gravengage sederd den 8e October tot den 3 November 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, li L;
- Aan de heer borgermeester Hugo Repelaer over Vacatien ter Vergadering als voren, sederd den 15e April tot den 14e September 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lvi L;
- Aan de heer mr. Johan van Hoogeveen over Vacatien ter Vergadering als voren Sederd den 12e Maart tot den 20e October 1720 volgens declaratie ordonnantie en Q.tie, i.c Lxviii L;
- Aan de heer borgermeester Hugo Eelbo over Vacatien ter vergadering als vooren sederd den 3e tot den 14e Septeber 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, xxxvi L;
x S.a van vacatien en reijskosten bedr: 2863:9:4

[11][folio 19] Anderen Uijtgeeff van Reijs en Teerkosten van de Kamerbewaerders en Boodens deser Stad Dordregt.

- Betaald aan Alberd van Sevenom deser Stad Dordregts bode over vacatien ende verschot van reijs en teerkosten bij hem gehad ende gedaan sedert maart tot april 1720 volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, xciii L iv V;
- Aan denselven bode van Sevenom ter saken als vooren sedert meij tot September 1720 volgens declratie ordonnantie en quitantie, Lxxvii L;
- Aan den Stadsbode Johannes van Gemert over Vacatien en de verschot van reijs en teerkosten sederd november 1710 tot april 1720 volgens declaratie ord.tie en Q.tie, i:c xxi L viii V;
- Aan denselven bode van Gemert, ter saken als vooren in de maanden meij en Junij 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lii L;
- Nog aan denselven bode van Gemert ter saeken als vooren, sederd Julij 1720 tot April 1721 volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, Lxxviii L iv V;
- Aan den Stadsbode Jan Vervoort, over Vacatien verschot van reijs en teerkosten bij hem gehad ende gedaen, sederd Januarij tot april 1720 volgens declaratie ordonnantie en quitantie, xcv L xvii V;
- Aan denselven bode Jan Vervoort over Vacatien en verschot van rijs en teerkosten sederd meij tot october 1720 volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, i:c ii L;
- Aan den Stadsbode A: vander Ulft, over Vacatien ende verschot van reijs en teerkosten Sederd november 1720 tot april 1721 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lxxxv L iv V;
- Betaald aan de vier stads bodens, over ende ter saken het visiteren der attestatie vande gezonde beesten, alhier ter marct gekomen in october 1720, xx L;
xi S.a van vacatien en reijscosten van de boodens bedr.t 724:17:0

[12][folio 20] Anderen Uijtgeeff van defroijementen.

- Betaald aen de Predicanten van de Nederduijtse Kerke binnen Dordregt over de Ordinarie kosten ter defroijering vande respective Classissen gehouden binnen dese Stad, in den Jare 1720
als
Wegens 't Classis gehouden in april volgens Q.tie, xl L;
't Classis in Junij, volgens quitantie, xl L;
't Classis in Septemb. volgens quitantie, xl L;
't Classis in november volgens quitantie, xl L;
- Betaald aan do. Hermanus v. Beijsterveld, op sijne tourbeurt over de ordinaris Jaerlijcxe kosten, in 't defroijeren der gedeputeerdens tot de visitatie des Classis der Kerke deser Stede voor den Jaare 1720, volgens quitantie xxv L;
xii S.a van defroijementen bedt. 185:0:0

[13][folio 20] Anderen Uijtgeeff van Weddens dien voor deze Jaarlijcx wierden betaeld aan de drie Schutterijen deser Stesde, namentlijk Kruijsboog, Klooveniers en heelhaacx.

- Welke Schultvrije Jaarlijcx van mijn Ed. heeren was toegelegd twee honderd guldens omme haar maaltijden daarmede te doen, dog is 't selve Ao. 1672 Gemortifiseerd, Memorie;
xiii S.a nihil

[14][folio 20vs] Anderen Uijtgeeff van de Jaarlijcxe Weddens die betaald werden aen diverse officieren deser Stad Dordregt.

- De agt heeren rekenmeesters en gecommitteerdens ten beleijde met den heer Secretaris van de Camere ter Thesaurier, over het hooren en sluijten der rekeninge van den heer Thesaurier van 't groot Comptoir 27:0:0
Idem, wegens de reekening van den heer Thesaurier van de reparatien, geleijke 27:0:0
Voor den Jare 1720: Liv L;
- Den heer Thesaurier van 't groot Comptoir volgens resolutie van mijn Ed.e heeren 't haar Weddens d'Ao. 1720 300:0:0;
Voor 't papier &ca 12:0:0, bij quitantie te samen, iii.c xii L;
- den heer Thesaurier van de reparatien rendant in dezen 't Jaar weddens d'ao. 1720 f 300:0:0;
voor 't papier &ca 12:0:0; bij quitantie te saemen ii.c xii L;
- de heer Mr: Adolff Visscher als pensionaris deser Stad, Een Jaar Weddens verschenen den 2e januarij 1720 xii.v L;
- de vier heeren weesmeestere, Een Jaar Weddens verschenen den Laesten december 1720 volgens quitantie, ii.c L;
- De heer Jacob Stoop als Secretaris vande kamer ter Thesaurier Een Jaar Weddens verschenen den Laetsen december 1720 volgens quitantie, iii.c L;
- de heer Johan de Bruijn, Een Jaar Weddens als administrateur en Secretaris van de Weeskamer verschenen als voren volgens quitantie, vi.c L;
- Simon Beste Camer bewaarder vande Weeskamer Een Jaar Weddens 198:0:0;
denselven als Camerbewaarder vande Thesaurier 103:0:0;
voor den Jare verschenen als vooren volgens quitantie, iii:c L;
- Johan Bosbaan Een Jaar Weddens als kamerbewaarder van de Kamere van Justitie 200:0:0;
Een Jaar huijshuur 125:0:0;
voor den Jare verschenen als vooren volgens quitantie, iii:c xxv L;
- Gerrid Struijkman, Een gelijk jaar weddens als Kamerbewaarder van de Kamere van Justitie f 200:0:0;
Een Jaar huijshuur f 125:0:0;
voor den Jare versch. als voren volgens q.tie, iii:c xxv L;
- Abraham Vos, Een Jaar Weddens als Camerebewaarder van de huwelijcx Saken verschenen den 6e September 1720 volgens quitantie i:c xii L x V;
- Cornelis van Aansurg, Een Jaar Weddens als Clercq vande heeren Thesauriers, Soo van 't groot als klijn Comptoir voor 't schrijven der rekeningen en dubbelden met de respective blaffer en Contrarolle &ca verschenen den laatsten december 1720 f 151:10:0;
Volgens resolutie van den 24e februarij 1705 geaugmenteerd, met f 13:10:0;
't samen volgens quitantie, i:c Lxv L;
- Aart Bacx, bedienaar van de heeren Thesaurier wegens 't waarnemen van 't Comptoir ter Thesaurier invorderen van pagten als anders f 365;
voor 't Invorderen van Stadsrente recognitie &ca f 60:0:0;
voor den Jare verschenen den Laetsten december 1720 volgens quitantie, iv.x xxv V;
- denselven Bacx, Een Jaar weddens als Constapel deser Stad, verschenen als vooren volgens quitantie, xv L;
- Betaald aan do. Martinus Bosschard, als predicant in de nederduijtse kerke hier ter Stede, Een jaar weddens ter S.a van f 509:10:0 Een Jaar Extraordinaris weddens 75:0:0;
Volgens resolutie van mijn Ed.e heeren van den Oudraad genomen in den Hare 1684 is het tractement verhoogt en wijders van de volgensde predicanten met f 25:0:0;
Sulx te samen voor den Jare verschenen den Laatsten december 1720 volg.s quitantie, vi.c ix L x V;
- Do. Hermanus Beijsterveld, Een gelijk Jaar Weddeens, ter Sake verschenen als vooren volgens quitantie, vi:c ix L x V;
- Do. Johannes Vechovius, Een gelijk Jaer Weddens, ter sake en verschenen als vooren volgens quitantie, vi.c ix L x V;
- den selven do. Johannes Vechovius Een Jaar Weddens als proffessor historiarum verschenen den 18e maart 1720 volgens quitantie, iii.c L;
- Do. Ludovicus de La Coste, Een Jaer Weddens als predicant in de nederduijtsche kerke hier ter Stede, verschenen den Laetsten december 1720 volgens quitantie, vi c ix L x V;
- do. Johan Herman Brender, Een gelijk Jaar Weddens als predicant inde nederduijtse kerke verschenen als vooren volgens q.tie, vi.c ix L x V;
- Do. Adrianus Verster Een gelijk Jaar Weddens ter Sake en verschenen als vooren volgens quitantie, vi.c ix L x V;
- do. Cornelis Vrolijkhart Een gelijck Jaar Weddens ter sake en verschenen als vooren volgens quitantie, vi c ix L x V;
- Betaald aan do. Ludovicus de La Coste voor de verdere predicanten wegens vier maanden, en vier daagen waarnemens van de openstaande plaats als prediker in de Nederduijtsche Kerke hier ter stede bedragende Een somma van 209:6:0;
Ende aan do. Johannes Wittebolle alhier tot predicant zijnde beroepen over de resterende seven maenden en ses en twintig daegen ter Somma van 400:4:0;
Sulx te saamen voor den Jaare verschenen den laetsen december 1720 volgens quitantie, vi.c ix L x V;
- Betaald het Jaar Weddens ofte subsidie als fransche predicant vermits het overleijdens van do. Samuel Potheuq AEmeritus verschenen den Laetsten december 1720 invoegen als volgd
aan desselfs weduwe het eerste vierendeel Jaars a f 325 s Jaars bedraagt een en tagtig gulden vijff stuijvers dus 81:5:0 Ende aen do. Isaak Comparat, in desselfs plaatse wesende gesuccedeerd de resterende drie vierendeel jars a 300 's jaars bedraagt twee honderd vijff en twintig gulden dus hier f 225
volgens quitantie te samen, iii:c vi L v V;
- het Jaar Weddens van do. Isak Comparat is vermits denselven inde plaetse van do. Potheucq hier bovengemeld is gesuccedeerd betaald in voegen als volgd
Aan hem do. Isaak Comparat het Eerste vierendeel Jaars a f 200 's jaars Een somma van f 50
Ende aan do. Samuel Chatelain in sijn plaats alhier beroepen over seven maanden en ses dagen a f 200 's jaars de Somma van honderd en twintig guldens, verschenen den Laatsten december 1720 dus f 120:0:0
volgens quitantie te samen, i.c Lxx L;
- den quaestor ofte rentmeester van 't Classis het Jaar subsidie verschenen den 14e October 1720 volgens quitantie, i.c L;
Een Jaar gagie voor den voorleser f 10:0:0
volgens quitantie vanden boekhouder ii:c xx L;
- Jenneken en Maria Flamman, bij haer Ed: groot agtb. aengesteld tot kosterinne vande Fransche Kerk Een jaar tractement f 60:0:0 Aan deselve over verschot van besemen, sand, dwijlen en anders 33:4:0
't Samen voor den Jare verschenen den Laatsen decemb.r 1720 volgens quitantie, xciii L x V;
- John Plunquet Een jaar Tractement als koster vander Engelse Kerk verschenen den 16e november 1720, volgens quitantie xxxvi L;
- Albertus van Nieveld, Een jaar Tractement als Stadt Procureur verschenen den Laatsten december 1720, volgens quitantie xii L;
- De heer mr. Bartholomeus van Segwaard Een Jaar Weddens als Ontfanger van Stads Landpagter verschenen den Laetsten december 1720 volgens quitantie, ii:c L;
- Elias Venloo, Een jaar Weddens als Secretaris van 't Waetergeregt verschenen als vooren volgens quitantie, xxxci L;
- denselven Een Jaar Weddens als Clerq van de heeren Superintendenten van 't Stapelregt verschenen drie Kooningen avond 1720, volgens quitantie, xxv L;
- denselven Venloo, Een jaar weddens als Clerq van de heeren Superintendenten vande Coopmansbodens, verschenen den 20e October 1720, volgens quitantie xxxvi L;
- Doctor Hendricus van Steenbergen Een Jaer weddens als ordinaris medicijn verschenen den Laatsen december 1720 volgens quitantie ii:c L;
- doctor Kornelis van Kruijskerken, Een gelijke Jaar Weddens als Ordinaire medicijn verschenen als vooren, volgens quitantie ii:c L;
- Johannes Verpoorten, Een Jaar Weddens als Stads Chirurijn, verschenen als voren, volgens quitantie ii:c L;
- Pieter van Esch, Een Jaar Weddens mede als Stads Chirurgijn verschenen als vooren, volgens quitantie ii:c L;
- Pieter van der Staff, Een Jaar weddens als Stads operateur verschenen den Laatsten februarij 1720, volgens Q.tie, i.c L;
- Herman Raats, En Jaar Weddens als pestmeester verschenen den 25e december 1720 volgens quitantie ii:c L;
- Mattias Bacx Matthijsz En Jaar weddens als rector in de Latijnse school verschenen den laetsten december 1720 volgens quitantie, viii.c L;
- Betaald het Jaar weddens als Conrector in de Latijnsche Schoole vermits het vertrek van Otto van Munster in voegen als volgd aan hem Otto van Munster de Eerste vier maanden a f 600:0:0 guld: s Jaars, de Somma van twee honderd gulden, dus f 200:0:0;
Ende aan Casper Goris de resterende agt maanden als in desselfs plaets wesende geduccedeerd mede a f 600 s'jaars bedragende vier honderd guldens dus hier f 400;
verschenen als voren, volgens q, tie, vi:c L;
- Betaald het Jaar Weddens als Eerste praeseptor in de latijnsche Schoole, in voegen als volgd
Aan Casper Goris de Eerste vier maanden a f 500 s Jaars de Somma van honderd drie en tagtig gulden seven stuijv. dus 183:7:0 Ende aan Jan Bacx in desselfs plaets wesende gesuccedeerd de resterende agt maanden mede a f 550 s jaars de Somma van drie honderd ses en sestig gulden dertien stuijvers, dus f 366:13:0;
verschenen als voren, volgens, q.tie V:c l L;
- Betaald het Jaar Weddens als tweede praeceptor in de Latijnsche School, vermits het vertrek van Johannes van Dam, in voegen als volgd
Aan hem Johannes van Dam de Somma van twee en sestig gulden tien stuijv. dus f 62:10:0;
Aan Bartholomeus van Aerde en Casper Goris de Somma van seven en tagtigh gulden tien stuijv: voor 't waarnemen van deze openstaande plaats, dus f 87:10:0;
Ende aan Joan de Witt, de Somma van drie honderd guldens in plaats van den voorschreven Johannes van Dam zijnde gesuccedeerd a 450 guld. 's Jaars dus hier de voorschreve 300:0:0;
Verschenen als vooren volgens q.tie iv.c l L;
- Bartholomeus van Aarde, Een jaer Weddens als derde praeceptor versch: als voren 362:0:0
Een Jaar huijshuur 100:0:
t'Saemen volgens quitantie, iv:c Lxii L;
- Denselven van Aarden, Een Jaar Weddens als schrijffmeester, inde Latijnsche School verschenen den 28e Januarij 1720 volgens Q.tie, 1.c l L;
- Nog denselven van Aarden Een Jaar Weddens als pedel van de heeren Scholarcquen verschenen den Laatsten december 1720 volgens quitantie, xxv L;
- Jan Versteegh Een Jaar Weddens als voorleser inde groote Kerk, verschenen als vooren 80:0:0;
Voor de kinderen de vragen aff te horen 25:0:0;
't Saemen volgens quitantie, i.c v L;
- Adriaan Jordaansz: Een Jaar Weddens als voorleser in de Augustijnen Kerk verschenen als vooren f 175:0:0;
Voor de kinderen de vragen aff te hooren 25:0:0;
't Saemen volgens quitantie, i.c v L;
- Mattheus Renoult, voorleser in de Nieuwkerk, Een Jaar weddens verschenen als vooren 80:0:0;
Voor de kinderen de vragen aff te horen 20:0:0;
volgens quitantie i.c L;
- Eeuwoud Bosveld, Conchergie van 't Stadhuijs, Een Jaar Weddens verschenen als vooren volegns quitantie, i.c l L;
- de vier Stadsbodens, Een Jaar weddens versch: den Laatsten december 1720 volgens Q.tie vi.c Lxvi L xii V;
- deselve bodens, voor de gans op Flora maendag d'Ao. 1720 volgens Quitantie, viii L;
- Jan Vervoort, bedienaer van de goede Luijden vanden Agte, Een Jaar Weddens, verscehenen den 3e Julij 1720 volgens Quitantie xxiii L xii V viii P;
- De twee kamerbewaarders, ter kamere van Justitie voor twee derde parten in de kosten wegens het affslaan van de graeffelijkheijds verpagtinge d'Ao. 1720 volgens Q.tie, vi L;
- Elias Verhoeven, Cipier vande gevangenpoort Een Jaar Weddens verschenen den 1e maart 1720 f 42:0:0 Een Jaar winterbrand, verschenen den Laetsten december 1720 18:0:0
volgens quitantie lx L;
- Hendrik Onderdewijngaard, brand Emmermaker, voor 't Jaar geld van 455 brand Emmers a twee Stuijvers ider verschenen den Laatsten September 1720 volgens Q.tie, xlv L x V;
- Katarina van Velsen, Een Jaar weddens als ordinaris vroedvrouw deser Stad, versch: den 20e maart 17290 volgens quitantie, liv L;
- Anna van der Beek, ter Sake en verschenen als vooren, volgens quitantie, xc L;
- Het Jaar Weddens van Ida Vos, ter Sake als vooren, a 52 guldens s Jaars, is maar drie Vierde Jaars betaald vermits haar overleijden, ter Somma van negen en dertig gulden dus hier verschenen den 12e Junij 1720 de voorschreve volgens Q.tie, xxxix L;
Ende is Maria Verpoorten in haer plaets gesuccedeerd a 52 gl. s Jaars als vooren waar van het eerste jaar verscheijnen sal den 22e Junij 1721 diend voor, Memorie;
- het jaar Weddens van Maria Verpoorten ter Sake als vooren is vermits deselve in de plaats van Ida Vos, is gesuccedeerd betaald drie vierrendeel Jaars a ses en twintig gulden s Jaars, bedragende negentien gulden tien stuijvers verschenen den 12e Junij 1720 volgens quitantie, xix L x V;
- Johanna Fackel, Een Jaar Weddens ter Sake en verschenen als vooren, volgens q.tie xxvi L;
- Anna Verpoorten, Een Jaar Weddens ter sake als vooren verscheenen den 4e februarij 1720 volgens quitantie, xxx L;
- Engeltie Fransdr. vroedvrou, buijten deser Stadspoorte Een Jaar weddens met de daar bij gevoegde Augmenatie, verschenen als vooren volgens quitantie, xc L;
- Nicolaas der Moeij, Een Jaar Weddens als Contrarolleur vande groote Vismarct verschenen den Laetsten december 1720, i:c L;
- Isak Broeder, Organist Een Jaar Weddens verschenen als vooren volgens q.tie, iii.c L;
- Sijmon van der Hegge, ter Sake en verschenen als vooren, volgens quitantie, ii:c L;
- Pieter Meesters, Een jaar Weddens als Ordinaris krankbesoeker, versch: den laetste december 1720 als voren volgens quitantie, iii:c xii L;
- Antonij Flamma, Een Jaar Weddens als mede krankbezoeker, versch: den laetsten december 1720 volgens quitantie, iii:c xxii L;
- Sijmon van der Hegge, Een jaar weddens als krankbesoeker buijten dezer Steads poorte op derselver Stedegrond, verschenen den 11e Augustij 1720 volgens quitantie, i:c xx L;
- Pierre Bonet, ministre krankbesoeker vande franse gemeijnte Een Jaar Weddens verschenen den 1e Meij 1720 18:0:0 voor huijshuer f 20:0:0
volgens quitantie, xxxciii L;
- den notaris en procureur Bartholomeus van Gelsdorp als boekhouder vande Confrerie van de rijnse wijnkoopers, Een Jaar huuer wegens derselver Cappelle verschenen den 9e Maart 1720 volgens quitantie, xxv L;
- De Commissarissen met haren Secretaris vande broodsetters, Een Jaar weddens versch: drie Koningen avond 1720 volgens Q.tie, i:c xxxvii L x V;
- de reetreckers met haren secretaris Een jaar Weddens verschenen den Laatsen december 1720 75:0:0
voor 't keuren van de vreese f 12:0:0
volgens quitantie, Lxxxvii L;
- Pieter van der Beij, luijder van de zaalklok Een Jaar Weddens, verschenen als vooren volgens quitantie, Lxvi L;
- Stoffel van der Slegge, keurmeester van den haring, Een Jaar Weddens verschenen den 16e September 1720 volgens quitantie, i:c L;
- Boudewijn de Haan, Een jaar Weddens als opsiender vande Eijkers, verschenen d'Ao. 1720 volgens quitantie, xxx L;
- de vier Eijkmeesters, Een Jaar Weddens, versch: den Laetsten decemb: 1720 volgens quitantie, i:o xx L;
- Betaald aan deselve, Soo voor de kosten op 't Eijken gevallen, als 't maken van nieuwe en rapratien van oude koornmaten, geleverd gewigt in Stadswage, Turff in 't Eijkhuijs als anders, volgens vier declaratien ordonnantien en quitantien Een S.a van Lxvii L ix V viii P;
- Jacob Jansz: knegt van den Eijk, Een Jaar Weddens, verschenen den 12e februarij 1720 volgens quitantie, xii L;
- Pieter van Santen Een Jaer waernemens vande Spuijsluijs, verschenen Meij 1720 volgens quitantie l L;
- Tieleman Lugten, Een Jaar Weddens voor 't waarnemen van 't Sluijsje agter de nieukerk met het spuijen daarin begrepen verschenen den Laatste decemb. 1720 volgens Q:tie, l L;
- Pieter Meeuwisz van der Kruijs, Een Jaar Waarnemens van 't Sluijsje agter de Rietdijcxe gragten, verschenen den laatsten december 1720 volgens quitantie, xii L;
- de wed.e van Johannes van Gewas, Een jaer waarnemens van 't Sluijsje agter de Spuijpoort, versch: als voren, volgens Q.tie, xii L;
- Maijken de Goede, Een Jaar weddens, voor 'twaarneen van 't Sluijsje agter de Dulhuijsstraat, versch: als voren 123:0:0
voor 't spuijen 3:0:0
volgens quitantie, xv L;
- Aalberd van Randwijk Een Jaar weddens voor 't Sluijten en openen van drie hecken aen de Walevest, versch: den 22e Septemb. 1720 volgens Q.tie, xx L;
- Jacob Mouthaan, voor dat het spuijen dezer Stads Sluijten komt waar te nemen, versch: den Laatsten december 1720 volgens Q.tie xviii L;
- denselven voor 't Onderhouden van twaelff backen aan de Rietdijk, en eene groote bak daar voerluijden (affreijdende) in werpen, verschenen den 11e Junij 1720 volgens quitantie, xxxvi L;
- Jan Moll Een Jaar Weddens als beursknegt deser Stad, verschenen den Laetsten december 1720 volgens quitantie, Lxxxii L;
- de Oude Kleerkoopers, s Jaars voor bier op hare verteringe, verschenen als vooren volgens quitantie vanden boekhouders xxxii L;
- Arent van Welsenis, Klockestelde Een jaar Weddeens 250:0:0;
voor de Klok op de groote kerk 50:0:0;
't verstellen van 't horologie op 't Stadhuijs 36:0:0;
de klok op de Beurs 32:0:0;
de klok op den Doel 30:0:0;
Tou, olij &ca tot de voorsz: uurwerken 35:5:50;
't Zaamen f 433:5:0;
dog is vermits sijn overlijden aen den voorschreven van Welsenis betaald f 108:6:4 dus f 108:6:4;
Ende aan Arnoldus van Wel, in zijn plaets wesende gesuccedeerd f 324:18:12 dus 324:18:12;
't zamen voor den Jare verschenen als voren, volgens quitantie de voorschreven, iv.c xxxiii L v V;
- Dirk Pietersz. Bing, voor Nicolaes van Gelder, Een Jaar waarnemens van 't klokje ruijmstraet, verschenen den laatsten September 1720 volgens Q.tie, xxxvi L;
- Jan Gijbe voor Adriaan van Hoogeveen heere Adriaansz waagmeester van den Eijsere Waag, Een Jaar Weddens versch: den laatsten december 1720 volgens quitantie i:c L;
- den procureur Albertus van Nieveld, En de wed.e doctor Godefridus vande Kezel, Een jaar huur van 't Erff daar de slenaerspaarden op staan, versch. den 9e februarij 1720 volgens quitantie, Lxxii L;
- Dirk Pietersz. Bink, pedel, ontrent het doen der Lessen, die gedaen werden bij de heeren proffessoren, Een Jaar Weddens verschenen den 18e October 1720 volgens quitantie xx L;
- de luijders van de Klok van de Grootekerk voor t'Inluijen van de marcten d'Ao. 1820 volg. Q.tie v L;
- Willem van der Poel, En Jaar waernemens van 't sluijten van den boom aen 't gewet, versch: den Laatsen december 1720 volgens q.ie, iii L iii V;
- de 't huijsligters van de heeren rekenmeesters die op de rekeninge van de eheren Thesauriers vaceren d'Ao. 1720 volgens quitantie iii L;
- Francois de Klercq, Een Jaar Weddens voor 't schoonhouden van Stads kannen verschenen meij 1720, volgens quitantie, vi L;
- de kraankinderen voor 't schoonhouden van de pleijnen voor Stadskraanen d'Ao. 1720 volgens quitantie, viii L xviii V;
- Aan Mattias Bacx, rector in de Latijnse School Een Jaar Weddens wegens 't schoonhouden van deselve school, verschenen den Laatsten december 1720 volgens Q.tie, l L;
- De Wed.e van Johannes Vermasen, Een Jaar Weddens, voor 't Schoonhouden van Stadsbubliotheecq verschenen als vooren volgens quitantie, xii L;
- de knegts van de Groote Vismarct voor 't schoonhouden van desekve vismarct verschenen als vooren, volgens quitantie, vi L;
- 't Viskoopersgilde binnen deze Stad, Een Jaar recognitie van dat bij de Stad Dordregt is affgebroken de Timmeragie gestaen hebbende tegens de franse kerk, nevens de huijsinge van Wouter de Jong, het xx Jaar alhier verschenen den 9:e februarij 1720 volgens Q.tie, ix L;
- de plankdragers voor 't slegten van de houtseijden daar de kromhouten op werden geset, d'Ao. 1720 volgens quitantie, xii L;
- Een deken van de Coornmeesters, over het te Eijken brengen van alle Stads Coorenmaten d'Ao. 1720 volgens quitantien, xii V;

Subsidien Huijshuuren &ca dewelke met de dood van de persoonen, die deselve zijn genieten komen te Cesseren.

- Maritie Lollides, wed.e van do. Jacobus Oldenborg, Een Jaar subsidie volgens resolutie van den Oudraad in dato den 6e September 1690 versch: den Laatsten Septembe 1720 volgens quitantie, iii.c L;
- Eliesabet de Veer, wed.e van do. Jacobus Sappius, Een jaar subsidie volgens resolutie genomen in maart 1696 verschenen den laatsten maart 1720 volgens Q.tie, i.c l L;
- De princesse Sophia Hedwig, dogter van sijn vorstelijke doorlugtigheijd, den heere prince van Nassauw, Jaarlijcx tot een pilgifte, en alhier voor den Jaare verschenen den 28e februarij 1720 volgens quitantie, iii.c L;
- Wilbertus Schenkel, is Jaarlijcx toegevoegd over huijshuur en alhier voor 't xxi Jaer verschenen den 16e meij 1720 volgens q.tie, ii: l L;
- Juffrouwen Anna, Charlotta en Angnita Comparat, sijn Jaarlijcx toegevoed over huijshuur, en alhier voor 't viiie Jaer verschenen den Eerste Meij 1720 volgens quitantie, i:c xxx L;

De Geaffecteerdens tot de Slang Brandspuijten, voorden Jare verschenen den Eersten Meij 1720 ingevolge van de Ordonnantie in den Jare 1693 door de Ed.e groot agtb. heeren borgermeesteren geordonneerd, als voor Jder Commandeur ses gudlens, Jder buijsvoerder agt guldens mitsgaders de verdere geaffecteerdens vier guldens.

- Betaald aen den Commandeur buijsvoerder en adsissenten mitsgaders de verdere geaffecteerdens tot de Slangbrandspuijt staende aende Grootekerk zijnde No. 1, volgens de betaeld Cedulle i:c x L;
- Aan den Commandeur &ca en geaffecteerdens tot de Slangbrandspuijt, staende aende Beurs zijnde No. 2, volgens de betaald Cedulle, i:c ii L;
- Aan den Commandeur &ca, en geaffecteerdens tot de Slangbrandspuijt, staende in den Ingang van 't Hoff zijnde No. 3, volgens de betaeld Cedulle, i:c x L;
- Aan den Commandeur &ca, en geaffecteerdens tot de Slangbrandspuijt, staende op 't blaauwbolwerk zijnde No. 4 volgens de betaald Cedulle, i.c x L;
- Jan en Isak Broekman, Een Jaer Weddens als brandmeester, verschenen den Eerste februarij 1720, volgens quitantie, i.c L;

Weddens dewelke aan Persoonen buijten de Stad Dordregt wonende werden betaald in, en over den Jare 1720.

- de bodens van Holland, Een nieuw Jaer 8:0:0
de deurwaarders van de Camere van rekenm. 0:18:0
de Cipier van de Voorpoort, 1:8:0
de twee Eerste deurwaarders, vande hove van holland 1:8:0
volgens quitantie v L ii V;
- Betaald aen mr. Johan Venloo, Een Jaer weddens als advocaat deser Stad, woonende in s Gravenhage, verschenen den Laetsten december 1720 volgens quitantie, xii L xii V;
- Item aan mr. Adriaan Breur Een gelijk Jaar Weddens, als advocaat deser Stad verschenen als voren, Ende vermits 't selve op zijn Ed. declaratie en ordonnantie is betaald, diend alhier voor (fol. 32verso), Memorie;
- Aan Abraham Oulrie, Een Jaer Weddens als procureur deser Stadt wonende in s Gravenhage verschenen Septemb. 1720 volgens quitantie, xii L;
- Nicolaas Kluijt, Schoolmeester oop den dorpe van Swijndregt, Een Jaar weddens verschenen als vooren volgens quitantie, Lxxii L;
- Aalberd Brouwer schoolmr. op den dorpe vande Linde, Een Jaar Weddens verschenen den Eersten november 1720 volgens quitantie, L xxv L;
- Poulus Laijet, Schoolmeester op den dorpe van Henricido Ambagt, Een Jaer Weddens verschenen den Laetste december 1720 bij quitantie, xxv L;
- Cornelis van de Giese, schoolmeester op den dorp van Paependregt, Een Jaar Weddens, verschenen den 1e October 1720 volgens quitantie, xxxvi L;
- de heer borgermeester Baarthout van Slingeland voor den schoolmeester op Dubbeldam Een Jaar Weddens verschenen den Laatsten december 1720 volgens quitantie, Lxxii L;
- Do. Thomas Chapman, bedienaar des Goddelijken woords, op Dubbeldam, Een jaar Subsidie voor 't waarnemen en besoeken van de Ledematen onder de baronnie van de Merwede, verschenen als voren, volgens Q.tie, l L;
- De wed. van Adriaan Bos, hospita in 't Logement van haar Ede. gr: agtb: gedeputeerdens ter dagvaard in s Gravenhage Een Jaar subsidie versch: den 1e Novemb. 1720 f 250;
Extra toegevoerd f 100;
Wegens het delogeren der Ed.e groot agtb. der Stad Briele 50:0:0;
Een Jaar huur aan de dienstmaagd verschenen als voren 50:0:0;
Nog Extra toegevoegd 30:0:0;
Ende als nog voor 't Jaar onderhoud van 't voorschreven Logement de Stad Dordregt competerende 20:0:0;
Alle voor den Jare verschenen den Laatsten october 1720 volgens Q.tie, v.c L;
xiiii Sa van jaerlijcxse weddens bedr. 22519:0:0

[15][folio 28vs] Anderen Uijtgeeff van maandelijke Weddens en betalinge gedaan, aan diverse Officieren deser Stadt Dordregt, in den Jare 1720 gediend hebbende.

- Betaald aan sestien nagtwakers met derselver Commandeur, over twaalff maanden weddens, den Commandeur veertien guld. en Jder nagtwaker agt gulden agt stuijv. s maends
Ende Eerstelijk
Jacob Mouthaan, Commandeur, 168:8:8
Govert Vogel 100:16:0
Jan Kramer 100:16:0
Joost Willemse 100:16:0
Cornelis Mouthaan 100:16:0
Helgerd Hooning 100:16:0
Leenderd Backer 100:16:0
Jan Pieterse vander Swits 100:16:0
Gerrid vander Tuijt 100:16:0
Jacob van Wingerden 100:16:0
Huijbert de Bruijn 100:16:0
Miggiel vermeulen 100:16:0
Jooris Volmaar 100:16:0
Johannes van Dooren 100:16:0
Jacob Meesters 100:16:0
Hendrik Kok 100:16:0
Gillis de Kooning 100:16:0
Dus te zaamen f 17680:16:0, xvii:c Lxxx L xvi V;

Poortiers, Bruggeophaalders boomsluijters, roepers &ca.

- Pieter Muijs, poortier en Cipier van 't groothoofd twaalff maanden weddens a vijff gulden agt stuijvers s maands, Lxiv L xvi V;
- Herman Gravendijk, havenmeester aldaer a vijff gulden 's maands, Lx L;
- Jan Rijst van Dinker, boomsluijter aldaer a Vijff gulden s maands, Lx L;
- Cornelis Cools, roeper op Zeeland, a vier gulden drie stuijvers vier penningen s'maands, xlix L xix V;
- Herman van Zoelen, roeper op Zeeland, a vier gulden drie stuijvers vier penn. s maands, xlix L xix V;

Rietdijcxe Poort.

- Aart Jasperse Visser, poortier aldaar a vijff gulden s maands, Lx L;
- Dirk van den Boogaard, geteijmeester aldaar a drie gulden ses stuijv., agt penn: s maands, xxxix L xviii V;
- Tielman Lugten, Sluijswagter van de nieuwe Sluijs, agt guld. ses stuijv: agt penn. 's maands, xcix L xviii V;

Nieuwe Brugge.

- Jan Reijken, brugge haalder aldaer a vier gulden tien stuijv. s maands, Liv L;

Wijn Brugge.

- Wilhelmus van der Poel, brugophaalder aldaer a Vier gulden tien stuijv. s maands, Liv L;

de Jooris en Vriese Poorten.

- Jan van der Mijl, in de plaets van Jan de Keijser, poortier aldaar a 5:0:0/2:10:0 is seven gulden tiern stuivjers 's maands, xc L;

Spuij-Poort.

- Abraham Sijbertse in plaets van Jan Reijke poortier, aldaar a ses gulden s maands, Lxxii L;

Vuijl-Poort.

- Jacobus Telder poortier aldaar en brugophaalder van de Leuvebrug a 4:10:0/5:0:0 is negen gulden tien stuijvers s maands, i.c xiv L;
- Abraham de Visser, roeper en geteijmeester a ses gulden s maands, Lxxii L;
- Willem van der Ka, Sluijswagter van de groote Sluijspoort a f 7:10:0 's maands xc L;
- Johannes Timmers, brugophaalder aen de nieuwe kalkhaven a ses gulden 's maands, Lxxii L;
- Jan Jonasse Toon, brugophaalder van de Pelsebrug, en havenmeester aldaer a 4:10:0/2:5:0 is des gulden vijfftien stuijvers, s maands, Lxxxi L;

Kraan Roodermond.

- Egbert Steenwijck, brugophaalder St. Joost a seven gulden tien stuijv s maands, xc L;
- Leendert Slegt, brugophaalder en havenmeester aan Engelenborg a ses gulden 's maands, Lxxxii L;
- Warnard Roos, havenmeester en poortier mitsgaders brugophaalder aen den Engelen borgse haeven a ses gulden s maands, Lxxii L;
- Aalberd van Randwijk, poortier van de blaauwpoort a ses gulden s maands, Lxxii L;
- Leenderd van de Crab, brugophaalder aen de Kleije Vismarct a ses gulden s maends Lxxii L;
- Pieter Smits brugophaalder aende lange houte brugge a Vier gulden tien stuijvers s maands, Liv L;

Tooren-Wagters &c.

- Huijbert Willis en Jan Abrahamsen Toorenwagters en Trompetters, Jder seven gulden sulx samen veertien gulden s maands i:c lxviii L;
- de dienstmaagd van de Conchergie van 't Stadhuijs voor 't schoonhouden van de Tappijte behangsels en kussens in de Camere van Justitie a 10 stuijv: 's maands, vi L;
- Hendrik van Munster, voor 't schoonhouden van de rivier vismarct, bij het Stadhuijs a drie gulden s maands, xxxvi L;
- Maria Eliesabet van der Veer, wegens de rivier Vismarct, aan 't groot hooffd s maands als vooren, xxxvi L;
- Den voor als nog overgebleven, in 't leven zijnde helbaaardier van den Ed.e heer hooft Officier deser Stad Dordrecht Pieter Pieters: van der Knijff, a vier gulden drie stuijvers s maands, xlix L xvi V;

's heeren ofte schouds Dienaars van Justitie, Idere negen gulden sestien stuijvers tien penningen 's maands

Bartholomeus Gerards, 117:19:6;
Philip Hardij, 117:19:6;
Engel Jansen Wanda, 117:19:6;
Hendrik Pietersz. vandr. Heijden, 117:19:6;
Jan Pacque, 117:19:6;
Jan Pieterse Nooteboom, 117:19:6;
't Samen f 716:17:0, vii:c vii L xvii V;

- Betaald aan Capn. Pieter Boon dienende tot bevordering van 't regt van den Stapel deser Stad, over twaalff maanden gagie, en kostgeld van zijn persoon, Jagt en matroosen, tot hem gediend hebbende, sedert den Eersten Januarij tot den Laetsten december 1720 mitsgaders voor eenige reijskosten in 't Ondersoeken off geen froude, in 't stapelregt gedaan werden, volgens vier distincte rekeningen Ord.tie en Q.tie Een S.a van ii.m iii.c Lxv L xviii P;
- Betaald aan Dirk van Eeten ter Saken als vooren, mede voor zijn persoon, Jagt en matroosen tot hen driend hebbende, Sederd den Eersten Januarij tot den Laatsten december 1720 als mede voor eenige reijskosten in 't ondersoeken, off geen fraude in 't Stapelregt gedaan werden volgens vier distincte rekeningen Ordonnantien en quitantien, Een Somam van ii.m iv.c xc L xvi P.
xv Sa. van maendelijcke weddens bedt: 256:13:0

[16][folio 30vs] Anderen Uijtgaaff van Weddens van den Scherpregter.

- mr. Johannes Kalé Een Jaer weddens als Scherpregter deser Stad, verschenen den 8 November 1720 f 300:0:0
Augmentatie van zijn gagie f 100:0:0
Wintervlees en huijshuur f 65:0:0
't samen volgens de Quitantien ic.v Lxv L
xvI Sa. van weddens aen den scherpregter 465:0:0

[17][folio 31] Anderen Uijtgaaff van alderhande saeken op ordonnantie van Mijn Ed.e heeren borgermeesteren, in en over den Jare xvii.c en twintig.

- Betaald aen de wed: Adriaen de Bruijn over gemaakte en geleverde sitte-kussens ten dienste van mijn Ed.e heeren deser Stad, volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lvi L;
- Aan Joannes Romeijn, hospes in St. Jorisdoel over het verteerde bij mijn Ed. heeren en die van den Eerwaarden kerkenraed deser Stede, omme het beroep van do. Johannes Wittebolle, tot predicant alhier, volgens declaratie Ordonnantie en Quitantie, Lxx L;
- Aan do. Joannes Wittebolle, predicant in de nederduijtse gemeijnte binnen deze Stad, voor zijne gedane onkosten wegens het Transport van zijn persoon, familie en goederen, tot binnen deze Stad, Soo aen Scheepsvragt, Tollen, arbeijdsloonen &c volgens declaratie ordonnantie en Q.tie iv.c Lxxxix L xix V;
- Aan do. Isak Samuel Chatlain, voor onkostens gedaan, wegens het transport van zijn persoon en goederen van Amsterd: tot binnen deze Stad, als beroepen tot predicant in de Walsche kerke alhier volgens Ordonnantie en quitantie i:c L;
- Aan Pieter Venlo, en Hendrik Lepla als gedeputeerden van den Walschen kerkenraad binnen deze Stad naer 't zinodus tot Mastrigt, omme het beroep van do. Isak Samuel Chatlain tot Wals predicant alhier, volgens ordonnantie en quitantie, L L;
- Aan Huijbert van Riemsdijk, mr. Cock over de leverantie van spijsen ende het toebereijden der maaltijd aen de gedeputeerde op de Sinodus van Suijtholland alhier in desen Jare 1720 binnen deze Stad vergadert sijnde in Julius, volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, ii.c L;
- Betaald aan Nanning Harings, hospes in de klooveniersdoele, voor het stellen en decken der tafel, mitsgaders over Leverantie van eenig toebehooren aen de hiervorengemelde maaltijd, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, i:c xx L;
- Aan denselven Harings voor het schoonhouden en opruijmen der groote kaemer in den Doel, tot het houden der vergaering van 't Zinodus [Synode], in Julij 1720 alhier vergadert volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, xl L;
- Aan Fransois Beudt, voor een anker Fransche wijn gelevert ten behoeve van de voorschreve maaltijd, aan de gedeputeerde op 't Zinodus alhier in dezen Jare vergadert, volgens reekening Ordonnantie en Q.tie, xiii L;
- Aan Jan de Bruijn, Ontfanger der 100e & 200e penn: binnen deze Stad, den 100e en 200e penn wegens het pensionaris ampt binnen deze voorschreven Stad, over de Jaaren 1707 tot den Jare 1719 Incluisice, volgens declaratie ordonnantie en Quitantie, ii.m vii.c Lc L;
- Aan de Wed.e Adriaan Bosch, hospita in 't Logement van haar Ed.e groot agtb. heeren gedeputeerdens wegens deser Stad in s'Gravenhage, over gedaan verschot ten dienste van het voroschreven Logiment volgens declaratie ordonnantie en Q.tie, Lxxvii L;
- Aan den advocaat mr. Gerard Franken over verdiend salaris, in 't proces der Ed.e heeren borgermeesteren deser Stad, Contra s'Erven de heer Pieter de Bruijn za.r in sijn leven Ontfanger van den 100e & 200e penn: alhier volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, ii.v Lxxxii L;
- Aan denselven Procueur Albertus van Nieveld overgedaane verschot in ;t selve proces van heeren borgermeesteren contra d'Erven Pieter de Bruijn za.r volgens ord.tie en q.tie, xc L;
- Aan den Camerbewaarder Johan Bosbaen, over verdiende salaris, in 't bovengemelde proces volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, xii Lxii V;
- Aan den Notaris Roeland Nolthenius over verdiend schrijffloon in 't voorschreve proces volgens declaratie ordonnantie en Q.tie, xxx L;
- Aan den Advocaat mr. Frans van Limborg in 's Gravenhage over verdiend Salaris almede in 't selver proces volgens declaratie ordonnantie en Quitantie, xxii L ii V;
- Aan Abram Oulrie, procureur in s Hage over verdiend salaris, almede in 't meergemelde proces, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, xvii L xiii V;
- Aan Sijmon de Beste Kamerbewaarder Soo over Extra Verdiend schrijffloon als vacatien ten dienste deser Stad, volgens declaratie Ordonnantie en quitantien xxv L xiii V;
- Aan de wed: Aart de Bruijn haar ordre over het maken en Leveren van ses Ed. heeren Sitte Kussens, volgens Reekening ord.tie en q.tie, xliv L;
- Aan Johannes van Braam, Soo over gedrukte als geleverde papieren ten dienste deser Stede volgens reekening ordonnantie en Q.tie, ii.v Lvii L vi V;
- Aan Dirk Goris over geleverd papier pennen en Inct, Soo op 't Stadhuijs als anders, ten dienste dezer Stede als mede over Leverantie van boeken in de Latijnsche Schoole volgens reekening Ordonnantie en Q.tie, iii.c Lx L;
- Betaald aan de wed. Adriaan Bosch hospita van 't Logement der Ed.e groot agtb: heeren gedeputeerdens wegens dezer Stsde, in 's Gravenhage over verschot ten dienste van het selve Logiment volgens Specieficatie ordonnantie en quitantie, Lxx L vi V;
- Aan de heer Gerard Vingerhoet over Leverantie van rijnsche wijnen ten dienste dezer Stad, volgens reekening ordonnantie en Q.tie, i:c xcviii L;
- Aan Poulus Scholtus, drucker der Ed.e groot mog. heeren Staeten van Holland, over 't gedrukte e geleverde ten dienste deser Stad, in dezen Jaere 1720 volgens declaratie ordonn: en Q.tie, Lxxi L;
- Aan den Advocaat Frans van Limborg in sGravenhage, voor de Erffgenaemen van den advocaat Adriaen Breur, Soo over verdiend salaris als Een Jaer weddens als gewesene advocaat wegens deser Stad in s'Gravenage verschenen ultimo december 1720, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, xxi L xii V;
xvii S.a van ord.e van mijn Ed. heeren bedt: 5982:5:0

[18][folio 33] Anderen Uijtgaaff van booden brood.
xviii S.a nihil

[19][folio 33] Anderen Uijtgaaff van Turff kaarssen op 't Stadhuijs en Elders.

- Betaald aan Euwoud Bosveld, Conchergie van 't Stadhuijs, Soo over leverantie van turff en Kaarsen, mitsgaders andere behoefftens ten dienste van 't Stadhuijs deser Stad Dordregt, sederd den Eersten Januarij 1720 tot den Laatsten december desselven Jaars bedragende volgens de quitantie 1811:0:geaugmenteerd met twintig guldens komt voor 't vijfftiende jaar versch: den 26e Junij 1720 f 20:0:0
't Zamen f 1831:0:0, xvii.c xxxi L;
xix S.a van turff en kaarssen op t'Stadthuijs f 1831

[20][folio 33vs] Anderen Uijtgaaff van Turffgeld in plaatse van uijtdeelinge van tuff Ingevolge vande resolutie van de Ed.e groot agtb. heeren borgermeesteren mitsgaders van winterbrand, kaarssen en besemgelden over den jaare 1720.

Alsoo bij de Ed.e Groot Agtb.e heeren borgermeesten is geresolveerd, dat de Jaarlijcxe uijtdeelinge van den turff, voortaan niet meerder en Soude werden gedaan, maar dat in plaats vandien, aen Jder Collegie off persoonen, toegevoegt soude werden, Seker Tantum in gelde om bij hun selffs tot Inkoop van Turff te werden gebruijkt, volgens de lijste daar van ten Comptoire van de Thesaurie berustende Soo os dien Conform bij den heer Thesaurier rendant in dezen, betaald, aen de naarvolgende persoonen en Collegien, over en inden Jare 1720 volgens de quitantien.
Eerstelijk
- Aan de stadsboden over Turffgeld van den gedinge in de Vaste d'Ao 1720, viii L;
- deselve voor den gedinge van St. Maarten, viii L;
- Jacobus Haring, keurmeester van den Turff 't Jaargeld d'Ao. 1720 40:0:0
Nog als besiender van den Turff, voor zijn moeijten in 't Inkoopen f 10:0:0, l L
komt met de dood te Cesseren, Memorie
- de koornmeters, Een Jaar Turffgeld d'Ao. 1720, l L;
- de bierdragers 50:0:0
voor kaarssen 6:0:0, Lvi L;
- de bierkruijers Een jaar Turffgeld d'Ao. 1720, xxv L;
- Jacob Mouthaan als Comandeur vande nagtwakers zijn Jaarturffgeld f 16:6:6
voor kaarssen 1:0:0:, xvi L;
- de sestien nagtwakers, i.c xxviii L;
- Aart Bacx, ediende van 't Compotoir van de heeren Thesauriers, xl L;
- Slenaars, xxx L;
- Kalkdragers, viii L;
- Kalkmeters, viii L;
- Adriaantie Jacobs: op den Rietdijcxen Tooren, iii L;
- Maselaars off Sackedrages, i.c l L;
- Plankdragers, xx L;
- Kraankinderen, viii L;
- de knegts van de Eijsere waagh, x L;
- de drie knegts ofte arbeijders van de Engelse Court, met namen Elias Rutten, Jan Plunquet en Willem Janse, Jder drie gulden twee en een halven stuijver, Samen ix L vii V viii P;
Cesseert Jders portie met de door, memorie;
- de heer Pieter de Jong, als rentmeester van 't Kranksinnighuijs 't Jaar turffgeld, van 't selve huijs d'Ao. 1720, i.c L;
- den Scherpregter, xxxv L;
- Appeltonder, xii L;
- Appelontfangers, xii L;
- Gerrid Laijres, wegens de Looijhal f 15:0:0, over kaarssen 3:0:0, xviii L;
- Isak Broeders, voor 't Collegie der Musicanten, vi L;
- de heer Gerardus AEmilius van Hogeveen als waagmeester vande kaaswaeg, f 12:0:0;
voor den turff tot het Eijken van de booter tonneken f 5:0:0, xvii L;
- de knegts van deselve waagh, xv L;
- Jan Gijben, voor de heer Adriaan van Hoogeveen heere Adriaansz tot koopinge van de turff van de heeren Superintendenten, en waterschepenen, lii L;
- 't Chirurgijns gilde, x L;
- Silversmeden, xii L;
- de koolwegers hun Jaar Turffgeld d'Ao. 1720, iii L;
- den Innemeester Theodorus Berdenus zijn Jaar turffgeld, d'Ao. 1720 op 't Innehuijs, xii L;
- den pestmeester Raats, xxx L;
- de provoosten f 30:0:0, voor kaarssen f 4:0:0, xxxiv L;
- den heer rector, in het Latijnse School, is bij resolutie van mijn Ed.e heeren van de oudraed deser Stad Dordregt, in dato den 19e October 1683 voor Winterbrand in de selve schoole Jaarlijcx 350 tonnen turff toegeleijd komt derhalven alhier 350 tonnen turff in den Jare 1720, op gedaan, met het draagloon daaronder begrepen volgens de quitantien, Een Somma van ii:c xxiii L ii V viii P;
- den Conrector in het Latijnsche School, xxx L;
- 't Mauritius Gilde, xii L;
- 't Metselaars Gilde, xvi L;
- den Sluijswagter aan den Rietdijck op de Vest zijn Jaar turfgeld, 6:0:0
voor kaarssen f 3:0:0, ix L;
- de assaijeurs van de Tinnegieter tot makinge van haren assaij, volgens appostille op den selven requeste van dato den 31e october 1695, x L;

Vuur stookers &c.

- Pieter van der Beij, vuurstooker op de wagten voor 't waarnemen vanden turff en kaarssen op 't Stadhuijs, verschenen den Laetsten december 1720 volgens quitantie, xlv L iv L;
- Jan Hassevoort, ter sake & verschenen als vooren, xlv L iv L;
- Jacobus Verhoeven, over dartig weken dienst tot het afflaeten van den turff op 't Stadhuijs a 24 Stuijv. 's weecx verschenen den laetsten April 1720 volgens quitantie, xxxvi L;

Winterbrand verdere kaarssen en besemgelden.

- Abraham Cornelissen, en Huijbert Willis toorenwagers en Trompetters 't Saemen Een Jaar winterbrand d'Ao. 1720, xv L;
- Herman Gravendijk haevenmeester aan 't Groothooffd, zijn Jaar winterbrand, ix L;
- Jan Rijst van Dincker, boomsluijter aldaar 't Jaar winterband 9:0:0, besemgeld 2:0:0, xi L;
- Aart Jasperse Visser poortier vande Rietdijkcxe poort, winterbrand 9:0:0, besemgeld 2:0:0, kaarssen 6:0:0, xvii L;
- Tieleman Lugten, Sluijswagter van de nieuwe Sluijs, winterbrand 9:0:0, besemgeld 2:0:0, kaarssen 6:0:0, xvii L;
- Willem van der Ka, Sluijswagter van de groote Sluijs, winterbrand 9:0:0, kaarssen 6:0:0, besemgeld 2:0:0, xvii L;
- Johannes Timmers, brugophaalder aen de nieuwe kalkhaven, winterbrand 9:0:0, besemgeld 2:0:0, xi L;
- Jaques Telders poortier van de Vuijlpoort en brugophaalder van de Leuvebrug, winterbrand 9:0:0, besemgeld 4:0:0, kaarssen 6:0:0, xvii L;
- Warnard Roos, brugophaalder en poortier van de Sackedragerspoort, winterbrand 9:0:0, besemgeld 2:0:0, kaarssen 6:0:0, xvii L;
- Leendert Slegt, brugophaalder aan Engelenborg, 9:0:0, besemgeld 2:0:0, kaarssen 5:0:0, xvi L;
- Pieter Smits, brugophaalder van de langehoute brug, winterbrand 9:0:0 besemgeld 5:0:0, xiv L; - De weduwe Hendrik van de Crab, brugophaaldster, en boomsluijtster aende bore Vismarct, winterbrand 9:0:0 besemgeld 2:0:0, xi L;
- Willem van der Poel, brugophaalder vande Wijnbrug, winterbrand 9:0:0, besemgeld 6:0:0, xv L;
- Jan Jonasse Toon, brugophaalder vande Pelsebrugh winterbrand 9:0:0, besemgeld 2:0:0, xi L;
- Jan Moll, beursknegt, winterbrand en besemgeld Elx vijfftien gulden, sulx samen xxx L;
- Dirk van den Boogaard, geteijmeester aen den Rietdijk, voor kaarssen iii L;
- de Wed.e van Jan van Gewas, Sluijswagtster aan 't Sluijsje aande Spuijpoort voor kaersen, xx V;
- Maijken de Goede, Sluijswagtster aende Dulhuijsstraat voor kaarssen, xx V;
- den Luijer van 't klokje ruijmstraat voor kaarssen xx V;
- Pieter Meeuwisse vander Kruijs, Sluijswagter aen 't Sluijsje aan 't Rietdijcxie gragie, voor kaarssen, xx V;
xx S.a van turff en winterbrand bed: 1659:18:0

[21][folio 36] Anderen Uijtgeeff van 't bakenen der Stroomen, en bestedinge wegens het suijveren en reijnigen van Stads Straaten, 't onderhouden van Stads pompe, en andere kleijne reparatien, in en en over den Jare 1720.

- Betaald aan Dirk van den Boogaard baakenmeester voor 't bakenen der stroomen met het leveren der materialen daartoe noodig, voor den Jaare verschenen den Laatsten december 1720 volgens quitantie, v.c L;
- het suijveren en reijnigen van alle Stads straaten, missie backen &x, is aengenomen voor den tijd van seven jaaren, Ingegaen den Eersten Junij 1714 en sullende Eijndigen den laasten meij 1721 bij Jan Erdegaijingh om Elff honderd gulden Jaarlijcx komt dus alhier voor het sesde Sevende Jaer versch: den laatsten meij 1720 volgens quitantie de voors: xi.c L;
- Aan denselven Jan Erdegaijning over Extra verdiende arbeijdsloonen met de missie karren, inde Jaaren 1719 en 1720 volgens declaratie ordonnantie en Quitantie, Lxxiv L;
- het onderhouden van Stads pompen, werd gedaan en waargenomen bij Abraham Hordijk, die Jaarlijcx daar voor genieten, en alhier voor den Jaare verschenen den laasten december 1720 volgens Q.tie, xxvi L;
- de Waagknegts van de kaaswaag voor 't onderhouden vande schalen, besem en olijgeld d'Ao. 1720- f 20:0:0
nog voor 't uijt en Inbrengen van de booterbanken f 50:0:, xxvii L;
- de Waagkneghts vande Eijsere waagh voor Tou en Olijgeld, d'Ao 1720 volgens Quitantie, vii L xi V;
- de kalkmeters, voor het leveren van haare Kalkmaten d'Ao. 1720 bij quitantie, x L;
- De hout Telders haar doove koolgeld, xii L;
- De Stads bodens haar doove koolgeld, xii L;
- Jan de Bie, en Jan Matthijsz: Muts, Ordinaris vaatbranders, voor 't leveren van de Eijsere daar toe noodig d'Anno 1720 volgens quitantie, xv L;
xxi Sa. van baeckenen en van stromen en missie [mest] bed:t 1784:10:0

[22][folio 37] Anderen Uijtgeeff van bestede en aangenomen werken mitsgaders betaalde daggelden vande Ordinaris reparatien van Timmeren, metselen, straatmaken, glaswerken als anders, in den Hare xvii en twintigh.

- De reparatie van alle Stad Timmerwerken voor 't Eerste, tweede, derde en Vierde quartier en sulx over de geheele Stad, is voor dezen Jare 1720 niet besteed, maar in daggelden gedaen en gewerkt, en heeft den heer Thesaurier dienaangaande, ten tijde deser rekeninge daan de naarvolgende betalingen
Ao. 1720
.... xi.c xxxii L iii V viii P;
- De reparatien van alle Stads metselwercken Soo voor 't Eerste, tweede, derde en Vierde quartier en sulx mede overde geheele Stad, met het leveren der materialen daar toe noodig, is voor den tijd van seven Jaren Ingegaan den Ersten april 1714 en sullende Eijndigen den Laatsten maart 1721 aangenomen bij Willem vander Linde mr. metselaer, te weten de twee Eerste quartieren des Jaars om tien honderd vijff en twintig guldens, ende twee laatste quartieren s'jaars om twaalff honderd vijfftig guldens makende alzoo te samen voor 't sesde sevende Jaar, verschenen den laatsten maart 1720 Een Somma van twee duijsent twee honderd vijff en seventig guldens dus hier volgens de quitantie de selve, oo.m oo:c Lxxv L;
- het repareren en onderhouden van alle Stads binnenstraeten is voor den Jare 1720 niet besteed, maar gedaan en gewekt, door Maarten van Steenwijk in daggelden Ende is door den heer Thesaurier ten tijde deser rekeninge dienaangaande gedaan de naarvolgende wekelijcke betalingen;
Ao. 1720
.... xi:c Lxviii L xiii V;
- het repareren en onderhouden van allen Stads buijten straten, is voor den tijd van seven Jaren Ingegaen den Eersten October 1713 en Eijndigende den Laetsten September 1720 aengenomen bij Abram Bosselaer mr. metselaer om vier honderd gulden Jaarlijcx komt dus alhier voor het laatste sevende Jaar, verschenen den laatsten september 1720 volgens quitantie de voorschreve, iv.c L;
- de reparatien van alle Stadsglasen, is voor de tijd van ses Jaaren, Ingegaan den 10e October 1718 en Eijndigende den 10e October 1724 aengenomen bij Jan Selis, om Een honderd en twintig guldens, Jaarlijcx komt dus alhier voor 't tweede sesde Jaar verschenen den 10e October 1720, i.c xx L;
- het repareren en onderhouden van alle Stadt horologien, met het leveren van de materialen daar toe noodig is voor den tijd van tien Jaren Ingegaan den 6e maart 1719 en sullende Eijndigen den laatsten maart 1729 aengenomen bij Constant Fasie om Een honderd veertig guldens Jaarlijcx komt dus alhier voor het Eerste tiende Jaar, verschenen den 6e Maart 1720, volgens quitantie voors: i.c xl L;
- het reparen en onderhouden van alle Stads touwercken is voor den tijd van twaalff Jaaren Ingegaan den 15e Junij 1719 en Sullende Eijndigen den 15e Junij 1731 aen genomen bij Arij van Hooghstraaten, om seventig guldens Jaarlijcx komt dus alhier voor het Eerste twaalffde Jaar, verschenen den 15e Junij 1720 70:0:0, Trekgeld 2:0:0, fooij 1:10:0, Lxxiii L V;
- Aan denselven Arij van Hoogstraten, nog over leverantie van eenig nieuw touwerck ten dienste dezer Stede volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, xxi L x V;
- het repareren en onderhouden van alle Scheepstimmerwerken is voor den tijd van twaalff Jaaren Ingegaan den 15e Junij 1719 en sullende Eijndigen den 15e Junij 1731 Aangenomen bij Sijmon Jansz: Schouten Om twee honderd en sestien guldens Jaarlijcx komt dus alhier voor het Eerste twaalffde jaar versc. den 15e Junij 1720 216:0:0
Omloop f 1:0:0
trekgeld f 2:0:0
fooij 7:10:
't zaamen ii:c xxvi Lx V;
- Aan den selven Sijmon Janz: Schouten over Extra Scheepstimmerwerken aen deser Stads Sluijsdeuren boven zijn bestek gemaakt, volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, i.c xxx L
xxii S.a van Daggelden van aenbestede wercken bed:t 5687:6:8

[23][folio 39] Anderen Uijtgeeff van Extraordinaris en nieuwe werken als mede Arbeijdsloonen van Timmeren metselen, Schrijn, en beeldwerken, Soo bij besteedinge als anders, in den Jare 1720 gedaan.

- Betaald aan Barend OPluckhoij, mr. Timmerman over Extra gemaakte timmerwerk boven de Eijsere Waag, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, i:c viii L;
- Aan Adriaan Romeijn, mr. Timmerman over Extra Timmerwerken gemaakt boven sijn bestek, aande brug, buijtende Vriesepoort deser Stad, volgens declaratie ordonnantie en Quitantie, xxiv L;
- Aan den bovengemelde Barend Pluckhoij mr. Timmerman over Extra timmerwerk gemaakt in de Latijnse School binnen deze Stad, volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, i.c xiv L;
- Aan Huijbert van der Slegge [Hegge], mr. Timmerman over het gemaakt en gelevert nieuw Timmerwerk aan de Wijnbrug binnen dese Stad, volg.s bestek ordonnantie en Quitantie 890:0:0
Omloop f 1:0:0
Trekgeld 3:0:0
fooij 6:10:0
t saemen ix.c L x V;
- Aan Willem van der Lind, mr. metselaar over diverse nieuw metselwerken ten dienste deser Stede gemaakt volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, iii.c xc L;
- Aan den meergemelden Barend Pluckhoij mr. Timmerman over verdiende arbeijdsloonen aen diverse timmerwerken ten dienste deser Stede, volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, ii.c xxviii L;
- Aan Damus Voorstappen mr. Timmerman mede over verdiende Arbeijdsloonen, ten dienste deser Stede, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, v:c xxv L;
- Betaald aan Willem van der Lind mr. metselaar voor diversche Extra nieuwe metselwercken, in dezen Jare 1720 ten dienste deser Stad gemaakt, volgens declaratie ordonnantie en quitantie, iv:c xxx L;
- Aan Huijbert van der Slegge, mr. Timmerman voor het maken van ses nieuwe Valbruggen Soo aan den Engelenborg, bij de Kalkhaven, als aan de St. Joorispoorte &ca, volgens bestek Ordonnantie en quitantie, 574:0:0
Omloop 1:0:0
trekgeld 3:0:0
fooij 12:0:0
't samen V.c xc L;
- Aan Willem van der Lind, mr. metselaar hier bovegemeld, nog over Extra nieuwe metselwerken, Soo aen Stads Veste bij de Vriesepoort, als ook aende kaaij bij de grootekerk volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, xiv.v svi L;
- Aan Frans Meloen, mr. Timmerman Soo over het uijtwinden van Oude als het levderen en reijen van nieuwe Eijke palen, Soo aan het plankier bij het Groothooffd, agter de Paauw, als ook langs de kaij bij 't nieuwpoortie bij de boere Vismarct, aende Sackedragerspoort als anders, volgens bestek ordonnantie en Q.tie, 1155:0:0
Omloop 1:0:0
trekgeld 3:0:0
fooij 10:10:0
't Saamen xi.c Lxix L x V;
- Aan Willem van der Lind, over het gemaekt metselwerk aen het woonhuijs van de Conchergie op 't Stadhijs volgens bestek Ord.tie en q.tie 195:0:0
Omloop f 10:0:0
trekgeld 3:0:0
fooij 4:0:0
Samen 8:0:0, ii:c iii L;
- Aan den selve van de Lind over Extra metselwerk aen t selve huijs, boven het bestek gemaakt, volgens declaratie Ord.tie, en Q.tie, i:c Lxxi L;
- Aan Dirk van Sprankuijsen, mr. Timmerman in 's Hage overgemaakt timmerwerk ende geleverde materialen, ten dienste van 't Logement van haer Ed. groot agtb. wegens deser Stede aldaar volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, Lvi L;
xxiii S.a een Extraordinaris en nieuwwercken bed:t 6329:0:0

[24][folio 40] Anderen Uijtgeeff van Inkoop van hout ten behoeve van deze Stad, in den Jare 1720 gedaen.

- Betaald aan Damas van Wesel, over Leverantie van Eijken hout, ten dienste deser Stede volgens reekning Ordonnantie en quitantie, xvi.c L;
- Aan Mattheus Rees, over gelevert grijnen hout, ten dienste deser Stede volgens reekening Ordonnantie en quitantie, xiv.c l L;
- Aan Warnard Blankestijn, over leverantie van Eijke ribben en wageschot ten dienste dezer Stad, volgens reekening Ordonnantie en q.tie, xiv:c xxvi L;
- Aan Damas van Wesel boven gemeld, over Leverantie van Eijken hout, ten dienste deser Stesde volgens reekening ordonnantie en quitantie, xvii.v Lxxv L;
- Aan Mattheus Rees, overgelevert grijnen hout, ten dienste deser Stede volgens reekning Ordonnantie en quitantie, xv:c xc L;
- Aan de heer Antonij Repelaer Junior over gelevert Eijken hout, ten behoeve deser Stede, volgens reekeningh Ordonnantie en quitantien, ii:c xcviii L;
xxiiii S.a van inkoop van houdt bed.t 8539:0:0

[25][folio 40vs] Anderen Uijtgeeff van alderhande Eijser, kooper, ende metaalwerken.

- Betaald aan Egbert van Wageningen mr. Smit, voor 't repareren van Stads Eijser brand gereedschap, Jaarlijcx en alhier voor den Jaare, verschenen den 23e december 1720 volgens quitantie, xxv L;
- Aan Adolff van der Linden Joansz: over gelevert Eijser ten dienste deser Stede, tot het Eijken deser Stads Slijkschuijten in de Jaaren 1702, 1703, 1706, 1712, 1713 en 1717 volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, Lxvi L iv V viii P;
- Aan Alewijn van den Berg, over het gemaekte ende geleverde metaalwerk aen Stadspompen bij de groote Vismarct, volgens delcaratie Ordonnantie en Quitantie, xxxiv l;
- Aan Antonij de Winter, mr. Smitt over gemaakte inde geleverde Eijser werken, ten dienste deser Stadt, volgens declaratie Ordonnantie en Quitantie, Lxxv L;
- Aan Antonij van Sevenom mr. koperslager over gemaakt ende gelevert kooperwerk ten dienste deser Stede, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, xvi L;
- Aan Adriaan van der Hoeve, mr. Smit Soo overgemaakte als geleverde Eijser werken Soo aen het Stadhuijs, als aande Latijnsche School binnen dese Stad, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, x L;
- Aan de soon van de wed.e Arent Kuijter voor twee Eijser haardplaten gelevert ten dienste deser Stede volgens reekening Ordonnantie en Quitantie, xi L vi V;
- Aan Hendrik Bel, over gemaekte ende geleverde spijkers, te dienste dezer Stad volgens reekening Ordonnantie en Q.ie, iv.c xxxii L;
- Aan Abram Mol Eijserkooper, over diverse Eijserwerken ten dienste deser Stad gelevert, volgens reekening Ordonnantie & q.tie, Lxxxviii L;
- Aan Thomas Pijon, mr, Smit, over gemaakte en geleverde Eijserwerken ten dienste deser Stad, volgens declaratie Ordonnantie en Quitantie, iv.c x L;
- Aan Joannis van loon, mr. Smit, over gemaakte ende geleverde Eijser wercken ten dienste deser Stad, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, iv:c Lxxx L;
- Aan Johannes van Lieffringen, mr. Slootemaeker in s Gravenhage, over gemaekt ende gelevert Slootwerk aaen 't Logement van Ed. groot agtb. wegens deser Stede aldaer volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, xxii L;
xxv S.a van Allerhande ijserwerck bed.t 1669:10:8

[26][folio 41vs] Anderen Uijtgeeff van Arbeijdsloonen van Schilderen nieuwe glasen, loot, Leije daeken als anders in en over den Jaaren 1720.

- Betaald aan Jan Selis mr. glasemaker overgemaakt ende gelevert nieuw glaswerk, ten dienste deser Stad, boven sijn bestek gemaakt, volegns declaratie ordonnantie en quitantie, Lx L;
- Aan Hendrik de Pree, mr. Schilder over diversche Schilderken, ten dienste deser Stad bij hem gedaen volgens declaratie Ordonnantie en quitatnie, Lxv L;
- Aan Jan Selis, mr. glasemaker bovengemeld, over gemaekt ende geleverd Extra nieuw glaswerk, Soo inde latijnsche School als Elders, ten behoeve deser Stad, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, Lxx L;
- Aan Willem de Jonk, mr. Schilder, over diverse Schilderwerken, ten dienste deser Stad gedaan, volgens declaratie attestatie Ordonnantie en quitatie, i.c xxxviii L;
- Aan Antonij Targier, mr. lootgieter Soo over Leverantie van Loot, als aan verdiend arbeijdsloon, Soo aan Loot als leijdecken, ten dienste deser Stede, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, vii.c Lxxx L;
- Pieter Moninx, mr. glasemaker in s Hage overgemaekt glaswerk aen 't Logiment der Ed. groot agtb. heeren wegens deser Stad aldaer volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, viii L;
- Aan Zacharias Dikman, mr. Schilder in s Hage over gedaen schilderwerk, in 't voormelde Logiment, volgens declaratie Ord.tie en Q.tie, x l;
- Aan Hermanus van den Anker, mr. Lootgieter in s Hage over gelevert Loot en Leijdencken ten dienste van 't voormelde Logiment volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lxxxv L;
xxvi S.a van Arbeijtsloonen van schilderen glasen en lootgieten ned:t 1316:0:0

[27][folio 42] Anderen Uijtgeeff van betalingen gedaen, aen de Ordinaris Slijkwerkers, voor 't diepen van de havens in den Jare 1720 gedaan, volgens de Week Cedulle bij den fabrijk een opsienders vande voornoemde Slijkwerkers daar van gehouden, waarop aggreatie van de heeren borgermeesteren gevolgd is die op Ider articul werd overgeleverd.

Betaald aen den fabrijck opsiender en slijkwerkers, voor Soo veel bij haar en haare Schuijten is verdiend.
Als te weten
de Week Cedul geeijnd den 6e Januarij 1720 Lxxxii L vi V;
.....
de Week Cedul geeijnd den 28e dito i.x xxiv Lvi V;
xxvii S.a van de weeckcedulle vande Slickwerckers bed: 66:9:4

[28][folio 43vs] Anderen Uijtgeeff aen den heer raad en rentmeester generael van zuijtholland.

- Betaald aan den heer raad en rentmeester generaal van Zuijtholland 't Vijffde veertiende Jaar pagts, van 't Veer tusschen Dordregt en Swijndregt, verschenen Kersmis 1720 volgens quitantie, xxx L; - Aan denselven heer rentmeester over 't Vijffde sesde Jaar pagts van 't gasthuijswater versch. en volgens quitantie als vooren, Lxiii L;
- Item over 't viii.e xxi.e Jaar recognitie van de opkomende plaeten, tusschen de Stad Dordregt en papendregt d'Ao. 1720 volgens quitantie, xxiv L;
- Over 't Vijffde Sesde Jaar pagts van 't veer van Wieldregt op de Swaluwe verschenen en volgens quitantie als vooren, v L;
- Alsnog over Een Jaar Erffpagts van 't gorsseken buijten 's dijks van den Dubbeldamsen Suijtpolder, verschenen Kermis en volgens quitantie als vooren, iv L;
- Laatstelijk over 't sevende veertiende Jaar pagts van 't vier van s Gravendeel over de Kille verschenen en volgens Quitantie als vooren f 100:0:0
Nog tot onderhoud vande straat alhier voor den Jare, verschenen en als vooren de voorschreven f 100:0:0
bij quitantie te saemen ii.c L;
xxviii S.a betalinge aenden hr. Rentmeester ter Generael van Zuijthollandt bed:t 326:0:0

[29][folio 44] Anderen Uijtgeeff van Stads Lamplantarens, met het Leveren van den Olij, als anders, daer toe noodig in den Jare 1720.

- Betaald aan Matthijs Smits, voor 't onderhouden en repareren van Stads Lamplantarens, en dat over 250 Stucx a 12 Stuijv. Ider de nieuwe daar onder gerekend, bedragende voor den Jare, verschenen den 30e April 1720 volgens Quitantie Een Somma van i.c l L;
- Aan Joannis van Breda, mede over 't onderhouden en repareren van 240 Stux dezer Stadslamplantarens a 12 Stuijvers Ider de nieuwe daar onder gerekend bedragende voor den Jare verschenen meij 1720 volgens quitantie Een Somma van i.c xliv L;
- Aan Daniel Ciffrie, Een jaar tractement wegens het ontfangen waarnemen en uijtleveren van den Olij, tot de voorschreven lamplantarens, alsmede over het opsigt, hoe die branden aangestoken en geblust werden verschenen als vooren, volgens quitantie, i.c L;
- Aan de drie vulders, over 't vullen, en waarnemen van de vorenstaanden Lantarens die in den winter binnen dese Stad gebrand hebben, bedragen over 489 stuvx, de nieuwe daaronder begrpen a 23 Stuijvers Ider Een Somma van vijff honderd twee en sestig gulden seven stuijvers, dus alhier voor den Jaare verschenen als vooren bij quitantie de voorschrven, v.c Lxii L vii V;
- Aan de veertien aanstekers, van de voorschreven Lamplantarens, Ider 38 guld: 10 st. s jaars, voor een Jaar waarnemens, wegens het aansteken, dempen, en uijtdoen van de voorschreven Lamplantarens, met vlaswerk in 't Schoonmaeken van de selve 't geheele Jaer verbruijkt, verschenen als vooren komt ten bedragen over deselve veertien aanstekers volgens Quitantie Een Somma van v:c xxxix L;
- Betaald aan Cornelis Terwen over leverantie van 49 Aamen raapolij a 31 1/2 gulden ten dienste deser Stadts lamplantarens, volgens reekeningh Ordonnantie en quitantie, xv:c xliii L x V;
- Aan Fredrik Grond, over Leverantie van 12 aamen Lijn olij a 35 gulden, mede ten dienste deser Stads Lamplantarens volgens reekening Ordonnantie en Q.tie, iv.c xx L;
- Aan Gerard Gregoor overleverd katoen ten dienste deser Stads Lamplantarens, volgens rekening Ordonnantie en quitantie, Lxvi L;
xxix S.a van Stadts lampkantarengelt bedr: 35:24:17

[30][folio 45] Anderen Uijtgeeff van 't Onderhouden van Stads deijken en dammen in den Jaare 1720.

- Betaald aan Mattheus Teunisse het vijffde sevende Jaar onderhoud van den reijweg buijten de Sluijspoort deser Stede voor bij de Steenplaats, tot aan den dijk naar s'Gravendeel verschenen meij 1720 bij quitantie, i.c L;
- Aan Steven de Kreek, en Dirk Vrooman het vijffde Laatste Jaar onderhoud, van den dam gelegt aan Schaar, aan het Vuurbaaken buijten de Kil, verschenen den Eersten November 1720 in 't geheel om Vier honderd sestien gulden tien stuijv: komt dus alhier voor Stads helfte, Een Somma van 208:5:0;
Ende over Extra reparatie 1/4 part in honderd twaalff gulden tien stuijvers bedragende Een Somma van 28:2:8 't Samen volgens de Quitantie, ii:c xxxvi L xi V viii P;
- Aan de Erffgenamen van Teunis Huijmens Cumsius over het Vierde sevende Jaer onderhoud, vanden grooten dam, buijten de Kille met het bolletje verschenen, alsvoren, in 't geheel om vijff honderd vijfftig guldens, komt die alhier voor Stads helffte, volgens quitantie, ii:c Lxxv L;
- Aan Arij Teunisse de Groodt het vierde Sevende Jaar onderhoud, van den dijk voor Stadsland in paependregt, verschenen den Laatsten October 1720, volgens quitantie xxxvi L;
- Aan Abel de Vries, over het tweede Sevende Jaar onderhoud van den dam bij Paependregt tegens over de rietdijcxe poort, verschenen den eersten October 1720 volgens quitantie, i.c Lx L;
xxx S.a van Stadtsdijcken en Dammen bed. 807:7:8

[31][folio 45vs] Anderen Uijtgeeff van alderhande saeken en leverantie hiervoren Specifice niet ter neder gesteld als Taras, Kalke, straatsteenen leggen &ca.

- Betaald aen Jan Govertse Pauw over geleverde Lindeboomen ten dienste dezer Stad volgens reekening Ordonnantie en Q.tie, xxvi L i V;
- Aan Joan Ardegaijing, aannemer der Stads missie karren, over het Extra gruijsen en verhoogen van den weg van Yerland tot Sluijsdam, volgens accoord Ordonnantie en quitantie, i.c xxx L;
- Aan Marcelis Franse, over gemaakt en geleverde kruijwagens, mitsgaders reparatie aen oude, ten dienste dezer Stads straatmakers, volgens declaratie attestatie en quitantie, xiv L x V;
- Aan Pieter Donraat, over verdiens d'Arbeijdsloon aan het scheeren der lindeboomen binnen dese Stad, volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, i.c xvii L xii V;
- Aan Balten Bos, over het besanden van den weg na Dubbeldam van Yerland tot aan de laan, van de heer borgermeester Hallincq, volgens bestek Ordonnantie & Q.tie, Lv L;
- Aan den Landmeter Abel de Vries over Extra vacatien ende verschot, ten dienste deser Stad, bij hem gedaen in dezen Jare 1720 volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lxii L;
- Aan Joannes van Breda, mr. blekslager overgemaakte ende geleverde nieuwe Stads Lamplantarens, alsmede over reparatie aen eenige poortierslantarens, en verdere blikwerken ten dienste deser Stad bij hem gedaen volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, Lxxvii L;
- Aan de Wed.e Francois de Clercq, mede overgemaekte en de geleverde nieuwe Stads Lamplantarens als gedane reparatie aen poortiers Lantarens, volgens declaratie Ordonnantie en Quitantie, i.c viii L;
- Aan Joannis Boonen, mr. Seijlmaker overgelevert touwerk en tar, ten dienste deser Stad, volgens reekening Ord.tie, en Q.tie, Li L;
- Aan Willem en Gilles Rees, Soo over Leverantie van 39400 dubbelde straet steenen a 30 gulde alsmede over Leberantie van twaalff Savare Eijken houten roede a 25 guld. alles ten dienste deser Stad volgens reekening Ordonnantie en Q.tie xiv:c Lxxxii L;
- Aan Fransois Crillaards mr. blokmaker overgemaakte en de geleverde blijkwerken aan stasd Sluijsen de kielstengh &a volgens declaratie Ordonnantie quitantie xiii L;
- Aan Jan du Val, mr. Steenhouder over gemaakte ende geleverd hardsteen werk, ten dienste deser Stad volgens declaratie Ordonnantie en quitantie, i:c xv L;
- Aan Joan van der Lind, overgeleverde klinkerdstraatsteenen ten behoeve dezer Stad gelevert, volgens reekening Ordonnantie en quitantie, vii:v xl L;
- Aan de Wed.e Adriaan van Appeldoorn, over diverse metselmaterialen gelevert ten dienste dezer Stad, volgens reekeningh Ordonnantie en quitantie, xxxv L;
- Aan Hendrik van der Win, mr. blekslager in s Hage, overmaekt ende gelevert blek & kooper werk ten dienste van 't Logiment de Ed.e gr: agtb. wegens dese Stad aldaer volgens dec.tie ord.tie en Q.tie, iv L xi V viii P;
- Aan Pieter Barbier, mr. Tinnegieter in s Hage overgeleverd tin, in 't voormelde logiment volgens declaratie Ordonnantie en Q.tie, xiv L;
- Als nog door den heer Thesaurier rendant in dezen, betaald aan verscheijde kleijnigheden in dezen Jaar 1720 als bij de respective maend Staten, met de quitantien daar toedienden is te sien, als te weten.
In de Maand
Januarij ..
februarij ..
maart ..
april ..
meij ..
Junij ..
Julij ..
Augustij ..
September ..
October ..
November ..
december ..
- Aan Joannes van der Hoek, mr. kooperslager in s Gravenhage overgemaakte ende gelevert Kooperwerk, ten dienst van 't logiment der Ed. groot agtb. heeren gedeputeerdens, wegens deser Stede aldaer, volgens declaratie Ordt.ie en Q.tie, ix L xviii V.
xxxxi van den uijtgeef van alderhande saecken
Somma totalis 113758:7:10

Laatst gewijzigd: augustus-september 2017.