Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: rekening ontvangsten/uitgaven van het Groot Comptoir 1652-1655-1656-1658-1670-1690-1702-1710-1720


Bron: Regionaal Archief Dordrecht
Toegang: 3
Inventarisnummer: 2658 (1652), 2659 (1655), 2660 (1656), 2661 (1658), 2671 (1670), 2691 (1690), 2702 (1702), 2709 (1710), 2719 (1720)

* * * scans verkrijgbaar * * *

1702 ontvangsten Groot Comptoir

Tweede Rekening
van soodanigen Ontfang mitsgaders uijtgeeff daar tegens de heer mr. Johan vanden Brandeler, schepen in Wette deser Stad Dordrecht in qualiteit als Thesaurier van 't Groot Comptoir der coorsz: Stad over ende in den jare xvii en twee heeft gehad ende gedaan
1702
Omme de Stad Dordregt
tweede rekening van Ontfang

Overgelevert bij de hr. thesaurier Johan van den Brandeler, aen handen vande heeren Borgemeesteren der Stadt Dordreght, nevens welcke noch welcke noch gecommitteert sijn, van mijn Ed: heeren van(de) gereghten, Oudraedt, Achten en Deeckenen vande gemeene neeringen, uijt geregten de heeren Dingeman de Vries en Sijmon de Vries, uijt den Oud-Raedt de heeren Johan Cletcher, en Anthonij de Sont, uijt de Achten Lambert van Haijren en Franchois van der Velde uijt de gemeente de heeren Dirck van Nooij en(de) Boudewijn Onderwater vrijheer van Papendreght opden 23 Januarij 1704.
Rekeninge van de heer mr. Johan van den Brandeler Schepen in Wette deser Stad Dordrecht, in qualiteit als Thesaurier van 't groot Comptoir der selver Stede voor den Jare xvii en twee, ingegaan den eersten Januarij en eijndigende den laatsten december desselver Jaars, Omme welcke rekeninge te hooren ende te sluijten zijn op zondach den [-] Januarij xvii [-] bij Mijn Ed. heeren van den gerechte Outraden Goede luijden van de Achte ende de heeren van de gemeene neringen deser Stad, gecommitteert Commissarissen die in 't hoofd van desen gemeld sijn ten eijnde de voorschreve rekeninge gehoort en gesloten te werden gepresenteert aan mijn Ed.e heeren ende dekenen voornoemt op den eersten zondach naar den xxv januarij des jaars xvii en vier naar ouder gewoonte, Ende dat van allen 't gene den voornoemden heer Thesaurie van Stadswegen is geordonneert te ontfangen ende daer jegens wederom tot Subsidie van 't Comptoir van de reparatiën, als anders uijtgegeven heeft gemaakt in ponden van xl grooten 't stuck, stuijvers ende penningen naar advenand.

Ontfang

[1][folio 1vs] Ende Eerst van den Ordinaris wijn, ende Bier accijns gesteld bij de regeerders deser Stede op de wijnen en Bieren, die binnen den Stad, Ende de vrijheid van dien gedroncken werden blijckende bij de Contrarolle, bij heeren Schepenen daar van gehouden.

- den Bier accijns binnen deser Stede Is voor den tijd van een geheel Jaar, in gegaen den eersten Augustij 1701 ende uijtgaande den laatsten Julij 1702 gepacht bij Dirck van Lingen om 8040 Schild komt in ponden te xl grooten f 8442:-:- Waar van de Eerste ses maanden bij den heer rendant in sijne eerste, wesende de laatst voorgaande rekenn: d'ao. 1701 verantw.t sijn soo komt alhier voor de laatste ses maanden van de voors. pacht, verschenen den laatsten Julij 1702 een Somma van, iiii.m ii.c xxi L;
- de voorschreven accijns, is op nieuws gepacht bij Dirck Fiool voor een geheel Jaar ingegaen den eersten Augustij 1702 het geheele jaer om 7850 schild, komt in ponden te xl grooten 8242:10:- En alhier over de eerste ses maanden, verschenen den laatsten Januarij 1703 ter somme van, iiii.m i.c xxi L. v St;
randsoen tot 8 pen: op ider schild 196:5:-;
nog 4 pen: volgens resolutie 98:2:8, ii.c xciii L vii St. viii P.
- de Tappers, ende poorters accijns vande wijnen en azijn, soo binnen als buijten deser Stede te weten op de dorpen daar de Stad den bier accijns verpacht, Is voor een geheel Jaar, ingegaen den eersten Octob: 1701 ende uijtgaande den laatsten Septemb: 1702 gepacht bij Dirck Fiool om 4160 Schild komt in ponden te xl grooten 4308:-:- waar van de eerste drie maanden bij den heer rendant in sijne eerste, wesende de laatst voorgaande rekeninge d'ao. 1701 verantwoord zijn, soo komt alhier over de laatste negen maanden van de voors. pagt, verschenen den laatsten Septb: 1702 een Somma van, iii.m ii.c lxxvi L;
- (blijckt bij de contrarolle) den voors. accijns is op nieuws gepacht bij Gijsbert van Aalst, voor een geheel jaer ingegaen den eersten October 1702 om 3020 schild, komt in ponden te xl grooten f 4116:-:- En alhier over de eerste drie maanden verschenen den laatsten Decb. 1702 ter s.a van x.c xxix L
randsoen tot 8 en 4 p.ne als voren 98:-:-/49-:-, i.c xlvii L
prima soma van Bier accijns

[2][folio 2vs] Anderen Ontfang van Stads goederen, en diverse makelaardijen deser Stede, verpacht in maniere voor eenen tijd, ende aen persoonen hier naar volgende

- het recht van de kraan deser Stede, mitsgaders de makelaardije van de Rijns, en westerse wijnen, ende de de schroot-Ampten ter sake van 't affwercken van deselffde kranen, wegens Ordonnantie van mijn Ed.e heeren daaer van gemaakt zijn verpacht aen Gerard van Bochum Cum Sosio, voorden tijd van vier jaren, ingegaen den eersten Octob: 1698 en uijtgaande de laatsten Septb. 1702 om 3000 Schild sjaars komt voor het laatste vierde jaar, in ponden te xl grooten 3150:-:- waer van de eerste drie maanden bij den heer rendant, in sijne eerste wesende de laatst voorgaande rekenn: d'ao 1701 verantw.t zijn, zoo komt alhier der de laatste negen maanden van 't voorsz. laatste vierde Jaer pachts, als voren verschenen den laatsten Septb. 1702 een somma van ii.m iii.c lvii L x st.
- den voors: accijns, is op nieuws gepacht, bij Aart Pel, voor een geheel jaar, ingegaen den eersten October 1702 het geheele jaar om 3000 schild komt in ponden te xl gr: 3150:-:-
En alhier over de eerste drie maenden verschenen den laatsten decemb. 1702 ter somma van, vii.c lxxxvii L x St.
randsoen tot 8 en 4 pen. als voren 75:-:- / 37:10:-, i.c xii L x St.
- Aart Pel, over het eerste derde Jaer pachts van 't Pontgeld vande molensteenen, ingegaen den eersten januarij en geeijndicht den laatsten decemb: 1702 om 340 schild in 't jaar komt in pojden te xl grooten, iii.c lvii L
randsoen tot 8 en 4 pn. als voren 8:10:- / 4:5:-, xii L xv St.
- Jan Rens, over het eerste derde jaar pachts van de Schaliën, in en uijtgaande als voren, om 150 Schild in 't jaar, komt in ponden te xl grooten, i.c lvii L x St.
randsoen als voren, 3:15:0 / 1:17:8, v L xii St. viii P.
- Kristoffel vander Heijden, Een jaar pachts van 't weet, in, en uijtgaende als voren, viii St.
- (volgens resolutie als in den text) den Olij en Zeep, was bij de heer Hendrick Teruwen Cum suis gepagt voor den tijd van acht jaren om 110 schild s jaers daar van het vierde achtste jaar pacht, verschenen den laetsten decemb: 1702 soude bedragen in ponden te xl grooten 115:10:- dan alsoo bij de pachters van dien, is gesustineert, daer van om redenen bij haer geallegeert, niet verders te konnen betalen, voorgewende dat hij volgens ordonnantie, die niet hebben konnende vorderen is sulcx volgens resolutie van heeren Borgermeesteren op den xiii Janua: xvii en drie gemodereerd op de helfte, derhalven alhier voor Ontfangh een Somma van lvij L xv St.
randsoen als voren over de geheele 110 schild 2:15:- / 1:7:8, iiii L ii St. viii P.
- de gemeene Zeepsieders binnen dese Stad, hebben aangenomen voor vijff jaren te betalen jaarlijcx. volgens accord, ten proffijte deser Stede 425 guldens, komt alhier volgens de Contrarolle over het derde vijffde Jaer, verschenen den laatsten decemb: 1702 de voors., iii.c xxv L;
- de dekenen van 't Gild vande lakenkoopers Een jaar pachts van de Laken en wanthalle, ingegaen den eersten januarij, en verschenen den laatsten decemb: 1702 om 12 schild: komt in ponden te xl grooten een Somma van xii L xii St.
randsoen als voren -:6:0 0:3:0, ix St.
- Johannes de Haan het sesde tiende Jaar pachts van de slag-roe, bij hem aen gestaen om 2400 schild in 't jaar doch bij reductie gebracht op 2100, schild: komt vervolgens alhier voor de tweede reijse in ponden te xl grooten voor de Jare ingegaen den eersten Januar: en geeijndicht den laasten decemb. 1702 een somma van ii.m ii.c v L.
randsoen als voren 52:10:-, 26:5:-, lxxviii l xv St.
- Adriaan Heckenhouck, over het laatste tweede jaar pachts van de makelaardije van 't groff en fijn zout, in, en uijtgaande als voren om 220 schild in 't jaar komt in ponden te xl grooten, een Somma van ii.c xxxi L.
randsoen tot 8 en 4 penn: per schild als voren 5:10:-, 2:15:-, viii L v St.
- den Turff, en Brandhout, Is voor den Jare, ingegaen den eersten januarij, En eijndigende den laatsten december 1702 niet verpagt, maar in Collecte waargenomen bij Hend.k de Leeu [Hendrik de Leeuw] denwelcken dienaangaende ontfangen heeft, volgens rekeninge daer van bij hem gedaen en gesloten een Somma van ses duijsend ses honderd vijff en seventich guldens dertien stuijvers ses penn: dus, vi.m vi.c lxxv L xiii St. vi P
- den asijn, is met den wijn hier voren fol: 2 verpagt, daeromme hier, M(emorie)
- den Brandewijn, is voor den tijd van een geheel jaar ingegaen den eersten Octob. 1701 en uijtgaende den laatsten Septb: 1702 gepacht bij Dirck van Lingen, om 2910 Schild komt in ponden te xl grooten 3055:10:0 waar van de eerste drie maanden, bij den heer rendant in sijne eerste, wesende de laatst voorgaande rekenn: d'ao. 1701 verantw.t sijn soo komt alhier over de laatste negen maanden vande voors: pacht verschenen den laatsten Septb: 1702 de s.a van ii.m ii.c xci L xii St. viii P;
- de voors: accijns is op nieuws weder gepacht bij denselven van Lingen voor een geheel jaar, ingegaen den eersten Octob. 1702 't geheele Jaar om 2500 schild komt in ponden te xl gr: f 2625:-:- En alhier over de eerste drie maanden, verschenen den laatsten decb: 1702 ter Somma van vi.c lxvi L v St.
randsoen als voren 62:10:-, 31:5:-, xciii L xv St.
- de Stadswaagh Is voor den tjd van een geheel Jaer ingegaen den eersten April 1701 en uijtgaende den laatsten Maart 1702 gepacht bij Dirck van Lingen, om 954 schild, komt in ponden te xl grooten f 997:10:- waar van de eerste negen maanden bij den heer rendant in sijne eerste wesende de laatst voorgaende rekenn: d'ao. 1701 verantw.t sijn, soo komt alhier over de laatste drie maanden van de voorsz. pacht, verschenen den laatsten Maart 1702 de Somma van ii.c x L ix L vii St. viii P.
- de voors: Stadswaagh Is op nieuws gepacht bij Dirck Fiool voor een geheel jaar ingegaen den eersten April 1702, En uijtgaende den laatsten Maert 1703 't geheele Jaar om 1060 Schild komt in ponden te xl grooten 1113:-:- En alhier over de eerste negen maanden, verschenen den laatsten december 1702 een somma van viii.c xxxiii L x St.
randsoen als voren 26:10:-, 13:5:-, xxxix L xv St.
- Gerard van Bockum, over het eerste derde Jaar pachts, van de hope, en straat-gelden, ingegaen den eersten Januarij en uijtgaende den laatsten decemb. 1702 om 310 schild in 't Jaer komt in ponden te xl grooten iii.c xxv L x St.
randsoen als voren 7:14:-, 3:17:8, xi l xii St. viii P.
- Aart Pel, over de laatste drie maenden pachts, van 't rijden met iserbeslagh, over Stads straten ingegaen den eersten Januarij en eijndigende den laatsten maart 1702 ter Somma van xci L xvii St. viii P.
- denselven Aart Pel over de eerste negen maanden pachts van 't voors. Iserbeslagh in gegaen en eersten April 1702 en geeijndicht den laatsten decemb. deselven jaar, om 400 Schild in 't Jaer, komt in ponden te xl grooten f 420:-:- En alhier over de voors. negen maanden een S.a van iii.c xv L;
randsoen als voren 10:-:-, 5:-:-, xv L.
- Kristoffel vander Heijden Een jaer pachts van de vijff en twintich stuijv. op de Broute, ingegaen den eersten Januarij en geeijndicht den laatsten decemb: 1702 om 470 schild komt in ponden te xl grooten iiii.c xciii L x St.
randsoen als voren 11:15:-, 5:17:8, xvii L xii St. viii P.
- de Makelaardije van 't hart en weeck koorn, 't lastgeld vande granen over Zee komende 't pontgeld van 't koorn voor bij dese Stad varende, alsmede van alle rijs &c swijgende Tollen item 't kaaijgeld en haven-geld, sijn verpagt aen Adriaen Heckenhouck voor den tijd van acht jaren, ingegaen den eersten janua: 1695 s jaers om 6000 schild komt alhier over het laaste agtste jaer pagts, verschenen den laatsten decb: 1702 in ponden te xl gr: vi.m iii.x L.
randsoen als voren 150:-:-, 75:-:-, ii.c xxv L.
- Aart Pel, over het eerste derde Jaar pachts, van 't Visschip, ofte Innehuijs, ingegaen den eersten januarij ende geijndicht den laatsten decb: 1702 om 1060 schild in 't Jaar komt in ponden te xl grooten, xi.c xiii L
Een jaar huur van 't Innehuijs, vi L.
randsoen als voren, 26:10:-, 13:5:-, xxxix L xv St.
- het gemaal binnen dese Stad Is voor den tijd van een geheel jaar, ingegeaan den eersten Augustij 1701 en uijtgegaen den laatsten Julij 1702 gepagt bij Dirk Fiool, om 3160 schild komt in ponden te xl grooten 3318:-:- waer van de eerste ses maanden, bij den heer rendant, in sijne eerste, wesende de laatst voorgaende rekenn. d'ao. 1701 verantw.t sijn soo komt alhier over de laatste ses maenden van de voors: pacht, verschenen den laatsten julij 1702 een somma van xvi.c lix L.
- den voorsz: accijns van het Gemaal is op nieuws weder gepacht bij denselven Fiool, voor een geheel jaer ingegaen den eersten Augustij 1702 het geheele jaar om 3520 schild komt in ponden te xl grooten f 3696:-:- En alhier over de eerste ses maanden verschenend en laatsten janua: 1703 d'sa. van xviii.c xlviii L.
randsoen als voren 88:-:-, 44:-:-, i.c xxxii L.
- Gerard van Bockum Een jaer pagts van de makelaardije vande kalck ingegaen den eersten januar: ende geeijndicht de laatsten decemb. 1702 om 1740 Schild"komt in ponsen te xl grooten xviii.c xxvii L.
randsoen als voren 43:10:- 21:15:-, lxv L c St.
- denselven van Bockum over het laatste tweede jaar pagts vande smeekolen in en uijtgegaen als voren, om 550 schild sjaars komt in ponden te xl gr: v.g lxxvii L x St.
randsoen als voren 13:15:-, 6:17:8, xx L xii St. viii P.
- Noch denselven van Bockum over het laaste tweede jaar pagts van de groote kolen, in, en uijtgegaende als voren, om 680 schild sjaars komt in ponden te xl grooten vii.c xiii L.
randsoen als voren 17:-:-, 8:10:-, xxv L x St.
- het Luijcx en Wesels hout Is voor de Jare ingegaen den eersten Januarij en geeijndicht den laatsten decemb: 1702 niet verpacht maar in Collecte waargenomen bij Aart Bacx den wecke dienaangaende ontfangen heeft, volgens rekeninge daer van bij hem gedaen en gesloten, een somma van acht hondert een en vijftich gulden veertien st. en acht pen, viii.c Li L xiiii St. viii P.
- de makelaardije van 't fruijt is voor den tijd van drie jaren ingegaen den eersten Augustij 1699 en geeijndigt den laatsten julij 1702 gepagt bij Gijsbert van Aalst jaarlijcs om 1900 schild komt in ponden te xl grooten f 1995:-:- En voor de Stad, daer in haar twee derde deelen in ponden als voren f 1330:-:- waar van de eerste ses maenden, over 't laatste derde jaar pagt, bij den heer rendant in sijne eerste, wesende de laatst voorgaende reken: d'ao. 1701 verantw.t sijn, soo dat alhier over de laatste ses maenden, van 't voors.z laatste jaar pacht, verschenen den laatsten Julij 1702 voor de stad haar twee derde deelen komt een Somma van, vi.c lxv L
- de voorsz. makelaardije van 't fruijt is op nieuws gepacht bij Kristoffel van der Heijden voor een geheel jaar, ingegaan den eersten Augustij 1702, het geheele jaar om 1550 schild, komt in ponden te x; grooten f 1627:10:- komt alhier over de eerste ses maanden, verschenen den laetsten Januarij 1703, voor stads twee derde deelen, in ponden als voren, een S.a van v.c xlii L x St.
randsoen als voren over de gehele pacht 38:15:-, 19:7:8, = lvii L ii St. viii St.
- Jan Rens, het eerste derde jaer pagt, van de drooge noten, ingegaen den eersten Janua: en geeijndigd den laatsten Decb. 1702 om 310 s.lt in 't jaer komt in ponden te xl gr: iii.c xxv L x St.
randsoen als voren 7:15:-, 3:17:8, xi L xii St. viii P.
- Simon van Wel, een jaar pagts vande kromhoutplaetsen, in, en uijtgaende als voren, om 160 s.lt komt in ponden te xl gr: o.v lxviii L.
randsoen als voren 4:-:-, 2:0:0, vi L.
ii s.a van exchijnen en(de) maeckelaerdie xxxvi.m i.c xi L 1 st. xiiii pen

[3][folio 7] Anderen Ontfang van de drie stuijvers op de Tonnebier tot laste van de Brouwers.

- Van de drie stuijvers op de Tonnebier tot laste van de brouwers: die ion pagte genomen is bij Gijsbert van Aalst, voor een geheel jaer, ingegaen den eerste Augustij 1701 en geeijndicht den laatsten julij 1702 daar van inde laatst gedane en voorgaande rekenn: d'ao. 1701 de eerste ses maanden bij den heer rendant, verantwoord zijn, sulx alhier komt over de alatste ses maanden verschenen den laaten Julij 1702 een Somma van, xv.c xxii L x St.
- den voors. Impost, is op nieuws weder gepacht bij denselven van Aalst voor den geheel Jaar, ingegaen den eersten augustij 1702 om 2900 schild komt in ponden te xl groote 3045:-:- En alhier over de eerste ses maenden verschenen den laatsten Januar: 1703 de Somma van xb.v xxii L x St.
randsoen tot 8 en 4 penn als voren 72:10:-,. 36:5:0 = i.c viii L xv St.
iii s.a van drije stuijvers op de tonnebier iii.m i.c liii L xv St.

[4][folio 7vs] Anderen Ontfang van den accijns te landewaard, binnen de Mijl, deser Stad Dordrecht.

- den accijns van swindregt, henric-ido-ambcht, en Arijen Pieters Ambacht den Oostendam, beginnende van de Ridderwaardse-Sluijs, langs den Zeedijck tot de vergele wegh toe; heer Oudelands-Ambacht, streckende van den molenweg aff langs den Zeedijck, tot den hoecksen Veerdam, Ende noch den Bier-accijns binnen de halve mijl in Papendrecht soo verre de heerlijckheid strect Oostwaards, ende westwaards gaande naer Alblasserdam, tot het hoecken van den Moockhoek, sijn alle verpagt aen Dirck Fiool, voor een geheel Jaer, ingegaan den eersten Augustij 1701 en geeijndicht den laatsten Julij 1702, om 600 S.lt komt in ponden te xl grooten f 630:-:- waar van de eerste ses maanden bij den heer rendant, in sijne eerste, wesende de laatst voorgaande rekenn: d'ao. 1701 verantw.t zijn soo komt alhier over de laatste ses maanden, verschenen den laatsten julij 1702, een Somma van iii.c xv L.
- den voors. accijns is op nieuws gepagt bij Aart Pel, voor een geheel jaer ingegaen den eersten Augustij 1702 om gelijcke 600 schild, komt in ponden te xl grooten 630:-:- als voren En alhier over de eerste ses maanden, verschenen den laatsten janua: 1703 de somma van iii.c xv L.
randsoen tot 8 en 4 penn: als voren 15:-:-, 7:10:0, xxii L x St.
iiii s.a van bier Exchijns te landewaert vi.c vii L x St.

[5][folio 8] Anderen Ontfang van den Bier-accijns te Landewaard, soo van de dorpen leggende aan de veenkant als onder Zuijdholland, daar van betaald werd drie grooten Vlaams van elcke ton bier: de twee deelen ten behoeve deser Stede, En 't ander derdendeel ten behoeve van de Graaffelijkeid van Holland bij den heer Thesarier deser Stad Dordrecht, en den heer rentmeester Generaal van Zuijdholland verpacht voor een geheel Jaer, ingegaan den eersten Octob. 1701 Ende geeijndicht der laatsten Septemb. 1702 volgens de Contrarolle, bij de heeren Schepenen deser voorschreve stad Dordrecht daer van gehouden.

- den accijns van Kappel Wasbeeck, Sprangh, s'Gravenmoer, Besoijen, Raemsdonck en Drimmelen is gepacht bij Antonij Timmers, Secretaris tot Sprang, voor den tijd van tien achtereen volgende jaeren om twee en veertich ponden te xl grooten 't pond 's jaars komt alhier over het derde tiende jaar pachts, verschenen den laatsten Septemb: 1702 voor de Stad haar twee derde deelen de Somma van xxviii L.
randsoen tot een stuijv. op de gulde, xxviii St.
- den accijns van de hooge en lage Swaluwe is gepacht bij Antonij den Engelse voor den tijd van tien achter een volgende Jaren, om acht ponden te xl grooten 't pond 's aars: komt alhier over het sevende tiende jaar pachts, verschenen den laatsten Septemb. 1702 voor de Stad haar twee derden deele de Somma van v L vi St. x P.
randsoen tot een stuijvers op de gulde als voren, v St. vi P.
- den Accijns van de Dussen, ende Werckendam is gepacht bij Aart Pel, voor den jare verschenen den laatsten Septb. 1702 om twee ponden te xl grooten t pond komt voor de Stad haar twee derde deelen, xxvi St. x P
randsoen tot een Stuijv. op de gulde als i St. vi P;
- den Accijns van de drie Grooten op de dorpen van Giessendam, Giessen, Oude kerck, Sliedregt, Papendredgt Alblas, Alblasserdam, Bleskensgraav, Brandwijck, Leckerkek, Ridderkerk, Krimpen Oostendam, Barendregt met karnisse, Heerjansdam Henric-ido-Ambagt, de Lind, Swijndregt, Kijffhoek, Heijnenoord, Goudschalxoord, Mijnsheerenland, Maasdam, ende Puttershoeck sijn alle verpacht aan Adriaen Haagdijck, voor denntijd van een geheel Jaer om twee honderd een en veertich ponden tien shellingen te xl grooten 't pond komt dus alhier voor den Jaren verschelen den alatsten Septemb. 1702 voor de Stad haar tweederde deelen een Somma van, i.c lxi L
randsoen tot een Stuijv. als voren, viii L 1 St.
- 't Recht vanden overslag vande bieren deser Stede, uijt kragte van haarlieder Previligien dat de ingesetenen van Zwuijdholland, boven en beneden deser Stede vrij mogen halen, mits betalende eenen halven stuijver van ider halff vat bier ten overslagh en drie grooten Vlaems voor den accijns ende voorgaande accijnsen verhaelen sonder tot Dordregt ten overslag te komen, En dat de Tappers en Slijters mitsgaders de bierstekers in de Dorpen van Zuijdholland, die hare boeren ten overslagh gebracht, hebben deselve niet mogen distribueren met halff vatren, maar allee met de kannen, op de verbeurte van deselve bieren, en drie ponden Vlaems van welck recht in langen tijd, niet betaald is, dus hier niet anders dan voor, Memorie
- Van de Landpoorterije der Stad Dordrecht alomme in Zuijdholland de Graaffelijckheid voor d'eene helfte ende Stad Dordrecht voor de andere helfte competerende, 't welck is voor een landpoorter eenen phlips gulde, haerlijcx is gepacht bij Hendrick Buijtendijck voor den tijd van tien achtereenvolgende jaren, ingegaen Bamis 1698 en eijndigende den laatsten Septemb. ofte Bamis 1708 jaarlijcx om twintich ponden te xl grooten 't pond komt vervolgens alhier over het vierde tiende jaar pacht verschenen den laatsten Septemb. 1702 voor den Stads helfte een somma van, x L
En tot randsoen een halve pacht, v L
v S.a vande drij grooten in Zuijthollandt

[6][folio 9vs] Anderen Ontfang, van Losrenten, binnen den Jare xvii.c en twee, en sulx tijde deser rekening vervallen

- Eerstelijck ontfangen, vande rentmeester Generaal van Zuijdholland, acht ponden te xl grooten 't pond 's jaars, die den Goijer van Braband op dese Stad Dordrecht sprekende heeft die nu bij den rentmeester Generael ontfangen werden, als blijckt inde rekeninge van Uijtgeeff fol. [-] verschenen Bamis 1702 dus, viii L;
- Van den heer Ontfanger Generael over Holland: Een Jaer rente op de groote Steden in Holland, verschenen als voren, xi L xi St.
- Van den Thesaurier der Stede Gornichem: Een jaer rente die de Stad Dord.t daar op sprekende heeft, ter sake van seker accord wegens 't stapelrecht verschenen Ceciliën d'ao. 1702, vii L x St.
- Over 't jaar rente van hert huijs genaamt Leeuwenstein binnen de Stad Dord.t eertijds gepossideerd bij Cornelis Wens, verschenen den 10 Decb. 1702, xlvi L xvii St. viii P.
- Hendrick Jans slenaar: een Jaer rente op sijn huijs, verschenen Kermsis 1702, xxxiiii St.
vi S.a van losrenten lxxv L xiii St. vii pen.

[7][folio 10] Anderen Ontfang, van Erff-Renten, genaamt pandponden die de Stad sprekende heeft, en hebbende is, op verscheijde huijsen en Erven, binnen dese Stad Dordrecht.

- Pieter de Leeuw, stads-bode, heeft de administratie soo van den Ontfang als T'uijtgeeff der pandponden, die daer aff van vier tot vier Jaren, rekeninge doet, ende heeft laatst met de Expiratie des jaars xvii op den 29 Januarij xvii en een aan de Ed.e Groot Agtb: heeren Borgermeesteren, daar van rekeninge, en verantwoorde gedaen sulx het Jaar 1702 gelijck het Jaer 1701 als in voorgaande rekeninge, alhier is dienden niet anders dan voor, Memorie;
vii S.a nihil

[8][folio 10vs] Anderen Ontfang, van 't verheergewaarden van Wantstallen, daer koste vijff grooten Vlaams van ider jaar dat 'er is verloopen naar de laatste bevrijdinge: En sijn alle die in 't geheel huer geinsereert: Ende soo wanneer een Stal heeft gestaen honderd Jaren sonder verheergewaden is vervallen aen de stad; sijnde op den 24 Janua: 1592 geresolveerd, dat de stallen die van doen aff aen besterven souden, bevrijd, en verheergewaad moeten werden, binnen een Jaar en ses weken, en te betalen de geregtigheid als voren, op elck Jaar dat de Stal onbevrijd sal sijn: Ende naer 't overlijden daer die op gestaen heeft, sal van ider Jaer betaelen vijff stuijv.

Wantstallen
N i Adriaan van Leeuwen, bevrijd tot den 10 Junij 1691;
N. ii Cornelis van Helmond, bevrijd tot den eersten decemb. 1692;
N. iii Cornelis Stratenus, bevrijd tot den 9 Januarij 1687;
N. iiii Dirck Monsieur, bevrijd tot den 19 Januarij 1697;
N. v d'Hr. Borgermr. Johan van Neurenberg, bevrijd tot den 4 Januarij 1688;
N. vi Gillis van Helmond, bevrijd tot den 17 Julij 1698;
N. vii Pieter Heklmich den oude, bevrijd tot den 5 Janua: 1686;
N. viii Ulrich Bongards, bevrijd tot den 8 Decemb. 1679;
N. ix Gillis van Helmond, bevrijd tot 16 Decemb. 1658;
Memorie;
N. x de heer Willem Bosschard, bevrijd tot den 14 Januarij 1702;
N. xii Pieter van Zeeberg, bevrijd tot den 27 Decemb. 1667;
N. xii Jacob Braats, bevrijd tot den 7' October 1691;
N. xiii Laurens Waalpot, bevrijd tot den 12 Decemb. 1694;
N. xiiii Dionisius vande Kesel, bevrijd tot den eersten Januarij 1647;
N. xv Johan Wiers, bevrijd tot den 3' Meij 1690;
N. xvi Jacob van Tricht, bevrijd tot den 30 Junij 1688;
N. xvii den notaris Cornelis van Aansurg, bevrijd tot den 30 Junij 1692;
N. xviii Adriaan vander End Junior, bevrijd tot den 10 Septemb. 1700;
N. xvix Adriaan vanden End den Ouden, bevrijd tot den 7 Octob. 1687;
N. xx Hermanus Erckelens, bevrijd tot den 26 Julij 1687;
N. xxi Pieter Bos, bevrijd tot den 8' Junij 1694;
N. xxii Johan Roedolff Broemken, bevrijd tot den 20 Januarij 1694;
N. xxiii Willem van Houssen, bevrijd tot den 13 Decemb. 1678;
N. xxiiii Adriaan van Buren, bevrijd tot den 18 Novemb. 1665;
Memorie;
N. xxv Wouter de Gelder, bevrijd tot den 27 novemb. 1690;
N. xxvi Jacob Renson, bevrijd tot den 2 Januarij 1692;
N. xxvii Johannes Sickinga, bevrijd tot den 31 Julij 1699;
N. xxviii Phlip Ronne, bevrijd tot den 24 Octob. 1696;
N. xxix Adriaan Groen, bevrijd tot den eersten Januarij 1684;
N. xxx Johannes van Thiel, bevrijd tot den 30 Octb. 1688;
N. xxxi Willem Bos, bevrijd tot den 26 Januarij 1652;
N. xxxii Bartolomeus Wiggers, bevrijd tot den 4 Januarij 1699;
N. xxxiii Rochus vander Krab, bevrijd tot den 2 Augustij 1690;
N. xxxiiii Gerrid van Ringst, bevrijd tot den 6 januarij 1690;
N. xxxv Boudewijn Balen, bevrijd tot den 29 decemb. 1682;
N. xxxvi Rochus Rolandus, bevrijd tot den 5 meij 1699;
N. xxxvii Lucas van Beeckhuijsen, bevrijd tot den 24 decemb. 1694;
N. xxxviii Sevrijn van Bracht, bevrijd tot den 27 Junij 1682;
N. xxxix Nicolaas Staphorst, bevrijd tot den 6 Septemb. 1682;
Memorie;
N. xl Herman Appels, bevrijd tot den 8 Junij 1682;
N. xli Tomas Oulrie, bevrijd tot den 21 Septemb. 1682;
N. xlii de heer mr. Hugo Eelbo, bevrijd tot den 12 Maart 1700;
N. xliii Hendrick Geerling, bevrijd tot den 19 februarij 1684;
N. xliiii Abram Vos, bevrijd tot den 12' Octob. 1698;
N. xlv Gillis Wilmart, bevrijd tot den 28 Meij 1688;
N. xlvi Jacob Teeuwen, bevrijd tot den 31 decemb. 1689;
N. xlvii de heer Adriaen Wilmard, bevrijd tot den 31 Octob. 1680;
N. xlviii de heer mr. Arnold Kloens, bevrijd tot den 17 octob. 1691;
N. xlix den notaris Gillis Mugge, bevrijd tot den 29 decemb. 1699;
N. xlx Jan van Erpe, bevrijd tot den 2 Septemb. 1699;
N. li Egbert vander Leij, bevrijd tot den 23 februarij 1701;
N. lii Hendrick van Gelsdorp, bevrijd tot den 12 Januarij 1691;
Memorie;
viii Sa van verheergewaerden van wantstallen, nihil;

[9] [folio 12vs] Anderen Ontfang van Visstallen: daar van betaeld werd voor 't verheergewaden xiii St. iii penn: En is op den 24 Januarij 1592 geresolveert: dat de Visstallen die van doen aan besterven souden, verheergewaard moeten werden, binnen een jaar en ses weken, op poene van dubbeld geld voor 't verheergewaden te betalen, En soo wanneer een stal van een levende sal overgeset werden 't selve sal door dekenen van 't Gild niet mogen geschieden 't sij blijcke door een biljet van den heer Thesautier inder tijde, dat deselve is overgeseth naar behooren, omme alle Jaren in de Stadsrekeninge gesteld te werden den naam van den gene op wien de stal geseth is, En ten behoeve van de Stad, voor recognitie te betalen Vijff Stuijvers.

Visstallen
N. i Govert Gravendijck;
N. ii Johannes Asmaar;
N. iii Jan van der Made;
N. iiii Hendrick Wittingh;
N. v Laurens Verrop;
N. vi Pieter Philipz;
N. vii Jan van Dorren;
N. viii Gillis Huijbertsz.;
N. ix Antonij Doren;
N. x Isaak van Flonck;
N. xi Hendrick Geurtsz.;
N. xii Mattijs Doren, obiit;
N. xiii Baltasar Bol;
N. xiiii Jan Jans Verlooven;
N. xv David vander Kloet;
N. xvi Steven Steen;
N. xvii Johannes van Steenbergen;
N. xviii Willem Luijtenburgh;
N. xix Arijen Jans vander Meijden;
N. xx Antonij van Flonck;
N. xxi Johannes Dermoeij;
N. xxii Adriaan van Homburg;
N. xxiii Arijen Sijmons van Duijnen;
N. xxiiii Kornelis van Haarlem;
N. xxv Abraham van Duijnen;
N. xxvi Jan Rens;
N. xxvii Pieter Blanckerd;
N. xxviii Barent Buijtenhoff;
N. xxix Jan vander Beeck;
N. xxx Kornelis Rijcken;
N. xxxi Marcus Arijensz. vand. Boot;
N. xxxii Jacob vanden Brande;
N. xxxiii Jan Jansz. van Volckum;
N. xxxiiii Wouter Hoffwegen;
N. xxxv Ludolff van Hattum, Obiit;
N. xxxvi Joost van Sevenum;
N. xxxvii Hendrick Vos;
N. xxxviii Gerrid Doorn;
N. xxxix Reijnier Karssendijck, Obiit;
N. xl Pieter van Lier;
N. xli Adriaan Fijnenbuijck;
N. xlii Johannes vander Hoff;
N. xliii Johannes Wor;
N. xliiii Adriaan Aston;
N. xlv Jacobus Everaards;
N. xlvi Jacobus vander Velden, Obitt, 1702 den 7 Octob. verboeckt op Abraham Mol komende van een doode binnen 's jaars, iiii L;
N. xlvii Huijbert van Heijst;
N. xlviii Leendert de Voogd;
N. xiix Aart van Hattum;
N. l Hendrick Claasz. van Rijn;
ix Sa. van verheergewaden van visstallen

[10][folio 14] Anderen Ontfang van Vleesstallen: daar van betaeld werd voor verheergewaden binnen s jaers seven Bourgondse schilden tot xiv En is op den 24 janua: 1592 geresolveert soo een stal van een levende sal overgeset werden, dat 't selve door dekenen van 't Gild niet sal mogen geschieden, 'ten sij henlieden blijckt bij eem biljet van den heer Thesaurier inder tijd dat deselve behoorlijck is overgeset Omme alle jaren in de rekeninge gesteld te werden den naam van den gene, op wien de Stal gesteld is En voor de recognitie te betalen vijff stuijvers.

Vleesstallen
N. i Frans van Straten;
N. ii Fracois van Hoogstraten;
N. iii Herman vander Kloet;
N. iiii Jacob de Leeuw;
N. v Willem van Oord;
N. vi Jannetie Verhagen;
N. vii Antonij van Poeteren;
N. viii Frans Katron;
N. ix Leenderd de Voogd;
N. x Steven Steen;
N. xi Kornelis Eversdijck;
N. xii Jan Foppe vande Giessen;
N. xiii Wilem Cornelisz. vandr. Lip;
N. xiiii Krijn vander Heijst;
N. xv Jan van Son;
N. xvi Kornelis Koomans;
N. xvii Pieter Blanckerd;
N. xviii Lieven Tomasz;
N. xix Melchior Walraven;
N. xx Govert Tomasz. Gravendijck;
N. xxi Fredrick van Son;
N. xxii Arijen vande Giessen;
N. xxiii Lieven Hoffers;
N. xxiiii Seger Aaldersz. Blanckerd;
N. xxv Jenevaas vander Kloet;
N. xxvi David vander Kloet, 1702 den 22 Septb. verboekt op Leendt. va: Koeverden en den 26 dito van Leendrt. va: Koeverden op Cristoffel va: Koeverden, x St;
N. xxvii Maijken Jansdr. 1702 den 31 Maert verboeckt op Willem Adams Goodschalck, komende van den doode, xv St.;
N. xxix Trijntie Kock;
N. xxx de Wed.e Cornelis vandr. Mast;
N. xxxi Karel Teunis Blanckerd den 31 maart 1702 verboekt op Jan de Leeuw komende van een doode, xv St.;
N. xxxii Evert Blanckerd;
N. xxxiii Willem Claasz. van Rijn;
N. xxxiiii Willem Jenefaasz.;
x S.a vant'verheergewaden van vleesstallen

[11][folio 15] Anderen Ontfang van verscheijde gehuurde landen de Stadt Dordrecht competerende. Ende Eerst die gelegen sijn buijten de Jorispoort voor den Jare verschenen St. Jan en Bamis xvii.c en twee.
volgens het verbael hier van gemaeckt en is den verpondinge opden verbeteringe hierinne begrepen van dese en aengetogen parthijen en volght wel voorgaende reeckeninge, uijtgesondert daervan deze voorhooff staet
Sij voordaght, dat de thuijnen en(de) bleijckerijen bij veranderinge moeten betalen een jaer huere ten proffijten deser Stede, en wert den ontfanger vande lantpaghten gelast het selve te vorderen, behoorlijck te verantwoorde.


Eerste Quartier

N. 1 Een Bleijckerije, groot een merge 10 roeden, werd gebruijkt bij de Erffgenamen van Herman van Bockhold, om i.c iii.L x St.

DEZE GEGEVENS STAAN IN DE DATABASE VAN DE DORDTENAZOEKER

xi S.a van verhuerde thuijnen en bleijckerijen viii.m i.c xxxix L xv St viii pen.

[12][folio 37] Anderen Ontfang van de goederen toebehoorende de heerlijckheid Merwede, dewelcke bij Mijn Ed.e heeren is gekocht, en dienste deser Stede.

de voorschreve heerlijckheid Merwede heeft de naarvolgende Erffpachten, ter sake van slijcken en gorsen, die uijtgegeven sijn oostwaerds van 't land bij de Stad Dordrecht in pagt genomen, En hebben de voorschreve slijcken gorsen &c. van de reede, en 't gescheid van Dubbeldam en de Merwede, ter lengte van twee roeden hollands, gevende van elcke merge ses stuijvers s jaers verhuurt op Erfpagts-regt, komt vervolgens het gemelte stads proffijte verschenen is Meij xvii en twee
Eerstelijck
- de heer Johan van Haarlem 20 mergen daar van de heer Hallingh heeft gekocht 18 1/2 mergen, blijft voor de heer van Haarlem 1 1/2 merge, bedraagt a 6 st. per merge ix St.;
- de heer Johan Hallincg, de vorenstaande 18 1/2 mergen daar van de heer Paulus Hallincg aan de Stad in twee reijsen heeft verkocht 7 mergen 100 roeden sulx dat noch blijven soude ii mergen 200 roeden bedragende a 6 st. per merge, 3 gul: 18 st.
Maar alsoo deser Erffpacht van drie guld: acht st. jaerlijcx door de heer Oud Borgermr. Johan Hallincg op den 24 Augustij 1700 is affgelost, en dat het Capitael ter Somma van een honderd twee guldens, in de rekenn: d'ao. 1700 fol: 42 is verantwoord soo komt daaromme deser Erffpacht te, Cesseren;
- de heer Berck twintich mergen bedr. a 6 st. per merge 6:-:-
de stad Dordregt, heeft hier van egkocht 2 1/2 merge -:15:-
zoude jaarlijcx over de resterende 17 1/2 mergen bedragen 5:5:-
Maar alsoo op den eersten Meij 1685 door de heer Borgerm. mr. Herman vander Honert van dese vijff gulden vijff st. is affgelost, twee gulde vijff stuijvers, over 7 1/2 mergen En in den jare 1699 door de Erffgenamen van de heer van Goidschalxoord eene gulde veertien penn: over drie mergen 284 r. als blijckt inde rekenn: d'ao. 1684 folio 47vso en 1699 fol: 42vso alwaar de Capitalen respectivelijck voor Ontfangh gebracht, en verantw.t sijn, soo komt alhier over den resterende en niet affgelosten Erffpacht van 6 mergen 316 r. voor den Jare 1702, xxxix St. II P.
- de heer Borgermeester Ruijsch, en de bunderen van de heer Cornelis Ruijsch, te samen 50 mergen, jaarlijcx Erffpacht f 15:-:-
daar van is bij de Stad in den jare 1673 gekocht 18 mergen 450 roeden gors bedr. 5:13:-
Sulx nog blijft over 31 mergen 150 roeden, ix L vii St.
- de Erffgenamen van de heer Adriaen en Hugo Repelaar 87 mergen bedragende a 6 st. per merge als voren 26:2:-
daar van is bij de stad gekocht 6 mergen bedraagt 1:16:-
soude jaerlijcx over de resterende 81 mergen bedragen in gelde 24:6:-
dan alsoo van dese vier en twintich gulden ses stuijvers jaarlijcxen Erffpacht, over de voorsz. 81 mergen, in de jare 1697 door de Wed.e van de heer Vannius, is affgelost 5 mergen 100 roeden wesende in Gelde een en dartich stuijv. in den jare 1698; door de Erffgenamen van de heer Hugo Repelaer Antonisz dertien guld: een st: over 43 mergen 300 roeden En inden Jare 1701 door de heer Vannius 5 mergen 75 roeden, wesende in gelde eene guld: tien st. twaelff penn: Erffpacht als blijckt in de rekeningen d'ao. 1697 fol: 41 wesende de laatst voorgaende reken: fol: 39 alwaer de Capitaelen respectivelijck voor Ontfang gebragt, en verantw.rt sijn soor komt alhier ten laste va de Erffgenamen van de heer Andriaen Repelaer over den resterende, en niet affgesloten Erffpacht van 27 mergen 125 roeden voor den jare 1702, viii L iii St. iiii P.
- hier volgd het land van Moerkerken dat Dirck Otten te leen houd groot 10 mergen, Memorie
- Volgd het land van de heer Johan vander Hagen, te samen 51 mergen ter lengte van drie roeden de 26 mergen sijn, Eijgen
Ende 25 mergen, Leen, Memorie;
- Volgd het land, de Stad toebehoorende groot 20 mergen 369 roeden van Welcke landen op den ii Meij 1675 aan de heer Dames van Slingeland sijn verhuurt 12 mergen 381 1/2 roeden ingegaen Kermis 1674 de tien mergen tegens ses en twintich gulden per merge, ende resterende twee mergen 381 1/2 roeden tot twee en twintich gulden per merge 's jaars, sijnde het resterende van de voorschreve landen, inde maand decemb. 1674 bij de stad aen Antonij Moliers verkocht, volgens resolutie van de Ed.e Groot achtb: heeren vanden Oudraad in dato den 5 novb. 1674 ende heeft de voornoemde heer van Slingeland inden jare 1679 gekocht vande voorschreve twaalff mergen 381 1/2 roeden noch vier mergen 301 roeden, sulx dat noch in hure gebruijkt 8 mergen 80 1/2 roeden waar van de hure beloopt twee honderd eene gulden komt hier over 't xii jaar (uijtter huur) verschenen Kersmis 1702 de voorsz. ii.c i L.
- de heer Borgermeester mr. Herman vanden Honert, Een jaar huur van de dijck-ettingen met het gors tegens de dijck gelegen verschenen Kersmis 1702, xxviii L.
- de kinderen van de heer Michiel Pompem, 22 mergen, is jaarlijcx, x L xvi St.
- de heer Cornelis de Bevere voor d'eene En de heer Hendrick Onderwater voor de andere helffte, in de helfte van 50 mergen 27 roeden land, vii L x St. ii P.
- de heer Borgermeester mr. Herman vanden Honert, de helft inde voorsz: 50 mergen 27 roeden land, komt tot de raije van Billersteegh, sijnde 't gescheijd vande Merwede, ende Graaffelijckheijd: daar van den jaarlijcxen Erffpacht bedragende was, gelijcke seven guld: tien stuijv. twee penn: die denselven heer Borgermeester vanden Honert op den eersten Meij 1685 heeft affgelost En is 't Capitael inde reken: vanden Jare 1685 fol: 49 behoorlijck aan de Stad verantw.rt sulx desen Erffpacht, Cesseert;

Alle welcke Erffpachten uijtgegeven sijn, onder Conditie dat den heere aen hem behoud, den tienden schooff van alle landen, die gewoont sijn Tiend te geven, Lam, vercken en Gans, van elcken swerm Bijen en behouden den heer sijn heerlijckheid, en hooge jurisdictie, onder welcke de Erffpachten gehouden sijn als Cassalen en gereserveert het recht van nakoop, En ingevalle van geen naesting der xl penn: van alle aan wassen off gedeeltens van dien, die verkocht werden, Memorie;

Welcke voorschreve TIENDEN, inde maand Julij 1702, in 't openbaer sijn verpacht ter presentie van den heer Bailliu en Mannen vande Merwede, voor den voorsz: Jare xvii en twee volgens de Contrarolle die men daer op naarsiet.
- het Eerste Block beginnende van de Stads-Cingel, sijnde 't land bij de Stad tot de Raampt, Tuijnen en Erven uijtgegeven, groot 15 mergen 87 roeden, dien voor, Memorie;
- het ii' Block van den Kruijsweg tot aen den dijck, sijnde 't land bij de heeren Berck, en van Segwaerd uijtgegeven En 't land van de heer Francken En de Erffgenamen van de heer Pompe, groot 6 mergen 150 roeden daer in besaaijd, Niet;
- het iii' Block van den voorsz: dijck tot den Boesem-kade van den gewesene Volmolen genaamt PANNEN-HOFF, toekomende de heer mr. Herman Hallincg groot 12 mergen 27 roeden daer in besaeijd, Niet;
- het iiii.' Block van de Boesemkade tot den scheijsloot tusschen de kinderen van de heer Borgemr. Ruijsch, toekomende de kinderen van de heer Borgermeester van Beaumond, groot 11 mergen 85 roeden daar in besaaijd, Niet;
- het v.' Block van den voorschreven scheijsloot tot den scheijsloot van de kinderen van de heer Cornelis Ruijsch (sijnde kampen [NB. campus Latijn voor veld/kampen zijn kleinere percelen bouwland dan essen]) toekomende de heeren Borgermeester Ruijsch, en Cornelis Ruijsch, groot 11 mergen 53 roeden, daer in besaaijd als op de Contrarolle en gepacht bij Gillis Jansz: om, xxi L;
- het vi.' Block vanden voorschreven scheijsloot tot den dwarsvliet, teoekomende de heer Borgermeester Ruijsch, en de kinderen van de heer Cornelis Ruijsch groot 11 mergen 345 roeden daer in bedaaijd als vop de Contrarolle, en gepacht bij Barent van Lindrecht, om lxi L;
- het vii.' Block, van den voorschreven dwarsvliet tot den scheijsloot van 't land van de Erfgenamen van de heeren Hugo Repelaar, en Tomas de Witt, toekomende deselve Erffgenamen groot 10 mergen 387 roeden daar in besaeijd als op de Contrarolle en gepagt bij Jan Jorisz om v L;
- het viii.' Block, vier kampen daer aan volgende, van den voorschreve scheijslooth, tot den scheijsloot van de kinderen van Willem Brandwijck toekomende de kinderen en Erffgenamen van de heeren Hugo Repelaar en Tomas de Witt, Ende de Erffgenamen van de heer van Brandwijck, groot [-] mergen [-] roeden daar in besaaijd, Niet;
- het ix.' Block, vande voorschreven scheijsloot drie kampen daer van volgende, tot den scheijsloot tusschen 't land van de heer Hugo Repelaar en Kornelis Wens toekomende den voornoemden heer Hugo Repelaar, groot 10 mergen 472 roeden daar in mede besaaijd, Niet;
- het x.' Block, van den scheijsloot tusschen 't land van de Erffgenamen van Michiel Kotermans en Dirck Otten, toekomende Kornelis, en David Kotermans, Jan Francken, en van Dorsten groot 10 mergen, daar in besaaijd als op de Contrarolle, en gepacht bij Gerrid van Rees, om Liiii L;
- het xi.' Blok, daaraanvolgende, van den voorschreven scheijsloot, tot het land van Ocker Brandwijck toekomende Otto Cornelis groot 4 mergen 303 roeden daar in besaaijd als op de Contrarolle en geopagt bij de weduwe van Pieter Cornelissen, om lciii L
- het xii.' Blok, daaraanvolgende, groot 6 mergen 86 roeden met de partije overdijcx in 't Oudland van Dubbeldam tot den scheijsloot van 't land, groot 10 mergen 36 roeden toekomende de Stad Dordt. daaromme, Tiend-Vrij
- het xiii.' Blok, van den voorschreven scheijsloot tot den scheijsloot van de landen gebruijkt bij de heer Dames van Slingeland, groot 10 mergen toekomende en daaromme als voren, Tiend-Vrij
- het xiv.' Blok, van den Scheijsloot van de heer Pompe za.r groot 10 mergen 396 roeden werd gebruijkt bij de heer Herman Hallingh, en Wouter Huijgen, toekomende en als voren, Tiend-Vrij
- het xv.' Blok, van den voorschreven scheijsloot, tot den Oudendijck toebehoorende de heer Pompe groot 12 mergen 269 roeden daar in besaaijd als op de Contrarolle, en gepacht bij Jan Jansen Booij, om xlv L
- het xvii.' Blok, van den voorschreven scheijsloot tot den scheijsloot van de heer Pieter de Roovere groot 7 mergen toekomende de Erffgenamen van Boudewijn de Koningh, daer in besaeijd, Niet;
- het xviii.' Block, van den voorschreven scheijsloot tot de scheijsloot van de heer mr. Herman Hallincg, groot 7 mergen 420 roeden toekomende de heer Pieter de Roovere daar in besaaijd als op de Contrarollde, en gepacht bij Gillis Hanssen, om x L;
- het xix.' Block, van den voorschreven scheijsloot, tot de raije van BILLERSTEEG [=Bildersteeg], toekomende de heer Hallincg groot 15 mergen 232 roeden dar in besaaijd, Niet;
- de krijtende Tienden, voor den jare 1702 zijn gepagt bij Willem de Heer, om xxvi St;
't randsoen tot vier stuijvers op de gulde beloopt over twee honderd vijff en vijftich guldens ses stuijvers, soo als de Tienden voor en over den jare xvii en twe monteren een Somma van een en vijftich guldens dus, li L;

- de voorschreven heerlijckheid van de MERWEDE, kompeteert noch de Visserije en Vog'laarije, den grooten salmsteeck tot aen den Oudendijck, soo verre de stad is toebehoorende, ende noordwaards, soo verre alsmen volgens den placcate steken magh; de welcke voor den tijd van drie Jaren ingegaan den eersten janua: 1702 sijn verpacht aen Pieter Maertensz: van Papendrecht jaarlijcx om vier honderd vijfftich ponden, te xl grooten 't pond komt hier over het eerste derde jaer pachte verschenen den laatsten decemb. 1702 de voorsz. somma van iiii.x L L.
't randsoen tot twee stuijv. op de gulde alleen maar van 't eerste jaer werdende betaald ebdraagt oversulx, xlv L.
denselven Pagter moet drage in de verpondinge vande Visserije Jaerlijcx een honderd gulden komt alhier iover het eerste derde jaer, verschenen als voren de voorschreve, i.c L.
- de Visserije op de honderd en vijftich roeden bewesten de raije van Billersteegh aff, tusschen het killetie genaamt Bane Gatje, ende voorsz: reede, laatst bij de heer Willem Bosschard za.r gepacht is begrepen onder de voorgaande Visserije van den groote Salmsteek, dus hier, M(emorie);
- de Visserije vand e kanten, genaemt den Bies-bos, te bevissen ter lengte van vijftien roeden, beginnende van 't land ten diepe inne, is mede begrepen oder de verpaginge vande groote Salmsteek, dus alhier mede, M(emorie);
- Gelijck mede de Visserije, buijten langs de Lijnbaan, tot aen den noordendijck, en haven voor, en langs de Lijnbaen, en het verdere water dat insgelijcx onder den grooten Salmsteek verpacht is, derhalven mede, M(emorie);
- de Visserije tegens het land, ofte gors bij de Stad vande heere Willem en Paulus Hallincg, en de Erffgenamen van de heer Hugo Repelaar gejkocht, Is gepacht bij Pieter Maartensz van Papendrecht voor den tijd van drie jaren, ingegaan den eersten januarij 1702 en Eijndigende den laatsten decemb. 1704 om vijff en twintich ponden, te xl groote 't pond s jaars komt hier over het eerste derde jaer pagts, verschenend en laatsten decemb. 1702 de voorsz: somma van, xxv L.
't randsoen tot twee stuijv. op de gulde alleen maar van 't eerste Jaer werdende betaald, komt oversulcx alhier te bedragen, ii L x St.
- de Visserije tusschen den dam van papendrecht en dese Stad naar Spiering is affgeslagen tot, Niet;
- den kleinen steeck inde Kille, tusschen het huijs te Merwede, met het Kerckhoff, En de Visserije vande Schutterije werd verantwoord hier achter fol: -, Memorie;

- de voorschreve heerlijckheid heeft het verheergewaden van den landen dewelcke Ontfangen werden bij de heer mr. Pieter Everwijn als oudste secretaris deser Stad Dordregt en in qualiteijt als Stadhouder en griffier van de Leenen dat bij den heer rendant (indien bevonden werd dienaangaande ietwes aen den voormelden heer Secretaris Everwijn over den jare 1702 te wesen betaeld) sal werden gevordert, en in de volgende rekenin: verantwoord, diende derhalven voor alsnu in desen gelijck inde laatst voorgaende rekenn: fool: 43 niet anders dan voor, Memorie;
- van den nakoop deser heerlijkheid, bij denselve heer Secretaris werdende ontdangen om redenen als voren voor den Jare 1702, Memorie;
- Mede te letten op 't stellen van dijckgraav'en heemraden, alsmede van de jurisdictie soo binnen als buijten de Stad, dat niet en werd genegligeert, Memorie;
- Pieter Banen, Schout in Sliedrecht cum socio, hadde van de Stad gehuurt: de groote Plate, gelegen beneden 't huijs te Merwede En alsoo differente sijn ontstaan tusschen den Graaffelijckheid, en dese Stad nopende den eijgendom van de voorschreve plaat, mitsgaders de bekramminge ende aanwassen so is seker accord gemaakt, waar bij blijckt dat de Graaffelijckheid de Vruchte sal trecken van de voorschreve Plaat, en benoorden de berkamminge: onder Conditie bij het voormelde Accord vermeld, En dat de stad behouden sal de verdere possessie en aanwassen van de voorshreve heerlijckheid breeder bij het meervoormelde accord te sien dat daeromme alhier is dienden voor, Memorie;

- N. 71 Een Erf naast de Sluijs daar 't huijs van den Sluijswachter op staat, groot 10 roeden, M(emorie);
- N. 72 Jasper Jansz: Een Jaar huur van de Werff aan Sluijspoorte groot 765 roeden breed langs 't water 6 roeden, verschenen Kermis 1702, xxxvi L;
- N. 73 Jan Foppen: Een Jaar huur van de Werff naast de pad, daar men naar Klockendijck toe gaat, groot 71 roeden En is op den 10 April 1658 geresolveert, dat betaald sal werden vijff Stuijvers vand e roede, ebdraagt xvii L xv St.;
- N. 72 Een Erf, groot 131 3/4 roeden, sijnde het tweede bruijkt Adam van Kuijkhoven, om 5 st. de roede, bedr. xxxii L xv St.
Dirck Stoop heeft op dit Erff Een zaagmolen gesteld, komt voor recognitie vande wind jaerlijcx vi L
dan alsoo hem op den 27 feb. 1700 bij haar Ed.e groot achtb. de heeren Borgermeesteren deser Stad Dordregt is geremitteert vier Jaren, windgeld van denselven molen, in consideratie bij lange jaren heeft moeten wachten, eer dat affrekeninge konde krijgen, va 't gene bij aan de fortificatie van Naarden was verdiend, so komt alhier het vioerde en laatste jaar remist, verschenen den 4 Septb: 1702 als inde rekenn: d'ao. 1699 fol. 48 d'ao. 1700 fol: 47vso en inde laatst voorgaande rekenn: fol: 54vso te dienen voor, Memorie;
- N. 75 sijnde het vierde en vijffde Erff is verkocht aan Antonij Pietersz: Spruijt, en 't geld verantwoord in de rekening d'ao. 1647 derhalven alhier maer voor, Memorie;
- N. 76 sijnde het sesde Erff, groot 64 roeden bruijkt Joris Roelandsz: om 4 st. de roede, verschenen Kermis 1702, xvi L.
- No. 77 sijnde het sevende Erff, groot 60 roeden bruijkt Arijen Dura, verschenen als voren, om xvi L x St.
- No. 78 Een Erff naast het sevende Erff waar op Jan Francken den 31 Julij 1654 vergunt uis tot wederseggens, het stellen van een zaagmolen, alsnu gepossideert bij Klaas Joosten van Thienen, en Klaes Jans vander Boor, op een jaarlijcxe recogmitie van vijftien gulden, komt voor den jare verschenen den 31 Julij 1703 de voorschreve somma van xv L;
- No. 79 Jacob Arijensz: Een jaar recognitie voot 't stellen van een wind-molen op den dijck buijten de klijne Sluijspoort verschenen d'ao. 1702, xv L;
- Cornelis van Helmond, heeft in den jare 1693 over de haven vande Lijnbaen aan den Noordendijck, ter plaetse daer den affgebranden zaagmolen van Jenevaes Francken gestaen heeft, gesteld eenen wind-Olij-molen mits jaarlijcx betalende voor wiond-geld ses guldenm komt derhalven alhier voorden Jare 1702 de voorsz. vi L;
- Lucas Bilderbeek, en Gillis Holaart, sijn den 11 Julij 1699 gekonsenteert het setten van een windzaagmolen buijten s dijcx van den noorden-dijck tegens over den soogenaamden hallingen-dijck, mits betalenmde jaarlijcx voor recognitie En alhier voor den jare 1702 12:-:-
voor windgeld 6:0:0
t'samen, xviii L
- Klaas en Arijen Jans vandr. Boor, sijn den 13 Junij 1699 geconsenteert het setten van een wint-zaagmolen aan den noordendijck naar de reviere mits jaarlijcx betalende voor recognitie twee en een halve gulde en voor widgeld ses gulden En alsoo sij daer van noch niet hadden betaald, en dat nu drie verschenen jaren te gelijck sijn ontfangen, soo komt alhier voor de jaren verschenen den 13 Junij 1700, 1701 en 1702 voor recognitie 7:10:-
en voor windgeld 18:-:-
't samen xxv L x St.
- No. 80 Een Scheeps Timmerwerff, aan den Rietdijck bruijkt Tomas Jans verschenen den 8 Julij 1702, om xl L
- No. 81 Een Erff, groot 67 roeden, werd gebruijkt &c, .. L .. St.
- No. 82 Een idem sijnde een Timmerwerff, groot 72 roeden breet langs 't water 6 roeden bruijkt Jan Kockendijck, verschenen Kersmis 1702, om xxxvi L.
- No. 83 Een idem, groot 58 roeden, breet langs 't water 6 roeden bruijkt Hercules Pietersz. verschenen als voren om, xxxvi L.
- No. 84 Een idem groot 58 roeden breet langs 't water 7 roeden, bruijkt Dirk Jacobsz. verschenen als voren om, xlii L.
- No. 85 Een idem, groot 40 roeden, breet langs 't water 7 roeden bruijcken Dingeman Corenlis en de Weduwe van Willem de Vlucht, om xxxvi L.
- No. 86 Een huijsken van den volder met het Erff daer den molen op gestaen heeft, werd hier gebracht voor, Memorie;
- No. 87 Dingeman Cornelisz: en de weduwe van Willem de Vlucht Een jaar huur, verschenen Kermis 1702, xlv L.
- Johannes Heuts, Een jaar recognitie vande wind, wegens een saegmolen inde Lijnbaen verschenen in Julij 1702, vi L.
- de Erffgenamen van de heer Oud Borgemeester Johan van Meeuwen over 't jaar huur van alle de aenwassen liesen biesen &x en 't opkomen van de heerlijckheid Merwede, gelegen aan de Zuijdsijde vande bekramminge en beneden 't huijs te Merwede, soo verre de stads geregtigheid strect, alsmede vande gorsen en aanwassen tusschen Dubbeldam en den Merwede verschenen kersmis 1702 ter somma van i.c xxx L
xii S.a vande heerlijckheit vande Merwede

[13][folio 44vs] Anderen Ontfang van 't Pontgeld vande makelaerdije van 't stapelregt van 't koorn, voor bij dese Stad varende, met Cortectie van die gene, die tegens het stapelregt gedelincqueert hebbende, mitsgaders van de Visserijen, van de kranen en van de swijgende Tollen deser Stede

- Eerst van 't Pontgeld van 't koorn voor bij dese Stad varende sonder te verbodemen met het Pontgeld van alle rijs, palen &c mitsgaders vand e swijgende Tollen deser Stede sijn verpagt aan Adriaen Heckenhoek, daer van hier voren fol: [-] verantwoord is dis hier, M(emorie);
- Van de swijgende Tollen ten deele mede verpacht en begrepen in de voorsz. pacht, en ten deele werdende gecollecteert bij de Commissen ter rechergie deser Stede van welck inkomen de stad voor aff ontfangd, een twaalfde part, en de resterende elff deelen werden gedeeld in veertien deelen, daar van de stad weder ontfangd twaelff deelen, ende noch twee resterende deelen sijn, bij confiscatie vervallen aen de Staten van Holland, die de Stad Dordrecht van haar gekocht en betaald heeft, blijckende bij de gesegelde quitantie, in dato den 15 Meij 1587 en alhier inde kamere vande Thesaurie geregistreert, in 't roode register fol: 83 et ultra En hebben de voornoemde Commiesen, daer aff in langen geen rekeninge gedaen, die daer toe dienen te werden, gevorderd;
omme het regt vande stad te bewaren dat alhier is dienende voor, Memorie;
- de Visserije vande kantsteeck van de Merwede, die bij de regeerders deser Stede van de Graaffelijckheid in pacht genomen is, en de visserije van de kantsteeck genaemt HET KERCKHOFF, te bevissen ter lengte van vijftien reoeden, beginnende noordwaards op ten zuijden mitsgaders de steeck inde visserije vande kile van 't huijs te Merwede, daer van de Schutterijen deser Stad komen twee deelen, deselve sijn voor de Jare ingegaen den eersten Ja\nuarij en uijtgaende den laatsten decemb. 1702 uijtgegeven te bevissen met de Zegen, mits dat de stad, en de Schutterijen suijver genieten den vijffden oenningh van alle de Vis die aldaer gevangen werd, Ende is bij den heer rendant ter sijde deser rekeninge, uijt hande van den Collecteur Sijbert Wor over den voorschreven jare 1702 volgens de rekeninge bij den selven opgegeven, mitsgaders verclaringe hier nevens staande, voor den stads een vijffde part Ontfangen de Somma van, lxiiii L xviii St xii P.;
(LOS BLAD: 1702 de salm afgeslagen op den naam de Stads Visserije de Flouwe, heeft tot Dordregt in den Jare 1702 opgebragt de Somme van drie hondert vier en twintigh gld. en veertien stuijvers f 324-14-0 dus een vijfde portie voor de Stad f 64-18-12, Quod attestor)
- de Visserije van de kanten, genaemt DEN BIESBOS, is hier vooren fol: 41 verantwoord dienvolgende alhier, Memorie;
- Op den 23 novemb: 1699 hebben de Ed.e heeren Borgemeesteren metden heere Thesaurier verhuurt aen Joost Arijensz: wonende in Sliedrecht het GASTHUIJS-WATER te bevissen met prickorven alsmede op froon-recht te bevissen met flouwen, off drijffwant, het water streckende van den Zegenwerp aff, nederqwaards aan soo verre de Graaffelijckheit aan 't huijs te Merwede noordwaards, strect, Ende dat voor den tijd van acht jaren, ingegaen kersmis 1699 Ende uijtgaende kermis 1707 jaarlijcx voor het Gasthuijswater, vastgeld, een Somma van drie honderd sestich gulden komt hier over het derde achtste jaar verschenen kersmis 1702 de voorschreve, iii.c lx L;
- Met flouwer, gevist werdende moet de Stad genieten den vijffden pen: van den Salm, Steur en Elfft aldaar gevangen werdende, Memorie;
- de Visserije van den heer van Oosterwijck, die voor dese is bevist geweest tot sijn, en stads proffijt is nu bij den heer alleen gedaen, dus M.
- de Visserije van Cornelis Hermansz. beneden de Sliedrechtse-kerck, genaemt het Noord diep, is op ordre van den Ed.e heeren Borgermeesteren opgetrocken derhalven alhier, M.

Ontfang van Correctien, die tegens het stapel-recht gedelincqueert hebben, in den jare 1702.
- den eersten april xvii. c en twee ontfangen van Jan Jansz. van Leeuwen schipper, over fraude en ter sake denselven tegens het stapelregt hadde gedelincqueert, in 't Clandestien overnemen van eenige lasten haver, uijt een Amsterdammer, sonder alhier eenich het minste regt, 't sij van makelaardije, meeloon &c betaald te hebben voornemen wesende daarmede te varen naar Cleeff, ter dienste van den koningh van Pruijssen bij moderatie, eene Somma van dartich guldens En alsoo den heer Officier hier van de helfte kompeteert komt ten behoeve deser Stad, xv L.
- den xii dito Ontfangen van een Schipper komende van Amsterdam en willende met 22 lasten haver naar Nimwegen, over fraude, en bij moderatie als voren acht en veertich guld: veertien st. komt voor stads helfte, xxiiii L vii St.
- den xxviii Meij xvii en twee Ontfangen van Arijen Schipper komende van Sardam, en willende met anderhalff last gepelde Garst, naar Goprinchem, e sulx over fraude van tegens het stapelregt te hebben gedelincqueert de Somma van dartich gulden bij moderatie komt om redenen als voren voor stads helffte, xv L;
- den xvii Junij Ontfangen bij moderatie van Arijen van Driel, schipper, en borger deser Stad Dordt. ter sakle denselven van Amsterdam konmende geladen met 36 last haver en willende naar den Bos, de Somma van dartich guldens, komt voor stads helfte, xv L;
- den xxvi Augustij Ontfangen bij moderatie van Jan Gerridsz Kraaij van Koog, komende met twee schuijties koolsaad, aan de Dussen geladen en willende naar Amsterdam, de somma van sestich guldens komt voor stads helfte, xxx L;
- Ontfangen als voren van Klaas Gerridsz. Boer, van Wessanen, ter sake van twee schuijties koolsaad, geladen en naer Amsterdam: willende als voren, gelijcke somme voor Stads helfte, xxx L;
- den xii Octob. Ontfangen bij moderatie, van Aart van Namen komende van Leerdam met acht smal-sacken, Taruwe van Smeerdijk en willende na Leerdam, vopoprsz. de somma van twaalff gulden dus voor stads helfte, vi L;
- den 6 Novdemb: Ontfangen van Abram van Duijnen, opsiender van het zout, de somma van dartich guldens ter sake denselven met vier soutmeters, haar negligent in hare functie en het waarnemen van dien otnrent den stapel hadden gedragen, volgens Condemnatie van Mijn Ed.e heeren vanden geregte deser Stad Dordregt, dus voor Stads helfte, een Somma van xv L;
xiii S.a van visserijen en correctie

[14][folio] Anderen Ontfang van het Rietveld genaamt STEDENDIJCK die de Stad van de Graaffelijckheit in pacht genomen heefft, en bij de heeren regeerders deser Stede voor den tijd van twintich achtereenvolgende jaren wederom verpacht als volcht:

- Jacob Willemsz. in Sliedrecht over het iiii xx jaer pachts, vande eerste partije geteeckend op de kaarte met de letter A groot ses mergen 158 roden den hoop 's jaars En alhier voor den jare verschenen Meij 1702 om, l L;
- Geleijn Arijensz. Lock in Sliedregt over het iii xx jaar pagts, van de tweede partije geteeckend opde kaerte met de letter B den hoop 's jaers en verschenen als voren, om xxx L;
- Kornelis Arijensz. de Kleijne in Sliedregt, over het iiii xx Jaer pachts, van de derde partije geteeckend opde kaarte met de letter C groot seven mergen 450 roeden de merge s jaars om tien ponden te xl grooten 't pond bedragende over den jare verschenen als voren, lxxvii L x St.
- denselven de Kleijne, en Willem Meesse Visser, elx als principael over het iiii xx jaer pagts vand e vierde partije, geteeckent op de kaarte met de letter D groot als voren, de merge 's jaars om vijftien ponden tien schellingen, munte voorschreven bedragende voor den jare verschenen als voren, i.c xx L ii St. viii P.
- Herbert Willemsz: en Aart Cornelisz. in Sliedregt ider als principael over het iiii. xx. jaer pachts, van de vijffde partije, geteeckend op de kaerte met de letter E. groot veertien mergen 400 roeden den hoop 's jaars en alhier voor den jare verschenen meij 1702 om i.c lx L.
- de Weduwens van Isbrand Arijensz: en Jan Herbertsz.: in Sliedregt ider als principael over het iiii xx jaer pagts van de sesde partije, geteeck: op den kaarte mede letter F groot acht mergen 400 roeden den hoop 's jaers en alhier over den jare 1702 als voren, lv L.
- Hendrick Jansz: en Willem Cornelisz. in Sliedregt ider als principael over het iiii xx jaar pagts vande sevende partije geteeckende op de kaarte met de letter G groot seven mergen 100 roeden den hoop s jaers En alhier voor den jare verschenen als voren, om l L;
- Herbert Hendricxe Vucht in Sliedrecht over het iiii xx jaar pachts van de achtste en laatste partije geteeckend opde kaarte met de letter H groot ses mergen 350 roeden den hoop s jaars en alhier over den jare verschenen Meij 1702 als voren, om lxx L.
xiiii S.a van Stededijck

[15][folio 48] Anderen Ontfang van dertien Schroot-Ampten bij mij Ed.e heeren ten dienste deser Stede tot gerieff der kooplieden.

- 't regt der Schroot-ampten is begrepen onder 't regt der makelaerdijen daar van hier voren fol: 3 is verantw.rt dus hier voor, Memorie;
- den Ontfangh van de Schrootampten te begrepen onder den pacht van de rijns en westerse wijnen daar van mede hier voren fol: 3 is verantwoord dus, Memorie;
xv S.a nihil

[16][folio 48vs] Anderen Ontfang van partijen genaamt Toe-rekening daer van voor deser particuliere rekeninge is gedaen.

- [-] Bordels in plaats van desselfs vader Matteus Bordels wijnroede, verschenen Bamis xvii.c en twee, ix L;
- de Stad Dordrecht heeft in pandschap genomen van die vande reken-kamer in holland, de Visserije genaamt DE KANTSTEEK En 't rietveld genaamt STEDENDIJK, leggende voor Sliedrecht daer van het inkomen is verantwoord hier voren fol: 41-45 en 47 et verso respective En pat voor ii.m iii.c te xl grooten t pond beginnende deselve pondinge, Cours en loop te nemen, Cathedram Cours en stijle en dat tot versekeringe vande diepte van de Merwede, dat alhier is dienden, Memorie
xvi S.a

[17][folio 49] Anderen Ontfang van Borgermeesters rekeningen.

- Ontfangen van de heer Jacob Hoeufft voor soo veel sijn Ed.e wegens 't presideum van de maenden januarij, februa: en maart, des jaers xvii en twee bij slote van rekeninge als Borgermeester, was schuldich gebleven ter somma van negen en veertich guldens acht(t)ien stuijvers dus, xlix L xviii St.
- Van de heer Herman vanden Honert voor so veel sijn Ed. wegens 't presideum van de maanden april, meij en junij desselven jaars 1702 bij slote van rekeninge als Borgermeester was schuldich gebleven ter somma van vier en vertich guldens ses stuijvers, dus xliiii L vi St.
xvii S.a van Borgermeesters Reeckeninge xciiii L iiii St.

[18][folio 49vs] Anderen Ontfang van ten Trouwen rijden met koetzen Trouwen buijten de Stad, hangen van Wapen-borden, werdende van elcx betaald ten proffijte deser Stad, vijfftich guldens, 't behangen van de sterffhuijsen met rou, 't sij kamer offte voorhuijs, off wel beijde te gelijck dartich guldens de glasen alleenich met rou te behangen En voor 't gebruijk van ider koets boven de drie ordinaire rou-koetsen (daar onder geterkend de lijck-koets) 't sij bij dach ofte avond begravenisse, vijff gulden van ider wasse-kaars boven de ses stucx, twee guldens, En van ider slepende roumantel drie gulden alles volgens genomen resolutie van den 10 Meij 1694 En alhier voor den jare 1702.

- Ontfangen van de heer Simon de Vries, wegens de begraveninge van sijn soon over een koets boven het getal 5:-:-, 't huijs met rou behangen 30:-:- aff xl penn: voor de koster 0:17:8 = xxxiiii L ii St. viii P;
- Van Sr. Ambrosius Wiggers, wegens de begravinge van sijn huijsvrouw over twee koetsen, boven 't getal 10:-:- aff xl penn: voor uts. 0:5:-, ix L xv St.
- Van de heer mr. Johan Troijen, ter sake dat met een koets ten trouwen is gereden 50:-:- aff xl penn: voor Staalsmit 1:5:0, xlviii L xv St.
- Van de heer mr. Boudewijn Onderwater, heer van Papendrecht &c ter sake als voren 50:0:0 aff xl penn: voor Staalsmit 1:5:0, xlviii L xv St.
- Ontfangen van de heer Johan Lambert Snel ter sake dat met een koets ten trouwen is gereden 50:0:0 aff xl penn: voor uts 1:5:0, xlviii L xv St.
- Van de Erffgenamen van Sr. Michiel vander Monden volgens desselfs begravinge over een koets boven het getal 5:-:- aff xl penn: voor de koster -:2:8, iii L xvii St. viii P.
- Van de Erffgenamen van de vrouw van Blockland wegens derselver begravinge voor 't hangen van een wapenb. 50:-:- 't huijs met rou 30:-:- vier slepende mantels 12:-:- = 92:-:-
aff xl penn: voor urs 2:6:0, lxxxix L xiiii St.
- Van Rombout van Hees wegens de begravinge van sijn huijsvrouw over een koets boven het getal 5:-:- aff xl penn: voor uts. 0:2:8, iii L xvii St. viii P.
- Van Cap.n Jacobus vander Velden wegens de begravinge van sijn huijsvr: over een koets boven 't getal 5:-:- aff xl penn: voor uts 0:2:8, iii L xvii St. viii P.
- Van de Erffgenamen van Juffrou Katarina vandr. Hoop, wed.e voor dat op derselver begravinge Een koets boven 't getal is gebruijkt 5:-:- twee slepende mantels 6:-:- = 11:-:- aff xl penn: voor uts: 0:5:8, x L xiiii St. viii P.
- an de Erffgenamen van Juffrou Maria vander Hoop wegens derselver begravinge over een koets als voren 5:-:- twee slepende mantels 6:-:- = 11:-:-
aff xl penn: voor uts: 0:5:8, x L xiiii St. viii P.
- Ontfangen van de Erffgenamen van Juffr. Josina Karpentier wegens derselver begravinge voor hangen van van een wapenbord 50:0:0
't huijs met rou f 30:0:0
ses koetsen boven 't getal 30:-:- = 110:-:-
aff xl penn: voor de koster 2:15:0, i.v vii L v St.
- Van de heer Adriaen Op de Kamp wegens de begraveninge van sijn huijsvrou: over het huijs met rouw te behangen 30:-:- vier slepende mantels 12:-:- = 42:-:-
aff xl penn: voor uts. 1:1:0, xl L xix St.
- Van de Erffgenamen van Nicolaes vander Flis wegens sijne begravinge over een koets boven het getal 5:-:- aff xl penn voor uts 0:2:8, iii L xvii St. viii P.
- Van Sr. Jacob Temminck voor dat met een koets ten trouwen is gereden 50:-:- aff xl penn: voor Staalsmit 1:5:0, xlviii L xv St.
- Van de heer Godart Dirck van Meeuwen, Baron van Keversbergen voor dat buijten de Stad is getrout 40:-:- aff xl penn: voor uts. 1:5:0, xlviii L xv St.
- Van de heer Borgermr. Roeloff Eelbo wegens de begravinge van sijn Ed.ts behoud soon Jonckhr. Samuel Trip over 't gebruijk van twee koetsen boven 't getal 10:-:-
ses Flambouwen 12:-:- = f 22:-:-
aff xl penn: voor de koster 0:11:0, xxi L ix St.
- Van de heer mr. Matteus van den Broucke wegens de begravinge van sijn Ed.ts huijsvrou over 't hangen van een wapenbord 50:-:-
't huijs met rou f 30:-:-
acht koetsen boven 't getal 40:-:-
vijff slepende mantels 15:-:- = f 135:0:0
aff xl penn: voor de koster 3:7:8, i.c xxxi l xii St. viii P.
- Ontfangen van de Erffgenamen van Juffr. Maria Kasembrood wegens derselver begravinge over 't huijs met rou te behange 30:-:- vijff koetsen boven 't getal 25:-:- = f 55:-:-
aff xl penn: voor uts f 1:7:8, liii L xii St. viii P.
- Van de heer Dirck van Noeij wegens de begravinge van sijn E: soon over 't huijs me rou te behangen 30:-:-
seven koetsen boven 't getal 35:-:-
vier slepende mantels 12:-:- = 77:-:-
aff xl penn: voor Staalsmit, 1:5:0, xlviii l xv St.
- Van de heer Pieter Onderwater wegens de begravinge van sijn E: huijsvrou voor 't huijs met rou te behangen 30:-:-
vijff koetsen boven het getal 25:-:-
Vier slepende mantels 12:-:-, = 67:-:-
aff xl penn: voor de koster 1:13:8, lxv L vi St. viii P.
- Van de Erffgenamen van Cap.n vandr. Velde over 't gebruijk van een koets boven 't getal op sijn begravinge 5:-:-
aff xl penn: voor uts 0:2:8, iii L xvii St. viii P.
- Ontfangen van de Erffgenamen van Juffr. Johanna Brinckhoff over 't gebruijk van een koets boven 't getal op hare begravinge 5:-:-
aff xl pen: voor de koster 0:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van Sr. Adam van Thiel, wegens de begravinge van sijn huijsvrou, ter sake als voren 5:-:-
aff xl: penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van de heer mr. Matteus vanden Broucke wegens de begravinge van sijn Ed.ts dochter over 't hangen van een wapenbord 50:-:- 't huijs met rou te behangen 30:-:- vier koetsen boven 't getal; 20-:-:- twee slepende mantels 6:-:- = 106:-:-
aff xl: penn: voor uts 2:13:0, i.c iii L vii St.
- Van de Erffgenamen van juffrou Bergeijck over 't gebruijk van een koets boven 't getal op hare begravinge 5:-:- aff xl penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van de Erffgenamen van de heer Hendrick vanden Santheuvel wegens sijn Ed.ts begravinge, over 't hangen van een wapenb. 50:-:-
't huijs met rou 30:-:-
tien slepende mantels 30:-:- = 11-:-:-
aff xl penn: voor uts 2:15:0, i.c vii L v St.
- Van de heer Hendrick Teruwen wegens de begravinge van sijne huijsvrou over 't huijs met rouw te behangen 30:-:- seven slepende mantels 21:-:- = 51:0:0
aff xl penn: voor de koster 1:5:8, xlix L xiiii St. viii P.
- Ontfangen van de heer Nicolaes vander Dussen wegens de begravinge van sijn Edts. huijsvrou
over 't hangen van een wapenbord 50:-:-
't huijs met rouw 30:-:-
acht slepende mantels 24:-:- = 103:-:-
aff xl penn: voor de koster 2:12:0, i.c i L viii St.
- van de Erffgenamen van Pieter Grond wegens sijne begravinge over een koets boven het getal 5:0:0
aff xl penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van Gijsbert Schoen, wegens de begravinge van sijn huijsvrou ter sake als voren 5:-:-
aff xl penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van Monsr. Pieter vandr. Beeck wegens de begravinge van sijn huijsvrouw en ter sake als voren 5:0:0 aff xl penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van de Erffgenamen van Juffrouw Emmerentia Repelaar wegens haar Edts. begravinge
over 't hangen van een wapenbord 50:-:- 't huijs met rou 30:-:-
ses koetsen boven 't getal 30:-:-
vier slepende mantels 12:-:-
seventien frambauwen 34:-:-
= 156:-:-
aff xl penn: voor uts 3:18:0, i.c lii L ii St.
- Van de Erffgenamen van de heer Oud Borgermeester Jacob van Meeuwen wegens sijn Edts. begravinge
over het hangen van een wapenbord 50:-:-
't huijs met rou 30:-:-
ses slepende mantels 18:-:- = 98:-:-
aff xl penn: voor uts 2:9:0, xcv L xi St.
- Ontfangen van de Erffgenamen van den Deurwaarder de Both wegens sijne begravinge over het gebruijck van een koets boven 't getal 5:-:- aff xl penn: voor de koster -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van Cap.n Phlip van Hoogstraten wegens de begravinge van sijne huijsvrou. ter sake als voren 5:-:- aff xl penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van de Erffgenamen van Steven Francken ter sake als voren 5:-:- aff xl penn: voor uts -:2:8, iiii L xvii St. viii P.
- Van de Erffgenamen van Juffrou Agata van Wesel, wed.e van wijlen de heer Gerard Baan, wegens hare begravinge over 't gebruijk van drie koetsen boven 't getal 15:-:- aff xl penn: voor uts -:7:8, xiiii L xii St. viii P;
- Van de Erffgenamen van Juffrou Verbeek wed.e van Sr. Cornelis Teruwen wegens hare begravinge over het huijs met rou te behan: 30:-:- aff xl penn: voor uts 0:15:0, xxix L v St.
- Van Sr. Hend.k 't Hooft wegens de begravinge van sijne huijsvr. over het gebruijk van drie koetsen boven het getal 15:-:- de glasen met rouw 5:-:- = 20:-:-
aff xl penn: voor uts -:10:-, xix L x St.
- Van de Erffgen: de wed.e Herman Komans een koets boven 't get: 5:-:- aff xl penn: voor uts 0:2:8, iiii L xvii St. viii P;
xviii S.a van trouwen en begraven

[19][folio 53] Anderen Ontfang van 't Oortgen op de gulde, van getransporteerde huijsen erven &c volgens resolutie van d'Ed.e Groot Achtbare heeren vanden Oudraad, in dato den 10 Meij 1694 En alhier in en over den Jaere xvii.c en twee.

- Ontfangen van de heeren Secretarisse deser Stad Dordrecht, als 't voorschreven middel gecollecteert hebbende, over 't gene sederd de eersten Januarij, tot den laatsten december xvii.c en twee, bij haar Ed:e was ontfangen volgens rekeninge daar van aan de Ed.e Achtb: heeren Borgermeesteren overgeleverd, suijver, een somma van achttien honderd een en dartich guldens en veertien st, xviii.c xxxi L xiiii P.
xix S.a

[20][folio 53vs] Andere Ontfang van Opgestelde kaaijgeeld, daer van betaald werd van ider voeder wijn twintich stuijvers, van ider vat brandewijn, Secq, Spaanse, en alle andere wijnen komende vande binnensteden ende niet uijt zee, vijff stuijvers, mitsgaders 't kaaij-geld vande granen, kalck, molensteenen, eijcke plancken &c volgens resolutie genomen bij Mijn Ed.e heeren vanden Oudraad, in dato den 23 november 1694 En alhgeraenier voor den jare xvii.c en twee.

1703
- Ontfangen van Aart Bacx, het bij hem gecollecteerde kaaijgeld van de wijnen in de maand Januarij 1702 259:1:-; aff een maand Collecteloon 8:6:10, ii.c l L xiiii St. vi P.
- Van denselven de maand februarij 187:5:14 aff een maand Collecteloon 8:6:10, i.c lxxviii L xix St. iiii P;
- Van denselven de maand Maart 140:3:2 aff een maand Collecteloon 8:6:10, ..;
- Van denselven de maand April 83:8:6 aff een maand Collecteloon 8:6:10, ..;
- Van denselven de maand Meij 47:-:14 aff een maand Collecteloon 8:6:10, ..;
- Van denselven de maand Junij 11:-:- aff een maand Collecteloon 8:6:10, ..;
- Van denselven de maand Julij 14:3:8 aff een maand Collecteloon 8:6:10, ..;
- Ontfangen van den voornoemde Bacx de maand Aug. 19:-:8 aff een maand Collectel. 8:6:10, ..;
- Van denselven de maend Septemb. 51:16:- aff een maand Collectel. 8:6:10, ..;
- Van denselven de maend October 21:-:8 aff een maand Collectel. 8:6:10, ..;
- Van denselven de maend November 56:12:8 aff een maand Collectel. 8:6:10, ..;
- Van denselven de maend December 184:8:10 aff een maand Collectel. 8:6:10, ..;
- Noch van denselven Bacx Ontfangen volgens slote van sijne rekeninge het bij hem gecollecteerde kaaijgeld opde Eijcke plancken en molensteenen, over den geheelen jare 1702 132:17:- aff x pr.pro. Collecteloom 13:5:0, ..;
xx S.a van kaijgelden

[21][folio 54vs] Anderen Ontfang wegens het gebruijk vande kielstengen.

- Ontfangen van Simon Jansz. Schoute, voor het kielen van eenige zee-schepen in den jare xvii.c en twee, lv L.;
xxi S.a van 't gebruijck van kielstengen

[22][folio 54vs] Anderen Ontfang van alderhande saken.

- Ontfangen van de kinderen van Pieter van Slingeland, volgens zeker appoinctement van heeren Borgermeesteren, in dato den 12 april 1688 voor een jaar huur van 't Erff, gelegen aan de Zuijdzijde vande nieuwe Sluijs, verschenen Kersmis 1702, lxxv L.
- Jan Klaasz. Boogaard, en N: Holaert, ider voor de helffte Een jaar huur van 't Erff daar nevens groot 70 roeden, verschenen den 14 april 1702, lx L;
- de Erffgenamen van de heer Borgermeester Gerard Francken Een jaer huur vcan 't Erff daer nevens groot 37 roeden, verschenen den 28 meij 1702, xxx L.
- Een Erff daar aanvolgende, breed 3 1/2 roeden bruijkt Adriaen op de Kamp, tot wederseggens van haer Ed.e groot Achtb: 't jaer huur verschenen den 20 Octob: 1702, xxxvi L.
- Een Erff daaraanvolgende bruijkt Sr. Evert Hartman, breet en verschenen als voren om, xxxvi L.
- Een Erff daraanvolgende breet als voren, bruijkt Cap.n Johannes Heuts, verschenen den 30 decb. 1702, xlviii L.
- de Veerpont, op en van Papend.rt Is op den 27 decemb: 1696 bij de Ed.e heeren Borgermeesteren verhuurt aen Hendrik van Houwelingen, en Cornelis Frans vander Kevi, voor den tijd van vijfftien jaren ingegaen sijnde Prima meij 1697 En expirerende ult. April 1712 om vijftien ponden te xl grooten 't pond 's jaers komt alhier over 't v xv jaer huur, verschenen den laatsten april 1702 de voorsz. xv L.
- de Veerpont, en van Swijndrecht is op den 19 febr. 1701 verhuurt aen [Pieter] Cornelis Koosen voor den tijd van veertien jaren, in gegaen sijnde den eersten Meij 1701 voor en expirerende den laatsten April 1715 om een honderd tien ponden te xl grooten 't pond 's jaars komt hier over 't eerste xiiii jaer huur verschenen den laatsten April 1702 de voorsz. i.c x L.
- de Veerpont van s'Gravendeel met de liesen en biesen daar ontrent is voor den tijd van ses jaren gehuurt bij [doorgestreept: Teunis vande Kreeck] Cornelis Arijensz Mookhoek nu Teunis Reijers Kranend.k [Kranendonk], ingegaen den eersten Janua: 1693 en expirerende den laatsten decb: 1702 om negen hondrt. dartich ponden te xl grooten 't pond 's jaers komt hier over 't laatste vii jaer huur, verschenen den laatsten den 1702 de vorsz. viiii.c xxx L.
(S.a van 950 gl. doch is den pagter op sijnde klagte door hre. borgermren. op dit jaer geremitt. 150 gl.)
- Stads Griendeken op Papendr.t is in Erffpacht gelaten aen den heer Tielman Hoijnck van Papendr.t ingegaen p.mo April 1693 komt vervolgens o(ver) 't negende jaer Erffpacht, versch: p.mo april 1702, vi L vi St.
xxii S.a van alderhanden saecken, xii.c xvi L vi St.

[23][folio 55vs] Andere Ontfang Renten, staande op de huijse op de drappiers-kade streckende het westindisch-huijs Oostwaards naar het Bolwerck d'Amiaten.

- Jan inde Betuwe Een jaar rente van een honderd gulden Capitael a 4 pr. Cto. staande op een Erff aldaer verschenen den 13 februarij 1702, iiii L.
- Ontfangen van denselven Jan inde Betuwe, de Somma van een hond.rt guldens Capitael tot afflossinge van de boven staande rente van vier guldens jaarlijcx: dus hier deselve, i.c L.
- denselven Jan inde Betuwe Een jaar rente van vijftien honderd guldens Capitael mede a 4 pr. pto op 't voormelde Erff verschenen den 9 Meij 1702, lx L.
- Juffr. Dibbits, Een jaar rente op 't achtste, en negende Erff verschenen den 13 februa: 1702 als voren, xii L.
xxiii S.a van renten opde drappierskaije

[24][folio 56] Anderen Ontfang, van verkochte huijse, Erven, renten en intresten van Capitalen.

- de twee renten, als een van acht honderd en een van een honderd guld.ns Capitaal versekerd op het huijs van Arijen Gerridsz. Kooijman aan 't Groot Hoofft, sijn beijde affgelost, en 't Capitaal van dien in de rekeninge d'ao. 1691 aan de Stad verantwoord, Memorie;
- de dekenen van 't gild vanden Eijnde ofte Tappers gilde binnen Dordrecht sijn ten behoeve deser Stad, volgens Obligatie verschuld geweest, twee honderd en vijftich guldens Capitael, a 4 pr. Cento, dan alsoo bij deselve, in vijff distincte, reijen, als inden jare 1693, 1694, 1695, 1696 en 1697 respectivelijck is affgelost een honderd vijftich guldens, soo sijn deselve per reste noch verschuld een honderd guldens, waer van den intrest voor den Jare verschenen den 9 decemb: 1702 a 4 gl: per Cento, bedraagt dat alhier verantwoord werd, ter somma van iiii L.
- Mattijs Paradijs Een jaar intrest van een Capitael van twee duijsend guldens a 4 per cento, sijnde een schepen schuld en custing-brieff, op sijn huijs, het Schots Courthuijs off de goudemolen, in de maand Meij 1700 daer de Stad Dordt. aen hem getransporteert, specialijck gehijpothequeert het tweede jaer intrest alhier verschenen den 25 Meij 1702 ter somma van, Lxxx L.
xxiiii S.a van verkoghte huijsen en erven

[25][folio 56vs] Anderen Ontfang, van renten, gehouden op de verkochte Erven, bij de rietdijxe-poort, mitsgaders renten, staende op de verkochte Erven op 't nieu werck.

- Adolff Mendius: Een Jaar rente op sijn huijs, staande op het derde erff aen de Rietdijck, verschenen Meij 1702, viii L.
- denselven Mendius: Een gelijk jaar rente op t vierde Erff aldaer, verschenen als voren, viii L.

Anderen Renten, gehouden op de verkogte Erven, en huijsen langs den Rietdijck.

- Hendrick Hendricxe metselaarsknecht, Een jaar rente van 't huijs genaamt St. Joris op den Rietdijck, verschenen Meij 1702, vi L xi St. iii P.

Anderen Renten, gehouden op de verkogte Erven op 't nieuwe werck; alsmede inde Nieuwstraet en anders.

- Adriaan van Soest: Een jaar rente op 't huijs neffens de kaatsbaan, inde Nieuwstraat, verschenen Meij 1702, v L xii St. vi P.
- Gerrid van Ven, france-kramer: Een jaar rente op sijn huijs naast de kaas-waagh, genaamt Leeuwensteijn, verschenen Meij 1702 als voren, xxiii L viii St. xii P.

Anderen Renten, bij verscheijde persoonen op hare huijsen en Erven geconstitueert in betalinge voor de stad, voor haar verstrecte penningen, tot makinge van hare stads-boomen, enn haar xontingent in 't diepen van de Grachten, te lossen jegens den penn: xvi vrij geld.

- Lijntie Jans, weduwe van Dames Hendricxe Klapper: Een jaar rente op haar huijs, staande in den Heermanhuijsstraat, verschenen den 8 Junij 1675 a 3 guld: 's jaers.
Item
- Pieter Klaas: Een jaar rente op sijn huijs, staande in de krommen-elboogh, te lossen jegens den openn: xv verschenen Meij 1675 a 3 1/2 guld: 's jaars.
Is bij Mijn Ed.e heeren geordonneert, dese persoonen haer leven lang gedurende niet te moeijen.
dogh is in margine van de rekeninge d'ao. 1688 12 vso of 13recto voor appostille gesteld, te vernemen of dese persoonen noch in 't leven sijn, en bij afsterven hier van te verantwoorden, Memorie.
- de dekenen, van 't kleijn schippersgilde, voor haar gildhuijs, genaemt de Rietdijcxe-Kapelle, verschenen Meij 1702, vi L i St.
Op den 12 decemb. 1687 was aan de dekenen van 't voormelde klijn Schippers-Gilde, noch geschoten twee honderd guldens, onder versekeringe van haar voorsz: Gild-huijs a 4 pr Cto Welcke twee hond.t guld. met paijen ofte termijn inde rekenn. d'ao. 1700 fol: 62 gebracht en verantwoord is, sulx den intrest, ofte rente daer van komt te, Cesseren;

Anderen Renten gehouden op de huijsen en Erven bij de stad Dordrecht verkocht.

- Kornelis van Bracht, Een jaar rechte op het huijs bij de Vismarct daar de minrebroeders[sic] voor plagten te staan, verschenen Meij 1702, vi L v St.
- Arijen van Hoogstraten: Een Jaer rente op zijn huijs, en stooffplaets, op 't nieuwerck, versch: den 6 Julij 1702, xvi L.

Anderen Renten: van Capitalen der verkogte Erven agter de huijsen staende voor de muur aen 't nieu(w) poortie.

- de rente tot 6 gl. 16 stvs. 9 p. s jaers van een honderd ses en dartich guld: sts. Capl. sijnde tegens den penn: en verschijnende Meij Is op den eersten novemb: 1694 affgelost, door Jacobus Kaspersz: als possesseur van 't huijs toebehoort hebbende Dirck van Doren, en 't voorsz. Capitael, met de daer op verschenen rente verantw.t inde reken: d'aon 1694 fol: 56verso sulx dese rente, Cesseert;
- Koenraad Kaspersz: Een Jaer rente, van xcviii guld: xviii St. Capitael van 't Erff achter sijn huijs, te lossen den penn: xx verschenen Meij 1702, iiii L xviii St.
- Pieter Koster: Een Jaar rente van lxxiii gulden Capitael van 't Erff achter sijn huijs, te lossen en verschenen als voren, iii L xiiii St.
xxv S.a

[26][folio 58] Anderen Ontfang, van huuren van huijsen, kelders, en andere konsenten, bij Mijn Ed.e heeren deser Stad Dordrecht uijtgegeven, soo in hure als in koop tot wederseggens mits dat deselve huurluijden gehouden souden sijn, die in goede reparatie te onderhouden, En sijn gehuurt bij alsulxks persoonen en voor de somme als hier naar gespecificeert staat.

Eerste Quartier
- En huijs bij de Stad gebout, over de brugh van de Engelenborgse-haven werd bij de maselaars gebruijkt, om Niet;
- 't Groot School-huijs, bij 't Groot kerckhoff alsmede het huijs bij Cornelis Engelbertsz: werd gebruijkt tot een ammunitie-huijs, voor 't Gemeeneland;
- de kinderen van Jacob van Hoogstraten: Een jaar huur van de Lijnbaan op 't nieuwe werck, verschenen den laatsten decemb: 1702, xii L.
- deselve, Een Jaar huur van de Lijnbaan daar nevens, verschenen als voren, xii L.
- Vrouwe Jacoba vander Staaij, a Kolijbrand, laatst wed.e wijlen heer Willem van Neurenberg, Een jaar konsent van een Erffken aen de Walevest, groot meer dan een roede, verschenen den 25 april 1702, xxv St.
- de heer Bernhard van Santen: Een jaar konsent wegens het stellen van een Loots ofte Packhuijs op een Erff aen off buijten de Walevest, ter lengte en breetre van 80 voeten verschenen den 17 maart 1702, xxx Sr.
- de kinderen van Jacob van Hoogstraten, voor 't stellen van een stooffplaets op de Walevest, verschenen den laatsten decemb. 1702, xxx St.
- Jan Govertsz. vander Bergh: Een Jaer huur van de Lijnbaan daer nevens verschenen als voren, xii L
- Arije van Hoogstraten: Een jaar recognitie van 't huijs achter stads werckhuijs, verschenen den laatsten April 1702, xviii L.
- den Toren genaamt Watersteijn, werd ten deelen tot een Laken-hal gebruijkt, en 't resterende, memorie;
- de twee kelders onder 't stadhuijs werden gehouden ten dienste, en ten gebruijcke van de Stad, memorie;
- 'tr huijsken op de opde Visbrug, naest Boudewijn Mattijs alsmede het huijsken naast den Iseren Man, dat Jannetie Lucasdr laatst in hure heeft gehad, sijn beijde, afgebroken;
- Jan Francken: Een jaar konsent over 't stellen van een pothuijs aen sijn huijs inde Vleeshouwersstraet, verschenen den laatsten december 1702, ii St. vi P.
- Juffrou de Weduwe van Meeningen, over 't konsent van 't uijtsteck aen haar huijs opde Vogelmarct, verschenen als voren, xxiiii St.
- Hendrick vande Wingerd, ofte wel desselfs huijs den Engelenborgsen Toorn, is bij verkoopinge door de Stad gedaen, belast gebleven met een Jaarlijcxe rente of recognitie van vijff gulden komt oversulx alhier voor 't vierde jaar, verschenen den 30' Januarij 1702 de voorsz. v L;
- de Weduwe van Antonij de Hoogh, over 't konsent van 't vertimmeren van 't Erff staande aende Groote houte brugge, verschenen den 14 april 1702, xii L.
- de Erffgenamen van de hr. Wessel de Ruijter: Een jaar recognitie voor 't stellen van een koockhuijs, agter 't huijs bij de Katarijnepoort, verschenen den 12 decemb: 1702, xxv St.
- deselve Erffgenamen voor de eene helft, en Hendrik vande Wingerd voor d'adnere helft, wegens het jaer recognitie over 't vergrooten van een achter-huijsken, ter lengte van 8 voeten, verschenen den 28 Julij 1702, x St.
- Een Erff buijten de blau(w)poort, breet 2 en lang 6 roeden laatst bij Francois van Horick gebruijkt, verschenen den eersten meij 1702, om xxxvii L x St.
- Aalbregt Kleijkluijt, Een jaar huur van 't Erff aldaer verschenen den laasten decemb: 1702, lxxx L.
- Hendrick Wens, en Gerard van Eijsden, hebben voor desen in hure gehad, Een Erff, gelegen nevens den Brugh, over de Engelborgse-haven, lang 3 roeden, breet 14 roeden daer van de hure tot den 6 maart 1700 ter Somma van ses guldens ses stuijvers jaarlijcx is verantwoord als te sie is in de rekeninge d'ao. 1700 voorsz. fol: 64, dan alsoo hier van al in eenige jaren niet en is betaald ter sake 't voorschreve Erff niet meer en werd gebruijkt, sulx dat deser post in toekoemende soude konnen werden uijt de rekeninge gelaten, soo dient dese voor den jare 1702 alleenlijck maar voor, Memorie;

de volgende huren, sijn in den Jare 1698 op de Stad En werden alhier verantwoord het jaar verschenen den eersten Januarij 1702 als volcht.
Eerstelijck:
- Jan du Val: Een jaar huur van de kaaij, voor, en bij sijn woonhuijs geteeckend No. 5, 7 en 12 te samen groot 4 3/4 roeden, a 3 guld de roede, verschenen den eersten janua: 1702 bedrt. x(iii) L x(v) St. (vermits het abandonneren van No. 12 f 10:10:0)
- Jacob du Val: Een jaar huur van de kaaij, otnrent sijn woonhuijs geteeck. N. 14 en 15 t'samen groot 3 roeden, de roede en verschenen den eersten janua: 1702 als voren, bedrt. ix L;
- Kornelis Kools: Een Jaar huur van de kaaij bij sijn woonhuijs geteeck: No. 16 groot de roe, verschnen, als voren iii L.
- Hendrick Houtham: Een Jaer huur van de kaaij voor sijn woonhuijs geteeck. No. 17 groot en verschenen als voren, iii L.
- Johannes Flammon: Een jaar huur van de kaaij voor sijn woonhuijs, geteeck. No. 18 groot en verschenen als voren , iii L.
- Adolff vander Linden: Een jaer huur van de kaaij, voor en otnrent sijn woonhuijs, geteeckend No. 22 groot 2 roeden en verschenen als voren, vi L.
- Hendrick Straatman: Een Jaer huur van de kaaij, achter sijn woonhuijs, geteeck: No. 35 groot een roede, verschenen als voren, iii L;
- Barent van Doorn: Een jaer huur van de kaaij otnrent sijn woonhuijs, geteeck: No. 50 groot, en verschenen als voren, iii L;

Tweede Quartier
- de woninge van de Joppen Toren, is gelaten ten gebruijcke van de Thol, Memorie;
- Evert Raats: Een jaar konsent over 't stellen van een stal achter sijn huuijs aan de Vest, verschenen den laetsten decemb. 1702, vi L;
- Govert Nijssen, en Jan vander Schaar, over 't konssent van een huijs aldaer verschenen den eersten November 1702, vi L;
- Arijen Kool, over 't stellen van een huijs mede aldaer, en verschenen als voren, vi L;
- Barthout Tijssen Sterck, ter sake en verschenen als voren, vi L;
- het huijs bij de heer Johan de Witt, daar neffens gesteld, daar van en word geen recognitie betaald, alsoo 't selve is gecomprehendeerd tegens de verhooginge van de verpondinge van 't huijs van Hendrick Goedvriend, volgens de appostille op de rekeninge d'ao. 1648 fol: 18 dus hier voor, Memorie;
- Gijsbert van Dickelen, boomsluijter aan 't groothoofd Een jaar huur van 't huijs bij hem bewoond, verschenen den eersten novemb: 1702, xxv L.
- de Wed:e van Gerrid Vermeulen: Een jaar recognitie wegens 't overtimmeren van de hop-plaats, achter haar huijs verschenen en eersten janua: 1702, vi L;
- Kornelis de Ram, ter sake en verschenen als voren, iiii L;
- Antonij de Ram: Een jaar huur van 't wachthuijs, ofte Corps du Garde aan 't groothooft, verschenen den laatsten Octob: 1702, viii L.
- de heer Adriaen Meijnaart: Een jaar recognitie wegens 't overtimmeren van de wijn-steijgerd [Wijnsteiger], verschenen den 16 februarij 1702, x L;
- Jan Gillisz Ros, heeft van dese stad in hure gehad: Een huijsken inde Schrijversstraet daar van de hure tot meij 1700 is verantw.t als blijkt inde reken: van denselven jare 1700 fol: 65vs;
dan alsoo dit huijsken is verkogt aen de heer Pieter Nolthenus, omme en voor de somme van vijff honderd en veertioch guldens, welcke gelde inde laatst voorgaende reken. d'ao. 1701 fol: 75 voor ontfangh verantwoord sijn, soo komt dese hure te, Cesseren;
- het van ouds genaamde Westindisch huijs, met de twee pakhuijsen kelder, als naders daar achter, staende ende gelegen ontrent het Groothoofd En uijtkomende op de nieu haven ontrent de Boere Vismarct: Is on den jare 1698 verkocht aan de heeren Gerard Vingerhet, doctr. Johan van Eijsden en Frdrik Mulhof En sjn de kooppenningen daer van geprocedeerd in de rekenn. d'ao. 1698 voorsz. fol: 78verso aen de stad verantwoord sulcx dese alhier niet anders aan diende dan voor, Memorie;
- Jacob Roskam, het sesde jaar recognitie, wegens 't gebruijk van een kelder, aen en nevens sijn woonhuijs, verschenen den 15 novemb: 1702, vi L.
- de Vleeshal, Is aan de Vleeshouwers vergunt, jaarlijcx om vijff honderd guldens waer van alhier verantwoord werd het haer verschenen den eersten novemb. 1702, v.c L.

Derde Quartier
- den Toren bij de rietdijcxe-poort, daer men de Wacht in plagh te houden bewoond Jan Dircxe om, Niet;
- de Lijnbaan van den voorschreve Toorn, genaamt Maartens-Baen, leijd, ledigh;
- Staas van Hoogstraten, en Jeremias Pel: Een jaer huur van de Lijnbaen, achter de Marien-bornstraat verschenen Meij 1702, iiii L;
- den kuijpers Toorn werd bewoond bij Elsken Arijens, en Heijltie Joosten, arme Weduwen, om Niet;
- Staas van Hoogstraten: Een jaer recognitie van de Lijnbaen aen den Kuijpers Toren, verschenen Meij 1702, v L;
- Adolff Mendius: Een jaer recognitie wegens 't vergrooten van een loots op de Vest, ter sijden de rietdijcxe-poort, verschenen den 2 novemb. 1702, iii L iii St;
- denselven Mendius: Een haar konsent wegens 't affheijningen van een Erff, ter sijden sijn huijs, tusschen het Hoef-isers-poortie [Hoefijzerspoortje], en 't Corps du Garde, ter lengte van 28 voeten, en breet 18 voeten, verschenen den 19 Julij 1702, iii L iii St.
- Louis vander Putten: Een jaer recognitie wegens 't stellen van een stal aan de Vest, bij de Joris-poort, verschenen den eersten Septbr. 1702, v L;
- de kamer, ofte Woningh boven de St. Joris-poort, is de Tinnegieters vergunt tot makinge van haren assaij, volgens marginale appostille op hare gepresenteerde Requeste van dato den [-] Octob. 1695, Niet;
- Een gedeelte van het Magesijn, aan de St. Joris-poort werd gehouden ten dienste, en ter gebruijcke van dese, Stad; 't resterende, Memorie;
- Steven Steen: Een jaar recognitie, wegens 't gebruijk van een Erff aan de Vest, verschenen den 5 decemb: 1702, vi St;
- Imand 't Hooft: Een Jaer konsent van een loots tot het gebruijk van een lijnbaen op de Vest bij de St. Joris-poort, verschenen den 23 niovb. 1702, v L;
- Adam Hartman, voor 't gebruijk van een Erff aldaer, het jaer konsent verschenen den 25 julij 602, vi St;
- Samuel de Meij: Een jaar recognitie voor 't stellen van een houte woonhuijsje aan de Vest, naast de kleijne Sluijspoort, verschenen den 25 maart 1702, xii St.
- Andries Gijsius: Een jaar recognitie voo 't Stellen van een huijsken op de Vest, aan de Joris-poort, verschenen den eersten Septemb. 1702, iiii L.
- de Pachters van Stad en Staten wegen, van de Bier-accijns: Een jaer huur van 't huijsken in de Hoffstraat, verschenen den eersten Augustij 1702, vii.x l L;
- de Pachters van Gemaal: Een Jaer huur van 't huijsken daer nevens, verschenen als vooren, vii.x l L;
- de Pachters van 't Beestiael: Een Jaer huur van 't Collectehuuijs, verschenen als voren, iii.c L;
- de Pachters vande rondemaat, ter sake voorsz: verschenen den eersten April 1702, ii.c l L;
- de Pachters vande boter ter sake en verschenen als voren, i.c L;
- de Pachters van 't kleijn Zegel ter sake, en verschenen als voren, ii.c l L;
- de Pachters vande Wijnen: Een jaer huur van de Kappele naest de Engelse Court-kerck, verschnen den eersten Octob: 1702, iiii.c l L;
- de Pachters vanden Brandewijn Een jaar huur van deselve kapelle, verschenen als voren, ii.c xxv L;
- het timmeren ter nonnen, metden hop-solder werd gebruijkt om Turff voor den huijsarmen in te leggen, Memorie;
- het huijs en woningh, boven de poort van den ingang van 't Hoff, naast den Augustijnen kerk, werd bij den koster bewoond om, Niet;
- de huijsen en Erven daar aan volgende gemaekt tot een hoff, voor de gouverneurs deser landen is ten proffijte van de schutterije vande Heel-Haecx, Memorie;
- Joost Verstappen: Een jaer konsent van 't Erff achter sijn huijs in 't Steegoversloot, verschenen den 6 Aug.ti 1702, xiiii L.
- de Weduwe van Johannes Borger, Een jaar huur van 't Erff achter haer huijs, staande en verschenen als voren, xvi l;
- Hendrik Hoffman: Een jaar recognitie van 't Erff naest den Augustijnen-kerck, verschenen als voren (bij Accord) om viii L.
- de Weduwe van Erckelens: Een jaer recognitie wegens 't stellen van een loots op stads Veste verschenen den laatsten decemb. 1702, xv L; - Pleun Hermansz: was vergunt een Erff op de Vest, achter de Mariënbornstraat, om een huijs op te mogen stellen sijn leven lang te bewonen om, Niet
En dewijle hij al eenigen tijd is overleden geweest dient bij Mijn Ed.e heeren de recognitie daer op te werden gesteld, Memorie;
- het huijsken ter sijde den Augustijnen-kerck waar van het eene gedeelte werd gebruijkt bij de koornmeters, tot bergernisse van hare koornmaten, En 't nadere gedeelte tot bergernisse ten gerieve van de appeltonders, is om die redenen alhier dienende voor, Memorie;
- Jan Cornelisz. van Bergen, heeft in hure gehad, Een huijsken in 't hoff, waar van de hure ten behoeve van de Schutterije werd ontfangen, Memorie;
- 't Erff van den iseren-man, is afgebroken;
- Sijtie Pietersdr.: Een jaar konsent van 't Erff naast de Rietdijxepoort, verschenen den 28 februa: 1702, vi St.
- den kamerbewaarder Adriaen Baen: Een jaar konsent voor een gedeelte van 't Corps du Garde aen 't blau bolwerck, verschenen den 17 Augustiju 1702, vi L vi St.
- het ander gedeelte van 't Corps du Garde, werd gebruijkt tot bergernisse van een slang brandspuit, Memorie;
- Lucas Hooglander: Een jaer recognitie van sijn huijs op Stads veste, verschenen Meij 1702, iii L;
- Jacob Engelen: Een jaar recognitie wegens 't betimmeren van een Erff buijten de Rietdijcxepoort, verschenen als voren, vi L;
- Frans vander Schaar: Een jaer recognitie van een Erff ontrent de Rietdijcxdepoort, verschenen den laatsten decemb: 1702, ii L x St;
- het Schots Court-huijs, staande op de Hooge Nieustraat, laatst in hure bewoond bij de Weduwe van Laurens van Eijsden is inde maand Meij des jaars 1700 door de Stad verkogt, en getransporteert aen Mattijs Paradijs, En sijn de kooppenn: daer van (benevens 't verlijden van een Custingbrieff, inhoudende twee duijsend guld: Specialijck daer op gehijpothequeert) gereed, en contant ontfangen, bij de heer Johan Cletcher, in sijne vierde en laatste rekenn: d'ao. 1700, fol: 80vso aan de Stad verantwoord, sulcx de hure daer van is komen te, Cesseren;
En belangende 't jaar Intrest van den voormelden Custing-brieff, verschenen den 25 Meij 1702 't selve werd hier voren fol: 56 gebragt en verantwoord welcken brieve, volgens appostille op de rekenn d'ao. 1700 fol: 69 ten Comptoire vande Tehsaurier is gecustodieert, dat alhier dient voor, Memorie;
- Frans vander Schaar: Een jaer recognite over 't gebruijk van 't Erff aan den nieuwendijck tusschen het poortie, en 't uijtwateren van 't Sluijssie, tot wederseggens en vergunt om schepen op te slijten, verschenen den laatsten december 1702, xxx St.
- Evert Jacobsz. Mouthaan en Johannes van Houwelingen: Een jaer recognitie wegens ;t stellen van een Loots aan de nieuwendijck verschenen den 18 decemb. 1702, iii L.

Verhuurde Erven op de Vest, aan de Rietdijcxe-poort.
- No. 1 a 4, ledigh;
- No. 5 niet jegenstaande de hure daer van, ter Somme van negen gulden Jaarlijcx tot den 27 Julij 1700 als in de rekenn: van denselven jare fol: 69 is verantwoord, egter mede, ledigh;
- No. 6 en 7, ledigh;
- No. 8 als No. 5 verantw.e ter somma van sestien guldens seven stuijvers jaerlijx tot den 28 decb. 1700 als op 't selve fol. 69, ledigh;
- No. 9 als voren, ter Somma en verschenen uts: als op fol: 60verso, ledigh;
- Adolff Mendius over 't stellen van een packhuijs op den hoek in 't opgaen van Stads Veste, bij de rietdijcxe-poort Een jaar recognitie verschenen den 17 Junij 1702, iiii L;
- Kornelis Fransz. vandr. Kevi: Een jaer konsent, wegens het vergrooten van sijne loots bij de rietdijcxe-poort op Stadts veste verschenen den 28 Julij 1702, xxvi St.

Vierde Quartier.
- den kruijt-Toren, werd gebruijkt omme ammunitie in te leggen, voor 't Gemeeneland;
- Johannes van Hoogstraten: Een jaer recognitie van 't Erff naast den kruijt-Toren, lang 30 voeten, breet 15 voeten, om een Stal, op te stellen verschenen den 19 maart 1702, v L;
- Sander Cornelisz. Een jaar huur van de eene helfte van 't Erff daer van rosmolen op staat, verschenen den 15 maart 1702, vi L;
- de Erffgenamen van Johannes vandr. Wiel, de wederhelft verschenen als voren, vi L;
- de twee Lijnbanen aan 't selve Erff, Ledigh;
- den Beulstoren, werd bij Jan Joosten bewoond om, Niet;
- Staas van Hoogstraten Een jaer huur vande Lijnbaen, genaemt Ockersbaan verschenen den eersten meij 1702, v L;
- Johannes van Gewas: Een jaar recognitie van 't Erff bij de Spuijpoort, verschenen den eersten Octob. 1702, xx St.;
- den Toren, met den boogh genaemt Soetjes Toren, is den scherpregter gegeunt te bewonen, om Niet;
- den Toren aan de Spuijpoort daer van tot bamis 1693 voor recognitie jaarlijcx is betaeld ses gulden is aen Neeltie Davids, vermits hare armoede haar leven lang gedurende vergunt te bewonen om, Niet;
- Belia van Wingerdstraten, weduwe van Adriaen Vinck: Een jaer huur van 't huijsken nevens de Speuijpoort verschenen Bamis 1702, vi L;
- de hure ter somma van ses guld: jaarlijcx tot den eersten Octob: 1700 verantwoord, als blijkt inde reken. d'ao. 1700 fol: 70 van een huijsken, bewoond geweest bij Kornelis Jacobsz: en Berbera Klerck is in eenige jaren niet ontfangen alsoo 't selve huijsken door de Stad is verlaten, en komen te vervallen, soo dat de hure al lange heeft, gecesseert;
- Elisabeth Samuelsz. wed.e van Dirk de Leeu: Een jaer huur van 't huijsken onder den Trap van de Speuijpoort, verschenen den eersten octob. 17902, xxv L;
- de Erven ofte naarsaden van Jacob van Dalen: Een jaar konsent van een Erff, buijten, en tegens de Botjes-poort, er lengte van 32 voeten breet 23 voeten verschenen den 23 Julij 1702, ii L v St.
- de Lijnbaan van den Lotjes Toren, die Marcus Jacobsz. gebruijkt heeft, leijt, ledigh;
- den Toren onder de Lotjes werd bij een arme vrou bewoond om, Niet;
- den Cipier bewoond het huijs benevens het Stadhuijs, en gebruijkt den kelder, die daer aen tot gerieff is geapproprieert, Memorie;
- de kapelle vande brood-susters is gemaakt tot een pardestal, En werd verder bewoond, bij den aannemer vande missie, om Niet;
- Matteus Vos, over 't konsent van een kelder, onder Stadstraat, verschenen den 9 janua: 1702, xviii St.
- de Weduwe van Dirck Vroman: Een jaar konsent, van dat het gotier van haar huijs, onder Stadsstraat loopt, verschenen den 12 aug.to 1702, iiii L.
- Staas van Hoogstraten, over 't betimmeren van 't Erff naast het Wachthuijs aan de Speupoort, verschenen den laasten decemb: 1702, xxx St;
- de Weduwe van de heer Antonij Buijs, en Lucas vander Staff: Een jaer recognitie van een Erff aen de Vest, over het Taanhuijs, ider 6 sts. sjaars, verschenen den 11 Junij 1702, xii St.;
- 't Erff, gelegen opde kalckhaven, getereck: No. 1 breet 40 en lang 32 voeten, dat Adriaen 't Hooft heeft in hure gehad, s'jaers om xx guld: leijd, ledigh;
- Jan Boon, over 't gebruijk van een Erff ontrent de Sluijspoort aen de Vest groot 4 roeden 12 voeten, verschenen den 11 Janua: 1702, v L;
- de Lijnbaan op de kalckhaven Is door negotie en 't betimmeren van de Erven aldaer met woon, en packhuijsen, geworden, Onbruijkbaer;
- Klaas Jans vandr. Hop, Een jaer huur van een Erff aen sijn huijs, verschenen Kersmis 1702, xx St.;
- de heer mr. Arent de Karpentier, Een jaar huur van een Erff gelegen aan de Sluijs-poort, verschenen den laatsten Meij 1702, xxv St.
- de heer Borgermr. Hugo Repelaer, Een gelijck jaer huur van een Erff aldaer, verschenen als voren, xxv St.
- de Erffgenamen van de hr. Kornelis van Eijssel, Een jaar huur van een Erff, gelegen en verschenen als voren, xxiii St.
- Pieter Kornelisz. Een jaer recognitie van 43 voeten Erff verschenen als voren, iiii L x St.
- de heer mr. Arent de Karpentier, Een jar recognitie van 23 voeten Erff verschenen als voren, ii L x St.;
- Jacob Sonnemaans: Een Jaer recognitie van 30 voeten Erff, verschenen als voren, xx St;
- het Oud kalckmeters huijsie naest de Groote Sluijspoort, is in den jare 1698 verkocht aen Willem de Winter, met een jaerlijckse recognitie, ofte rente van drie gulden, komt alhier over het vierde jaer, verschenen den 31 Janua: 1702, iii L;
- Herman Pietersz. Boons: Een jaer konsent wegens het gebruijk van 't Erff buijten tegens de Sluijspoort, inden affganck naer 't water, om klijne schuijten op te maken, verschenen den 10 februa: 1702, xxx St;
- denselven Boons: Een jaer recognitie, ofte konsent wegens het gebruijk van een Erff aan de Sluijs-poort tegens 't Corps du Garde aldaer, verschenen den eersten Augustij 1702, xxx St.
- Op het Erff van Adriaen 't Hooft is een houte Wambais gemaakt tegens den vijand, Memorie;
- Jan Dircxe: Een jaar recognitie van een Erff in 't Willigen-bos, op de dwarskade, groot 3 roeden, in 't vierkant, verschenen den laatsten decb. 1702, x L;
- denselven, Een jaar recognitie van 't Erff dar nevens, groot en verschenen als voren, vi L;
- Sijmon Jansz. Schoute, Een jaer konsent wegens het stellen van een huijs op een Erff, op den hoeck vande kalckhaven, annex sijn scheeps Timmerwerff, verschenen den 21 Septb. 1702, xx St;
- den possesseur van de pottebackerije, Een jaer konsent wegens het gebruijk van een Erff buijten de Sluijspoort, annex de timmeragie, verschenen den 2 Octob. 1702, xx St;
- de Weduwe van Antonij de Vijgh, brugophaalderster aan de kalkhaven Een jaer huur van 't huijs bij de Stad aldaer getimmerd, verschenen den eersten Novemb. 1702, xxx L;
- 't Leprooshuijs: Een jaer recognitie van 't Erff achter het voorsz. Leprooshuijs, verschenen als voren, iii L xv St.;
- Samuel Nachenius, en Johan Roels, over 't gebruijk van 't Erff daer de run-molen op gestaen heeft, verschenen als voren, xii L.
- de Weduwe van Jasper 't Hooft, Een jaar huur van de kade, voor haar huijs, groot 2 roeden in 't vierkant, verschenen als voren, xvi L.
- Adriaen 't Hooffd, Een gelijck Jaar huur van 't Erff ofte kade voor sijn huijs groot 4 roeden verschenen als voren, xviii L.
- Lambert Jacobsz. Kuijper: Een jaer recognitie wegens 't betimmeren van een Erf besijden den mond vande kalckhaven, verschenen den 19 novb. 1702 40:-:-
Noch over 't gebruijk van een Erff, daer nevens en annex verschenen den 13 Octob. 1702, 7:10:-, t'samen xlvii L x St.
- do. Henricus Francken: Een jaer recognitie van een Erff buijten opde kalckhaven aen het huijs van Jacob Timmers, daar een huijs en pakhuijs op gebout is groot 100 voeten in 't vierkant, verschenen den 17 Aug. 1702, xxv L.
- Kap.n Johan Boon: Een jaer recognitie van een Erff opde kalckhaven, langs de revier groot 48 voeten, verschenen den 23 Septemb. 1702, xviii L.
xxvi S.a van recognitien en huijshueren iiii.m iii.c lxxxvii L xiii St. xi

[27][folio 67vs] Anderen Ontfang van huuren, recognitiën en konsenten buijten de Vuijlpoort, tot aen de Dorrenboom

- N: 1 Een meulenwerff, groot er roeden, bruijkt Jan, en Cornelis Fransz. met de wind volgens accord, soo van dese als de naarvolgende partijen, voor den jare 1702, xii L i St.;
- N: 2 Willem Swarttou, 2 roeden, iii L xii St.
- N: 3 denselven, noch 4 roeden, iii L vii St. viii P.
- N: 4 Dirck Schouten, 4 roeden, iii L iii St. xii P.
- N: 5 Jacob Arijensz. vandr. Werff, 5 roeden, iii L xv St.
- N: 6 de heer de Karpentier, 5 roeden, iii L xv St.
- N: 7 Kap.n Jacobus vandr. Velde, 6 roeden, iiii L x St.
- N: 8 sijnde een huijsken groot 8 roeden bruijkt Paulus de Belincourt, om vi L;
- N: 9 Maijken Arijens Waterwijck wed.e van Adriaen Jansz. van Hoorn, 6 roeden, iiii L ii St. viii P.
- N: 10 de molenwerff van 't selve Erff, groot 32 roeden, xii L i St.
- Maijken Joseps drie huijskens, xxx St.

Beginnende aande gebrande buurt
- N: 11. Aalbert Kuijckhoven, 5 1/2 roeden, xii L.
- N: 12/13 Kristiaen Bergers, 7 / 6 1/2 roeden, iiii L xviii St. xii P. / iii L xviii St. xii P.
- N: 14 Teunis Fritsen, 6 roeden, iiii L xiiii St. xii P.
- N: 15 Teunis Fritsen, het eerste gedeelte van een huijs, vi L xix St. x P. / jacob vegters het tweede gedeelte, iii L vi St. ix P.
- N: 16 leijt onbetimmerd, Memorie;
- Jacob Sonnemaans, bij vergunningh uijt No: 16 drie roeden, uijt No. 17 veertien roeden, en uijt No. 18 een roe, a 4 st. de r., iii L xii St.
- N: 18 Jan Marga, Een Erf, om iiii L x St.;
- N: 19 Mattijs Hacke de Jonge, 6 roeden en 10 voeten gegunt tot een tuijn, tot wederseggens om, ii L.
- N: 20 Een Erff groot 3 1/2 roeden werd gebruijkt tot een pad op Stads land, Memorie;
- N: 21 den voornoemde hacke, 8 1.2 roeden om 6:10:-
Op dit Erff is hem gekonsenteert te mogen stellen een Olijmolen met paarden te bewercken, mits tot recognitie boven de voorsz. 6 1/2 gulden jaarlijcx noch betalende 2 1/2 guld: komt alhier voor den jare verschenen den 29 maart 1702, 2:10:-, t'samen ix L;
- N: 22 groot 8 roeden, leijt onbetimmerd, Memorie;

Aan d'ander zijde vande straat beginnen aan de zuijdsijde inne: Ende is ider roede in 't vierkant gerekend op twaalff stuijvers.
- No: 23 en 24 ider groot 4 roeden, sulx te samen acht roeden, leijtende onbetimmerd, Memorie;
- No: 25 staat een huijsken op daer een arme vrou in woond, om Niet;
- No: 26 Teunis Fritsen, 2 3/4 roeden, iii L;
- No: 27 de heer Govert van Wesel 3 roeden uijt dese no. 27 om, xxxvi St.
't resterende van no. 27 werd gebruijkt tot houtbergenisse, Memorie;
- No: 28 groot 3 roeden, leijt, ledigh;
- No: 29 Jeremias vandr. Monden 4 1/2 roeden, ii L ii St.
- denselven vander Monden Een Erff inde gebrande buurt, lang 3 1/2 roeden breet 18 voeten dienvolgende groot 5 roeden tot 4 sts: de roede, verschenen den 21 Maert 1702, bedraagt xx St.;
- No: 30 de Wed.e van Hend.k Cornelisz. Slijckwercker 4 roeden om, xxviii St.;
- No: 31 deselve Weduwe 5 roeden, iii L vi St.
- No: 32 de Weduwe van Isaak Jaspersz. vander Mast 5 1/4 roeden, ii L ix St.
- Van 33 tot 37 is, Eijgen;
- No: 38 Johannes Kluijt, 4 roeden, ii L viii St.;
- No: 39 Rochus Jansz. Groeningh 3 1/3 roeden, xxxix St.
- No: 40 Kornelia Vegters, 3 roeden xxxvi St.

t'Eijnde van den dorrenboom Ende nu na de Stad buijten 's dijcx.
- No: 41 en 42 leggen onbetimmerd, memorie;
- No: 43 groot 14 1/2 roeden daar in betaald Aalbert Danielsz. de Haan voor sijn gedeelte, ii L vii St.
Willem Cornelisz. kruijtmolen voor sijn gedeelte in no, 43, ii L vii St.
- Dirck Cornelisz. Tol voor sijn gedeelte in 't selve no. 43, iiii L.
- No: 44 deselven Tol, noch 5 roeden, iii L.
- No: 45 denselven Tol, noch 4 roeden onbetimmerd, hem vergunt tot wederseggens, om ii St.;
- No: 46 Antonij Huijbertsz. 3 1/2 roeden, ii L ii St.
- No: 47 Willem Michiels, 24 r. is alle vrij en Eijgen.
- No. 48 de wed.e Aart Aertsz. 18 r. is alle vrij en Eijgen.
- No. 49 de Wed.e Dirk Jansz. 9 r. is alle vrij en Eijgen.
- No: 50 Willem Tijssen 9 r. is alle vrij en Eijgen.
- No: 51 Jan Cornelissen 6 r. is alle vrij en Eijgen.
- No: 52 en 53 t'samen 30 roeden Jacob Braats, xviii L.
- No: 54 denselven Braats, 5 reoden, iii L;
- Mattijs Bacx Een Tuijn en packhuijs, mitsgaders Erff, groot 46 roeden, tot wederseggens verschenen den 16 novemb. 1702, xxviii L.
- Jacob Braats: Een jaer recognitie voor de helft in een Erff aldaer verschenen den 9 septemb. 1702, v L.
- de Erffgenamen van de heer Wessel de Ruijter, de andere helft inde voorsz. recognitie, v L;
- No: 55 is door de Stad verkogt aen Sr. Jacob vande Rad, en sijnde kooppenn: in de rekenn: d'ao. 1659 verantwoord, Memorie;
- No: 56 en 57 t'samen groot 2 1/2 roeden werden gebruijkt bij de leveriers van 't Luijcx en Wesels-hout, Memorie;

Beginnende op den Middelwegh.
- No: 58, 59 en 60 t'samen groot 10 1/2 roeden zijn eenige huijsies vande Stad opgesteld, Memorie;
- No: 61 Willem Sandersz. 7 roeden, iii L x St.;
- No: 62 Geertruijd Cornelisdr. 4 roeden vermits haar armoede haar leven lang gedurende vergunt te bewoner om, Niet;
- No: 63 Gillis Spina, 6 3/4 roeden, iiii L i St.
- No: 64 Engel Evertsz. 7 roeden, iiii : x St.
- No: 65 Maijken Josephs 2 1/2 roeden, xxx St.
- No: 66 deselve 4 roeden, ii L xiiii St.
- No: 67 Engel Evertsz. 6 roeden, iii L vi St.
- denselven: Een jaar recognitie van dat hij uijt het voorsz. Erff, heeft betimmerd ter lengte van 19 voeten bret 10 voeten, komt voor den jare verschenen den 13 maart 1702, ii L;
- het huijsken van Jan Pietersz: gelegen nevens de twintich huijskens bij 't Willigen-bos groot 5 1/2 roeden is bij de stad, afgebroken

Beginnende over de Brugge
- No: 68 Cornelis Leendertsz, 15 3/4 r. is alle Vrij en Eijgen;
- No: 69 Jan Pietersz. Krimpen 10 r. is alle Vrij en Eijgen;
- No: 70 Leendert Cornelisz. 9 r. is alle Vrij en Eijgen;
- No: 71 Breggie Jacobsz 24 r. is alle Vrij en Eijgen;
- No: 72 Maijken @ kind'ren 4 r. is alle Vrij en Eijgen;
- No: 73 Cornelis Leend.ts, kind [-] r. is alle Vrij en Eijgen;
- No: 74 Dirck Janssen 10 r. is alle Vrij en Eijgen;
- de Erfgenamen van de hr. Wessel de Ruijter: Een jaar recognitie van het huijs en Erff buijten de Sluijspoort, verschenen den 1702, l L;
deselve Een jaar konsent, wegens het betimmeren van een kamertie aan en 't planten van vier boomen voor 't voorsz. huijs, verschenen den 15 novb. vii L.
En over de verpondinge, vi L.
- de heer Roeland de Karpentier Een jaar huur van een Erff: groot 3 roeden in 't Willigenbos, a 12 st. de r., xxxcvi St.;
- Joost Jansz: Een jaar recognitie op zijn huijs, verschenen den laatsten decemb. 1702, xxxvi St.;
- Gerrid Klaasz: Een jaar recognitie op sijn huijs buijten de Sluijspoort verschenen als voren, xxx St;
- Een jaar recognitie op het huijs laatst bij Daniel Cornelisz. gepossideerd, staande en versch: als voren, vii L x St.
- de heer Arent Sonnemaan: Een jaar recognitie van dat hem den 22e Maert 1688 is toegeaen het gebruijk van een Erff ter lengte van 52 voeten breet 24 voeten op Luijersdijk, verschenen den 22 maert 1702, x St.
xxvii Sa. van recognitien inden dorrenboom

[28][folio 70vs] Anderen Ontfang, voor Nieuwe verleende konsenten.

- de nieuwe verleende konsenten sijn met den jare 1701 ider in sijn quartier hiervoren gevoegd als in de laatst voorgaende rekeninge fol: 71 kan werden gesien, oversulx alhier, M.
xxviii Sa. nihil

[29][folio 70vs] Anderen Ontfang, van inkomen van de Stads Lamplantarens, staande in de straten door de stad, tot gerieff vande Borgerije, inden jare xvii.c en twee.

Ontfangen van Cornelis Vermeulen, volgens sijnen overgeleverden staat van de Ed.e heeren Borgermeesteren, wegens den Ontfangh bij hem gehad van 't Lantaarengeld.
- In en over de geheel maand Januarij des jaers 1702 sonder restanten 190:2:12 aff x penn: Collecteloon 19:-:4, ...;
- Van denselven de maand feb. 139:18:12 aff x penn: 13:19:12, ...
- de maand Maart 67:9:4 aff x penn 6:15:-, ....
- de maand April 59:6:8 aff x penn. 5:18:8, ....
- de maand Meij 127:-:4 aff x. penn: 12:14:-, ....
- de maand junij 95:6:8 aff x penn: 9:10:8, ....
- de maand Julij 234:6:12 aff x penn: 23:8:12, ....
- de maand Augustij 282:10:12 aff x penn. 28:5:- extra onkosten op de laatst gedane rekenn. 22:12:-, ....
- de maand Septemb. 250:1:10 aff x penn: 25:-:12, ....
- de maand Octob. 268:9:4 aff x penn. 26:16:12, ....
- de maand Novemb. 296:6:12 aff x penn. 29:12:8, ....
- de maand december 268:1:4 aff x penn. 26:16:4, ....
xxviii[xxix] Sa. van t'lantarengelt

[30][folio 71vs] Restanten van 't Lantaarngeld.

Ontfangen van de voornoemde Cornelis Vermeulen volgens den staat, opgesteld en overgeleverd als voren, wegens de bij hem ontfangen restanten
- In en over de maand Januarij 1702 15:11:4 aff x penn: Collecteloon 1:11:4, ...
- de maand februarij 47:-:4 aff x penn 4:14:4, ...
- de maand Maart 20:16:- aff x penn: 2:1:8, ...
- de maand April 3:2:- aff x penn: -:6:-, ...
- de maand Meij 4:-:- aff x penn: -:8:-, ...
- de maand Junij -
- de maand Julij -:16:8 aff x penn -:1:8, ...
- de maand Augustij/Septemb. -
- de maand October 5:-:- aff x penn -:10:-, ...
- de maand Novdemb. 21:5:- aff x penn 2:2:8, ...
- de maand decemb: 3:16:- aff x penn -:7:8, ...
xxix Sa. van restanten van t'lantarengelt

[31][folio 72] Anderen Ontfang van 't Opgestelde straat en klapgeld voor den jare xvii.c en twee.

Ontfangen van Aart Bacx wegens sijnen ontfangh van 't straat en klap-geld volgens sijne overgeleverde staaten aen de Ede.e Achtb: heeren Borgermeesteren als volgt:
1702
- over de maand Januarij 315:7:6 aff een maand Tractem.t 33:7:-
- de maand februarij 207:6:- aff Tractement 33:7:-
- de maand Maart 77:19:8 aff Tractement 33:7:-
- de maand April 94:10:4 aff Tractement 33:7:-
- de maand Meij 271:19:- aff Tractement 33:7:-
- de maand junij 201:19:12 aff Tractement 33:7:-
- de maand Julij 671:11:- aff Tractement 33:7:-
- de maand Augustij 759:8:8 aff Tractement 33:7:-
- de maand Septb. 380:6:12 aff Tractement 33:7:-
- de maand October 143:15:14 aff Tractement 33:7:-
- de maand Novemb. 262:-:2 aff Tractement 33:7:-
- van den voornoemde Aart Bacx over de maand decb. ontf. 155:6:6 aff Tractement 33:7:-
xxxi Sa. van straat en klapgelt

[32][folio 72vs] Restanten van 't straat en klap-geld d'ao. 1702 ontfangen.

Ontfangen van denselven Bacx wegens sijnen Ontfang vande restanten van 't straat en klap-geld.
- in de maand januar. 1702, lxxxvii l xv St.
... etc.
xxxii Sa. van restanten vant straat en klapgelt

[33][folio 73] Anderen ontfang van Subsidien door den heer Ontfanger van Stads Finantien Jacob Stoop alsmede van gerembourseerde penningen, door vorige gewesene, en affgegane heeren Thesauriere aan den tegenwoordigen heere Thesaurier, en rendant in deser gedaen, en overgegven &c in den jare xvii.c en twee.

1702
- den 7 Junij Ontfangen van den gewesen heer Thesaurier Johan Cletcher, de somma van twee duijsend vijff honderd guldens, in minderinge van het slot van sijn Edts. laatste en vierde gedane rekeninge dus, ii.m v.c L;
- den 30 Novemb. Ontfangen door handen van de heeren Directeurs van de Loterije op ordonnantie van haar Ed.e groot Achtb. de somma van vier duijsend guld: dus iiii.m L.
- den 23 decemb. Ontfangen door handen en op Ordonnantie als voren de Somma van twee duijsend guldens dus, ii.m L.
xxxiii Sa. van subsidie

[34][folio 73vs] Anderen ontfang van Subsidien tot het toestel van Sinodien en Classis.

xxxiiii[xxxiii] Sa. nihil

[35][folio 73vs] Anderen ontfang van Waalgeld van de Zee-Schepen.

xxxv[xxxiiii] Sa. nihil

[36][folio 74] Extraordinaris ontfang soo van erkogte huijsen en Erven mitsgaders verleenen van konsenten om eens geld, oud hout, opstal, en anders &c.

- Ontfangen van de heer mr. Johan de Witt, over ses voeten Erff door sijn Edt volgens appointement meerder als voor deser wegens 't uijtsetten van den voorgevel oop de nieuwe haven betimmerd, de soma: van ci L;
- Ontfangen van Sr. Kornelis Jansz. van Koijck over vijff en twintich en een halve voeten Erff, tot een bourdes voor sijn huijs benevens het sackedragers-huijs aen de Katarijne-poort, volgens appointement een somma van xxv L x St.
- Ontfangen van de heer Matteus Rees, over een honderd tien en een halve voeten Erff, tot een bourdes bvoor sijn huijs, aan de andere Katarijne-poort volgens appointement een somma van i.c x L x St.
- Ontfangen van Quirijn de Bruijn, over koop van 't houten-huijssie gestaen hebbende op de Pelsebrugh, xxxvii l.
xxxvi[xxxv] Sa. van vercoghte huijsen en erven

Uijtgeef jegens alle de vorenstaanden Ontfangen

den heere Thesaurier rendant in desen, heeft in den jare xvii.c en twee,
tijde deser tekeninge, aen de heer mr. Pompeus de Roovere als Thesaurier vande reparatie
tot subsidie van desselfs Comptoir van de reparatien als anders, betaald
de naarvolgende posten
1702
3 januari 8689:19:62
16 dito 1607:2:82
23 dito 4724:10:-2
1 februarij 5100:13:-2
.. etc.

Laatst gewijzigd: september/oktober/november 2017.