Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Francois Delhez
Geboren: 26-3-1855
Wonende: Singel 289 (Dordrecht)
Functie: arts
Onderscheiding: Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Uitreiking: 31 augustus 1927
Aanmerkingen:
- (11 maart 1925) Ik heb de eer Uw Excellentie te berichten dat
Dr. Francois Delhez, geb. 26 Maart 1855 in dne loop dezer maand zijn 70ste
verjaardag zal vieren. Dr. Delhez is een in alle kringen geachte persoonlijkheid
... Op 1 April zal hij na 45 jarige werkzaamheid zijn praktijk neerleggen.
Bijzonder verdienstelijk heeft Dr. Delhez zich gemaakt op heet gebied der
drankbestrijding, op welk gebied hij hier de pionier was en nog steeds de
bezielde voorvechter is. Meer dan 30 jaren geleden voor van die beweging
gewonnen, heeft hij steeds in de eerste rangen der drankbestrijders plaats
genomen. Hij is voorzitter van de Dordrechtsche Geheel
Onthoudershoudersvereeniging en sinds de oprichting in 1902 ook voorzitter van
het Centraal Drankweercomite hier ter stede dat de band vormt tusschen 14
drankbestrijdersvereenigingen van verschillende richtingen hier ter stede.
- (24 maart 1926) Naar aanleiding van Uw schrijven van 2 Maart 1926 no 11 heb ik
de eer UHoogEdelGestr. de volgende personen voor te dragen, die m.i. in
aanmerking komen voor de toekenning van eene koninklijke onderscheiding.
(1) Roland Larij, geb. 22 dec 1855 te Dordrecht, wonende aldaar St.
Jorisweg no. 3. De heer Lary is een zeer verdienstelijk schilder uit de Haagsche
School, die uitnemend werk heeft voortgebracht, waarvan meerdere stukken in het
Dordrechtsche Museum en in het Museum van Bilderbeek zijn opgenomen. Vooral als
schilder van het Brabantsch interieur en landschap heeft hij zich een goeden
naam verworven. Daarnaast heeft hij verscheidene portretten geschilderd. De Heer
Lary is bij z'n kunstbroeders, niet alleen om zijn beminnelijk karakter, maar ok
wegens zijne groote gaven zeer gezien o.a. wijlen Prof Jan Veth waardeerde hem
zeer. Zowel. z'n 60ste verjaardag, als nu onlangs in December j.l. z'n 70ste
vejraardag en 50-jarig lidmaatschap van het Teekengenootschap Pictura alhier
zijn door eene eere-tentoonstelling van z'n werken feestelijk herdacht.
Ik meen dat waar dit laatste zeldzame feest kortgeleden heeft plaats gehad, er
alle reden is de verdienste van den heer Lary te erkennen, door de toekenning
van een ridderkruis der Oranje-Nassauorde, eene onderscheiding die niet alleen
hijzelf, maar ook zijne vrienden zeer zullen waardeeren.
(2) Als tweede zou ik willen noemen Dr. Frans Delhez geb. 26 Maart 1855,
rustend dokter te Dordrecht, wonende Singel 289. Dat ik deze in de tweede plaats
noem, is niet, omdat ij hem eerst na No. 1 in aanmerking zou willen brengen,
maar uitsluitend omdat de heer Lary kortgeleden z'n jubileum vierde en dr Delhez
dat reeds in Maart 1925 vierde, toen hij ter gelegenheid van z'n 70sten
verjaardag practijk neerlegde.
Bij mijn schrijven van 11 Maart 1925 no 701 Kabinet a/d Min. v. Binnenlandsche
Zaken, dat ik U in afschrift mocht aanbieden, heb ik eene onderscheiding voor
Dr. Delhez gevraagd, echter toenmaals zonder resultaat. Waar het hier geldt een
onzer uitstekende burgers zij het mij vergunt hem nog eens onder de aandacht te
brengen met dezelfde woorden als verleden jaar. Ik schreef toen: Dr. Delhez is
een in alle kringen geachte persoonlijkheid - geen ..der(?) - hij stamt uit eene
Dordtsche familie, die nu reeds in drie geslachten de geneeskundige praktijk
alhier uitoefent. Op 1 april 1925 zal hij na 45-jarige werkzaamheid zijn
praktijk neerleggen. Bijzonder verdienstelijk heeft Dr Delhez zich gemaakt op
het gebied der drankbestrijding, op welk gebied hij hier de pionier was en nog
.....etc.....maar ik ben overtuigd, dat eene erkenning van zijne verdiensten van
Hoogerhand in dien vorm een groote voldoening voor hem zou zijn.......;
- (dd 25 maart 1927) ter voldoening aan Uw schrijven d.d. 2 Maart 1927 no. 148
heb ik de eer UHoogEdelGestr. het volgende te berichten. Reeds in mijne brieven
dd 11 Maart 1925 no 701 en 24 maart 1926 no 770 beide Kabinet mocht ik Uwe
bijzondere aandacht vragen voor eene koninklijke onderscheiding ten behoeve van
Dr. Francois Delhez, geb. 26 maart 1855 wonende alhier Singel 289.
Hoewel dit toenmaals geen resultaat had, neem ik de vrijheid andermaal de
aandacht te vestigen op dezen uitstekenden burger, die zoo onverpoosd in het
sociaal belang der gemeenschap werkzaam is geweest en ondanks zijn leeftijd nog
is.
Dr. Delhez stamt uit een algemeen geziene Dordtsche familie, die reeds in drie
generaties de dokterspraktijk alhier uitoefent. Op 1 april 1925 heeft hij na
45-jarige werkzaamheid zijnen medischen arbeid neergelegd en mocht toenmaals van
alle zijden blijken van waardeering en erkentelijkheid ondervinden.
Bijonder verdienstelijk heeft Dr. Delhez zich gemaakt op het gebied der
drankbestrijding, op welk gebied hij hier de pionier was en nog steeds de
bezielde voorvechter is en met niet weinig succes. meer dan 30 jaren geleden
voor die beweging gewonnen, heeft hij steeds in de eerste rangen der
drankbestrijders plaats genomen. Hij is voorzitter van de Dordrechtsche Geheel
Onthoudershoudersvereeniging en sinds de oprichting in 1902 ook voorzitter van
het Centraal Drankweercomite hier ter stede dat de band vormt tusschen 14
drankbestrijdersvereenigingen van verschillende richtingen hier ter stede; 21
Maart j.l. vierde hij onder alzijdige belangstelling zijn zilveren jubileum als
voorzitter van dit comité.
Ook buiten de plaats zijner inwoning was Dr. Delhez in het werk der
drankbestrijding werkzaam. Hij is secretaris der
Artsen-Geheel-Onthoudersvereeniging en heeft als zoodanig ook zitting in de
Nationale Commissie tegen het Alcoholisme, van welke vereeniging Prof.
Slotemaker de Bruine voorzitter is.
Voorts is op instigatie van Dr. Delhez het Adviesbureau Centrale Drankweer, dat
over het geheele land werkt, opgericht.
Wanneer daarbij gevoegd wordt, dat hij in woord en geschrift steeds een actief
aandeel heeft genomen in de drankweerpropaganda dan meen ik daarmee te hebben
aangetoond, dat hij in den strijd tegen de drankzonde steeds een vooraanstaande
plaats heeft ingenomen.
Niet onvermeld mag blijven, dat ook op ander publiek terrein Dr. Delhez zich
bewoog, zoo is hij van 1913 af curator van het Gymnasium te dezer stede.
Thans kom ik eraan toevoegen, dat Dr. Delhez, getrouw aan de zinspreuk "repos
ailleurs" ook na het neerleggen van z'n praktijk onvermoeid op sociaal terrein
werkzaam is. Geen nieuwe arbeid kan ondernomen worden of Dr Delhez zet er z'n
schouders onder, eenige tijd geleden heeft hij het voorzitterschap aanvaard van
de vereeniging "de Openluchtschool", die zich voorstelt hier binnenkort een
school voor tuberculose kinderen te openen.
Waar in dit bestuur alle gezindten samenwerken, moge ook dit een bewijs zijn,
hoe Dr. Delhez in alle kringen wordt gewaardeerd.
Op hoogen prijs zou ik het stellen als deze medicus ditmaal den verjaardag der
Koningin met een officierskruis der Oranje-Nassau-orde werd begiftigd. Dr.
Delhez werkt niet voor uiterlijke eer(?) maar ik ben overtuigd, dat eene
erkenning van zijne verdienste van Hoogerhand in dien vorm een groote voldoening
voor hem zou zijn.
Naast Dr. Delhez wilde ik noemen den Heer Zegert van Schelt, geboren te
Dordrecht, 2 Juni 1863, wonende alhier Cornelis van Beverenstraat 20rood.
De Heer van Schelt is van 18 Juli 1901 af tot heden, met een korte onderbreking
van Augustus 1910 tot 6 Mei 1913, lid van den Raad dezer gemeente. Hierbij is
hij van 4 September 1917 tot heden als wethouder van openbare werken werkzaam.
Als zoodanig heeft hij zich geheel en met grooten ijver aan zijn taak gegeven,
en zich zooveel op het gebied van den volkswoningbouw als op dat van
stadsuitbreiding en verkeersverbetering zeer verdienstelijk gemaakt.
Ook was hij van 21 Juni 1907 tot 1913 lid van de Provinciale staten dezer
provincie.
Met September a.s. zal de Heer van Schelt, voor goed als wethouder aftreden, in
verband met zijn leeftijd.
Ik ben overtuigd, dat, als dan op den verjaardag van de Koningin, die juist in
dien tijd valt, door toekenning van een ridderkruis der Oranje-Nassau-orde,
zijne verdienste voor de gemeente Dordrecht werd erkend, betrokkene daarvoor
zelf zeer gevoelig zou zijn, terwijl dit ook in den breeden kring der burgerij,
waar deze eenvoudige man groote populariteit en achting geniet, gaarne zal
worden gezien.
Naar aanleiding van het bij Uw bovengenoemd schrijven van 2 Maart gevoegde adres
van den Nederlandschen Bond van Sigarenwinkeliersvereenigingen (welk adres
hierbij teruggaat) deel ik U mede, dat de heer P.A.C. Hofman in zijn jongere
jaren bediende was ten kantore van de Dordtsche Bank. Een zeer ernstige
oogziekte, gevolgd door eene operatie, was oorzaak van ontslag. Zonde rmiddel
van bestaan begon hij een kleinen handel in sigaren, waarbij hij velen, die hem
op zijn treurige positie beklaagden, bereid vond hem te steunen. Zijn
gezichtsvermogen is allengs verbeterd en zijne zaken gaan goed. Hofman is iemand
van goed gedrag, fatsoenlijk en eerlijk. Hij is een flink persoon en verricht
als voorzitter van den Nederlandschen Bond van Sigarenwinkeliersvereenigingen
uitstekend, door vakgenooten zeer gewaardeerd wer. Of zijne werkzaamheden in
deze functie echter van dien aard zijn, dat reeds nu voor een koninklijke
onderscheiding, als gevraagd, aanleiding zou bestaan, meen ik te moeten
betwijfelen.
De Burgemeester van Dordrecht, (get) de Gaay Fortman.
- (2 juli 1927) Naar aanleiding van het onderhoud, dat ik gisteren met
UHoogEdelGestrenge mocht hebben, zy het my vergund nog eens in het byzonder de
aandacht te vestigen op Dr. F. Delhez, die ik by myn brief van 25 Maart j.l. nr.
809 Kabinet voordroeg voor de toekenning van eene koninklyke onderscheiding ter
gelegenheid van den eerstvolgenden verjaardag van H.M. de Koningin. In dit
schryven schetste ik uitvoerig de verdienste van betrokkene, vooral op het
gebied der drankbestryding. Wat in dit opzicht in de laatste 25 jaren te
Dordrecht bereikt is, en dat is niet weinig, is in de eerste plaats aan zyn
bezielende leiding te danken. Dr. Delhez is een warm sociaalvoelend man, die
zonder ooit zichzelf te zoeken, altyd gereed staat, om zyne ryke gaven van hart
en verstand in dienst te stellen van elk menschlievend doel. Zooals ik U
mondeling meedeelde, zal, indien Dr. Delhez op de lyst van de uitverkorenen op
31 Augustus voorkomt, de algemene opinie hier ter stede zyn, dat zelden eene
decoratie meer verdiend is. Van harte hoop ik, dat U hierin aanleiding zult
kunnen vinden;
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht
8A1945-3133/3134 (over 1920-1930))
(bron: Dordrechtsche Courant 30-8-1927)
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.