Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Petrus van Noort
Geboren: 16-9-1877
Wonende: Dubbeldamseweg 175 (Dordrecht)
Functie: tuinder
Onderscheiding: eremedaille verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in
goud (K.B. 19-4-1948)
Uitreiking: 22 april 1948 door de Commissaris der Koningin
Aanmerkingen:
- (Zwijndrecht 23 Februari 1948) In het voorjaar 1948 zal
de Vereniging 'Groenten- en Fruitveiling Zwijndrecht en Omstreken' haar
30-jarig bestaan herdenken. Uit de kring van het veilingbestuur vraag men mij in
verband hiermede te willen bevorderen, dan aan één of meer personen, welke in
de veiling leiding geven, ter gelegenheid van dit jubileum een Koninklijke
onderscheiding wordt verleend. Ik heb gaarne aan dit verzoek voldaan. Beide
personen, welke in dit verband worden genoemd, zijn woonachtig in Uw gemeente.
Ik meen daarom goed te doen U een doorslag van de betreffende correspondentie
ter kennisneming te doen toekomen. Ik verzoek U beleefd voor zoveel nodig Uwe
medewerking te willen verlenen. De Burgemeester van Zwijndrecht.
- (Zwijndrecht 23 Februari 1948; aan de Commissaris der Koningin) Tegen
het einde van April 1948 zal de Vereniging 'Groenten- en Fruitveiling
Zwijndrecht en Omstreken' haar 30-jarig bestaan herdenken. Gelijktijdig zal
het dan 45 jaar geleden zijn, dat in Zwijndrecht met het veilen van groenten en
fruit werd aangevangen.
De bevolking te dezer plaatse bestaat voor een groot deel uit tuinders; het
jubileum trekt dan ook in brede kring zeer de aandacht en zal met veel
enthousiasme worden gevoerd. Ook in de omgeving zal dit zeer de aandacht
trekken, omdat de tuinbouwers uit de aangrenzende gemeenten grotendeels eveneens
in de Zwijndrechtse veiling georganiseerd zijn.
Naar mij uit de kring van het veilingbestuur wordt medegedeeld, zou de
tuindersstand het wel zeer waarderen, indien ook het provinciaal bestuur voor
het komende jubileum belangstelling wilde tonen en voorts ook, dat de
landsregering haar waardering voor het veilignwezen ter plaatse zou willen
kenbaar maken door het verlenen van een koninklijke onderscheiding aan één of
meerdere personen, welke daarin voor langere of kortere tijd leiding hebben
gegeven. Daarvoor zouden dan in aanmerking kunnen komen:
(a) de heer S. van Rees, gedurende 30 jaren directeur-veilingmeester,
wonende te Dordrecht, Krispijnseweg 93 en/of
(b) P. van Noort, een der oudste en meest op de voorgrond tredende
tuinders, wonende te Dordrecht, Dubbeldamseweg 175.
Nadere inlichtingen nopens deze beide heren gelieve U aan te treffen op de
bijlagen.
Aan het verzoek om medewerking in deze, voldoe ik gaarne. Ik moge U daarom
beleefd verzoeken wel te willen bevorderen, dat aan één of beide heren een
Koninklijke onderscheiding wordt verleend. De burgemeester der gemeente
Dordrecht heb ik terzake ingelicht. Ik verzocht hem tevens voor zoveel nodig
eveneens medewerking te willen verlenen. Mocht aan het
verzoek kunnen worden voldaan, dan zou ik het wel zeer waardering, indien de
koninklijke onderscheiding bij gelegenheid van de op 22 April 1948 te houden
jubileum-bijeenkomst door mij mocht worden uitgereikt. Ingeval het bezwaar
ontmoet om in dit geval een koninklijke onderscheiding te verlenen, dat ware
mogelijk te overwegen of wellicht op enige andere wijze de regering van haar
belangstelling voor dit jubileum zou kunnen doen blijken. In tuinbouwkringen zou
dit wel bijzonder op prijs gesteld worden. De Burgemeester
van Zwijndrecht (get.) C. Slobbe.
[BIJLAGE] Enige gegevens betreffende PETRUS VAN NOORT van beroep tuinder,
geboren 16 September 1877, en wonende te Dordrecht, Dubbeldamseweg 175.
De vader van Petrus van Noort, wijlen de heer H. van Noort had omstreeks 1880 al
een flinke tuinderij van 42 H.A. Het was toen uitsluitend koud-grond-cultuur. De
producten van deze tuinderij vonden afzet op de markt te Rotterdam, waar ze
gewoonlijk door de Vrouw en Moeder werden verkocht. Zij gaf daar haar ogen
goed de kost, en werd min of meer jaloers op de tuinders, die uit Delft kwamen.
Want door dat er in die streek reeds tamelijk veel glas was, konden die op alle
mogelijke tijden glas-producten als spinazie, postelein, bloemkool, komkommers,
e.d. aanbieden. Zij stelde haar man voor eens in Delft te gaan kijken, wat van
Noort gedaan heeft. Het gevolg van dit bezoek is geweest, dat hij met de
glas-cultuur is begonnen.
In 1894 is Petrus zelfstandig gaan tuinen. Zijn land was groot 1.25 H.A. en van
zijn vader kreeg hij 10 ramen. De jonge Petrus had echter zelf een kleine
spaarpot en schafte zich in totaal 200 ramen aan. Het was toen voor de
koud-grondcultuur een slechte tijd. De prijzen waren zo laag, dan zij meermalen
de onkosten van poten en zaaien niet opbrachten. Petrus zag dan ook wel in, dat
hij er zo niet komen zou, maar dat hij het van het glas moest hebben. Kort na
zijn huwelijk, in 1897 ging hij naar zijn vader, en vroeg hem wat geld te leen,
daar hij zich meer glas wenste aan te schaffen. Hij kreeg het, en reeds 2 jaar
later kon hij het geld terugbrengen. Hij had het niet meer nodig, en kon zich
zelf wel redden.
Door noesten vlijt, en onverdroten ijver, gepaard aan goed doorzicht, groot
organisatietalent en een uiterst sober leven, heeft hij in enkele jaren
een groot bedrijf uitgebouwd, zodat hij reeds voor 1910 5.000 ramen op zijn
bedrijf had. Er kon er niet één meer bij.
In 1924 heeft hij een perceel land gekocht van 4.50 H.A. met huis, dat hij in
1926 in bedrijf genomen heeft. BNinnen een paar jaar werd het aantal ramen
opgevoerd tot ruim 10.000. Vanzelfsprekend moest toen ook het aantal rietmatten
en de verdere inventaris uitgebreid worden. Bijzondere opmerking verdient het
feit, dat al de raamlijsten in dit bedrijf en dat zijn er veel meer dan 10.00,
omdat ook de slijtage moest worden bijgehouden, op het bedrijf zelf, onder
leiding van Van Noort in elkaar werden gezet. Zo werden b.v. ook alle rietmatten
gebreid.
In dit alles heeft Van Noort, wat de tuinbouwcultuur betreft baanbrekend werk
verricht, en gaf zijn voorbeeld aan andere tuinders een sterke stimulans. Jaren
lang was hij primus interparis, en kan zijn bedrijf tot een voorbeeld worden
gesteld. Zijn bedrijf heeft nog de liefde van zijn hart, en de toewijding van
zijn geest, en ondanks zijn nu 70-jarige leeftijd, zal hij het nimmer dan
noodzakelijk verlaten. Het spreekwoord: "Het oog van de meester, maakt het
paard vet." wordt hier ten volle in toepassing gebracht.
In de opkomst van dit bedrijf in die 50 jaren, weerspiegelt zich ook de opkomst
van de tuinbouw, als bedrijfstak. Alle methoden van 'afzet' werden meegemaakt.
Eerst werd nog enkele jaren naar Rotterdam gevaren met een schuit. Vevrolgens
werd deze schuit - die ongeveer 2000 kg kon laden, en met roeispanen moest
worden voortbewogen - vervangen door paard en wagen. Daarna begon de openbare
afslag in Zwijndrecht. van Noort veilde eerst zijn producten bij de Vereniging
"Zwijndrechts Belang",daan bij "De Volharding". Van deze
laatste vereniging was Van Noort Bestuurslid.
In 1907 werden deze beide verenigingen samengevoegd tot het "Zwijndrechts
Veiling Comité". Ook van deze vereniging is Van Noort nog enige jaren
bestuurslid geweest. Hij is toen echter weggewerkt, onder het voorwendsel, dat
hij geen Zwijndrechter was, maar vermoedelijk omdat hij te veel activiteit
ontplooide.
Op deze periode volgt er een tijd, dat Van Noort niet aan het organisatieleven
deel nam. Zijn groeiend bedrijf en groot gezin, waren oorzaak, dat hij moeilijk
van huis kon. Omstreeks 1912 nam de teelt van groene komkomeers toe, die
verkocht werden aan exporteurs te Rotterdam. Daar de prijzen der andere
producten naar zijn zin te laag waren, is hij begin 1915 in Rotterdam gaan
veilen. Zijn omzet bedroeg daar in 1915 f 8000, in 1916 f 12000. Het vervoer
naar Rotterdam geschiedde per motorschuit, In 1917 werden vaste prijzen voor de
producten vastgesteld en had het dus geen zin meer om grote kosten te maken voor
het vervoer naar Rotterdam. Daar ondertussen ook een veiling in Dordrecht
opgericht was, heeft hij daat de eerstvolgende jaren geveild.
In 1926 is hij lid van de Vereniging "Groenten- en
fruitveiling Zwijndrecht en omstreken". In 1942 werd hij in het bestuur
dezer vereniging gekozen. Sinds 1944 heft hij zitting in het Dagelijks Bestuur.
Aan de opbouw van deze veiling en aan het hooghouden van het Veilingpincipe
heeft hij krachtig medegewerkt.
In totaal is door hem aan de Zwijndrechtse veiling geveild geworden een bedrag
van f 963.943.56.
Op zijn bedrijf werkt 9 man personeel. Hij heeft 5 zoons, die allen in de
tuinbouw werkzaam zijn, waarvan 2 nog in eigen bedrijf.
- (Dordrecht 1 Maart 1948; Commissariaat van Politie) Onder terugzending
van het schrijven van de Burgemeseter van Zwijndrecht d.d. 23 Februari jl. met
bijgevoegd afschrift-schrijven, gericht aan de Heer Commisaris der Koningin in
deze provincie en bijlagen, mij om advies in handen gesteld bij Uw apostille dd
26-2-1948, No. 1908 Kabinet, heb ik de eer Uedelachtbare het volgende te
berichten:
(1) Van REES, Schilleman, geboren te Maassluis 18.11.1894, wonende te
Dordrecht, Krispijnseweg 93 rood, staat op maatschappelijk gebied alleszins
gunstig bekend, terwijl in politiek opzicht tijdens de bezetting eveneens niets
te zijnen nadele is gebleken. Bij informatie ter Griffie der
Arrondissements-Rechtbank te Rotterdam staan geen strafvonissen te zijnen name
ingeschreven.
Aan zijn grote activiteit en stuwkracht als veilingmeester gedurende 30 jaren is
het voor een groot deel te danken, dat de Zwijndrechtse veiling tot grote bloei
is gekomen, zoals uit de bijgevoegde toelichting kan blijken, hetgeen voor de
tuinders van Zwijndrecht en dus ook in het algemeen van groot belang voor die
gemeente kan worden geacht. naar mijn mening is de toekenning van een
Koninklijke onderscheiding aan voronoemde persoon alleszins gerechtvaardigd.
(2) Van NOORT, Petrus, geboren te Dordrecht 16.9.1877, is woonachtig te
Dordrecht aan de Dubbeldamseweg 175 en oefent aldaar zijn tuindersbedrijf uit.
Bij mijn administratie is niets te zijnen andele bekend, terwijl zijn naam niet
voorkomt in de kartotheek der P.R.A. Bij informatie ter Griffie der
Arrondissements-Rechtbank is gebleken dat hij geen strafvonissen te zijnen laste
eheft. Overigens staat Van NOORT mede in maatschappelijk opzicht gunstig bekend.
Betreffende de eventuele toekenning aan betrokkenen van een Koninklijke
onderscheiding ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de Zwijndrechtse
Groenten-en Fruitveiling, moge echter het volgende door mij worden opgemerkt:
Zoals uit de bijgevoegde toelichting kan worden opgemaakt veilde Van NOORT in
1907 zijn producten te Zwijndrecht, doch van 1915 tot 1917 te Rotterdam en vervolgens gedurende enige jaren in Dordrecht om tenslotte in 1926 lid te worden
van de Zwijndechtse veiling, waarin hij in 1942 tot bestuurslid werd gekozen.
Hoewel men zeer zeker waardering kan gevoelen voor de ijver en noeste vlijt door
Van NOORT aan de dag gelegd bij de opbouw van zijn bedrijf, waardoor hij tevens
tot voorbeeld is geweest voor andere tuinders, ben ik van mening, dat hij
hiermede in de eerste plaats opvoering van eigen productie en daardoor
vergroting van de eigen onderneming heeft beoogd en eventueel de behartiging van
de belangen der Zwijndrechste veiling daarbij eerst in de tweede plaats kwam.
Wellicht zijn er Zwijndrechtse tuinders, die gedurende langerre tijd dan van
NOORT hun producten aldaar hebben geveild.
Het wil mij dan ook vorkomen, dat moet worden betwijfeld of in de herdenking van
het 30 jarig ebstaan van meergenoemde vereniging aanleiding kan worden gevinden
om Van NOORT te begiftigen met een Koninkijke onderscheiding, omdat m.i. zijn
ondernemingslust niet in de eerste plaats was gericht op de meerdere bloei van
de Zwijndrechtse veiling, hoezeer, zoals gezegd, diens energie en werklust kan
worden gerespecteerd. De Commissaris van Politie.
- ('s-Gravenhage 22 April 1948; aan burgemeester van Dordrecht) Hierbij
hen ik de eer U mede te delen, dat bij Koninklijk Besluit van 19 April 1948, No.
3, is verleend de Ere-Medaille, in goud aan P. van NOORT te Uwent, tuinder van
beroep. Aan betrokkene zal op de dag, waarop het 30-jarig bestaan van de
Vereniging "groenten- en Fruitveiling Zwijndrecht en Omstreken" wordt
herdacht, 22 April, door de Commissaris der Koningin in de Provincie
Zuid-Holland deze onderscheiding worden uitgereikt. Publicatie dezer
onderscheiding zal plaats vinden in de Nederlandse Staatscourant van 31 Mei a.s.
De Minister.
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1960-2287
(over 1948))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.