Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
D. Hoebee Pzn
Geboren: -
Wonende: (Dordrecht)
Functie: firmant in de scheepsbouwwerf De Rijn
Onderscheiding: -
Uitreiking: -
Aanmerkingen:
- (Dordrecht 23 januari 1927) Bij Apostille no 800 (kabinet) dd
15 Januari 1927, werd ter fine van advies in mijne handen gesteld de stukken,
betrekking hebbende op het verzoek van den heer P. Hoebée Dzn te Amsterdam aan
Z. Ecx. den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid om zijn vader, den heer D.
Hoebée Pzn aan H.M. de Koningin voor te dragen voor een Koninklijke
onderscheiding en wel voor benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Onder terugzending van deze bescheiden heb ik de eer U Ed achtb te berichten,
dat ik den heer D. Hoebee slechts betrekkelijk oppervlakkig ken, en wel als
plaatsvervangend lid der Commissie van Deskundigen voor de Rijnvaart, op in te
gaan - gaarne wil ik desgewenscht mondeling nadere toelichten - doch zeker is
het, dat directie der fa Hoebee door deze ...(?) in en zeer slecht daglicht is
geplaatst zoo zelfs, dat Uw ambtsvoorganger Mr Wijtema, vebrood voortaan bijde
fa Hoebee te laten repareeren. De heeren Wethouders Stoop en van ...(?) zullen
zich deze zaak nog wel ...... van Hoogstraten, havenmeester;
- (Dordrecht 29 januari 1927) Naar aanleiding van Uw apostille dd 18 Jan 1927
kab. n. 28, inzake het verzoek van de Heer P. Hoebee Dzn te Amsterdam, om eene
Koninklijke onderscheiding toe te kennen aan zijn vader den Heer D. Hoebee Pzn
alhier, firmant in de scheepsbouwwerf De Rijn heb ik de eer U Hoog Edel gestr
het volgende te berichten.
De Heer D. Hoebee Pzn is noch als zakenman, noch in het maatschappelijk leven op
eene dus danige wijze naar over gekomen, dat er aanleiding is tot eene
bijzondere onderscheiding ter gelegenheid van het bereiken van zijn 65ste
levensjaar. Waar de Heer Hoebee bovendien ook als plaatsvervangend lid van de
Commissie voor de Rijnvaart nimmer tot eenige arbeid geroepen werd, acht ik geen
termen aanwezig het verzoek van zijn zoon te ondersteunen. De Burgemeester van
Dordrecht.
- (Arbeidsinspectie 10de district, Hoge Nieuwstraat 53; Dordrecht dd 26 januari
1927) In verband met Uw nevenvermeld schryven en onder terugzending der bylagen
deel ik U mede, dat in 't algemeen de Arbeidsinspectie hare bemiddeling by het
voordragen van Kon. Onderscheidingen slechts verleent, indien ondubbelzinnig
blykt, dat een "candidaat" byzondere verdiensten heeft jegens zyne
arbeiders.
Van eenig op den voorgrond treden van den persoon der Heeren D. Hoebee Pzn op
sociaal gebied is my echter niets bekend. Voor zoover ik heb kunnen nagaan heeft
hij zich niet op eene byzondere wyze onderscheiden in de behandeling zyner
arbeiders, noch ten goede noch ten kwade. De in het adres genoemde argumenten
geven my evenmin vrijheid de heer Hoebee voor eene onderscheiding aan te
bevelen. Dat dit ebdrijf aan circa 150 arbeiders werk verschaft in nirmale
tyden, is lichtelijk overdreven. Volgens de my ten dienste staande gegevens
werkten er in 1910 t/m 1914 (voor den oorlog) ongeveer 10 menschen. In Mei 1917
was dit aantal 83; in 1918, 1919 en 1920 bestond het personeel uit resp. 70, 84
en 100 arbeiders. Het jaar 1923 vermeldt 62 man. In het jaar 1924 was het aantal
70, doch was in Juni aangegroeid tot 140, het hoogste cyfer, dat ooit behaald
werd. In Febr. 1925 was het teruggeloopen tot ...(?), in Sept van hetzelfde jaar
85, terwijl in juli 1926 nog 53 werkzaam waren. Momenteel werken er 92
arbeiders.
Ik meen te mogen betwyfelen of in het bekleeden van het plaatsvervangend
lidmaatschap van de Commissie voor de Rijnvaart te Dordrecht voldoende
verdienste zit om dit aan te halen als argument voor het toekennen eener
Onderscheiding. Evenmin is my duidelijk het verband tusschen den leeftyd van den
heer Hoebee en het men-pensioen-gaan der ambtenaren.
Ik neem aan, dat de heer Hoebee zijn plicht verwaarloozen, indien het andes
ware. Ikkan dit niet als eene byzondere verdienste aanmerken. Ik beschouw hem in
zooverre als een verdienstelijk man voor de gemeenschap, dat hij aan 10-tallen
gezinnen een bestaan hielp verschaffen, ofschoon dit zeker niet geschiedt uit
philantropie. Of de heer Hoebee nog andere verdiensten heeft voor de
gemeenschap, is my niet bekend.
Dat de zoons van dne heer Hoebee het aangenaam en vleiend zouden vinden, indien
zy hun vader tot Officier in de Oranje-Nassau-orde zagen benoemd, kan ik me
indenken, doch ik ben tevens van meening, dat men met het toekennen dezer
Onderscheiding niet al te vrijgevig moet zyn. Acht U den heer Hoebee echter deze
Onderscheiding waardig, dan zal ik daartegen geen bezwaar inbrengen, doch zou ik
het wel op prys stellen, dat U by uwe voordracht deedt uitkomen, dat ik daartoe
myne medewerking niet heb verleend. De Hoofdinspecteur van den Arbeid.
- (Aan Hoofdinspecteur van den Arbeid; Dordrecht 25 januari 1927) D. Hoebee
Pzn... Burgemeester van Dordrecht
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3133
(over 1920-1930))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.