Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)


Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);
;

(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)

Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)

Hendrikus Rijkelijkhuizen

Geboren: 5-9-1879 te Gouda
Wonende: Violenstraat 21 (Dordrecht)
Functie: agent van politie
Onderscheiding: eremedaille in de Orde van Oranje-Nassau
Uitreiking: 1936

Aanmerkingen:
- (Dordrecht 14 Maart 1936) De Hoofdagent van Politie-rechercheur, Hendrikus Rijkelijkhuizen, geboren te Gouda 5 September 1879, is ruim 31 jaren in Politiedienst dezer gemeente werkzaam. Op 20 Februari 1905 werd hij hier aangesteld tot Agent van Politie 2e klasse, den 24 April 1911 bevorderd tot Agent van Politie 1e klasse-rechercheur en den 1 December 1914 bevorderd tot Hoofdagent van Politie-rechercheur. Hij is een der politebeambten in het Korps, die door onverflauwde activiteit en de wijze waarop hij zijn dienst verricht, zich steeds heeft doen kennen als een politieman met groot plichtsbesef en van onkreukbare trouw. Sedert jaren belast met den recherchedienst, gaf hij blijken van een schrander en uitstekend rechercheur te zijn, die, thans behoorende tot een der oudsten in het Korps, ook nu nog veel ijver en toewijding voor den dienst aan dne dag legt en als voorbeeld voor jongeren mag worden gesteld.
Aangezien RIJKELIJKHUIZEN, na eene ziekte in 1934, een minder goede gezondheid geniet, bestaat bij hem het voornemen om binnen afzienbaren tijd den Politiedienst, met recht op pensioen, te verlaten. Zijn ambitie voor het politievak en de bijzondere goede diensten daarin door hem bewezen, geven mij aanleiding hem een bewijs van waardeering daarvoor waardig te keuren.
Ik meen derhalve UEdelAchtbare te mogen voorstellen hem in aanmerking te doen komen voor een Koninklijke onderscheiding - (zoo mogelijk de zilveren medaille der Orde van Oranje Nassau) -, hem te verleenen ter gelegenheid van de a.s. verjaring van Hare Majesteit de Koningin, of zijn veel eerder in verband met een voor dien tijd eventueel verlaten van den dienst der gemeente.
Ik ben er van overtuigd, dat deze onderscheiding door hem op zeer hoogen prijs zal worden gesteld. De Commissaris van Politie.
- (Dordrecht 16 Maart 1936) Het moge mij geoorloofd zijn de aandacht van Uwe Excellentie te vragen voor de volgende aangelegenheid.
De Hoofdagent van Politie - rechercheur, Hendrikus Rijkelijkhuizen, geboren te Gouda 5 September 1879 en wonden Violenstraat 21 alhier, is ruim 31 jaren in dne dienst van de politie dezer gemeente werkzaam. Op 20 Februari 1905 werd hij hier aangesteld tot Agent van Politie 2de klasse, den 24ste April 1911 werd hij bevorderd tot Agent van politie 1ste klasse - rechercheur en den 1sten December 1914 tot Hoofdagent van Politie - rechercheur.
Hij heeft zich steeds doen kennen als een uitstekend politieman met nimmer verflauwende acitiviteit, groot plichtsbesef en onkreukbare trouw. Hij gaf in den recherchedienst blijken van groote schranderheid. Wegens zijn toewijding en zijn ijver mag hij als een voorbeeld voor de jongeren worden gesteld.
Na een ziekte in 1934 geniet hij thans een minder goede gezondheid. Hij heeft het voornemen om binnen afzienbaren tijd den politiedienst met recht op pensioen te verlaten.
Ik meen, dat zijn groot ambitie voor het politievak en de bijzonder goede diensten, daarin door hem aan de gemeente bewezen, aanleiding mogen zijn om hem de toekenning van een bewijs van waardeering waardig te keuren. Het is om bovengenoemde redenen, dat ik Uwe Excellentie beleefd verzoek te willen bevorderen, dat hem ter gelegenheid van de a.s. verjaardag van Hare Majesteit de Koningin eene onderscheiding, welke m.i. zou moeten bestaan in de zilveren medaille der Oranje Nassau Orde, worde verleend. De Burgemeester van Dordrecht (get.) de Gaay Fortman.

- (Dordrecht 11 Maart 1937) Den 15en Mei 1905 werd de Hoofdagent-Rechercheur van Politie Bastiaan van den Bout, geboren te Schiedam 22 April 1877, alhier aangesteld tot Agent van Politie 2e Klasse. Hij is derhalve bijna 32 jaren in Politiedienst dezer gemeente werkzaam en een der oudsten in het Corps. Hij is immer geweest een zeer actief en trouw politiebeambte, die, in verband met zijne uitstekende hoedanigheden, voornamelijk bij den recherchedienst, den 16 maart 1915 werd bevorderd tot Agent van Politie/rechercheur, den 1 Januari 1917 tot Agent-Majoor-recheurcheur van Politie en den 1 Januari 1919 tot Hoofdagent-rechercheur van Politie.
Met onverflauwden ijver en veel plichtsbesef verricht hij nog steeds naar mijne volle tevredenheid zijn dienst. Van den Bout, die een goede gezondheid geniet heeft nog niet het voornemen den Politiedienst binnen afzienbare tijd te verlaten. Zijne uitstekende diensten daarin bewezen, zijn toewijding en onkreukbare trouw geven mij aanleiding hem daarvoor thans een bewijs van waardeering waardig te keuren.
Ik meen dan ook UEdelAchtbare te mogen voorstellen hem in aanmerking te doen komen voor een Koninklijke onderscheiding (zoo mogelijk de zilveren medaille in de Orde van Oranje-Nassau) hem te verleenen ter gelegenheid van de a.s. verjaring van Hare Majesteit de Koningin.
De onderscheiding zal naar mijne overtuiging door VAN DEN BOUT op zeer hoogen prijs worden gesteld. Reeds vorig jaar heb ik gemeend hem bij U voor deze onderscheiding te moeten voordragen, tegelijk met collega H. RIJKELIJKHUIZEN. Aangezien deze echter 3 maanden(?) langer in dienst is, en slechts één gegadigde mocht worden voorgedragen, is toen besloten dat RIJKELIJKHUIZEN - (Hij inmiddels de onderscheiding verworven heeft) - zou voordragen en dat B. VAN DEN BOUT in 1937 zou worden voorgedragen. De Commissaris van Politie.

(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3142 en 3144 (over 1930-1940))

Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.