Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Karel Johannes Julianus Lotsy
Geboren: 3-3-1893 te Baltimore
Wonende: Singel 295 (Dordrecht), Heemraadsingel 184 (Rotterdam)
Functie: directeur N.V. Brandverzekering Maatschappij Holland van 1859
Onderscheiding: Officier in de Orde van Oranje-Nassau (K.B. 10-10-1936 no.
22)
Uitreiking: -
Aanmerkingen:
- K. LOTSIJ, geboren 1872 als zoon van K.J.J. Lotsij, die in 1859
de N.V. Brandverzekering Maatschappij 'Holland' te Dordrecht oprichtte. In 1890,
na verblijf ter opleiding in Amerika, als volontair bij de 'Holland' begonnen en
in 1896 benoemd tot Directeur, als opvolger van zijn Vader, waardoor de Directie
voortaan bestond uit de H.H. P.J. de Kanter en K. Lotsij. De Maatschappij was
toen nog klein: het premie inkomen over 1895 had bedragen ruim f 135.000, het
reserve fonds per 31 December 1895 f 83,500.
Onder het bestuur van K. LOTSIJ nam de 'Holland' geleidelijk aan in grootte en
daarmede in beteekenis toe. Behalve de normale ontwikkeling werkten in
belangrijke mate mede de diverse overeenkomsten tot samenwerking met andere
Maatschappijen, welke, in diverse vormmen, allen geheel het werk van LOTSIJ zijn
geweest. Te vermelden zijn hier:
* de overneming van alle aandeelen van de Nederlandsche Brandassurantie
Maatschappij De Salamander van 1888 te Amsterdam, welke in 1905 haar beslag
kreeg,
* de aankoop van de portefeuille van de Gorinchemsche Brandwaarborg Maatschappij
te Gorinchem in 1916,
* de zeer belangrijke overeenkomst tot samenwerking met de N.V. Haarlemsche
Brandverzekering Maatschappij van 1846 te Haarlem in 1920 en
* met de N.V. 's-Hertogenbossche Brandwaarborg Maatschappij van 1841 te
's-Hertogenbosch in 1924,
* terwijl tenslotte in 1931 de portefeuille van de Onderlinge Kamper
Brandwaarborg Maatschappij te Kampen werd overgenomen.
Vooral de fusie met de Haarlemsche en 's-Hertogenbossche Maatschappijen was zeer
belangrijk. De 'Holland' bekleedt in dit concern de leidende functie.
Men kan de beteekenis van LOTSIJ, die, als Directeur, onafgebroken in functie is
geweest tot nu toe, ook afleiden uit de jaarcijfers.
Het premieinkomen met dat van de samenwerkende Maatschappijen bedroeg over 1932
ruim f 1.738.000 en de reserven der Maatschappijen per 31 Decemebr 1932 ruim f
2.400.000. De werkkring der Maatschappij, welke in 1896 beperkt was tot
brandverzekering, is uitgebreid tot de branches: inbraak, bedrijf, storm,
waterleidingschade, huurderving, onbewoonbaarheid, ongevallen en wettelijke
aansprakelijkheid.
In de Assurantie wereld neemt LOTSIJ een eerste plaats in. Hij is voorzitter van
de Vereeniging van Nederlandsche Brandverzekeraars en bekleedt het
voorzitterschap van tal van sub-commissies in deze Vereeninging, waarvan de
groote 'Provinciale' Maatschappijen als De Nederlanden van 1845, De Utrechtsche
Algemeene Brandwaarborg Maatschappij en De Onderlinge Brandwaarborg
Maatschappij, Directie de Jong & Co, lid zijn.
Hij is voorts lid van de Commissie voor het ENGELSCH BRANDTARIEF voor
'Industrieele risico's in Holland' te Rotterdam, vice-voorzitter der Vereeniging
voor Verzekerings Wetenschap, te Amsterdam en voorzitter der Combinatie voor de
Verzekering van Goederen in Pakhuizen te Amsterdam en Rotterdam.
Het lidmaatschap van al deze besturen kost LOTSIJ zeer veel tijd, zoodat men
gerust kan zeggen, dat hij tenminste eens per week in Amsterdam, 's-Gravenhage
of Rotterdam een vergadering presideert of bijwoont, waar de algemeene belangen
van het vak behartigd worden.
Het HOLLAND concern behoort thans tot de drie grootste Brandverzekering
Maatschappijen in Nederland.
- (Dordrecht 16 April 1936) Onder terugzending van het bij bovengehaalde
apostille toegezonden schrijven heb ik de eer Uwe Excellentie het volgende mede
te deelen.
Op 1 Mei a.s. zal het 40 jaar zijn geleden, sinds de heer Karel Lotsy, wonende
alhier Singel 295, Directeur van de Naamlooze Vennootschap Brandverzekering
Maatschappij Holland van 1859. In 1890 trad hij, na een verblijf ter opleiding
in Amerika, als volontair bij de 'Holland', welke door zijn vader was opgericht,
in dienst en in 1896 volgde hij zijn vader als Directeur op. De Directie kwam
toen in handen van den heer P.J. de Kanter en hem. De heer Lotsy heeft zijn
beste krachten gewijd aan den groei dier Maatschappij en aan de bevordering van
het assurantiewezen in het algemeen. Niet alleen is de werkingssfeer der
Maatschappij, welke aanvankelijk tot brandverzekering beperkt was, uitgebreid
tot bijna alle takken van verzekering (met uitzondering van verzekering op het
leven), maar ook zijn onder persoonlijke leiding van den heer Lotsy in den loop
der tijden tal van dusies tot stand gebracht en kleinere Maatschappijen
overgenomen, zoodat thans de 'Holland' tot een der grootste Nederlandsche
Brandverzekering Maatschappijen gerekend mag worden. Zoo werden 1915 alle
aandeelen van de Nederlandsche Brandassurantie Maatschappij De Salamander van
1888, te Amsterdam, overgenomen; in 1916 werd de portefeuille van de
Gorinchemsche Brandwaarborg Maatschappij te Gorinchem aangekocht; in 1920 werd
de zeer belangrijke overeenkomst gesloten tot samenwerking met de N.V.
Haarlemsche Brandverzekering Maatschappij van 1846 te Haarlem en in 1924 die met
de N.V. 's-Hertogenbossche Brandwaarborg Maatschappij van 1841 te
's-Hertogenbosch. In 1931 verwierf de Holland zich de portefeuille van de
Onderlinge Kamper Brandwaarborg Maatschappij te Kampen en
in 1935 het geheele aandeelenkapitaal der mede te Dordrecht gevestigde N.V.
Algemeene Verzekering Maatschappij MERWEDE (in hoofdzaak
transportverzekering).
Met de volgende cijfers moge de groei van het bedrijf worden aangetoond. Het
premie-inkomen bedroeg in het jaar, voordat de heer Lotsy Directeur werd, ruim f
135000 terwijl het reservefonds per 31 December 1895 te boek stond voor f 83500.
Over 1935 heeft het premie-inkomen, met dat der met haar samenwerkende
maatschappijen aanzienlijk meer dan f 2.000.000 bedragen, terwijl de reserven
van het concern bijna drie millioen gulden bedragen. De uitbreiding van het
personeel heeft daarmede gelijken tred gehouden. In 1890 bestond het personeel
uit 4 man, thans zijn er 88 personen in dienst der Maatschappij, terwijl er bij
het geheele concern 128 beambten werkzaam zijn.
De heer Lotsy heeft zijn groote kennis en ervaring niet alleen in dienst gesteld
van de door hem met zooveel succes geleide Dordtsche onderneming, doch deze ook
ten goede doen komen aan het verzekeringswezen in het algemeen.
Hij is voorzitter van de Vereeniging van Nederlandsche
Brandverzekeraars en bekleedt als zoodanig het voorzitterschap van tal van
commissies uit haar midden. Leden van die vereeniging zijn de groote Provinciale
Maatschappijen als:
* de Nederlanden van 1845
* de Utrechtsche Algemeene Brandwaarborg Maatschappij
* de N.V. Nederlandsche Maatschappij van Brandverzekering te Tiel e.a.
Hij is voorts lid van de Commissie voor het Engelsch Brandtarief voor
Industrieele risico's in Nederland, te Rotterdam, vice-voorzitter der
Vereeniging voor Verzekeringswetenschap, te Amsterdam, voorzitter der Combinatie
voor de Verzekering van Goederen in Pakhuizen te Amsterdam en Rotterdam en lid
der Sprinkler-commissie te Amsterdam.
Uit deze opsomming moge blijken, welek waardeering men in vakkringen koestert
voor de werkkracht, het helder inzicht en de groote ervaring van den heer Lotsy.
In het vorenstaande vind ik aanleiding Uwe Excelelntie te verzoeken in de
onderhavige aangelegenheid een gunstig advies aan den heer Minister van Justitie
te willen uitbrengen. De Burgemeester
van Dordrecht (get.) Bleeker.
- (Dordrecht 5 October 1936) Onder terugzending van het schrijven van
Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mij in
handen gesteld bij Uwe apostille dd. 1 dezer, no. 1266 Kabinet, heb ik de eer
UEdelAchtbare het volgende mede te deelen:
De Heer Karel Johannes Julianus Lotsy, Directeur van de Brandverzekering
Maatschappij Holland van 1859, gevestigd aan de Wijnstraat 112 alhier, geboren
te Baltimore 3 Maart 1893, werd op 5 Mei 1917, komende van Haarlem, in het
Bevolkingsregister dezer gemeente ingeschreven en den 25 Februari 1936
afgeschreven naar Rotterdam, Heemraadsingel 184.
Gedurende den tijd zijner inwoning alhier, stond de Heer LOTSY, die uit
Nederlandsche ouders is geboren, gunstig bekend. Hij kwam hier nimmer met de
Politie of Justitie in aanraking. Mijnerzijds zijn geen omstandigheden bekend,
welke bezwaar opleveren tegen het eventueel toekennen eener Koninklijke
onderscheiding aan den Heer Lotsy. De Commissaris van Politie.
- ('s-Gravenhage 20 October 1936) Ingevolge het door den Minister van
Binnenlandsche Zaken tot mij gericht verzoek, deel ik U mede, dat bij
Koninklijke besluit van 10 October 1936, no. 22, de heer K.J.J. Lotsy wonende in
uw gemeente, benoemd is tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. De Minister.
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3142 en
3144
(over 1930-1940))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.