Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Adrianus Hendrikus Davidus Wepster
Geboren: 11-10-1884 te Stellendam
Wonende: Reeweg (Oost) 148 (Dordrecht)
Functie: hoofd van een school voor buitengewoon lager onderwijs (B.L.O.)
Onderscheiding: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (K.B. 15-12-1935)
Uitreiking: -
Aanmerkingen:
- (Dordrecht 2 April 1930) Ik heb de eer Uwe Excellentie de volgende voordracht aan te bieden van personen te Dordrecht, die naar mijn oordeel voor eene Koninklijke Onderscheiding in aanmerking komen.
(1) De Heer Johannes Petrus Piera, geboren 23 December 1866 te Dordrecht thans wonende alhier aldaar, Celebesstraat 35 is op 1 Juni 1885 als onderwijzer in dienst der gemeente gekomen; met ingang van 1919 werd hij benoemd tot inspecteur der lichamelijke opvoeding. Dat toenmaals de keuze op hem viel, was niet toevallig, integendeel reeds tal van jaren was de Heer Piera als onderwijzer de man, die de ziel was van het streven naar algemeene en veelzijdige sportbeoefening van de jeugd te Dordrecht.
Door zijn initiatief kwam met financieele hulp van vooraanstaande burgers in 1905 de Bond van Lichamelijke opvoering tot stand, waarvan hij gedurende 25 jaar de secretaris en leider was. Deze vereeniging, die krachtig door de gemeente wordt gesubsidieerd, exploiteert een drietal sportterreinen met speeltuinen. Deze speelterreinen, in verschillende wijken van de stad gelegen, waar steeds het noodige toezicht en spelmateriaal is, worden zeer druk door de kinderen bezocht en voldoen aan een steeds meer erkende behoefte, om het stadskind van gezonde lichaamsoefening in de frissche lucht te laten geniten.
Maar ook overal elders was de Heer Piera op sportgebied een stuwende kracht. Mede door zijn invloed is de Dordtsche Voetbalbond met 1000 leden tot standgekomen. Ook van het Sportpark, dat door eene vereeniging met subsidie van de gemeente wordt geëxploiteerd, zoowel als vvan de Paardensportvereeniging en van tal van andere vereenigingen is hij een der oprichters en voormannen.
ook de volksbadhuizen en gemeentelijke zwemgelegenheden staan onder zijn toezicht.
kortom er kan op sportgebied geen gebeurtenis van eenig belang zijn of de Heer Piera heeft er een groot aandeel in. De goede verstandhouding tusschen de sportvereenigingen alhier is grootendeels aan tijn tact te danken.
Als gemeente-adviseur op elk gebied van lichamelijke opvoeding geeft hij uitnemend raad, waaraan groote waarde wordt gehecht.
Zeker is hij de man, aan wien het te danken is, dat de beoefening van allerlei takken van gezonde sport in Dordrecht op zoo'n hoog plan staat. Ik meen, dat gezien groote verdiensten en 45-jarige trouwe en voorbeeldige plichtsvervulling er aanleiding is, den heer PIERA voor een onderscheiding voor te dragen, waarbij het ridderkruis van de Oranje Nassau orde het emest geeigend zou zijn.
Waar op 5 Juni 1930 de Bond voor Lichamelijke Opvoeding zijn zilveren jubileum viert, zou een benoeming tegen dien datum aan dat herdenkingsfeest grooten luister bijzetten, anders zou de a.s. geboortedag van H.M. de Koningin daarvoor de aangewezen dag zijn.
(2) De Heer Adrianus Hendrikus Davidus Wepster, geboren 11 October 1884 te
Stellendam en wonende te Dordrecht, Reeweg (Oost) 148, is sedert 1 Juli 1911
hoofd van de alhier gevestigde school voor buitengewoon lager onderwijs. De Heer
Wepster is een man, die voor de opvoeding en zorg van het zwakzinnig kind
bijzondere verdiensten heeft. Zijn school verheugt zich in een uitstekenden
roep, terwijl hij ook voor de de plaatsing van zijne leerlingen in de
maatschappij zich groote moeite geeft. Daaruit is in 1926 de zoogenaamde
'nazorg' geboren, waarvan hij de ijverige leider is. Hij weet voor z'n kinderen
de juiste plaats in de maatschappij te vinden en blijft ook later met hen in
contact.
Voor de zoogenaamde imbecillen wist hij als secretaris der vereeniging van
zwakzinnigenzorg met subsidie van de gemeente in 1920 een werkinrichting voor
jongens op te richten. Het vorige jaar werd deze gevolgd door een soortgelijke
inrichting voor meisjes, welke zoowel door de provincie als door de gemeente
wordt gesubsidieerd en die de eerste in den lande is, en bijzonder de aandacht
trok, zoodat bij de opening ook enkele leden van Gedeputeerde Staten aanwezig
waren. Van beide inrichtingen is hij de directeur en algemeene leider.
Gezegd kan worden, dat de heer Wepster op het gebied van zwakzinnigenzorg een
man is van groote kennis en erkende autotiteit; op het A.V.O. congres te
Amsterdam enkele jaren geleden gehouden leide hij een belangrijk onderwerp in.
Dat in Dordrecht het vraagstuk der arbeid voor onvolwaardigen zoo weer de
aandacht trekt, is aan zijn stuwkracht te danken. Kortgeleden is hier eene
vereeniging opgericht: Maatschappelijke Hulp door werkverschaffing, die met
behulp van gemeentesubsidie en finnacieelen steun van particulieren in den
nieuwen Biesboschpolder een preof gaat nemen met een tuinbouwbedrijf, waarin
aanvankelijk een vijftiental onvolwaardigen tewerk zullen worden gesteld. Ook
hier neemt de heer Wepster het secretariaat op zich en ging het initiatief van
hem uit.
Hoewel hij zijne volle kracht geeft aan de zaak van het psychisch misdeelde
kind, daarnaast vindt hij nog tijd, om in het openbare leven van Dordrecht een
belangrijke rol te spelen. Hij is de secretaris van de vereeniging Oranjedag en
tot voor kort ook van 't Nut van 't Algemeen. Ook hierbij wist hij zich de
algemeene waardeering te verwerven.
Evenals de Heer Piera is de heer Wepster een man, die zich door bijzondere
talenten en belangstelling voor sociaal werk onderscheidt en ik zou 't op hoogen
prijs stellen, als ook hem met Koningins verjaardag een ridderkruis der
Oranje-nassauorde werd toegekend.
(3) Willem van der Linden, geboren 30 Augustus 1866 te Dordrecht, wonende
alhier Noordendijk 201, opzichter-sluiswachter in dienst van het Waterschap 'de
Vier Polders'. Hij is op 1 Mei 1890 als vast werkman bij dit lichaam in dienst
gekomen en heeft zich door ijver, plichtsbesef en geschiktheid opgewerkt tot
opzichter. Als zoodanig heeft hij het toezicht op meerdere arbeiders, die in
dienst bij 'de Vier Polders' zijn, terwijl ook bij de uitvoering van voor- en
najaars onderhoud het toezicht op de uitvoerders bij hem berust.
Waar het bestuur der 'Vier Polders' bijzonder met zijne diensten is ingenomen en
hij 1 mei a.s. zijn veertig jarig dienstverband zal herdenken, lijkt mij ook
hier aanleiding voor eene koninklijke onderscheiding en wel de zilveren medaille
van de Oranje-Nassauorde. Waar de physieke van Van der Linden de laatste jaren
achteruitgaan, zal hij op z'n 65 jaar dus over twee jaar den dienst met pensioen
verlaten.
Ik teeken hierbij aan en dit geldt voor de drie voorgedragenen, dat het
toekennen eener onderscheiding voorzeker hoogelijk door hen zal worden
gewaardeerd. De Burgemeester van Dordrecht (get.) de
Gaay Fortman.
- (Dordrecht 11 Maart 1931) Ik heb de eer Uwe Excellente de volgende
voordracht aan te bieden van personen, die naar mijn oordeel, ter gelegenheid
van den a.s. verjaardag van H.M. de Koningin, voor de toekenning van eene
Koninklijke onderscheiding in aanmerking zouden komen.
(1) de heer Adrianus Hendrikus Davidus Wepster, geboren 11 October 1884 te
Stellendam, thans wonende te Dordrecht, Reeweg (Oost) 148, is sedert 1 Juli 1911
hoofd van de openbare school voor buitengewoon lager onderwijs (zwakzinnigen)
alhier (zie mijn brief van 2 April 1930, nr. 986 geheim). De heer Wepster is een
man, die voor de opvoeding en zorg van het zwakzinnige kind zeer bijzondere
verdiensten heeft. Hij fungeert reeds sedert geruimen tijd als secretaris der
vereeniging 'Zwakzinnigenzorg'. De resultaten, door die vereeniging bij het
tewerkstellen van onvolwaardigen bereikt, zijn voor het allergrootste deel te
danken aan het initiatief en de onvolprezen werkkracht van haar secretaris. Met
een betrekkelijk gering subsidie van provincie en gemeente wordt aan een dertig
volslagen onvolwaardige arbeidskrachten geregeld werk bezorgd. De producten, die
in deze werkinrichting worden vervaardigd, worden grootendeels door de
leerlingen zelve langs de huizen der ingezetenen verkocht, waardoor niet
onbelangrijke inkomsten worden verkregen.
In het begin van 1930 is een nieuwe tak van tewerkstelling van onvolwaardige
arbeidskrachten geopend in de Biesbosch, waar een tuinbouwbedrijf in het leven
is geroepen, dat uitsluitend bestemd is onvolwaardige arbeidskrachten op nuttige
wijze werk te geven.
Waar de laatste jaren, hoe langen hoe meer de aandacht gevestigd wordt op
tewerkstelling van onvolwaardige arbeidskrachten, is het voorbeeld, dat door
Dordrecht gegeven wordt, van het grootste belang. De arbeid der onvolwaardigen
wordt hier in eene richting geleid, als nog zoo goed als nergens geschiedt.
Ten einde de overtuiging te verkrijgen, dat de heer WEPSTER op het gebied van
zwakzinniggenzorg werkelijk baanbrekend werk heeft verricht, zou het aanbeveling
verdienen ter zake het oordeel in te winnen van een bevoegd man als Dr. A. van
Voorthuysen, inspecteur van het buitengewoon lager onderwijs te Utrecht
(Raamstraat 33).
(2) de heer Dirk Meeldijk, geboren te Dordrecht op 15 October 1846, thans
wonende aldaar Dubbeldamscheweg 11, heeft zich in 1873 als rijtuig- en
wagenmaker te Zwijndrecht gevestigd, welke zaak in 1879 naar hier heeft
overgeplaatst en tot grooten bloei heeft gebracht, zoodat deze thans bestaat uit
4 afzonderlijke zaken, een wagenmakerij, een carosseriemakerij voro auto's en
twee verhuurderijen.
In de laatste jaren heeft hij zijn zaken grotoendeels aan z'n zoons overgedaan,
doch de algemeene leiding berust nog in zijn handen. Men kan dus zeggen, dat hij
58 jaren patroon is. Steeds heeft hij zijn werkvolk op zeer humane, ik zou haast
zeggen vaderlijke, wijze behandeld.
Zijn bijzondere verdiensten liggen echter op kerkelijk gebied. Sinds 13 April
1884 is hij ondelring der Gereformeerde Kerk; hij heeft op het gebied van
Zondagschool, ziekenbezoek en evangelisatiearbeid veel verricht.
Ik ben overtuigd, dat als deze eerbiedwaardige figuur, die vooral onder de
kleine burgerij hoog wordt vereerd, eene onderscheiding tebeurt viel, zulks door
velen zeer zou worden gewaardeerd. Voor beide hiervoren genoemde personen lijkt
mij het ridderkruis der Oranje-Nassauorde de geeigende onderscheiding. De Burgemeester van Dordrecht (get.) de
Gaay Fortman.
- ('s-Gravenhage 16 Januari 1935) Ingevolge het door den Minister
van Binnelandsche Zaken tot mij gericht verzoek, deel ik U mede, dat bij
Koninklijk Besluit van 15 December 1935 No 14,
Ir. H. de Groot benoemd is tot Officier in de Orde van Oranje Nassau en
J. Klomp, A.H.D. Wepster en E.J. Erdelmann benoemd zijn tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau.
Zij allen zijn wonende in Uw gemeente. De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen.
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3142 en 3143 en 3144
en 3145 (over 1930-1940))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.