Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Nicolaas Jan Erzeij
Geboren: 11-12-1850 te Leeuwarden
Wonende: -
Functie: gepensionneerde Luitenant-Kolonel
Onderscheiding: -
Uitreiking: -
Aanmerkingen:
- De gepensionneerde Luitenant-Kolonel N.J. Erzeij,
Militie-commissaris te Uwent, die indertijd wegens lichaamsgebreken den
militairen dienst moest verlaten, zou, toen hij nog bij het Wapen der Cavalerie
diende, ongetwijfeld, wegens zijne bekwaamheden en ijver tot den dienst, tot den
Kolonelsrang zijn bevorderd, ware het niet, dat hij toenmaals dikwerf, door
familie-omstandigheden, in financieele moeilijkheden verkeerde, en zijne
verplichtingen in dat opzicht niet naar behooren nakwam, zoodat meermalen
verzoeken om korting op zijn traktement door zijne schuldeischers aan het
Departement van Oorlog werden ingediend.
om deze redenen kon hij bezwaarlijk aan het hoofd van een Regiment worden
geplaatst, en moest hij dan ook voor den kolonelsrang worden voorbijgegaan.
Daarop heeft genoemde hoofdofficier wegens lichaamsgebreken den militairen
dienst met pensioen verlaten en werd hij bij Koninklijk Besluit van 11 September
1909, No. 35, benoemd tot militie-commissaris in het 4de district van de
Provincie Zuid-Holland. Vermits het bnij mij ene punt van overweging uitmaakt,
om meergenoemde hoofdofficier bij eene passende gelegenheid alsnog bij Hare
Majesteit de Koningin voor eene rangsverhooging in aanmerking te brengen, is het
voor mij van groot belang te weten, of zijne financieele omstandigheden thans
nog van dien aard zijn, dat zij tot bijzondere maatregelen van de zijde zijner
schuldeischers aanleiding geven en of omtrent zijne levenswijze te DORDRECHT U
ook iets bijzonders bekend is.
In verband daarmede heb ik de eer, bij deze, een beroep te doen op de
welwillende medewerking van uEdelachtbare ten einde, zoo mogelijk, daarnaar
langs vertrouwelijken weg een onderzoek te doen instellen, en mij den uitslag
daarvan mede te deelen. De Minister van Oorlog.
- (Dordrecht 30 Novenber 1910) naar aanleiding van Uwe missive van 15
October j.l. Kabinet Lett. F 93 (vertrouwelijk) betreffende den gepensionneerde
Luitenant-Kolonel N.J. Erzeij, heb ik de eer Uwe Excellentie te berichten, dat
het uitteraard moeilijk is voldoende betrouwbare gegevens te verzamelen omtrent
iemands finantieele positie in het algemeen en omtrent diens verhouding tot
leveranciers of eventueele crediteuren in het bijzonder. Het is mij evenwel wel
gebleken dat de heer ERZEIJ in den laatsten tijd moeilijkheden van dien aard
ondervindt; hij leeft kalm en beweegt zich in zeer nette kringen. Een en ander
doet mij dan ook vrijheid vinden hem Excellentie als mijn zienswijze mede te
deelen dat de verwezenlijking van Uw voornemen ten aanzien van den heer Erzeij
uit dien hoofde geen bezwaar zoude behoeven te ondervinden. De Burgemeester van
Dordrecht.
- (Dordrecht 14 April 1914) naar aanleiding van Uwe missive van 23
Februari 1914 Kabinet No 93 veroorloof ik mij U hoogedelgestrenge om eene
onderscheiding ter gelegenheid van den verjaardag van Hare Majesteit de Koningin
aan te bevelen:
Thomas Riet, geboren te Vrijenban op 27 Mei 1852, wonende Alexanderstraat
No. 4 alhier. Deze persoon is op 10 April j.l. 50 jaren onafgebroken in dienst
geweest als werkman, olieslagersknecht, eerst bij nu wijlen den heer J.H. Lebret
en daarna in dezelfde zaak bij diens zoon, dne heer A.J. Lebret, lid van den
Raad dezer gemeente. Volgens verklaring van zijn patroon, dat aan Riet gaarne
eene koninklijke onderscheiding zag toegekend, heeft den zich steeds doen kennen
als een getrouw en oppassend werkman terwijl ook mij omtrent Riet niets ten
zijnen nadeele bekend is.
Ofschoon hij wellicht niet op mijn ligt om bij deze gelegenheid den Uw te noeme
persoon om eene onderscheiding aan te bevelen, veroorloof ik mij toch Uwe
aandacht te mogen voor den gepensionneerde Luitenant-Kolonel N.J. Erzeij,
militair-commissaris, tot welke uit... hij werd benoemd bij Koninklijk Besluit
van 11 September 1909 No 35. Het is mij bekend, dat reeds in October 1910 door
den toenmaligen Minister van Oorlog werd overwogen te bevorderen, dat aan den
heer Erzeij alsnog de Kolonelsrang zouden worden toegekend. Ik veroorloof mij
den heer Erzeij thans om de onderscheiding, welke naar mijn overtuiging
den hem op den hoogsten prijs zoude worden gesteld aan te bevelen. De heer
Erzeij, die op 6 Maart 1913 gehuwd is met A.C. Vriesendorp (weduwe van J.R.
Naeff in leven) vervult thans ongeveer 5 jaren de betrekking van militie-comm.
ne geniet de algemeene achting der ingezetenen, terwijl hij in alle opzichten
gunstig staat aangeschreven. De Burg. van Dordrecht (get;.) H.J. Wichers.
- 2208 (20-1-1925) Testament door Nicolaas Jan Erzeij, gepensioneerd luitenant
kolonel der huzaren te Dordrecht, Johan de Wittstraat 29, geboren te Leeuwarden
11 december 1850; [bron: Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief
Dordrecht) archief 20, inv. nr. 2483 repertoria]
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3132
(over 1900-1919))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.