Aanmelden | Contact
Doorzoek de bronnen

Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)


Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);
;

(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)

Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)

M. van Zanten

Geboren: -
Wonende: -
Functie: wethouder
Onderscheiding: Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Uitreiking: 1921

Aanmerkingen:
- ('s-Gravenhage 19 mei 1921) Namens den heer Commissaris der Koningin heb ik de eer U te berichten, dat bij Zijne HoogEdelGestrenge het voornemen bestaat om den heer M. van Zanten, wethouder in uwe gemeente, ter gelegenheid van den a.s. verjaardag van Hare Majesteit de Koningin voor te dragen voor een benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Gaarne zoude ik, zoo mogelijk zeer spoedig, van U vernemen hoelang de heer van Zanten het ambt van wethouder bekleedt en tot welke opmerkingen deze aangelegenheid U overigens aanleiding geeft. De Chef van het Kabinet. (Ries)
- (Dordrecht 14 april 1923) Naar aanleiding van Uw schrijven dd 29 Maart j.l. no 225, kabinet heb ik de eer U mede te deelen, dat ik reeds eenig jaren achtereen bepleitte het goed recht van het toekennen eenen koninklijke onderscheiding aan den heer M. van Zanten wethouder de dezer gemeente. Dat deze onderscheiding tot dus verre, is achterwege gebleven, is voor mij eene groote teleurstelling geweest. Ik zoude het buitengewoon op prijs stellen, indien dit jaar mijn pogen met succes mocht worden bekroond. De aanleiding voor het toekennen eener onderscheiding bestaat dit jaar nog meer dan vorige jaren, maar tevens ook meer dan volgende jaren. De heer van Zanten heeft namelijk te kennen gegeven dat hij zich voor eene benoeming tot raadslid niet meer verkiesbaar stelt. in de maand September a.s. zal hij zich derhalve uit het publieke leven terug trekken. Om de verdiensten van de heer van Zanten in het licht te stellen, zij het mij geoorloofd, evenals vorige jaren te wijzen op het volgende: In November 1906 werd de heer van Zanten, die van geboorte en opvoeding een Dordtenaar is, tot raadslid gekozen. In 1917 werd hij tot wethouder benoemd. Gedurende de vacature in de aanvang van 1920, door het overlijden van Burgemeester H.J. Wichers, nam hij gedurende drie maanden het burgemeestersambt waar, vervulde die taak tot bevrediging van nagenoeg iedereen. Ook buiten zijn ambt beweegt de heer van Zanten zich veel in het openbare leven. Bij tal van vereenigingen maakt hij deel uit van het Bestuur. Het Comité ter viering van den Oranjedag is door hem opgericht en drijft voor een goed deel op zijn werken. Van de Afdeeling Dordrecht der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst is hij de ziel; hij leverde eens de tekst van een door de afdeeling ten gehoore gebrachte Vredescantate en is nog steeds, ondanks zijn vrij hogen leeftijd, een der eerste krachten onder de tenoren. Ik ben overtuigd dat het toekennen eener onderscheiding aann den heer van Zanten door alle ingezetenen met voldoening zal worden vernoemen
Na den heer van Zanten zou ik nog een tweetal porsonen noemen, die m.i. voor eene onderscheiding in aanmerking komen. Ik volg hieraan echter aanstond toe de opmerking, dat mocht het bevordelijker zijn aan de daadwerkelijk toekenning eener onderscheiding aan genoemden heer van Zanten indien hij als eenige van de ingezetenen mijner gemeente wordt voorgedragen, ik gaarne zoude zien, dat........
(2) Ik zoude dan verder willen noemen den heer P.C. Jorissen. Op 15 juni van het vorig jaar heeft hij den dag herdacht, waarop hij 60 jaren geleden in dienst trad van den heer Jantzon van Erffrenten. Al die jaren is hij bij dezelfde familie in dienst geweest, achtereen ..... Toen in 1896 de Rijkslandbouwwinterschool werd opgericht werd de heer Jorissen direct benoemd tot lid van de Commissie van Toezicht. Hij is dat op het oogenblik nog als voorzitter van de Commissie verklaar ik gaarne, dat de heer Jorissen een der meest belangstellende, een der ijverigste leden is. Op alle deze punten is er m.i. aanleiding om den heer Jorissen voor een Koninklijke onderscheiding, welke niet minder zoude moeten zijn dan het ridderkruis der Orde van Oranje Nassau, in aanmerking te doen brengen. 
(3) Als een zeer verdienstelijk man wil ik in de derde plaats noemen den heer Mr. A.A. Moll advocaat en procureur, (vroeger) lid van de provinciale staten van Zuid-Holland. Zijne hoedanigheden en verdiensten in laatstgenoemde qualiteit zijn U.H.E.G. te goed bekend, dan dat ik daarop verder behoef te wijzen. De heer Moll is als Dordtsch burger vanwege zijn rechtschapenheid en welwillendheid algemeen geacht. Hij is Secretaris der Kerkvoogdij van de Nededuitsch Hervormde Kerk en Deken der Orde van advocaten. De polder der Vierpolders bezit in hem reeds jarenlang een ijverig en nauwgezet secretaris. Hij is voorzitter der vereeniging Armenzorg...;

(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3133/3135 (over 1920-1930))

Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.