Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Pieter van Tuijl
Geboren: 16-1-1878 te Sliedrecht
Wonende: Bilderdijkstraat 69 (Dordrecht)
Functie: chef adjunct rechercheur
Onderscheiding: -
Uitreiking: -
Aanmerkingen:
- (Dordrecht 22 Maart 1933) De Chef-adjudant-rechercheur
van politie Pieter van Tuyl, herdaacht op 5 November 1932 zyn 30-jarige
ambtsvervulling in politiedienst dezer gemeente. Hy werd op 5 November 1902
aangesteld tot agent van politie 2e klasse en wegens zyn meer dan gewone
schranderheid, betoonde activiteit en grooten yver alsmede zyn steeds zeer
correcte houding tegenover superieuren, op 16 Januari 1910, by keuze, bevorderd
tot Hoofdagent van politie.
Den 1 Januari 1911, toen een speciale recherchedienst by het korps werd
ingesteld, werd hy bevorderd tot Hoofdagent-rechercheur van politie. Sedert dien
tyd verrichtte hy den dienst, in het byzonder den recherchedienst, met den
zelfden yver en met veel tact, daarby goede leiding gevende aan de onder hem
dienstdoende rechercheurs.
Op 1 Januari 1919 werd hy dan ook in zyne tegenworodige functie bevorderd.
Zyn onverdroten ambitie in het politievak en toewyding voor den dienst tot op
heden, geven my aanleiding hem een bewys van waardeering waardig te keuren. Ik
meen dan ook uEdelAchtbare te mogen voorstellen hem in aanmerking te doen komen
voor eene Koninklijke Onderscheiding, hem te verleenen ter gelegenheid van de
a.s. verjaring van hare Majesteit de Koningin en wel de medaille in zilver in de
orde van Oranje-Nassau. De Commissaris van Politie.
- (Dordrecht 1 Mei 1933) Ik moge U beleefd verzoeken, wel te
willen bevorderen, dat aan na te nomen personen, ter gelegenheid van den
verjaardag van H.M. de Koningin op 31 Augustus, een Koninklijke onderscheiding,
naar hun stand en verdienste, zooals hieronder nader uiteengezet, worde
toegekend.
(a) Leendert van der Graaff. Deze is
7 Juli 1863 geboren te Scherpenisse en woont alhier in de J.J.A.
Goeverneurstraat No. 15. Als plaatsvervanger trad hij 19 October 1891 in
militairen dienst, waaruit hij 19 October 1892 met groot verlof vertrok. 13
October 1893 werd hij voor den tijd van 6 jaren geëngageerd als marechaussee te
voet; 31 Maart 1899 bevorderd tot brigadier titulair; 28 April 1904 tot
brigadier; 2 Mei 1913 tot wachtmeester; 3 Mei 1914 tot Opperwachtmeester.
Wegens lichaamsgebreken, in en door den dienst ontstaan, werd hij met ingang van
1 Januari 1918 voor den dienst afgekeurd.
Na zijn pensioneering heeft hij veel werk belangeloos
gedaan voor de organisatie van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm. Begin
1919 richtte hij te Papendrecht daarvan een afdeeling op, waarvan hij de leider
werd.
Sedert hij te Dordrecht woonachtig is, is hij steeds zeer actief werkzaam
gebleven voor den B.V.L.
Ik vind in den uitstekenden staat vavn dienst van dezen verdienstelijken,
eenvoudigen, man, alle aanleiding, hem voor te dragen voor het ontvangen van de
zilveren eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
(b) Pieter van Tuyl. Deze is 16 Januari 1878 te Sliedrecht geboren en woont
alhier in de Bilderdijkstraat No 69. Hij trad op 5 November 1902 in dienst dezer
Gemeente als agent van politie der tweede klasse. Op 16 Januari 1910 werd hij
wegens zijn meer dan gewone schranderheid, netoonde activiteit en grooten ijver,
alsmede wegens zijn steeds zeer correcte houding tegenover zijn supirieuren, bij
keuze bevorderd tot hoofdagent van politie.
Den 1en Januari 1911, toen hij het Korps een afzonderlijke recherchedienst werd
ingesteld, werd hij bevorderd tot hoofdagent-rechercheur van politie. Ook deze
functie heeft hij met grooten ijver en veel tact bekleed. Vooral heeft hij ook
goede leiding gegeven aan de onder hem dienende rechercheurs. Op 1 Januari 1919
werd hij bevorderd tot chef-adjudant-rechercheur.
Ik vind in zijn onverdroten ambitie in het politievak en toewijding voor den
dienst alleszins reden, hem voor te dragen voor het ontvangen van de zilveren
eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
(c) Louis van Oost, geboren 14 September 1868 te Wissekerke, wonende alhier
Martinus Steynstraat 34. Deze trad op 9 September 1887 in dienst bij het
toenmalige korps pontonniers; 2 Augustus 1890 werd hij aangesteld tot sergeant;
31 Augustus 1898 tot sergeant-majoor administrateur. In dien rang werd hij 15
Januari 1904 gepensionneerd; hij ging toen over naar de reserve.
Op 1 Augustus 1914 werd hij als reserve sergeant-majoor administrateur onder de
wapenen geroepen. 15 April 1915 werd hij bevorderd tot reserve adjudant
onderofficier bij het toenmalige 30e bataillon Landweer Infanterie. In dien rang
werd hem op 1 Augustus 1923 voor goed eervol ontslag uit den miltiairen dienst
verleend. Na zijn pensioneering heeft hij verschillende burgerbetrekkingen met
grooten lust en ijver vervuld. Zoo is hij thans nog werkzaam als: administrateur
van de Afdeeling Dordrecht van den Nederlandschen Aannemersbond; id. van het
bijkantoor Dordrecht van de Algemeene Bedrijfsvereeniging voor de Bouwbedrijven
in Nederland en van de Aannemers Vereeniging Onderlinge Voorzorg. Van 1 Januari
1920 tot 1 Maart 1930 was hij ook administrateur van de Onderlinge Waarborg
Maatschappij van den Nederlandschen Aannemersbond. Daarnevens vond hij tijd en
nhad hij lust om in verschillende onbezoldigde functies de gemeenschap te
dienen.
Zoo is hij medeoprichter en van den beginnen af penningmeester van de Dordtsche
Buitenschool. Met groote toewijding en nauwgezetheid heeft hij steeds deze
uitgebreide administratie gevoerd. Verder is
* hij lid van den Armenraad;
* lid van de Commissie tot bestrijding van den woeker;
* voorzitter van de Commisie tot steun van Oud-Indische militairen;
* bestuurslid van de afdeeling Dordrecht van den Bijzonderen Vrijwillige
Landstorm;
* lid van het Roomsch Katholiek Armbestuur;
* regent van het Roomsch Katholiek Ziekenhuis;
* secretaris-penningmeester van het centraal magazijn der Sint
Vincentiusvereeniging;
* secretaris der Roomsch Katholieke Kinderbescherming te Dordrecht
* secretaris van de voormalige afdeeling Dordrecht van het Nederlandsch Roomsch
Katholieke Huisvestings Comité, thans afdeeling Dordrecht van de Vereeniging
Katholieke Kinderuitzending in het Bisdom Haarlem.
Ter belooning voor de in laatstegenoemde functie bewezen diensten zijn hem
geschonken de zilveren eeremedailles van het Oostenrijksche en Hongaarsche Roode
Kruis.
De heer Van Oost meent, dat de tijd voor hem gekomen is, om zijn arbeid neer te
leggen. Ik zou het een mooie bekroning vinden van het levenswerk van dezen
stillen, volhardenden werker, die in allen eenvoud zeer veel belangeloos voor de
gemeenschap heeft verricht, als hem de gouden eeremedaille, verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau werd toegekend. De Burgemeester van Dordrecht (get.) de
Gaay Fortman.
- (Dordrecht 17 Mei 1933) In antwoord op Uw nevenvermeld schrijven heb ik
de eer, U het volgende mede te deelen:
De chef-adjudant-rechercheur van politie P. van Tuyl heeft op 16 Januari j.l.
den 55-jarigen leeftijd bereikt. Hij heeft echter - voor zoover mij bekend -
niet het voornemen, den dienst met pensioen te verlaten. Van Tuyl verheugt zich
nog in een goede gezondheid en verricht geregeld zijn dienst zonder physieke
bezwaren. Ik heb hem dan ook voorgedragen voor een Koninklijke onderscheiding
wegens zijn 30-jarigen diensttijd en ter erkenning van zijn prestaties als
opsporingsambtenaar en als leider en chef der rechercheurs.
Inzake de door Uwe Excellentie gevraagde nadere gegevens omtrent de door den
heer L.van OOST bekleede niet-bezoldigde functies diene het volgende.
Hij is van de oprichting af - 1925 - bestuurslid van de afdeeling Dordrecht van
den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm. Eveneens is hij van de oprichting af -
onmiddellijk na den oorlog - secretaris van de afdeeling Dordrecht van het
Nederlandsch Roomsch Katholiek Huisvestings Comité, welke functie hij bleef
waarnemen, toen deze organisatie op 1 Januari 1931 werd de afdeeling Dordrecht
van de Vereeniging Katholieke Kinderutizending in het Bisdom Haarlem.
In April 1927 werd de heer Van Oost lid van het Roomsch Katholiek Armbestuur en
van het Roomsch Katholiek Ziekenhuis. In April 1929 lid van den Armenraad en
voorzitter van de Commissie tot Steun van Oud-Indischen militairen. Van de
oprichting af - 11 Februari 1926 - heeft hij het penningmeesterschap van de
Dordtsche Buitenschool waargenomen. De Burgemeester van Dordrecht (get.) de
Gaay Fortman.
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1945-3142 en 3145
(over 1930-1940))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.