Dordrecht: Koninklijke onderscheidingen Dordtenaren 1903-1940(1946-1949/1953/1960/1971)
Bron: Regionaal Archief Dordrecht (was Erfgoedcentrum DiEP)
Toegang: 8A1945 en 8A1960
Inventarisnummers:
8A1945-3132 (over 1903-1919); 8A1945-3133/3134/3135 (a t/m z); 8A1945-3136 (a t/m z); 8A1945-3142 + 3143 + 3144 + 3145 (over 1930-1940);
8A1960-2285 (over 1946); 8A1960-2286 (over 1947); 8A1960-2287 (over 1948); 8A1960-2288 (over 1949); 8A1960-2292 (over 1953); 8A1960-2306 (over 1960 A-L); 8A1960-2307 (over 1960 K-R); 8A1960-2308 (over 1960 S-Z); 8A1980-2708 (over 1971 A-F); 8A1980-2709 (over 1971 G-K); 8A1980-2710 (over 1971 L-R) 8A1980-2711 (over 1971 S-Z);;
(transcriptie E. van Dooremalen)(scans verkrijgbaar)
Koninklijke onderscheidingen 1903-1940(1949)
Joannes Jacobus Groot
Geboren: 21-3-1886 te Beemster
Wonende: Toulonselaan 1, Reeweg Oost 215 (Dordrecht)
Functie: commerciële directeur van de N.V. Maatschappij tot Exploitatie der
Verenigde Oliefabrieken
Onderscheiding: -
Uitreiking: -
Aanmerkingen:
- (2 Februari 1948) Zeer geachte Burgemeester Slobb. In verband
met het onderhoud, dat ik vorige week met U had, gelieve U onderstaand aan te
treffen de nadere gegevens over de commerciële directeur van de N.V. Mij tot
Expl. der Vereenigde Oliefabrieken-Zwijndrecht te Zwijndrecht, de Heer Johannes
Jacobus Groot, geboren 21 Maart 1886 te Beemster.
De Heer Groot trad 1 Juni 1907 in dienst bij Anton Jurgens' Margarinefabrieken
te Oss, werd daarna oorspronkelijk in onze fabriek in Goch (Rijnland) en
vevrolgens in de administratie van onze fabriek te merksem bij Antwerpen te werk
gesteld. Aldus voorbereid voor zijn definitief werk, werd hij in 1908
overgeplaatst naar de controle afdeling van onze fabriek te Hamburg-Altona, waar
hij de vele Noord-Duitse Jurgens' fabrieken als accountant had te controleren.
Gedurende 1 1/2 jaar heeft de Heer groot de dienst van de firma Jurgens
verlaten, maar op verzoek van de firma Jurgens keerde hij weer naar onze zaak
terug. In 1913 volgde toen overplaatsing naar de Inkoop-afdeling te Oss, waar de
Heer Groot een leidende functie had in de administratie en kostprijsafdeling. 1
September 1914 vond overplaatsing naar de nieuw gebouwde fabriek te Zwijndrecht
plaats, waar de Heer groot bureau-chef werd van de Jurgens' Oliefabrieken. De
werkzaamheid van de Heer Groot bleef echter geenszins beperkt tot Zwijndrecht.
Overal, waar nieuwe administraties moesten worden opgesteld, werd de raad van de
heer groot ingewonnen. Hij was dan ook vele maken buitenlands, waar hij zeer
belangrijke opdrachten vervulde voor het Jurgens' concern. Als beloning voor het
vele en verdienstelijke werd, door de heer groot voor Jurgens verricht, werd hij
20 December 1926 tot Directeur van de Jurgens' Oliefabrieken benoemd. Na de
fusie met van den Bergh werd de Heer Groot directeur van de toen gevormde N.V.
Mij. tot Expl. der Vereenigde Oliefabrieken-Zwijndrecht, welke functie hij ook
heden nog bekleedt.
Zo gezegd, trad hij 1 Juni 1907 in dienst van ons concern, was 1 1/2 jaar weg,
zodat hij op 1 December 1948 40 jaar in onze dienst zal zijn.
Zijn werk kenmerkt zich door een buitengewone vakkenis en een zelden voorkomende
serieusheid. Hij is een man, die zijn gehele leven lang al zijn krachten aan de
zaak heeft gegeven, voor welke zaak hij leeft en zich ook 's avonds in zijn
vrije tijd inzet. De grote bloei, die de N.V. Mij tot Expl. der Vereenigde
Oliefabrieken-Zwijndrecht genomen heeft in de laatste 25 jaar, is voor ene
belangrijk deel aan zijn harde werken, zijn heldere blik, zijn betrouwbare
calculaties en zijn knappe leiding te danken. Hij is een man van de oude
stempel, zoals de industrie, die zich ontwikkelen wil, zo hard nodig heeft.
bescheiden van aard, treedt hij zelden naar buiten op en is zijn gehele energie
en kunnen naar binnen gericht.
Ik hoop U met deze mededeling een voldoende beeld van de a.s. jubilaris te
hebben gegeven en verblijf, met de meester hoogachting, (ir. E.J. de
Veer);
- (Burgemeester der Gemeente Zwijndrecht; Zwijndrecht 6 April 1948) Ik
moge beleefd Uw aandacht vragen voor het navolgende: Een der directeuren van de
N.V. Maatschappij tot Exploitatie der Verenigide Oliefabrieken te Zwijndrecht
heeft er zijn mijn anadacht op gevestigd, dat de heer Johannes Jacobus Groot,
geboren op 21 Maart 1880 te Beemster en wonende te Dordrecht, Toulonselaan 1,
per 1 December 1948 gedurende 40 jaren in dienst zal zijn van het Jurgens'
concern.
De Heer Groot trad op 1 Juni 1907 in dienst bij Anton Jurgens'
Margarinefabrieken te Oss. Daarna was hij achtereenvolgens werkzaam in Jurgens'
fabrieken te Goch (Rijnland) en te Merksem bij Antwerpen. In 1908 werd hij
overgeplaatst naar de controle-afdeling van de fabriek te Hamburg-Altona, waar
hij de vele Noord-Duitse Jurgens' fabrieken als accountant had te controleren.
In 1913 werd de heer groot overgeplaatst naar de inkoopafdeling van de fabrieken
te Oss; hij had hier een leidende functie in de administratie- en
kostprijsafdeling. Per 1 September 1914 kwam de Heer Groot naar Zwijndrecht,
waar hij werd aangesteld als bureauchef van de nieuw gebouwde Jurgens'
oliefabrieken. Als beloning voor het vele en buitengewoon verdienstelijke werk
dat de heer Groot voor Jurgens verrichtte, werd hij op 20 December 1926 tot
Directeur van de Jurgens' Oliefabrieken te Zwijndrecht benoemd. Na de
fusie met Van den Bergh werd de Heer Groot directeur van de toen gevormde
N.V. Maatschappij tot Exploitatie der Verenigide Oliefabrieken te Zwijndrecht,
welke functie hij ook heden nog bekleed.
In de jaren 1912 en 1913 heeft de heer Groot gedurende 1 1/2 jaar de dienst van
de Firma Jurgens verlaten, doch op verzoek keerde hij weder terug. te rekenen
van 1 Juni 1907 af zal hij dus op 1 December 1948 een 40-jarige diensttijd bij
het Jurgens' concern hebben volbracht.
Zijn werk kenmerkt zich door een buitengewone vakkennis en is geheel serieus. De
Heer Groot heeft zijn gehele leven aan de zaak gegeven; zijn harde arbeid, zijn
heldere blik, zijn betrouwbare calculaties en zijn knappe leiding hebben de
N.V., waarvan hij thans mede-directeur is, tot grote bloei gebracht. Volgens
recente gegevens heeft genoemde N.V. 776 werknemers, t.w. ingenieurs: 18, lager
technisch personeel: 108, administratief personeel: 68 en arbeiders 382.
De werkzaamheden van de Heer Groot bleven niet slechts tot Zwijndrecht beperkt.
Als het Jurgens' concern nieuwe administraties moest organiseren of
gecompliceerde kostprijsberekeningen doen uitvoeren, dan werd gaarne het advies
van de Heer groot gevraagd. Hij was vele malen in het buitenland voor de
uitvoering van speciale opdrachten van het concern.
De persoon en arbeid van de Heer Groot hebben meer dan gewone betekenis en mogen
in brede kring waardering vinden. De Heer groot treedt in het kerkelijk leven op
de voorgrond als penningmeester van de Rooms-Katholieke parochie te Dordrecht.
Aan het maatschappelijk leven neemt hij vrijwel geen deel, om dat hij door zijn
werk geheel in beslag genomen wordt. Ik zou het van groot belang achten, indien
ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum per 1 December 1948 aan de Heer Groot
een Koninklijke onderscheiding werd verleend. Ik moge U beleefd verzoeken het
totstandkomen van een daartoe strekkend besluit wel te willen bevorderen. De
Burgemeester der gemeente Zwijndrecht.
- (Burgemeester der Gemeente Zwijndrecht; Zwijndrecht 6 April 1948) Op 1
December 1928 zal de heer J.J. Groot, wonende in Uwe gemeente
Toulonselaan 1, gedurende 40 jaren in dienst zijn van het Jurgens' concern. Ik
zou het wel zeer waarderen indien hem bij die gelegenheid een Koninklijke
onderscheiding kon worden verleend. Onder dagtekening van heden verzocht ik
daartoe de medewerking van den Heer Commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland. De Heer Groot is woonachtig in Uwe gemeente. Ik meen daarom goed
te doen U een doorslag van het desbetreffend schrijven ter kennisneming te doen
toekomen. Ik verzoek U beleefd voor zooveel nodig Uwe medewerking in deze wel te
willen verlenen. De Burgemeester van Zwijndrecht;
- (Dordrecht 24 April 1948; Commissariaat van Politie) Onder terugzending
van de missive van de Heer Commissaris der Koningin in deze provincie dd 15
dezer, No 773 G met bijgevoegd schrijven, in duplo, van de Burgemeester van
Zwijndrecht, betreffende de eventuele toekenning van een Koninklijke
onderscheiding aan de Heer J.J. GROOT, wonende te Dordrecht, Toulonselaan 1, mij
in handen gesteld bij Uw apostille dd 16 dezer, no. 1919 Kabinet, heb ik de eer
UEdelachtbare het volgende te berichten:
Johannes Jacobus GROOT, geboren te Beemster, 21-3-1886, werd op 17.11.1914 in
het bevolkignsregister der gemeente Dordrecht ingeschreven. komende van Oss.
Zowel in maatschappelijk als politiek opzicht, mede ten tijde van de bezetting,
staat de Heer GROOT alleszins gunstig bekend. Bij onderzoek is dan ook gebleken
ter Griffie der Arrondissements-Rechtbank, dat betrokkene geen strafvonnissen te
zijnen laste heeft, terwijl zijn naam niet vorkomt in de kartotheek der P.R.A.
alhier. Betreffende zijn voormalige zowel als huidige maatschappelijke positie
moge kortheidshalve worden verwezen naar bijgaand schrijven van de Burgemeester
van Zwijndrecht. Mij zijn geen feiten of omstandigheden bekend geworden, welke
een bezwaar zouden kunnen vormen tegen het verlenen van een koninklijke
onderscheiding aan meergenoemde persoon, waarom ik U moge voorstellen in deze
gunstig te adviseren. De Commissaris van Politie.
- (Dordrecht 26 April 1948 aan de Commissaris der Koningin) In antwoord
op bovenaangehaalde apostille en met terugzending der daarbij gevoegde bijlagen
heb ik de eer U Hoogedelgestrenge te berichten, dat de heer J.J. Groot, geboren
te Beemster, op 21 Maart 1886, op 17 November 1914 in het bevolkingsregister der
gemeente Dordrecht werd ingeschreven, komende van Oss.
De heer Groot staat zowel in maatschappelijk als in politiek opzicht (ook ten
tijde der bezetting) gunstig bekend. Bij onderzoek is dan ook geblekekn, dat
betrokkene geen strafvonnissen te zijnen laste heeft en dat zijn naam niet
voorkomt in de kartotheek der P.R.A. Wat zijn maatschappelijke positie
betreft moge worden gerefereerd aan het schrijven van mijn ambtgenoot van
Zwijndrecht. Mij zijn geen feiten of omstandigheden bekend geworden, welke een
bezwaar zouden kunnen vormen tegen het verlenen van een Koninklijke
onderscheiding aan de heer Groot. De BURGEMEESTER van
DORDRECHT (get.) Bleeker.
- (N.V. Maatschappij tot Exploitatie der Verenigide
Oliefabrieken te Zwijndrecht; 2 Juli 1848) Onder referte
aan het gesprek, dat ik gisteren met U had, doe ik U ingesloten copie toekomen
van mijn schrijven aan de Burgemeester van Zwijndrecht, dd 2 Februari j.l., in
welk schrijven de nodige gegevens over onze commerciele directeur, de heer J.J.
Groot, zijn vermeld. Ik meen, dat deze brief alle zakelyke gegevens, die van
belang zijn, bevat.
Ik kan U verder nog mededelen, dat de heer Groot van confessie R.K. is. Zijn
verdiensten hebben zich niet beperkt tot de leiding van de administraite onzer
fabriek, maar de heer Groot is ook regent van het R.K. Ziekenhuis in de Grote
Kerksbuurt 13. Het is mij bekend, dat de heer Groot in de functie van regent
buitengewoon verdienstelijk werk voor het R.K. Ziekenhuis nog steeds verricht.
Ik hoop, dat de U verstrekte gegevens U een voldoende beeld van de aanstaande
jubilaris zullen geven. Mocht U verdere inlichtingen wensen, zo sta ik U
natuurlyk ten volle ten dienste. Na vriendelijke groet, met de meester
hoogachting, (get.) ir. de Veer;
- (Dordrecht 10 Januari 1949) Onder terugzending van de missive van de Heer
Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland dd 30.12.1948 no.
2939 G, met bijgevoegde schrijven van Uw Ambtgenoot te Zwijndrecht dd
23-12-1948, mij in handen gesteld bij Uw apostille dd 3 dezer, no 1919 Kabinet,
heb ik de eer uEdelachtbare het volgende te berichten:
De heer Joannes Jacobus Groot is thans woonachtig te Dordrecht, aan de
Reeweg-Oost 215. Blijkens nader ingewonnen informatie is de heer GROOT sinds 26
jaren penningmeester van het R.K. Armbestuur zowel als van het R.K. Ziekenhuis,
welke omvangrijke functies hij geheel belangeloos met grote toewijding verricht.
Mede is hij sedert 19.12.1938 lid van het Bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon
alhier. Overigens moge worden verwezen naar mijn schrijven van dd 24.4.1948 No.
104 Kabinet. De Commissaris van Politie.
- (Dordrecht 12 Januari 1949) Naar aanleiding van bvoenaangehaalde
apostille en met terugzending van de daarbij overgelegde bijlage heb ik de eer U
hoogedelgestrenge te berichten, dat ik reeds bij mijn schrijven van 26 April
1948 nr. 1919 kabinet, mocht adviseren omtrent de eventuele toekenning van een
Koninklijke onderscheiding aan de heer J.J. Groot.
Ik heb daaraan slechts weinig toe te voegen. De heer Joannes Jacobus Groot,
is thans woonachtig alhier, Reeweg-Oost nr. 215. Hij is sinds 26 jaren
penningmeester van het Rooms-Katholiek Armbestuur, zowel als van het
Rooms-Katholiek Ziekenhuis, welke omvangrijke functies hij geheel belangeloos
met grote toewijding verricht. Voorts is hij sedert 19 December 1938 lid van het
Bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon, alhier. Ten aanzien van de verdere
verdiensten van de heer Groot meen ik mij te mogen aansluiten bij wat mijn
collega van Zwijndrecht daaromtrent schrijft in zijn brief van 23 December 1948.
Mij zijn geen feiten bekend geworden, welke een beletsel zouden moeten vormen
tegen het verlenen van een Koninklijke onderscheiding aan de heer Groot.
De Burgemeester van Dordrecht (get.) Bleeker.
(bron: Erfgoedcentrum DiEP/Stadsarchief Dordrecht 8A1960-2287
(over 1948))
Laatst gewijzigd: oktober/november 2009, maart 2020.